-
a. Onze Minister: Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat;
-
b. inspecteur-generaal: inspecteur-generaal van de Inspectie Verkeer en Waterstaat;
-
c. de ambtenaren van de Inspectie Verkeer en Waterstaat: de door Onze Minister aangewezen
ambtenaar van de Inspectie Verkeer en Waterstaat;
-
d. Verdrag: het op 2 november 1973 te Londen tot stand gekomen Internationaal Verdrag
ter voorkoming van verontreiniging door schepen,met Protocollen en Bijlagen met Aanhangsels
(Trb. 1975, 147), en met het op 17 februari 1978 te Londen tot stand gekomen Protocol
bij dat Verdrag met Bijlage en Aanhangsels (Trb. 1978, 188);
-
e. VN-Zeerechtverdrag: het op 10 december 1982 te Montego-Bay totstandgekomen Verdrag
van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee (Trb. 1983, 83);
-
f. SOLAS-verdrag: het op 1 november 1974 te Londen totstandgekomen Verdrag inzake de
beveiliging van mensenlevens op zee (Trb. 1976, 157) en de bij dat verdrag behorende
bindende protocollen, aanhangsels en bijlagen;
-
g. richtlijn havenontvangstvoorzieningen: de bij regeling van Onze Minister aangewezen
richtlijn;
-
h. schadelijke stof: stof die valt onder het toepassingsbereik van Bijlage I, II, III,
IV of V van het Verdrag.
-
i. ballastwater: water met daarin zwevende deeltjes dat aan boord wordt genomen teneinde
de trim, helling, diepgang, stabiliteit van of krachten op het schip te beheersen;
-
j. sedimenten: alle bezinksels uit het ballastwater van een schip;
-
k. schip: elk vaartuig, van welk type ook, dat op zee wordt gebruikt waaronder begrepen
draagvleugelboten, luchtkussenvoertuigen, afzinkbare vaartuigen en drijvend materieel,
alsmede installaties gedurende de tijd dat zij drijven, behoudens wanneer het schip
als hierboven bedoeld boven de zeebodem is geplaatst voor het instellen van een onderzoek
naar de aanwezigheid van delfstoffen of voor het winnen daarvan;
-
l. Nederlands schip: een schip dat op grond van Nederlandse rechtsregels gerechtigd is
de vlag van het Koninkrijk te voeren;
-
m. buitenlands schip: een schip, niet zijnde een Nederlands schip en een schip als bedoeld
in artikel 2 van de Vaartuigenwet 1930 BES;
-
n. pleziervaartuig: schip, bestemd of gebruikt voor sport of vrijetijdsbesteding, ongeacht
het type en de wijze van voortstuwing;
-
o. vissersvaartuig: schip, uitgerust of met commercieel oogmerk gebruikt voor het vangen
van vis of andere levende rijkdommen van de zee;
-
p. scheepsafval: afval, met inbegrip van residuen, niet zijnde ladingresiduen, en sanitair
afval, dat ontstaat tijdens de bedrijfsvoering van een schip en valt onder de reikwijdte
van de Bijlagen I, IV en V van het Verdrag, alsmede ladinggebonden afval, zijnde al
het materiaal dat aan boord bij de stuwage en verwerking van lading als afval overblijft,
met inbegrip van stuwmateriaal, schoorpalen, laadborden, verpakkingsmateriaal, houten
platen, papier, karton, draad en stalen banden;
-
q. ladingresiduen: de restanten van lading in ruimen of tanks aan boord die na het lossen
en schoonmaken achterblijven, met inbegrip van restanten na lading of lossing en morsingen;
-
r. lozen: elk vrijkomen van een schip van schadelijke stoffen, ballastwater of sedimenten,
hoe ook veroorzaakt, waaronder begrepen ontsnappen, overboord zetten, wegvloeien,
weglekken, pompen of ledigen;
-
s. voorval: een gebeurtenis die er daadwerkelijk toe leidt of er vermoedelijk toe zal
leiden dat in zee wordt geloosd;
-
t. haven: een rede, pier of steiger en in het algemeen iedere plaats, al of niet in zee,
waar schepen ligplaats kunnen hebben of waar opvarenden en zaken ingescheept of ontscheept
kunnen worden;
-
u. exploitant: de eigenaar, rompbevrachter of ieder ander die de zeggenschap heeft over
het gebruik van een schip;
-
v. kapitein: de gezagvoerder of schipper van een schip dan wel degene die deze vervangt;
-
w. havenontvangstvoorziening: de voorziening, bedoeld in artikel 6, eerste lid, eerste volzin;
-
x. havenbeheerder: de beheerder, bedoeld in artikel 6, eerste lid, eerste volzin;
-
y. havenafvalplan: het plan, bedoeld in artikel 6, derde lid, eerste volzin;
-
z. richtlijn monitoring- en informatiesysteem zeescheepvaart: de bij regeling van Onze
Minister aangewezen richtlijn inzake communautaire monitoring- en informatiesystemen
voor de zeescheepvaart;
-
aa. verwerken van persoonsgegevens, onderscheidenlijk verwerkingsverantwoordelijke: hetgeen
daaronder wordt verstaan in artikel 4 van de Algemene verordening gegevensbescherming.