Besluit van 17 juni 1994, houdende regels ter uitvoering van artikel 311a, tweede
lid, van het Wetboek van Koophandel
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 4 maart 1994, nr.
J 30.273/94, Directoraat-Generaal Scheepvaart en Maritieme Zaken, Stafafdeling Wetgeving
en Juridische Zaken, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Justitie en de Staatssecretaris
van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;
Gelet op artikel 311a, tweede lid, van het Wetboek van Koophandel en artikel 231 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek;
De Raad van State gehoord (advies van 5 april 1994, nr. W09.94.0123);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 9 juni 1994,
nr. J 30.696/94, Directoraat-Generaal Scheepvaart en Maritieme Zaken, Stafafdeling
Wetgeving en Juridische Zaken, uitgebracht mede namens de Minister van Justitie en
de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;
Hebben goedgevonden en verstaan: