Kiesbesluit

Geraadpleegd op 29-04-2024.
Geldend van 27-02-2002 t/m 03-02-2004

Besluit van 19 oktober 1989, houdende vaststelling van nieuwe voorschriften ter uitvoering van de Kieswet

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken van 29 augustus 1989, nr. CW89/1/U9, Stafafdeling Constitutionele Zaken en Wetgeving;

Gelet op de Kieswet;

Gezien het advies van de Kiesraad van 5 april 1989, nr. 4129; De Raad van State gehoord (advies van 10 oktober 1989, nr. W04.89.0517);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken van 16 oktober 1989, nr. CW89/1/U13 Stafafdeling Constitutionele Zaken en Wetgeving;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Afdeling II. De verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, van provinciale staten en van de gemeenteraden

Hoofdstuk D. De registratie van de kiesgerechtigdheid

Artikel D 1

Burgemeester en wethouders ontlenen aan de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens de gegevens die nodig zijn voor de vaststelling van de kiesgerechtigdheid van de personen die als ingezetene hierin zijn ingeschreven.

Artikel D 1a

  • 1 Ten aanzien van personen die werkelijke woonplaats in de gemeente hebben, niet zijnde personen als bedoeld in artikel D 1, en die als kiesgerechtigd in de gemeentelijke administratie worden opgenomen, registreren burgemeester en wethouders de volgende gegevens:

    • a. de geslachtsnaam;

    • b. de voornamen of voorletters;

    • c. de geboortedatum

    • d. het adres;

    • e. de nationaliteit.

  • 2 Burgemeester en wethouders schrappen de registratie van de kiesgerechtigdheid van de in het eerste lid bedoelde personen indien aan hen omstandigheden bekend worden op grond waarvan de desbetreffende persoon niet als kiezer behoort te zijn geregistreerd.

Artikel D 2

  • 1 De formulieren voor het verzoek tot registratie van de kiesgerechtigdheid, in te dienen overeenkomstig artikel D3, derde, vierde of zesde lid, van de Kieswet, zijn verkrijgbaar bij het orgaan waarbij het verzoek moet worden ingediend, en ter secretarie van elke gemeente.

  • 2 De formulieren voor het verzoek tot registratie van de kiesgerechtigdheid, in te dienen overeenkomstig artikel D 3, vijfde lid, van de Kieswet, zijn verkrijgbaar bij het ministerie waaronder de werkzaamheden van de betrokken functionaris ressorteren.

  • 3 De formulieren, bedoeld in het eerste en tweede lid, zijn verkrijgbaar gedurende de termijn waarbinnen het desbetreffende verzoek kan worden ingediend.

Artikel D 3

  • 1 Het orgaan waarbij overeenkomstig artikel D 3, derde, vierde of vijfde lid, van de Kieswet een verzoek tot registratie van de Kiesgerechtigdheid is ingediend, gaat na of aan dat orgaan met betrekking tot de verzoeker gegevens bekend zijn en, zo dit het geval is, of deze overeenstemmen met de in het verzoek vermelde gegevens. Het orgaan zendt het verzoekschrift vervolgens onder mededeling van zijn bevindingen door aan burgemeester en wethouders van 's-Gravenhage. Het orgaan houdt van deze verzending aantekening.

  • 2 Burgemeester en wethouders van 's-Gravenhage gaan na of er met betrekking tot de verzoeker die zich vóór 1 oktober 1994, dan wel op of na 1 oktober 1994 buiten Nederland heeft gevestigd, gegevens bekend zijn in het persoonskaartenarchief of het schakelregister, bedoeld in artikel 139 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens, onderscheidenlijk in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente waarin de kiezer is ingeschreven, en, zo dit het geval is, of deze overeenstemmen met de in het verzoek tot registratie vermelde gegevens.

Artikel D 4

  • 1 Bij inwilliging van het verzoek stellen burgemeester en wethouders van 's-Gravenhage op het verzoekschrift daaromtrent een aantekening en registreren zij de verzoeker als kiezer.

  • 2 Indien een verzoek niet kan worden ingewilligd, vermelden burgemeester en wethouders van 's-Gravenhage de reden hiervan op het verzoekschrift, waarna dit onverwijld aan de verzoeker wordt teruggezonden.

Artikel D 5

Indien aan het orgaan waarbij overeenkomstig artikel D 3, derde, vierde of vijfde lid, van de Kieswet een verzoek tot registratie van de kiesgerechtigdheid kan worden ingediend, omstandigheden bekend worden, op grond waarvan een persoon die ingevolge artikel D 3, eerste lid, van de Kieswet als kiezer is geregistreerd, niet als kiezer behoort te zijn geregistreerd, wordt daarvan terstond mededeling gedaan aan burgemeester en wethouders van 's-Gravenhage.

Artikel D 6

Het in artikel D 3a, eerste lid, van de Kieswet bedoelde bestand bevat met betrekking tot elke persoon die hierin is opgenomen de naam, de voorletters, het woonadres, de geboortedatum en, indien van toepassing, het correspondentie-adres, zoals verstrekt door de verzoeker, alsmede de datum van opname in het bestand en, indien van toepassing, de datum van het laatste registratieverzoek.

Hoofdstuk E. Kieskringen, stemdistricten en stembureaus

Artikel E 1

  • 1 Voor het houden van een zitting van het hoofdstembureau is de aanwezigheid van ten minste drie leden vereist.

  • 2 De leden die verhinderd zijn de zitting bij te wonen, geven hiervan onverwijld kennis aan de voorzitter. Deze zorgt voor de oproeping van plaatsvervangende leden.

  • 3 Bij verhindering van de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter treedt het oudste lid naar benoeming als voorzitter op dan wel, indien verscheidene leden even oud naar benoeming zijn, het oudste lid.

  • 4 Het hoofdstembureau neemt zijn beslissingen bij meerderheid van stemmen.

Hoofdstuk G. De registratie van de aanduiding van een politieke groepering

Artikel G 1

  • 1 De waarborgsommen, bedoeld in het tweede lid van de artikelen G 1, G 2 en G 3, alsmede de waarborgsom, bedoeld in het derde lid van artikel Q 6 juncto het tweede lid van artikel G 1 van de Kieswet, dienen te worden overgemaakt op de daartoe bestemde rekening van onderscheidenlijk Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de gemeente waar het centraal stembureau voor de verkiezingen van de leden van provinciale staten is gevestigd, of de gemeente, bij een ingevolge artikel 52 van de Wet toezicht kredietwezen 1992 (Stb. 1992, 722) geregistreerde kredietinstelling, onder vermelding van de woorden "waarborgsom registratie".

  • 2 De voorzitter van het centraal stembureau deelt het orgaan waaraan de waarborgsommen zijn betaald, zo spoedig mogelijk na de openbaarmaking van de kandidatenlijsten mee welke waarborgsommen ingevolge het tweede lid van artikel G 1, G 2 of G 3, dan wel ingevolge het derde lid van artikel Q 6 juncto het tweede lid van artikel G 1 van de Kieswet moeten worden terugbetaald. Dit orgaan gaat vervolgens zo spoedig mogelijk over tot terugbetaling van die waarborgsommen. Over de terug te betalen waarborgsommen wordt geen rente vergoed.

Hoofdstuk H. De inlevering van de kandidatenlijsten

Artikel H 1

De formulieren voor de kandidatenlijsten, bedoeld in artikel H 1, tweede lid, van de Kieswet, en voor de verklaringen, bedoeld in de artikelen H 3, vijfde lid, H 4, zevende lid, en H9, vierde lid, van de Kieswet, zijn gedurende drie weken vóór en op de dag van de kandidaatstelling verkrijgbaar ter secretarie van elke gemeente.

Artikel H 2

  • 1 Een kandidaat wordt op de kandidatenlijst vermeld met naam, voorletters, geboortedatum, adres en woonplaats. Achter de voorletters kan tussen haakjes de roepnaam van de kandidaat worden vermeld.

  • 2 Nadere aanduidingen van de naam, mits op de gebruikelijke wijze afgekort, mogen aan de naam worden toegevoegd.

  • 3 Een persoon die gehuwd is of gehuwd is geweest, dan wel wiens partnerschap geregistreerd is of geregistreerd is geweest, wordt op de lijst vermeld hetzij met de eigen geslachtsnaam, hetzij, voor zover hij daartoe op grond van artikel 9 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek bevoegd is, met de geslachtsnaam van de echtgenoot of geregistreerde partner, dan wel met de eigen geslachtsnaam door middel van een liggend streepje gevolgd door of voorafgegaan door de geslachtsnaam van de echtgenoot of geregistreerde partner.

  • 4 Achter de voorletters of, indien vermeld, de roepnaam, mag ter aanduiding van het geslacht van de kandidaat de toevoeging «(m)» of «(v)» worden geplaatst.

  • 5 Indien het betreft de verkiezing van de leden van provinciale staten van Fryslân of van de raden van gemeenten in de provincie Fryslân, mogen aanduidingen op de kandidatenlijst in de Friese taal worden vermeld.

Artikel H 3

  • 1 De waarborgsommen, bedoeld in de artikelen H 12, H 13 en H 14 van de Kieswet, dienen uiterlijk op de veertiende dag voor de kandidaatstelling te zijn ontvangen op de daartoe bestemde rekening van onderscheidenlijk Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de gemeente waar het centraal stembureau voor de verkiezingen van de leden van provinciale staten is gevestigd of de gemeente, bij een ingevolge artikel 52 van de Wet toezicht kredietwezen 1992 geregistreerde kredietinstelling, onder vermelding van de woorden "waarborgsom kandidaatstelling".

  • 2 De voorzitter van het centraal stembureau deelt het orgaan waaraan de waarborgsommen zijn betaald, zo spoedig mogelijk na de openbaarmaking van de uitslag van de verkiezing mee welke waarborgsommen ingevolge het vierde of vijfde lid van artikel H 12, H 13 of H 14 van de Kieswet moeten worden terugbetaald. Dit orgaan gaat vervolgens zo spoedig mogelijk over tot terugbetaling van die waarborgsommen. Over de terug te geven waarborgsommen wordt geen rente vergoed.

Hoofdstuk I. Het onderzoek, de verbinding, de nummering en de openbaarmaking van de kandidatenlijsten

Artikel I 1

  • 1 De processen-verbaal van de in de artikelen I 1 en I 4 van de Kieswet bedoelde zittingen worden tot en met de dag waarop de kandidatenlijsten openbaar worden gemaakt, ter inzage gelegd ter secretarie van de gemeente waar het hoofdstembureau is gevestigd.

  • 2 Het proces-verbaal van de in artikel I 12 van de Kieswet bedoelde zitting wordt tot en met de dag waarop de kandidatenlijsten openbaar worden gemaakt, ter inzage gelegd op het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, indien het de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer betreft, en ter secretarie van de gemeente waar het centraal stembureau is gevestigd, indien het de verkiezing van de leden van provinciale staten of de gemeenteraad betreft.

Artikel I 2

  • 1 Het tijdstip en de plaats van de zitting van het hoofdstembureau, bedoeld in artikel I 4 van de Kieswet, worden tijdig door de voorzitter ter openbare kennis gebracht. Indien het betreft de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer, geschiedt de kennisgeving in één of meer dag- of nieuwsbladen die verspreid worden in de gemeente waar het hoofdstembureau is gevestigd. Indien het betreft de verkiezing van de leden van provinciale staten of de gemeenteraad, geschiedt de kennisgeving op de in de provincie, onderscheidenlijk de gemeente, gebruikelijke wijze.

  • 2 Het tijdstip en de plaats van de zitting van het centraal stembureau, bedoeld in artikel I 12 van de Kieswet, worden tijdig door de voorzitter ter openbare kennis gebracht. Indien het betreft de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer, geschiedt de kennisgeving in de Nederlandse Staatscourant. Indien het betreft de verkiezing van de leden van provinciale staten of de gemeenteraad, geschiedt de kennisgeving op de in de provincie, onderscheidenlijk de gemeente, gebruikelijke wijze.

Hoofdstuk J. De stemming

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel J 1

  • 1 De kandidatenlijsten worden ter kennis van de kiezers gebracht door deze uiterlijk op de vierde dag voor de stemming in afdruk aan het adres van de kiezers te bezorgen.

  • 2 Op de lijsten, zoals deze ter kennis van de kiezers worden gebracht, worden vermeld de nummers van de lijsten en, in voorkomend geval, de aanduidingen van de politieke groeperingen en de nummers van de lijsten waarmee die lijsten tot een lijstencombinatie zijn verbonden en worden de kandidaten kolomsgewijs vermeld zoals ze op de kandidatenlijst voorkomen, met weglating van het adres en de geboortedatum. De lijsten worden gedrukt in de volgorde van de toegekende nummers. De kandidaten worden per lijst doorlopend genummerd.

Artikel J 2

De opgave, bedoeld in artikel J 17, eerste lid, van de Kieswet, bevat van elke kiezer de naam, de voornamen of voorletters, de geboortedatum en het adres.

Artikel J 3

De stembus moet aan de volgende vereisten voldoen:

  • a. De bus kan worden afgesloten met een deksel dat voorzien is van een slot.

  • b. Het deksel is in het midden voorzien van een sleuf waardoor de stembiljetten in de bus kunnen worden gestoken.

  • c. De sleuf kan op zodanige wijze worden afgesloten dat deze daarna slechts kan worden geopend, nadat het deksel is losgemaakt.

Artikel J 4

In elk stemlokaal bevindt zich een zodanig aantal stemhokjes dat een goede voortgang van de stemming is gewaarborgd.

Artikel J 5

  • 1 Het stemhokje bestaat uit een achterwand en twee zijwanden die elk ten minste een meter breed en twee meter hoog zijn. Wordt het stemhokje met de achterzijde tegen een ondoorzichtig deel van een wand van het stemlokaal geplaatst, dan kan de achterwand vervallen.

  • 2 In elk stemhokje bevindt zich een lessenaar met rood schrijfmateriaal.

Artikel J 6

In elk stemlokaal is een voor het publiek bestemde ruimte. De tafel van het stembureau en de stemhokjes bevinden zich in de niet voor het publiek bestemde ruimte.

Artikel J 7

Het onbruikbaar maken van teruggegeven stembiljetten geschiedt door het aanbrengen van het woord "onbruikbaar" op de beide zijden van het stembiljet.

Artikel J 8

Nadat de laatste tot de stemming toegelaten kiezer heeft gestemd, wordt de sleuf van de stembus afgesloten.

§ 2. Het combineren van stemmingen

Artikel J 9

Indien met toepassing van artikel J 6 van de Kieswet tegelijk met de stemming in het stemlokaal een of meer andere stemmingen plaatsvinden, gelden de artikelen J 10 tot en met J 12a.

Artikel J 10

  • 2 Indien de burgemeester een besluit als bedoeld in het eerste lid neemt, gelden de volgende bepalingen:

    • a. De tekst van de bescheiden, bedoeld in het eerste lid, wordt aangepast, voor zover dit met het oog op de combinatie van de stemmingen noodzakelijk is.

    • b. De verzegelde pakken, bedoeld in artikel N 2 van de Kieswet, kunnen zo nodig voor de beoordeling van de geldigheid van de andere stemming, onderscheidenlijk stemmingen, of van de juistheid van de vaststelling van de uitslag van de andere stemming, onderscheidenlijk stemmingen, worden geopend. Na gebruik worden de pakken opnieuw verzegeld.

    • c. De kiezers zijn bevoegd bij de handelingen, bedoeld onder b , aanwezig te zijn.

Artikel J 11

De leden van het stembureau kunnen ook werkzaamheden voor de andere stemming, onderscheidenlijk stemmingen, verrichten, mits deze werkzaamheden de voortgang van de stemming ingevolge de Kieswet niet belemmeren.

Artikel J 12

Indien zowel voor de stemming ingevolge de Kieswet als voor een of meer andere stemmingen stembiljetten worden gebruikt, gelden de volgende bepalingen:

  • a. In het stemlokaal worden, voor zover nodig, stembussen bijgeplaatst.

  • b. De stembiljetten voor de andere stemming, onderscheidenlijk stemmingen, hebben een zodanige kleur dat zij voldoende kunnen worden onderscheiden van de stembiljetten voor de stemming ingevolge de Kieswet.

  • c. Indien in een stemlokaal stembussen zijn bijgeplaatst, worden de stembussen onmiddellijk na elkaar geopend.

  • d. Na het openen van de stembus of stembussen worden de stembiljetten voor de stemming ingevolge de Kieswet gescheiden van de stembiljetten voor de andere stemming, onderscheidenlijk stemmingen,. [tekstcorrectie :“stemmingen,.” moet zijn “stemmingen.”]

Artikel J 12a

Indien zowel voor de stemming ingevolge de Kieswet als voor een of meer andere stemmingen stemmachines worden gebruikt, kan de burgemeester besluiten dat de stemmachines tevens voor een of meer van deze andere stemmingen worden gebruikt, mits Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties daarvoor ingevolge artikel J 14a goedkeuring heeft verleend.

§ 3. Het stemmen door middel van elektronische stemmachines

Artikel J 13

De bepalingen van dit besluit die betrekking hebben op het gebruik van stembiljetten, stembussen en stemhokjes, blijven buiten toepassing, indien door middel van elektronische stemmachines wordt gestemd.

Artikel J 14

  • 1 Een elektronische stemmachine mag slechts bij de verkiezingen worden gebruikt, indien zij zonder enige afwijking behoort tot een door Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties goedgekeurd merk en type.

  • 2 De goedkeuring wordt verleend indien de stemmachine voldoet aan de eisen die gesteld worden in artikel J 33, tweede lid, van de Kieswet, artikel J 14b en de Ministeriële regeling, bedoeld in het vierde lid, en is voorzien van een deugdelijke gebruiksaanwijzing voor de kiezer.

  • 3 Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is bevoegd een verleende goedkeuring in te trekken.

  • 4 Bij ministeriële regeling worden geregeld:

    • a. de procedure met betrekking tot de goedkeuring van stemmachines;

    • b. de nadere voorwaarden waaronder de goedkeuring van stemmachines voor gebruik bij de verkiezingen wordt verleend;

    • c. de gronden waarop een verleende goedkeuring kan worden ingetrokken;

    • d. de procedure met betrekking tot de intrekking van de goedkeuring.

Artikel J 14a

  • 1 Een stemmachine mag slechts voor meer dan één stemming tegelijkertijd worden gebruikt, indien Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de stemmachine voor dit gebruik heeft goedgekeurd. Het besluit tot goedkeuring vermeldt het maximale aantal stemmingen dat met de stemmachine tegelijkertijd mag worden uitgevoerd.

  • 2 Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties kan voorwaarden verbinden aan de goedkeuring.

Artikel J 14b

  • 1 De stemmachine is zodanig ingericht, dat de kiezer op één van de navolgende wijzen op de stemmachine een stem op een kandidaat kan uitbrengen:

    • a. De kiezer kiest direct een kandidaat uit een op de stemmachine getoond overzicht van alle lijsten van kandidaten over wie de stemming moet geschieden;

    • b. De kiezer kiest eerst een kandidatenlijst uit een op de stemmachine getoond overzicht van alle nummers van de lijsten en, voor zover deze boven de lijst zijn geplaatst, van de aanduidingen van politieke groeperingen. Vervolgens toont de stemmachine de door de kiezer geselecteerde kandidatenlijst, waaruit de kiezer een kandidaat kiest.

  • 2 Indien bij een verkiezing het stempaneel van een stemmachine die door Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is goedgekeurd voor het gebruik bij de verkiezingen overeenkomstig de wijze, bedoeld in het eerste lid, onder a, niet groot genoeg is om alle kandidatenlijsten op te vermelden, kan de stemmachine zodanig ingericht worden, dat de kiezer overeenkomstig de volgende wijze op de stemmachine een stem op een kandidaat kan uitbrengen:

    de kiezer kiest eerst een kandidatenlijst uit een op het stempaneel getoond overzicht van alle nummers van de lijsten en, voorzover deze boven de lijst zijn geplaatst, van de aanduidingen van politieke groeperingen. Vervolgens maakt de kiezer een keuze voor een kandidaat door op een op het stempaneel vermeld overzicht van nummers, het nummer in te drukken dat correspondeert met het nummer van de kandidaat van voorkeur zoals vermeld op het overzicht van kandidatenlijsten dat boven het stempaneel is bevestigd.

  • 3 De stemmachine is voorts voorzien van de mogelijkheid om een blanco stem uit te brengen.

Artikel J 15

  • 1 Op de bij de stemming te gebruiken stemmachine zijn vermeld de lijsten van de kandidaten over wie de stemming moet geschieden, zoals deze ter kennis van de kiezers worden gebracht.

  • 2 Indien op een stemmachine wordt gestemd overeenkomstig de wijze, bedoeld in artikel J 14 b, tweede lid, worden de lijsten van kandidaten over wie de stemming moet geschieden bevestigd boven het stempaneel. Op het stempaneel worden vermeld de nummers van de lijsten en, voorzover deze boven de lijst zijn geplaatst, de aanduidingen van politieke groeperingen. Daaronder wordt vermeld een overzicht van nummers, beginnend bij nummer 1 tot en met het nummer dat gelijk is aan het nummer van de laatste kandidaat op de kandidatenlijst met de meeste kandidaten.

  • 3 Bij Ministeriële regeling worden modellen vastgesteld voor de wijzen waarop de kandidatenlijsten op de stemmachine mogen worden vermeld.

Artikel J 15a

  • 1 Een stemmachine mag slechts bij de verkiezingen worden gebruikt, indien de machine niet eerder voor andere doeleinden dan stemmingen is gebruikt.

  • 2 Het eerste lid is niet van toepassing op onderdelen van de stemmachine ten aanzien waarvan Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bij de goedkeuring van de stemmachine of naar aanleiding van een daartoe strekkende aanvraag heeft beslist dat zij voor andere doeleinden dan stemmingen gebruikt mogen worden.

Artikel J 16

De burgemeester draagt zorg dat de stemmachines tijdig voor de stemming in gereedheid worden gebracht en voor de aanvang van de stemming worden opgesteld in de niet voor het publiek bestemde ruimte van de aangewezen stemlokalen.

Artikel J 17

In elk stemlokaal bevindt zich een zodanig aantal stemmachines dat een goede voortgang van de stemming is gewaarborgd.

Artikel J 18

  • 1 In of bij elk stemlokaal is instructiemateriaal aanwezig ter voorlichting van de kiezer over het gebruik van de stemmachine. Op het instructiemateriaal mogen geen op de stemmachine vermelde aanduidingen van politieke groeperingen of namen van kandidaten zijn aangegeven.

  • 3 Bij elke stemmachine waarop de kiezer een stem uitbrengt op de wijze, bedoeld in artikel J 14b, eerste lid, onder b, wordt goed zichtbaar voor de kiezer een overzicht bevestigd van alle lijsten van kandidaten over wie de stemming moet geschieden.

Artikel J 19

Indien in één stemlokaal meer dan één stemmachine wordt gebezigd, kan het aantal leden van het stembureau zodanig worden uitgebreid als voor het verrichten van de taken, bedoeld in de artikelen J 21 tot en met J 23e, noodzakelijk is.

Artikel J 20

Op de dag van de stemming gaat het stembureau tijdig voor de aanvang van de stemming na of de stemmachine voor het gebruik gereed is en of er geen stemmen in het geheugen van de stemmachine zijn opgeslagen. De voorzitter draagt er zorg voor dat bij aanvang van de stemming de machine kan worden vrijgegeven.

Artikel J 20a

Indien gebruik wordt gemaakt van een stemmachine die door het stembureau voor elke kiezer wordt vrijgegeven, zijn de artikelen J 21 tot en met J 23 van toepassing.

Artikel J 21

Nadat het stembureau de handelingen, bedoeld in artikel J 25, tweede tot en met vierde lid, van de Kieswet, of artikel K 11 van de Kieswet en, indien van toepassing, artikel L 17 van de Kieswet, heeft verricht, overhandigt de voorzitter aan de kiezer een volgnummer voor het gebruik van de stemmachine dat is voorzien van het wapen of de naam van de gemeente, dan wel van een aanduiding van de datum waarop en het vertegenwoordigd orgaan waarvoor de verkiezing wordt gehouden. Na afgifte van dat volgnummer aan het derde lid van het stembureau geeft deze de machine vrij voor gebruik door de kiezer.

Artikel J 21a

Nadat de stemmachine voor hem is vrijgegeven, gaat de kiezer naar de stemmachine om de stemhandelingen te verrichten.

Artikel J 22

Indien een kiezer, nadat hem een volgnummer is overhandigd, weigert van de machine gebruik te maken, houdt de voorzitter daarvan aantekening.

Artikel J 23

Indien een kiezer de stemmachine op een bepaalde kandidaat instelt doch zich verwijdert zonder zijn stem te hebben vastgelegd, wordt de machine door het derde lid van het stembureau teruggebracht in de stand voordat de machine werd vrijgegeven. De voorzitter houdt daarvan aantekening.

Artikel J 23a

Indien gebruik wordt gemaakt van een stemmachine waarbij de vrijgave geschiedt door de kiezer met behulp van een vrijgavekaart, zijn de artikelen J 23b tot en met J 23e van toepassing.

Artikel J 23b

  • 2 De voorzitter overhandigt vervolgens de vrijgavekaart aan de kiezer.

Artikel J 23c

  • 1 De kiezer gaat na ontvangst van de vrijgavekaart naar de stemmachine om de stemhandelingen te verrichten.

  • 2 Nadat de kiezer zijn stem heeft bevestigd, neemt de kiezer de vrijgavekaart uit de stemmachine en geeft deze aan het derde lid van het stembureau.

Artikel J 23d

De kiezer die na ontvangst van de vrijgavekaart weigert van een stemmachine gebruik te maken of een stemmachine gebruikt zonder zijn stem te hebben vastgelegd, geeft de vrijgavekaart terug aan de voorzitter.

Artikel J 23e

Indien bij het uitbrengen van de stem blijkt dat de vrijgavekaart geen toegang geeft tot de stemmachine of dat de vrijgavekaart anderszins niet functioneert, geeft de kiezer de vrijgavekaart terug aan de voorzitter. Deze maakt op verzoek van de kiezer een nieuwe vrijgavekaart geldig voor gebruik en overhandigt deze aan de kiezer. De kiezer gaat vervolgens naar de stemmachine om de stemhandelingen te verrichten.

Artikel J 24

Indien een stemmachine tijdens de stemming wegens beschadiging of storing door een andere wordt vervangen, draagt de voorzitter van het stembureau er zorg voor dat de te vervangen stemmachine wordt geblokkeerd voor het uitbrengen van stemmen. Op de vervangende machine is artikel J 20 van overeenkomstige toepassing.

Artikel J 25

Nadat de laatste tot de stemming toegelaten kiezer heeft gestemd, draagt de voorzitter er zorg voor dat de stemmachine wordt geblokkeerd voor het uitbrengen van stemmen.

§ 4. De schorsing van de zitting van het stembureau

Artikel J 26

  • 1 Schorsing van de zitting van het stembureau wordt bekendgemaakt door aan de deur van het stemlokaal een kennisgeving te bevestigen dat de zitting is geschorst. Zo spoedig mogelijk wordt op dezelfde wijze bekendgemaakt waar en wanneer de zitting wordt hervat.

  • 2 Van de schorsing van de zitting van het stembureau doet de burgemeester, tenzij het de verkiezing betreft van de leden van de gemeenteraad, onverwijld mededeling aan de voorzitter van het hoofdstembureau.

Artikel J 27

  • 1 Indien de stemming is geschorst, wordt de sleuf van de stembus onmiddellijk in tegenwoordigheid van de in het stemlokaal aanwezige kiezers afgesloten. Indien een stemmachine wordt gebezigd, wordt de stemmachine voor het uitbrengen van stemmen geblokkeerd.

  • 2 Vervolgens wordt de stembus verzegeld en wordt de sleutel waarmee de stembus is afgesloten, in een te verzegelen enveloppe gedaan. Indien een stemmachine wordt gebezigd, wordt de sleutel waarmee de stemmachine voor het uitbrengen van stemmen kan worden vrijgegeven en geblokkeerd, in een te verzegelen enveloppe gedaan.

  • 3 Daarna worden in afzonderlijke, te verzegelen, pakken gedaan:

Artikel J 28

Indien de stemopneming is geschorst voordat de stembus zou worden geopend of, indien een stemmachine wordt gebezigd, voordat de voorzitter de handelingen zou verrichten die nodig zijn om een afdruk van de uitkomsten van de stemming te verkrijgen, is artikel J 27, tweede lid en derde lid, aanhef en onder a tot en met f, van overeenkomstige toepassing.

Artikel J 29

  • 1 Indien de stemopneming is geschorst nadat de stembus is geopend, worden alle stembiljetten die zich in de stembus bevonden, daarin teruggedaan, waarna de stembus wordt gesloten en verzegeld. De sleutel waarmee de stembus is afgesloten, wordt in een te verzegelen enveloppe gedaan.

  • 2 Indien een stemmachine wordt gebruikt en de stemopneming is geschorst nadat de voorzitter is begonnen de handelingen te verrichten die nodig zijn om een afdruk van de uitkomsten van de stemming te verkrijgen, wordt de stemmachine voor de stemopneming geblokkeerd. De hiervoor gebruikte sleutel wordt in een te verzegelen enveloppe gedaan.

Artikel J 30

Van de geschorste zitting wordt proces-verbaal opgemaakt. Bij ministeriële regeling wordt voor het proces-verbaal een model vastgesteld.

Artikel J 31

Onmiddellijk na de ondertekening van het proces-verbaal wordt dit met de stembus dan wel de stemmachine, de verzegelde pakken en de verzegelde enveloppe door de voorzitter bij de burgemeester in bewaring gegeven.

Artikel J 32

De burgemeester stelt tijdig voor de aanvang van de hervatte zitting de hem ingevolge artikel J 31 overgegeven stembus dan wel stemmachine, verzegelde pakken en verzegelde enveloppe ter beschikking van het stembureau.

Artikel J 33

  • 1 In geval van een schorsing als bedoeld in artikel J 27 opent het stembureau tijdig voor de aanvang van de hervatte stemming de verzegelde pakken en de verzegelde enveloppe en stelt het het aantal biljetten opnieuw vast. Voor deze stemming wordt een andere stembus gebezigd.

  • 2 Indien bij de geschorste stemming een stemmachine is gebruikt, wordt voor de hervatte stemming dezelfde machine gebezigd. Is de schorsing het gevolg geweest van een beschadiging van of storing in de stemmachine, dan behoeft bij de hervatte stemming niet dezelfde machine te worden gebezigd. Wordt in dat geval de stemming met een andere stemmachine hervat, dan is artikel J 20 van overeenkomstige toepassing.

  • 3 De hervatte stemming duurt tot eenentwintig uur.

Artikel J 34

In geval van een schorsing als bedoeld in artikel J 28 opent het stembureau na de aanvang van de hervatte zitting de verzegelde pakken en verzegelde enveloppe en begint het opnieuw met de stemopneming.

Artikel J 35

  • 1 In geval van een schorsing als bedoeld in artikel J 29, eerste lid, opent het stembureau na de aanvang van de hervatte zitting de verzegelde enveloppe en de stembus en zet het de stemopneming voort.

  • 2 In geval van een schorsing als bedoeld in artikel J 29, tweede lid, opent het stembureau na de hervatting van de zitting de verzegelde enveloppe, stelt het de stemmachine in bedrijf en zet het de stemopneming voort.

§ 5. Waarnemers bij de verkiezingen

Artikel J 36

  • 1 Indien, ter uitvoering van een verdrag of een internationale afspraak, waarnemers bij een verkiezing dienen te worden toegelaten of Onze Minister van Buitenlandse Zaken tot zodanige toelating heeft besloten, brengt Onze Minister van Buitenlandse Zaken deze verkiezing tijdig onder de aandacht van de bij het verdrag of de internationale afspraak betrokken staten dan wel internationale organisaties, onder vermelding van de mogelijkheid om personen bij de verkiezing als waarnemer op te laten treden.

  • 2 Een aankondiging als bedoeld in het eerste lid bevat ten minste de volgende informatie:

    • a. de termijn, bedoeld in artikel J 37, eerste lid, voor het aanmelden van personen, en de verdere procedure die gevolgd moet worden om personen in aanmerking te laten komen als waarnemer;

    • b. de bij de aanmelding te vermelden gegevens, genoemd in artikel J 37, tweede lid;

    • c. de verplichting, bedoeld in artikel J 37, derde lid, tot overlegging van een afschrift van een geldig paspoort.

Artikel J 37

  • 1 Een aanmelding van een andere staat of een internationale organisatie om personen als waarnemer bij de verkiezingen in Nederland op te laten treden, dient ten minste zes weken voor de desbetreffende verkiezingen ontvangen te zijn door Onze Minister van Buitenlandse Zaken.

  • 2 De aanmelding bevat ten aanzien van iedere voorgedragen persoon ten minste de naam, de voorletters, het adres, de leeftijd, alsmede een nadere omschrijving van zijn functie.

  • 3 Bij de aanmelding wordt ten aanzien van iedere voorgedragen persoon een afschrift van een geldig paspoort overgelegd.

Artikel J 38

  • 1 Onze Minister van Buitenlandse Zaken bepaalt na overleg met de desbetreffende staat of internationale organisatie welke voorgedragen persoon als waarnemer wordt toegelaten en deelt dit zo spoedig mogelijk aan de desbetreffende staat of organisatie mee.

  • 2 Onze Minister van Buitenlandse Zaken kan voorwaarden verbinden aan de toelating.

Artikel J 39

Tijdens de uitoefening van zijn functie neemt de waarnemer strikte neutraliteit in acht, geeft geen blijk van zijn politieke gezindheid, mengt zich niet in de verkiezingsprocedure en houdt zich aan de Nederlandse wet- en regelgeving.

Artikel J 40

Onze Minister van Buitenlandse Zaken verstrekt de waarnemer een speciaal legitimatiebewijs van internationale waarnemer. Tijdens de uitoefening van zijn functie draagt de waarnemer dit bewijs voor een ieder zichtbaar op zijn kleding.

Artikel J 41

Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de aanmeldingsprocedure voor waarneming, het maximum aantal waarnemers en de duur van de waarneming en omtrent de rechten en verplichtingen van waarnemers.

HOOFDSTUK K. Het stemmen in een stembureau naar keuze van de kiezer

Artikel K 1

Indien burgemeester en wethouders ingevolge artikel K 13 van de Kieswet in hun gemeente mobiele stembureaus aanwijzen waarin stemmachines worden gebruikt, wordt alvorens een dergelijk stembureau naar een andere standplaats vertrekt de stemmachine in tegenwoordigheid van de aanwezige kiezers door de voorzitter van het stembureau voor het uitbrengen van stemmen geblokkeerd. De sleutel waarmee de stemmachine voor het uitbrengen van stemmen kan worden vrijgegeven en geblokkeerd, wordt tijdens het verplaatsen naar de volgende standplaats bewaard door de voorzitter. Na de aankomst van het mobiele stembureau op de nieuwe standplaats, draagt de voorzitter er zorg voor dat de stemmachine kan worden vrijgegeven.

Hoofdstuk M. Het stemmen per brief

Artikel M 1

De stukken, bedoeld in artikel M 6, eerste lid, van de Kieswet, worden aan de kiezer gezonden per luchtpost, tenzij het adres waarheen zij gezonden moeten worden, in België is gelegen.

Artikel M 2

Indien burgemeester en wethouders van 's-Gravenhage gebruik hebben gemaakt van hun bevoegdheid, bedoeld in artikel M 9, tweede lid, van de Kieswet, gelden ten aanzien van de extra zittingen van de briefstembureaus voorafgaande aan de dag van de stemming de artikelen M 3 tot en met M 7.

Artikel M 3

Ten minste twee weken vóór de eerste zitting brengen burgemeester en wethouders van 's-Gravenhage ter openbare kennis in de Staatscourant op welke dag of dagen en gedurende welke tijden de briefstembureaus extra zitting houden, alsmede op welke plaats.

Artikel M 4

  • 1 Aan het eind van elke zitting wordt de sleuf van de stembus onmiddellijk in tegenwoordigheid van de in het stemlokaal aanwezige kiezers afgesloten, waarna de stembus verzegeld wordt en de sleutel waarmee de stembus is afgesloten, in een te verzegelen enveloppe wordt gedaan.

  • 2 Vervolgens stelt het stembureau vast:

    • a. het aantal door het briefstembureau op de zitting verwerkte retourenveloppen;

    • b. het aantal ingevolge artikel M 11 van de Kieswet terzijde gelegde retourenveloppen.

  • 3 De aantallen, bedoeld in het tweede lid, worden door de voorzitter aan de aanwezige kiezers bekend gemaakt.

  • 4 Daarna worden in afzonderlijke, te verzegelen, pakken gedaan:

    • a. de verzoekschriften, bedoeld in artikel M 4, vierde lid, van de Kieswet, waarvan de handtekening is vergeleken met die op het briefstembewijs, tezamen met een gewaarmerkte verklaring van het stembureau betreffende het aantal gestelde parafen;

    • b. de ingeleverde briefstembewijzen;

    • c. de ingevolge artikel M 11 van de Kieswet terzijde gelegde retourenveloppen;

Artikel M 6

  • 1 Onmiddellijk na de ondertekening van het proces-verbaal, wordt dit tezamen met de stembus, de verzegelde pakken, de verzegelde enveloppe en de verzoekschriften waarvan de handtekening nog niet vergeleken is, door de voorzitter van het stembureau of een door hem aan te wijzen ander lid bij de burgemeester van 's-Gravenhage of een door deze aan te wijzen ambtenaar in bewaring gegeven.

  • 2 De burgemeester van 's-Gravenhage of een door deze aan te wijzen ambtenaar stelt tijdig voor de aanvang van elke volgende extra zitting de aan hem ingevolge het eerste lid overgedragen verzoekschriften waarvan de handtekening nog niet vergeleken is, ter beschikking aan de voorzitter van het briefstembureau.

  • 3 Voor elke extra zitting wordt een andere stembus gebruikt.

Artikel M 7

  • 1 De burgemeester van 's-Gravenhage of een door deze aan te wijzen ambtenaar stelt tijdig voor de aanvang van de stemopneming bedoeld in artikel N 16a, eerste lid, van de Kieswet de aan hem ingevolge artikel M 6, eerste lid, overgedragen stembussen, verzegelde enveloppen en verzoekschriften waarvan de handtekening nog niet vergeleken is, ter beschikking aan de voorzitter van het briefstembureau.

  • 2 Tijdig voor de aanvang van de stemopneming opent het stembureau de verzegelde enveloppen, waarna het vervolgens de stembussen opent.

Hoofdstuk N. De stemopneming door het stembureau

§ 1. De stemopneming door een stembureau waar met stemmachines wordt gestemd

Artikel N 1

Indien bij de stemming een stemmachine is gebezigd, gelden bij de stemopneming door het stembureau de artikelen N 2 tot en met N 8.

Artikel N 2

  • 1 Onmiddellijk nadat de stemming is geëindigd, stelt het stembureau vast:

    • a. het aantal kiezers dat zich heeft aangemeld;

    • b. het aantal kiezers dat gebruik heeft gemaakt van de stemmachine;

    • c. het aantal kiezers dat heeft geweigerd van de stemmachine gebruik te maken of zich heeft verwijderd zonder de stem vast te leggen.

  • 2 De aantallen, bedoeld in het eerste lid, worden door de voorzitter aan de aanwezige kiezers medegedeeld.

Artikel N 3

  • 1 Door het stembureau wordt op het afschrift, bedoeld in artikel J 17, eerste lid, van de Kieswet of op een daarbij gevoegde verklaring het aantal daarop geplaatste parafen vermeld en gewaarmerkt. Deze stukken worden in een pak gedaan, dat vervolgens wordt verzegeld.

  • 2 Daarna worden de ingeleverde kiezerspassen en volmachtbewijzen, te zamen met een gewaarmerkte verklaring van het stembureau betreffende het aantal geplaatste parafen, in een pak gedaan, dat eveneens wordt verzegeld. Tenslotte worden de ingeleverde oproepingskaarten op overeenkomstige wijze ingepakt.

Artikel N 4

  • 1 Onmiddellijk na de in artikel N 3 voorgeschreven handelingen, verricht de voorzitter de handelingen die nodig zijn om van de stemmachine een afdruk van de in het tweede lid bedoelde gegevens te verkrijgen.

  • 2 Het stembureau stelt vast;

    • a. ten aanzien van iedere lijst het aantal op iedere kandidaat uitgebrachte stemmen en de som van deze aantallen;

    • b. het aantal kiezers dat door middel van de stemmachine te kennen heeft gegeven geen keuze te willen maken.

  • 3 Het in het tweede lid, onder b, bedoelde aantal wordt aangemerkt als het aantal ongeldig uitgebrachte stemmen.

  • 4 Indien in een stemlokaal meer dan één stemmachine wordt gebezigd, worden de in het tweede lid bedoelde aantallen per machine vastgesteld en de aldus vastgestelde aantallen bij elkaar geteld.

  • 5 Vervolgens deelt de voorzitter ten aanzien van iedere lijst mede, zowel het aantal op iedere kandidaat uitgebrachte stemmen als het gezamenlijke aantal uitgebrachte stemmen. Tevens deelt hij het aantal ongeldige stemmen mede. Door de aanwezige kiezers kunnen mondeling bezwaren worden ingebracht.

  • 6 Het geheugen van de stemmachine waarop de stemmen zijn vastgelegd wordt daarop in een pak gedaan, dat wordt verzegeld. Indien in een stemlokaal meer dan één stemmachine wordt gebruikt, worden de geheugens gezamenlijk in één pak gedaan, dat eveneens wordt verzegeld.

Artikel N 5

  • 1 Nadat alle werkzaamheden, in artikel N 4 vermeld, zijn beëindigd, wordt onmiddellijk proces-verbaal opgemaakt van de stemming en van de stemopneming. Alle ingebrachte bezwaren worden in het proces-verbaal vermeld. De in artikel N 4, eerste lid, bedoelde afdruk wordt aan het proces-verbaal gehecht en maakt daarvan onderdeel uit. Indien in een stemlokaal meer dan één stemmachine wordt gebruikt, wordt van elke stemmachine een afdruk aan het proces-verbaal gehecht.

  • 2 Het proces-verbaal wordt door alle aanwezige leden van het stembureau getekend.

  • 3 Bij ministeriële regeling wordt voor het proces-verbaal een model vastgesteld.

Artikel N 6

  • 1 Het proces-verbaal wordt met de verzegelde pakken, bedoeld in artikel N 3 en het verzegelde pak, bedoeld in artikel N 4, zesde lid, door de voorzitter of een door hem aan te wijzen ander lid van het stembureau naar de burgemeester of een door deze aan te wijzen ambtenaar overgebracht.

  • 2 Nadat het centraal stembureau de uitslag van de verkiezingen heeft vastgesteld, worden de stemmen gewist van het geheugen van de stemmachine waarop de stemmen zijn vastgelegd.

Artikel N 8

De burgemeester is bevoegd de verzegelde pakken met de in artikel N 3 bedoelde bescheiden te openen en, nadat onherroepelijk is beslist over de toelating van de gekozen leden tot het vertegenwoordigend orgaan, deze pakken ten dienste van een onderzoek naar enig strafbaar feit aan de officier van justitie over te dragen.

§ 2. Regeling van de schorsing en hervatting van de stemopneming.

Artikel N 9

Indien met toepassing van artikel N 16a van de Kieswet de briefstembureaus te 's-Gravenhage op de dag van stemming aanvangen met de stemopneming, gelden ten aanzien van de schorsing en hervatting hiervan de artikelen N 10 tot en met N 13.

Artikel N 10

  • 1 Nadat de stemmen zijn opgenomen en aan artikel N 9, tweede lid, van de Kieswet toepassing is gegeven, schorst de voorzitter van het briefstembureau de stemopneming. Van de geschorste stemopneming wordt proces-verbaal opgemaakt.

Artikel N 11

Onmiddellijk na de ondertekening van het proces-verbaal, wordt dit tezamen met de verzegelde pakken met stembiljetten door de voorzitter van het stembureau of een door hem aan te wijzen ander lid bij de burgemeester of een door deze aan te wijzen ambtenaar in bewaring gegeven.

Artikel N 12

Zodra de handelingen, bedoeld in de artikelen M 10 en M 11 van de Kieswet, ten aanzien van alle tijdig binnengekomen retourenveloppen zijn beëindigd, stelt de burgemeester de hem ingevolge artikel M 6 overhandigde verzegelde pakken en processen-verbaal van de extra zittingen en het hem ingevolge artikel N 11 overhandigde proces-verbaal van de stemopneming en de verzegelde pakken met stembiljetten ter beschikking van het stembureau.

Artikel N 13

  • 2 Van de hervatting van de stemopneming wordt proces-verbaal opgemaakt.

  • 3 Bij ministeriële regeling wordt voor het proces-verbaal van de hervatting van de stemopneming een model vastgesteld.

Hoofdstuk P. De vaststelling van de verkiezingsuitslag door het centraal stembureau

Artikel P 1

De bekendmaking, bedoeld in artikel P 20, tweede lid, van de Kieswet, geschiedt, indien het betreft de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer, in de Nederlandse Staatscourant en, indien het betreft de verkiezing van de leden van provinciale staten of de gemeenteraad, op de in de provincie, onderscheidenlijk de gemeente, gebruikelijke wijze.

Artikel P 2

Indien het centraal stembureau ingevolge het bepaalde in artikel P 21, tweede lid, van de Kieswet verzegelde pakken heeft geopend, worden deze pakken na gebruik wederom verzegeld.

Afdeling III. De verkiezing van de leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Hoofdstuk R. De inlevering van de kandidatenlijsten

Artikel R 1

De formulieren voor de kandidatenlijsten, bedoeld in artikel R 1, tweede lid, van de Kieswet, en voor de verklaringen, bedoeld in de artikelen R 7, derde lid, en R 8, vierde lid, van de Kieswet, zijn gedurende drie weken vóór en op de dag van de kandidaatstelling verkrijgbaar ter provinciale griffie.

Artikel R 2

  • 1 Een kandidaat wordt op de kandidatenlijst vermeld met naam, voorletters, geboortedatum, adres en woonplaats. Achter de voorletters kan tussen haakjes de roepnaam van de kandidaat worden vermeld.

  • 2 Nadere aanduidingen van de naam, mits op de gebruikelijke wijze afgekort, mogen aan de naam worden toegevoegd.

  • 3 Een persoon die gehuwd is of gehuwd is geweest, dan wel wiens partnerschap geregistreerd is of geregistreerd is geweest, wordt op de lijst vermeld hetzij met de eigen geslachtsnaam, hetzij, voor zover hij daartoe op grond van artikel 9 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek bevoegd is, met de geslachtsnaam van de echtgenoot of geregistreerde partner, dan wel met de eigen geslachtsnaam door middel van een liggend streepje gevolgd door of voorafgegaan door de geslachtsnaam van de echtgenoot of geregistreerde partner.

    Achter de voorletters of, indien vermeld, de roepnaam, mag ter aanduiding van het geslacht van de kandidaat de toevoeging «(m)» of «(v)» worden geplaatst.

Afdeling IV. De verkiezing van de leden van het Europese Parlement

Hoofdstuk Y. De verkiezing van de leden van het Europese Parlement

Artikel Y 1

Ten aanzien van de verkiezing van de leden van het Europese Parlement zijn, voor zover deze afdeling niet anders bepaalt, de bij afdeling II van dit besluit gestelde bepalingen inzake de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer van overeenkomstige toepassing.

Artikel Y 1a

De formulieren voor het verzoek, bedoeld in artikel Y 32, eerste lid, van de Kieswet, zijn ten minste 6 weken voor de dag en op de dag van kandidaatstelling verkrijgbaar ter secretarie van elke gemeente.

Artikel Y 2

De formulieren voor de kandidatenlijsten en de verklaringen, bedoeld in artikel H 1, zijn gedurende drie weken vóór en op de dag van de kandidaatstelling mede verkrijgbaar bij het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van het Europese Parlement.

Artikel Y 3

  • 1 De formulieren voor de schriftelijke verklaring, bedoeld in artikel Y 13, eerste lid, van de Kieswet, zijn gedurende drie weken vóór en op de dag van de kandidaatstelling verkrijgbaar bij het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van het Europese Parlement.

  • 2 Indien de kandidaat zich buiten Nederland bevindt, is de verklaring niet aan enig formulier gebonden en kan zij ook telegrafisch of per telex geschieden.

Artikel Y 4

Het tijdstip en de plaats van de zitting, bedoeld in artikel I 4 van de Kieswet, worden tijdig door de voorzitter van het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van het Europese Parlement in de Nederlandse Staatscourant bekendgemaakt.

Artikel Y 5

De formulieren voor de verklaring, bedoeld in artikel Y 19, eerste lid, van de Kieswet, zijn gedurende drie weken vóór en op de dag van de kandidaatstelling mede verkrijgbaar bij het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van het Europese Parlement.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

's-Gravenhage , 19 oktober 1989

Beatrix

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,

D. IJ. W. de Graaff-Nauta

Uitgegeven de zesentwintigste oktober 1989

De Minister van Justitie

F. Korthals Altes

Naar boven