Besluit van 2 juni 1994, tot uitvoering van artikel 21 van de Bankwet 1948 in verband
met het Besluit particuliere participatiemaatschappijen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, Centrale Directie Wetgeving, Juridische
en Bestuurlijke Zaken, van 25 mei 1994, nr. WJB 97/754;
Overwegende dat het wenselijk is dat De Nederlandsche Bank N.V., in het algemeen belang,
de werkzaamheden verricht, welke voor haar als toezichthouder zijn verbonden aan het
Besluit particuliere participatiemaatschappijen;
Gelet op artikel 9 van de Bankwet 1998;
Gezien het advies van de Bankraad;
Hebben goedgevonden en verstaan: