Wet van 23 december 1993, tot wijziging van de Vreemdelingenwet en van het Wetboek
van Strafrecht
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Vreemdelingenwet te
wijzigen met het oog op het toenemend aantal verzoeken om toelating hier te lande
alsmede in het Wetboek van Strafrecht voorzieningen te treffen tegen handelingen die het verblijf van niet toegelaten vreemdelingen
hier te lande begunstigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Saten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: