Stb. 2015, 318, datum inwerkingtreding 27-08-2015, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 29-12-2005.
5 De ambtenaar die door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen voor minder
dan 35% arbeidsongeschikt is verklaard, blijft in dienst, tenzij een zwaarwegend dienstbelang
zich hiertegen verzet. Indien het voor de ambtenaar niet mogelijk is zijn bestaande
samenstel van werkzaamheden te blijven verrichten, wordt hij gere-integreerd in aangepast
werk.
6 De in het derde lid, onderdeel a, bedoelde periode van twee jaar wordt met één jaar
verlengd indien de ambtenaar niet binnen twee jaar zodanig is herplaatst dat de resterende
verdiencapaciteit volledig wordt benut.
7 Voor de berekening van het tijdvak van twee jaar, bedoeld in het derde lid, onderdeel
a, en het vierde lid, onderdeel a, worden perioden van ongeschiktheid tot het verrichten
van haar arbeid wegens ziekte tengevolge van zwangerschap voorafgaand aan het zwangerschapsverlof
en perioden van ongeschiktheid tijdens het zwangerschaps- of bevallingsverlof, bedoeld
in artikel 55, niet in aanmerking genomen.
8 Perioden van ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid, anders dan bedoeld
in het zevende lid, worden samengeteld indien zij elkaar met een onderbreking van
minder dan vier weken opvolgen, of indien zij direct voorafgaan aan en aansluiten
op een periode waarin zwangerschaps- of bevallingsverlof wordt genoten overeenkomstig
artikel 55, tenzij de ongeschiktheid redelijkerwijs niet geacht kan worden voort te vloeien
uit dezelfde oorzaak.
9 Bij de beoordeling of er sprake is van een situatie als bedoeld in het derde lid,
onderdelen a en b, of het vierde lid, onderdelen a en b, betrekt het bevoegd gezag
de beschikking op de aanvraag, bedoeld in artikel 64, eerste lid, van de Wet werk
en inkomen naar arbeidsvermogen.
10 Indien de beschikking op de aanvraag, bedoeld in artikel 64, eerste lid, van de Wet
werk en inkomen naar arbeidsvermogen ouder is dan zes maanden, of in die beschikking
geen oordeel is gegeven over mogelijk herstel binnen zes maanden, of het bevoegd gezag
niet beschikt over deze beschikking omdat de ambtenaar de aanvraag niet heeft ingediend
bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, vraagt het bevoegd gezag een
een oordeel als bedoeld in artikel 32, eerste, tweede, derde of vierde lid, van de
Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen aan en betrekt dit oordeel bij
de beoordeling of er sprake is van een situatie als bedoeld in het derde of vierde
lid.
11 Indien herplaatsing als bedoeld in het derde lid, onder c, plaatsvindt in een betrekking
voor minder uren dan het aantal waarvoor de ambtenaar was aangesteld, heeft het ontslag
uitsluitend betrekking op het meerdere aantal uren.
12 Indien sprake is van een situatie als bedoeld in het eerste lid, onderdeel f, en de
ambtenaar bij de andere werkgever voor minder uren arbeid verricht dan het aantal
waarvoor hij was aangesteld, heeft het ontslag uitsluitend betrekking op het aantal
uren dat hij passend werk verricht bij de andere werkgever.
13 Alvorens op grond van het eerste lid, onderdeel j, ontslag te verlenen, verzoekt het
bevoegd gezag om een oordeel als bedoeld in artikel 32, eerste, tweede, derde of vierde
lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.
14 Het bevoegd gezag stelt de ambtenaar schriftelijk in kennis dat een oordeel als bedoeld
in artikel 32, eerste, tweede, derde of vierde lid, wordt aangevraagd.
15 De ambtenaar wiens arbeidsongeschiktheid is veroorzaakt door een dienstongeval of
beroepsziekte, blijft in dienst en wordt, behoudens zwaarwegend dienstbelang als bedoeld
in het vijfde lid, door het bevoegd gezag zodanig herplaatst dat in beginsel 100%
doch minimaal 50% van zijn verdiencapaciteit wordt benut.