Hoofdstuk II. Overgangs- en slotbepalingen
De termijnen van het ziekengeld, welke niet zijn ingevorderd binnen twee jaren na
de dag der betaalbaarstelling, worden niet meer uitbetaald.
Artikel 15 en de daarop berustende bepalingen, zoals die luidden op de dag voorafgaand aan de
dag van inwerkingtreding van artikel IV, onderdeel A, van de Wet administratieve lastenverlichting
en vereenvoudiging in socialeverzekeringswetten, blijven van toepassing op de persoon
wiens recht op ziekengeld is ontstaan voor de datum van inwerkingtreding van dat artikel
met betrekking tot die uitkering.
Ten aanzien van de verzekerde wiens eerste dag van ongeschiktheid tot het verrichten
van zijn arbeid wegens ziekte is gelegen voor het tijdstip van inwerkingtreding van
artikel IX, onderdelen A en B, van de Wet wijziging WW-stelsel, blijven de artikelen 29, tweede lid, onderdeel d, en 36, eerste lid, van toepassing zoals deze luidden op of voor dat tijdstip, en blijft artikel 29, twaalfde lid, buiten toepassing.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen voor bepaalde groepen van personen
bijzondere zo nodig van het bepaalde bij of krachtens deze wet afwijkende bepalingen
worden gemaakt ten aanzien van de verzekering en de ziekengelduitkering.
-
1 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat in afwijking
van artikel 29, eerste lid, ziekengeld wordt uitgekeerd aan verzekerden die in dienstbetrekking staan tot bij
of krachtens die maatregel te bepalen werkgevers.
-
3 De werkgever kan een verzekeringsovereenkomst met betrekking tot zijn verplichting
tot doorbetaling van loon als bedoeld in 629, eerste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek of bezoldiging als bedoeld in artikel 76a, eerste lid opzeggen met ingang van de dag dat de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in
het eerste lid, te zijnen aanzien in werking treedt, of, indien de opzegging later
geschiedt, met ingang van de dag waarop deze de verzekeraar bereikt. In het geval
dat de premie is vooruitbetaald wordt deze door de verzekeraar naar evenredigheid
aan de werkgever terugbetaald.
Artikel 29, tweede lid, van de Ziektewet, zoals dat luidt na de inwerkingtreding van de wet van 29 december 2008 tot wijziging
van de Ziektewet om uitkering van ziekengeld mogelijk te maken aan personen die op
zaterdagen en zondagen werken (Stb. 152) is niet van toepassing op verzekerden voor
wie de eerste kalenderweek van de ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid volledig
is gelegen voor de datum van inwerkingtreding van deze wet.
-
1 Een overeenkomst met betrekking tot de verzekering van geldelijke gevolgen van ongeschiktheid
tot werken wegens ziekte, gesloten door degene, die verplicht verzekerd wordt, vervalt
met ingang van de dag, waarop de verzekeraar van de verzekerde mededeling van het
verplicht verzekerd worden ontvangt, voor zover aan de overeenkomst rechten kunnen
worden ontleend, gelijkwaardig aan die, welke uit de in deze wet geregelde verplichte
verzekering voortvloeien. Bereikt deze mededeling de verzekeraar vóór de dag, waarop
de betrokkene verplicht verzekerd wordt, dan vervalt de overeenkomst met ingang van
die dag.
-
2 De premie, welke degene, wiens verzekering krachtens het bepaalde in het eerste lid
geheel of gedeeltelijk is vervallen, heeft vooruitbetaald, wordt door de verzekeraar
al naar gelang van het vervallen gedeelte der overeenkomst terugbetaald, onder aftrek
van ten hoogste 25 procent van het terug te betalen bedrag voor administratiekosten.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in deze wet gestelde termijnen van uitkering van geldelijke
schadeloosstelling alsmede op de termijnen, gesteld in de artikelen 6, tweede lid, onder a en c, 29, vijfde lid, 35 en 46, eerste en vijfde lid.
-
1 Als werknemer in de zin van artikel 29b, eerste lid, wordt, naast de werknemers bedoeld in dat lid, eveneens aangemerkt de persoon die
voorafgaand aan de inwerkingtreding van artikel 1.4, onderdeel G, van de Wet Invoering en financiering Wet werk en inkomen
naar arbeidsvermogen arbeidsgehandicapte was op grond van artikel 2 van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten, zoals dat luidde op de dag voorafgaand aan de dag waarop dat artikel vervalt op grond van artikel 2.10 van de Wet Invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, voor de duur van:
-
a. zijn arbeidsongeschiktheidsuitkering en vijf jaar na die periode voor de arbeidsgehandicapte,
bedoeld in dat artikel 2, eerste lid, onderdeel a, van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten;
-
b. de toekenning van de voorziening en vijf jaar na die periode voor de arbeidsgehandicapte,
bedoeld in dat artikel 2, eerste lid, onderdeel b, van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten;
-
c. de indicatiebeschikking of herindicatiebeschikking op grond van de Wet sociale werkvoorziening voor de arbeidsgehandicapte, bedoeld in dat artikel 2, eerste lid, onderdeel c, van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten;
-
d. vijf jaar na de beëindiging van zijn dienstbetrekking op grond van de Wet sociale werkvoorziening voor de arbeidsgehandicapte, bedoeld in dat artikel 2, eerste lid, onderdeel d, van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten;
-
e. vijf jaar na de herindicatiebeschikking op grond van de Wet sociale werkvoorziening voor de arbeidsgehandicapte, bedoeld in dat artikel 2, eerste lid, onderdeel e, van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten;
-
f. vijf jaar na beëindiging van zijn arbeidsongeschiktheidsuitkering of de eindiging
van de voorziening, bedoeld in dat artikel 2, eerste lid, onderdeel b van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten
voor de arbeidsgehandicapte, bedoeld in het tweede lid van dat artikel;
-
g. vijf jaar na de dag waarop, in verband met ziekte of gebrek een belemmering bij het
verkrijgen of verrichten van arbeid is ontstaan voor de arbeidsgehandicapte, bedoeld
in dat artikel 2, derde of vierde lid, van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten.
Artikel 29b, zoals dat luidde op de dag voor de inwerkingtreding van artikel 1.4, onderdeel G, van de Wet Invoering en financiering Wet werk en inkomen
naar arbeidsvermogen, blijft van toepassing op de werknemer die op of voor die dag recht had op ziekengeld
op grond van dat artikel. Het ziekengeld, bedoeld in de eerste volzin, wordt niet betaald na de periode waarover
de werknemer op grond van artikel 29b, zoals dat luidde op de dag voor de inwerkingtreding van artikel 1.4, onderdeel G, van de Wet Invoering en financiering Wet werk en inkomen
naar arbeidsvermogen, recht had.
-
1 De artikelen 19, vijfde lid, 29, zesde lid, 30, vijfde en zesde lid, en 38ab zijn niet van toepassing met betrekking tot het recht op ziekengeld van personen
die voor de dag van de inwerkingtreding van de Wet van 12 december 2007, houdende
regels tot bevordering van de activering van personen die aanspraak maken op een uitkering
op grond van de Ziektewet (Stb. 2007, 553) recht hadden op ziekengeld.
-
2 Ten aanzien van personen die voor de inwerkingtreding van de Wet van 12 december 2007,
houdende regels tot bevordering van de activering van personen die aanspraak maken
op een uitkering op grond van de Ziektewet (Stb. 2007, 553) recht hadden op ziekengeld
zijn met betrekking tot dat recht de artikelen 29a, zesde lid, 38a, 45, eerste lid, en 72c, tweede lid, zoals deze luidden op de dag voor de inwerkingtreding van de in het eerste lid bedoelde
wet van toepassing.
In gedingen aangevangen voor het van toepassing worden van artikel 52a, derde lid, bepaalt de rechter op verzoek van een van de partijen of ambtshalve een termijn
waarbinnen partijen de gelegenheid wordt geboden hun stellingen en conclusies voor
zover nodig aan te passen aan artikel 52a, derde lid. Stelt de rechter partijen tot een zodanige aanpassing in de gelegenheid, dan staat
tegen die beslissing geen rechtsmiddel open; wijst de rechter een daartoe strekkend
verzoek af, dan staat een rechtsmiddel daartegen slechts gelijktijdig met de einduitspraak
open.