-
a.
accijnsgoed: een goed als bedoeld in artikel 1;
-
b.
accijnsgoederenplaats: iedere plaats in Nederland waar op grond van de bepalingen van deze wet accijnsgoederen
onder schorsing van accijns mogen worden vervaardigd, mogen worden verwerkt, voorhanden
mogen zijn, mogen worden ontvangen en mogen worden verzonden;
-
c.
accijnsschorsingsregeling: belastingregeling die geldt voor het onder schorsing van accijns produceren, verwerken,
voorhanden hebben en overbrengen van niet onder een douaneschorsingsregeling geplaatste
accijnsgoederen;
-
d.
belastingentrepot: iedere plaats op het grondgebied van de Gemeenschap buiten Nederland waar op grond
van de wettelijke bepalingen van de lidstaat waar de plaats zich bevindt, accijnsgoederen
onder schorsing van accijns mogen worden vervaardigd, mogen worden verwerkt, voorhanden
mogen zijn, mogen worden ontvangen en mogen worden verzonden;
-
e.
derde land: elke staat of elk grondgebied waarop het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap
niet van toepassing is;
-
f.
derdelandsgebieden: de gebieden die in artikel 5, tweede en derde lid, van Richtlijn nr. 2008/118/EG
van de Raad van de Europese Unie van 16 december 2008 (PbEU L 9) worden genoemd;
-
g.
douaneschorsingsregeling: iedere in Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van de Europese Gemeenschappen
van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PbEG L 302)
vastgestelde bijzondere procedure inzake douanetoezicht ter zake van niet-communautaire
goederen die het douanegebied van de Gemeenschap worden binnengebracht, tijdelijke
opslag, vrije zones of vrije entrepots, en iedere in artikel 84, eerste lid, onderdeel
a, van die verordening bedoelde regeling;
-
h.
elektronisch administratief document: een document dat op grond van de bepalingen van deze wet dan wel op grond van de
wettelijke bepalingen van een andere lidstaat moet worden opgesteld ten behoeve van
het onder een accijnsschorsingsregeling overbrengen van accijnsgoederen;
-
i.
Gemeenschap en grondgebied van de Gemeenschap: het geheel van de grondgebieden van de lidstaten in de zin van onderdeel n;
-
j.
geregistreerde afzender: een natuurlijke of rechtspersoon die op grond van een ingevolge deze wet afgegeven
vergunning dan wel ingevolge de wettelijke bepalingen van een andere lidstaat van
invoer alleen toestemming heeft gekregen om, onder de door de inspecteur onderscheidenlijk
de bevoegde autoriteiten van een andere lidstaat vastgestelde voorwaarden, bij de
bedrijfsuitoefening accijnsgoederen onder een accijnsschorsingsregeling te verzenden
wanneer zij overeenkomstig artikel 79 van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad
van de Europese Gemeenschappen van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair
douanewetboek (PbEG L 302) in het vrije verkeer worden gebracht;
-
k.
geregistreerde geadresseerde: een natuurlijke of rechtspersoon die op grond van een ingevolge deze wet dan wel
een ingevolge de wettelijke bepalingen van een andere lidstaat afgegeven vergunning
gemachtigd is om bij de bedrijfsuitoefening accijnsgoederen in ontvangst te nemen
die vanuit een andere lidstaat onder een accijnsschorsingsregeling worden overgebracht;
-
l.
GN-code: de code als bedoeld in verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van de Europese
Gemeenschappen van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur
en het gemeenschappelijk douanetarief (PbEG L 256), zoals deze luidt op 19 oktober
1992 onderscheidenlijk, indien het minerale oliën betreft, op 1 januari 2002;
-
m.
invoer van accijnsgoederen: het in Nederland binnenbrengen van accijnsgoederen die bij hun binnenkomst in Nederland
niet onder een douaneschorsingsregeling worden geplaatst, alsmede het in Nederland
vrijgeven van onder een douaneschorsingsregeling geplaatste accijnsgoederen;
-
n.
lidstaat en grondgebied van een lidstaat: het grondgebied van iedere lidstaat van de Gemeenschap waarop het Verdrag tot oprichting
van de Europese Gemeenschap overeenkomstig artikel 299 van dat verdrag van toepassing
is, met uitzondering van derdelandsgebieden;
-
o.
ondernemer: een ondernemer in de zin van de Wet op de omzetbelasting 1968;
-
p.
plaats van invoer: de plaats waar de goederen zich bevinden wanneer zij overeenkomstig artikel 79 van
Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 12 oktober
1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PbEG L 302) in het vrije
verkeer worden gebracht;
-
q.
plaats van rechtstreekse aflevering: een plaats die op grond van een ingevolge deze wet afgegeven vergunning door de vergunninghouder
van een accijnsgoederenplaats of door de geregistreerde geadresseerde is aangewezen
als plaats waarnaar accijnsgoederen onder een accijnsschorsingsregeling mogen worden
overgebracht;
-
r.
plaats waar de accijnsgoederen het grondgebied van de Gemeenschap verlaten: het douanekantoor van uitgang, bedoeld in artikel 793, tweede lid, van Verordening
(EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 2 juli 1993,
houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr.
2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PbEG L 253)
of het kantoor waar de douaneformaliteiten worden vervuld die van toepassing zijn
op de uitgang van accijnsgoederen uit de Gemeenschap naar een in artikel 5, tweede
lid, van Richtlijn nr. 2008/118/EG van de Raad van de Europese Unie van 16 december
2008 (PbEU L 9) bedoeld gebied;
-
s.
vervaardigen van een accijnsgoed: elk handelen waarbij of waardoor een accijnsgoed ontstaat of de samenstelling van
een accijnsgoed wordt gewijzigd.