Besluit van 8 december 1964, tot toepassing van artikel 4 van de Wet installaties
Noordzee
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 30 september 1964, Stafafdeling
Wetgeving Publiekrecht, nummer 354/664;
Gelet op artikel 4 van de Wet installaties Noordzee.
De Raad van State gehoord (advies van 28 oktober 1964, no. 40);
Gezien het nader rapport van Onze voornoemde Minister van 4 december 1964, Stafafdeling
Wetgeving Publiekrecht, nummer 455/664:
Hebben goedgevonden en verstaan: