Minimumeisen voor het houden van legkippen

[Regeling vervallen per 01-10-2006.]
Geraadpleegd op 07-05-2024.
Geldend van 22-04-1995 t/m 30-09-2006

Minimumeisen voor het houden van legkippen

De staatssecretaris van Landbouw en Visserij,

Gelet op artikel 2, vierde lid, van de Wet houdende vaststelling van minimumeisen voor het houden van legkippen (Stb. 1984, 272).

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-10-2006]

Deze regeling verstaat onder:

a. de minister:

de minister van Landbouw en Visserij,

b. directeur:

directeur Landbouw, Natuur en Openluchtrecreatie van de provincie waarin het desbetreffende pluimveebedrijf is gelegen;

c. de Stulm:

de Stichting tot Uitvoering van Landbouwmaatregelen.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-10-2006]

Pluimveehouders die na 1 januari 1985 legkippen in kooien willen houden op een oppervlakte van 400 cm2 tot 425 cm2 per legkip en waarbij de voederbaklengte minder dan 10 cm per legkip bedraagt dan wel op een oppervlakte van ten minste 425 cm2 per legkip en waarbij de voederbaklengte minder dan 9,6 cm per legkip bedraagt, dienen om aan te tonen dat de op die datum in gebruik zijnde kooien nog geen 10 jaar oud zijn een verklaring omtrent de ouderdom van de kooi af te leggen op een door de Stulm vastgesteld formulier dat verkrijgbaar is bij de districtsbureauhouder van de Stulm.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-10-2006]

Bij de in artikel 2 bedoelde verklaring dienen te worden overgelegd:

  • -

    bescheiden omtrent het aanschaffen van de kooi;

  • -

    danwel boekhoudgegevens waaruit de ouderdom blijkt;

  • -

    danwel andere bescheiden, die de ouderdom van de kooi aantonen of aannemelijk maken.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-10-2006]

De directeur beslist namens de minister omtrent de na 1 januari 1985 nog toegestane duur van het gebruik van de in artikel 2 bedoelde kooien.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-10-2006]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 september 1984.

's-Gravenhage, 28 augustus 1984

De

staatssecretaris

van Landbouw en Visserij,
Voor deze,
De

secretaris-generaal

,

G.J. van Dinter

Naar boven