Wet van 29 november 1962, houdende een regeling tot het tegengaan van het hamsteren
van goederen in buitengewone omstandigheden
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is, de mogelijkheid te openen
regelen te stellen teneinde het hamsteren van goederen in geval van buitengewone omstandigheden
tegen te gaan;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: