Wet van 12 februari 1981, houdende bepalingen betreffende de meting van schepen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in verband met de uitvoering van het
Internationaal Verdrag betreffende de meting van schepen 1969, Trb. 1970, 122 en 194, wenselijk is de bepalingen betreffende de meting van zeeschepen
opnieuw vast te stellen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: