Er is een Opsporings- en Reddingsdienst in Nederland, die wordt aangehaald als ‘Search
and Rescue’-dienst, dan wel SAR-dienst.
De SAR-dienst maakt deel uit van de Kustwacht, bedoeld in artikel 2 van de Regeling
organisatie Kustwacht Nederland.
De SAR-dienst is belast met de opsporing en redding van in nood verkerende bemanningen
en passagiers van vliegtuigen, schepen en mijnbouwinstallaties binnen het geografische
gebied waarvan de grens aan de zeezijde is omschreven in de publikatie SAR 2 circulaire
2 van de Internationale Maritieme Organisatie, zijnde de grens van de Nederlandse
exclusieve economische zone, en dat zich aan de landzijde uitstrekt over de Nederlandse
kustwateren, de Waddenzee, het IJsselmeer, met inbegrip van de randmeren, en de Zuidhollandse
en Zeeuwse stromen. Voor incidenten met luchtvaartuigen valt het verantwoordelijkheidsgebied
samen met het in het ‘European Air Navigation Plan’ van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie
(ICAO) omschreven SAR-gebied (‘Search and Rescue Region’ – SSR).
De SAR-dienst beschikt voor de uitvoering van de in artikel 3 genoemde taak te allen tijde over:
-
a. een gecombineerd aëronautisch en maritiem reddingscoördinatiecentrum (JRCC),
-
b. vliegende reddingseenheden, bestaande uit vliegtuigen en helikopters ter beschikking
gesteld door de ministers, en
-
c. reddingboten.
Het kustwachtcentrum, bedoeld in artikel 3 van de Regeling organisatie Kustwacht Nederland,
fungeert als het gecombineerde aëronautisch en maritiem reddingscoördinatiecentrum,
bedoeld in artikel 4, onderdeel a, en behoort tot de aangelegenheden waarmee het Directoraat-Generaal Luchtvaart en
Maritieme Zaken is belast.
De Directeur Kustwacht, bedoeld in artikel 14 van de Regeling organisatie Kustwacht
Nederland, is, uit hoofde van zijn verantwoordelijkheid voor het functioneren van
de SAR-dienst, belast met de coördinatie van de opsporing en redding. Hij stelt hiertoe
na overleg met de betrokken diensten en partijen operationele procedures op en legt
deze vast in een operationeel plan (OPPLAN-SAR).
De ministers van Verkeer en Waterstaat en van Defensie stellen vliegende reddingseenheden
beschikbaar.
De Directeur Kustwacht, bedoeld in artikel 14 van de Regeling organisatie Kustwacht
Nederland, verzekert zich van de beschikbaarheid van de in Nederland aanwezige benodigde
reddingboten.
In aanvulling op de in artikel 4 genoemde middelen kan de Directeur Kustwacht, bedoeld in artikel 14 van de Regeling
organisatie Kustwacht Nederland, zich verzekeren van de beschikbaarheid van andere
middelen.
De Opsporings- en Reddingscoördinatieregeling in Nederland (SARCOR), zoals vastgesteld
bij gemeenschappelijke regeling van de ministers van Verkeer en Waterstaat en van
Defensie van 21 april 1983, nr. PJ/S 22619, (Stcrt. 1984, 125), en de regeling van
de minister van Defensie, handelende in overeenstemming met de minister van Verkeer
en Waterstaat, van 7 februari 1984, nr. C 83/507/005, (Stcrt. 34), inzake de Opsporings-
en Reddingsdienst, worden ingetrokken.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling inzake de SAR-dienst 1994. Deze regeling
zal in de Staatscourant worden geplaatst.