Besluit van 18 september 1985, houdende voorschriften van onderwijskundige aard voor
het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen, drs. G. van
Leijenhorst, van 18 juli 1985, nr. 6400/2271B, centrale directie Wetgeving en Juridische
Zaken;
Gelet op de artikelen 9, derde lid, 16, eerste lid, 19a, eerste lid, 33 , tweede en derde lid, en 111, derde, vierde en zesde lid, van de Interimwet op het speciaal onderwijs en het
voortgezet speciaal onderwijs ( Stb. 1984, 654);
Gehoord de Onderwijsraad (advies van 6 februari 1985, nr. O.R. III/100189LO);
De Raad van State gehoord (advies van 23 augustus 1985, nr. W05.85.0412/12.5.34);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen, drs.
G. van Leijenhorst, van 16 september 1985, nr. 6713/2271B, centrale directie Wetgeving
en Juridische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan: