Naar aanleiding van ter zake gestelde vragen deel ik u het volgende mede.
In gevallen waarin de Stichting Verletbestrijding bouwnijverheid op grond van de ‘Verletbestrijdingsregeling
1969’ aan aannemers van de bouw van onroerende goederen c.q. aan ondernemers, die
voor eigen rekening bouwen, een zg. doorwerktoeslag verstrekt ter bestrijding van
de extrakosten, verbonden aan het voortzetten van de bouw onder minder gunstige weersomstandigheden,
kan heffing van omzetbelasting over die toeslag derhalve achterwege blijven.
Eenzelfde standpunt kan worden ingenomen ten aanzien van die gedeelten van de doorwerktoeslag,
welke de desbetreffende ondernemer in daartoe leidende gevallen moet doorgeven aan
andere ondernemers, die (mede) zijn betrokken bij de uitvoering van het project, waarvoor
die toeslag is toegekend.
Ook de door de Stichting Risicofonds Schildersbedrijf aan werkgevers in de bouwnijverheid
uitgekeerde bijdragen ter bestrijding van meerbedoelde kosten verbonden aan het treffen
van maatregelen om ook onder minder gunstige weersomstandigheden voortgang in de werkzaamheden
mogelijk te maken, kunnen buiten de heffing van omzetbelasting worden gelaten.
Het vorenstaande is niet van toepassing ten aanzien van in zodanige gevallen door
aannemers aan hun opdrachtgevers in rekening gebrachte extrabedragen. Die bedragen
moeten geacht worden deel uit te maken van de vergoeding van door de aannemers aan
hun opdrachtgevers verrichte leveringen van goederen c.q. diensten.