Besluit van 5 juli 1991, houdende wijziging van het Besluit emissie-eisen stookinstallaties
Wet inzake de luchtverontreiniging, het Inrichtingenbesluit artikel 19, eerste lid,
Wet inzake de luchtverontreiniging en het Besluit zwavelgehalte brandstoffen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
van 6 september 1990, nr. MJZ 06990011, Centrale Directie Juridische Zaken, afdeling
Wetgeving, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken;
Overwegende dat het noodzakelijk is, mede ter uitvoering van de Richtlijn van de Raad
van de Europese Economische Gemeenschap inzake beperking van de emissies van bepaalde
verontreinigende stoffen in de lucht door grote stookinstallaties (88/609/EEG, PbEG L 336), het Besluit emissie-eisen stookinstallaties Wet inzake de luchtverontreiniging (Stb. 1987, 164) aan te passen en het Inrichtingenbesluit artikel 19, eerste lid, Wet inzake de luchtverontreiniging (Stb. 1972, 294) en het Besluit zwavelgehalte brandstoffen (Stb. 1988, 415) te wijzigen;
Gelet op de artikelen 13 en 20a van de Wet inzake de luchtverontreiniging (Stb. 1981, 411);
Gehoord de Centrale raad voor de milieuhygiëne (advies van 12 oktober 1989, nr. L-89/1291);
De Raad van State gehoord (advies van 19 februari 1991, nr. W08.90 0469);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening
en Milieubeheer van 28 juni 1991, nr. MJZ 28691041, Centrale Directie Juridische Zaken,
afdeling Wetgeving, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Economische
Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan: