Onderzoekvoorschriften, behorende bij het Besluit digoxine-tabletten
[Regeling vervallen per 01-07-2007]
I. Onderzoekvoorschrift voor de bepaling van de uniformiteit van gehalte (content
uniformity) van tabletten, waarvan de gedeclareerde hoeveelheid digoxine per tablet
ten minste 0.250 mg bedraagt
[Regeling vervallen per 01-07-2007]
Trek op aselecte wijze een steekproef van 10 tabletten uit de te onderzoeken charge
en onderzoek de tabletten op gehalte op de navolgende wijze.
Wrijf 1 tablet tot poeder en breng 1: ‘tabletpoeder met behulp van 6 ml alcohol over
in een maatkolf van 10 ml en verwarm het mengsel tot ongeveer 40°C op een waterbad,
Schud het mengsel gedurende 2 uur en vul aan tot 10,00 ml met alcohol.
Centrifugeer het mengsel of filtreer het door een membraanfilter (0,6 tot 0,8 μm).
Verdun zo nodig de oplossing met alcohol totdat deze 25 tot 40 μg digoxine per ml
bevat.
Bereid gelijktijdig met behulp van digoxine (referentiestof) en alcohol een vergelijkingsoplossing
met een nauwkeurig bekend gehalte, gelegen tussen 25 en 40 μg digoxine per ml en voer
hier eveneens de bepaling mee uit.
Voeg toe aan 5,00 ml oplossing 3,0 ml alkalische natriumpicraat-oplossing en laat
gedurende 30 minuten buiten invloed van licht staan.
Meet van de mengsels de extinctie bij een laagdikte van 1 cm, bij het maximum, gelegen
bij ongeveer 490 nm, bij 20 + 1°C, tegen een tegelijkertijd bereid mengsel van 5,00
ml alcohol en 3,0 ml alkalische natriumpicraat-oplossing.
Bereken de hoeveelheid digoxine, rekening houdend met het gehalte van de referentiestof
en de eventuele verdunning van de oplossing.
Onderzoek de overige tabletten uit de steekproef op dezelfde wijze.
Bereken uit de tien bepalingen de gemiddelde hoeveelheid digoxine per tablet. Bereken
vervolgens van elke tablet het gehalte aan digoxine ten opzichte van de gemiddelde
hoeveelheid digoxine per tablet.
Van ten minste 9 tabletten moet het gehalte tussen de grenzen 85 en 115% van de gemiddelde
hoeveelheid digoxine per tablet vallen en van geen tablet mag het gehalte buiten de
grenzen 75 en 125% van de gemiddelde hoeveelheid digoxine per tablet vallen.
Te bezigen reagentia:
- Alcohol =
-
alcohol R (Nederlandse Farmacopee, Zevende Uitgave).
- Alkalische natriumpicraat-oplossing =
-
alkalische natriumpicraat-oplossing R (Nederlandse Farmacopee, Zevende Uitgave).
- Digoxine (referentiestof) =
-
digoxine CRS (Europese Farmacopee).
II. Onderzoekvoorschrift voor de bepaling van de oplossnelheid van tabletten waarvan
de gedeclareerde hoeveelheid digoxine per tablet ten minste 0,250 mg bedraagt
[Regeling vervallen per 01-07-2007]
Trek op aselecte wijze een steekproef van 12 tabletten uit de te onderzoeken charge
en bepaal de oplossnelheid op de navolgende wijze.
Breng 500 ml oplossing, bevattende 0,6% v/v zoutzuur in water, op een constante temperatuur
van 37 + 0,5°C.
Breng 6 tabletten in de korf en plaats de korf in het lege vat op zodanige wijze dat
de afstand tussen onderkant van de korf en bodem van het vat 1,0 ± 0,2 cm bedraagt.
Stel de draaisnelheid van de korf in op 120 ± 6 omwentelingen per minuut. Schenk vervolgens
voorzichtig de voorverwarmde oplossing in het vat.
De temperatuur van de oplossing en de draaisnelheid van de korf dienen gedurende de
bepaling binnen de gestelde grenzen te blijven.
Neem 60 minuten nadat de oplossing in het vat is geschonken, 10,0 ml vloeistof uit
het vat en filtreer de vloeistof door een membraanfilter (0,6 tot 0,8 μm).
Verwerp de eerste 5 ml van het filtraat. Verdun zonodig het filtraat totdat de oplossing
ongeveer 0,3 μg, digoxine per ml bevat. Breng 1,0 ml oplossing in een maatkolf van
10 ml, voeg toe 3,0 ml ascorbinezuur-oplossing en 0,2 ml waterstofperoxide-oplossing,
meng en vul vervolgens aan met zoutzuur. Meng nogmaals en laat de oplossing gedurende
30 minuten staan.
Bereid gelijktijdig op dezelfde wijze, uitgaande van digoxine (referentiestof) een
vergelijkingsoplossing met een nauwkeurig bekend gehalte van ongeveer 0,3 μg per ml.
Bepaal het gehalte aan digoxine fluorimetrisch (zie Nederlandse Farmacopee, Zevende
Uitgave), belicht de mengsels met een zo monochromatisch mogelijke straling met een
golflengte van 355 nm en meet de intensiteit van het uitgezonden fluorescentielicht
bij een golflengte van 490 nm, onder gebruik maken van water als blanco.
Bereken de hoeveelheid digoxine die in oplossing is gegaan, rekening houdend met het
gehalte van de referentiestof en de eventuele verdunning van de oplossing.
Bepaal de oplossnelheid in tweevoud. Na 60 minuten moet bij beide bepalingen van de
oplossnelheid, ten minste 90% van de gedeclareerde hoeveelheid digoxine zijn opgelost.
Te bezigen reagentia:
- Ascorbinezuur-oplossing =
-
oplossing, bevattende 0,1% g/v ascorbinezuur in methanol.
- Ascorbinezuur =
-
acidum ascorbicum (Nederlandse Farmacopee, Zevende Uitgave).
- Methanol =
-
methanol R (Nederlandse Farmacopee, Zevende Uitgave).
- Waterstofperoxide-oplossing =
-
oplossing, bevattende 0,03% waterstofperoxide, ongeveer 0,01 molair.
- Waterstofperoxide =
-
verdunde waterstofperoxide R (Nederlandse Farmacopee, Zevende Uitgave).
- Zoutzuur =
-
zoutzuur R (Nederlandse Farmacopee, Zevende Uitgave).
- Digoxine (referentiestof) =
-
digoxine CRS (Europese Farmacopee).
Te bezigen apparatuur:
De apparatuur voor de bepaling van de oplossnelheid moet voldoen aan de beschrijving
van de overeenkomende apparatuur van de United States Pharmacopeia, Achtiende Uitgave.