Stb. 2018, 248, datum inwerkingtreding 28-07-2018, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 25-05-2018.
1 Aan overheidsorganen worden door de Dienst Wegverkeer uit het rijbewijzenregister
gegevens, waaronder mede begrepen persoonsgegevens, bijzondere categorieën van persoonsgegevens
en persoonsgegevens van strafrechtelijke aard als bedoeld in paragraaf 3.1 onderscheidenlijk
paragraaf 3.2 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming, verstrekt
voor zover zij aangeven deze gegevens nodig te hebben voor de uitoefening van hun
publieke taak.
2 Aan bij algemene maatregel van bestuur aangewezen autoriteiten binnen de andere lidstaten
van de Europese Unie en de andere staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende
de Europese Economische Ruimte worden in bij algemene maatregel van bestuur aangewezen
gevallen door de Dienst Wegverkeer gegevens, waaronder mede begrepen persoonsgegevens,
bijzondere categorieën van persoonsgegevens en persoonsgegevens van strafrechtelijke
aard als bedoeld in paragraaf 3.1 onderscheidenlijk paragraaf 3.2 van de Uitvoeringswet
Algemene verordening gegevensbescherming, verstrekt.
3 Aan bij algemene maatregel van bestuur aangewezen autoriteiten buiten Nederland, niet
zijnde autoriteiten uit lidstaten van de Europese Unie of staten die partij zijn bij
de Overeenkomst betreffende de Europese economische Ruimte worden door de Dienst Wegverkeer
in de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen gevallen gegevens, waaronder mede
begrepen persoonsgegevens, bijzondere categorieën van persoonsgegevens en persoonsgegevens
van strafrechtelijke aard als bedoeld in paragraaf 3.1 onderscheidenlijk paragraaf
3.2 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming, verstrekt. Gegevens,
waaronder mede begrepen persoonsgegevens, bijzondere categorieën van persoonsgegevens
en persoonsgegevens van strafrechtelijke aard als bedoeld in paragraaf 3.1 onderscheidenlijk
paragraaf 3.2 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming, kunnen
ook worden verstrekt aan instellingen van internationale organisaties voor zover dit
ter uitvoering van een verdrag of een bindend besluit van een internationale organisatie
vereist is.
4 Aan bij algemene maatregel van bestuur aangewezen personen of instanties of categorieën
van personen of instanties, niet zijnde de in het eerste tot en met derde lid bedoelde
instanties, kunnen desgevraagd door de Dienst Wegverkeer in de bij algemene maatregel
van bestuur aangegeven gevallen gegevens, waaronder mede begrepen persoonsgegevens,
bijzondere categorieën van persoonsgegevens en persoonsgegevens van strafrechtelijke
aard als bedoeld in paragraaf 3.1 onderscheidenlijk paragraaf 3.2 van de Uitvoeringswet
Algemene verordening gegevensbescherming, worden verstrekt die zij voor hun taak behoeven.
5 Onverminderd het vierde lid kunnen aan bij ministeriële regeling personen of instanties
worden aangewezen aan wie persoonsgegevens worden verstrekt die strekken tot bevestiging
of ontkenning van de afgifte en de geldigheid van rijbewijzen, waaronder begrepen
de rijbewijscategorieën, of die strekken tot bevestiging van de identiteit van de
houder.
6 In afwijking van het eerste tot en met het vierde lid kunnen niet tot personen herleidbare
gegevens aan een ieder worden verstrekt, tenzij het gegevens betreft die naar het
oordeel van de RDW kunnen leiden tot fraude met het rijbewijs.
7 Bij ministeriële regeling kunnen voor de uitvoering van het eerste tot en met het
zesde lid nadere regels worden gesteld met betrekking tot de te verstrekken gegevens,
de wijze van verstrekking van die gegevens, en kunnen voorwaarden worden verbonden
aan de verstrekking van die gegevens.
Stb. 2018, 248, datum inwerkingtreding 28-07-2018, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 25-05-2018.
1 Aan overheidsorganen worden door de Dienst Wegverkeer uit het rijbewijzenregister
gegevens, waaronder mede begrepen persoonsgegevens, bijzondere categorieën van persoonsgegevens
en persoonsgegevens van strafrechtelijke aard als bedoeld in paragraaf 3.1 onderscheidenlijk
paragraaf 3.2 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming, verstrekt
voor zover zij aangeven deze gegevens nodig te hebben voor de uitoefening van hun
publieke taak.
2 Aan bij algemene maatregel van bestuur aangewezen autoriteiten binnen de andere lidstaten
van de Europese Unie en de andere staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende
de Europese Economische Ruimte worden in bij algemene maatregel van bestuur aangewezen
gevallen door de Dienst Wegverkeer gegevens, waaronder mede begrepen persoonsgegevens,
bijzondere categorieën van persoonsgegevens en persoonsgegevens van strafrechtelijke
aard als bedoeld in paragraaf 3.1 onderscheidenlijk paragraaf 3.2 van de Uitvoeringswet
Algemene verordening gegevensbescherming, verstrekt.
3 Aan bij algemene maatregel van bestuur aangewezen autoriteiten buiten Nederland, niet
zijnde autoriteiten uit lidstaten van de Europese Unie of staten die partij zijn bij
de Overeenkomst betreffende de Europese economische Ruimte worden door de Dienst Wegverkeer
in de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen gevallen gegevens, waaronder mede
begrepen persoonsgegevens, bijzondere categorieën van persoonsgegevens en persoonsgegevens
van strafrechtelijke aard als bedoeld in paragraaf 3.1 onderscheidenlijk paragraaf
3.2 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming, verstrekt. Gegevens,
waaronder mede begrepen persoonsgegevens, bijzondere categorieën van persoonsgegevens
en persoonsgegevens van strafrechtelijke aard als bedoeld in paragraaf 3.1 onderscheidenlijk
paragraaf 3.2 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming, kunnen
ook worden verstrekt aan instellingen van internationale organisaties voor zover dit
ter uitvoering van een verdrag of een bindend besluit van een internationale organisatie
vereist is.
4 Aan bij algemene maatregel van bestuur aangewezen personen of instanties of categorieën
van personen of instanties, niet zijnde de in het eerste tot en met derde lid bedoelde
instanties, kunnen desgevraagd door de Dienst Wegverkeer in de bij algemene maatregel
van bestuur aangegeven gevallen gegevens, waaronder mede begrepen persoonsgegevens,
bijzondere categorieën van persoonsgegevens en persoonsgegevens van strafrechtelijke
aard als bedoeld in paragraaf 3.1 onderscheidenlijk paragraaf 3.2 van de Uitvoeringswet
Algemene verordening gegevensbescherming, worden verstrekt die zij voor hun taak behoeven.
5 Onverminderd het vierde lid kunnen aan bij ministeriële regeling personen of instanties
worden aangewezen aan wie persoonsgegevens worden verstrekt die strekken tot bevestiging
of ontkenning van de afgifte en de geldigheid van rijbewijzen, waaronder begrepen
de rijbewijscategorieën, of die strekken tot bevestiging van de identiteit van de
houder.
6 In afwijking van het eerste tot en met het vierde lid kunnen niet tot personen herleidbare
gegevens aan een ieder worden verstrekt, tenzij het gegevens betreft die naar het
oordeel van de RDW kunnen leiden tot fraude met het rijbewijs.
7 Bij ministeriële regeling kunnen voor de uitvoering van het eerste tot en met het
zesde lid nadere regels worden gesteld met betrekking tot de te verstrekken gegevens,
de wijze van verstrekking van die gegevens, en kunnen voorwaarden worden verbonden
aan de verstrekking van die gegevens.