Wet modernisering kleineondernemersregeling

Geraadpleegd op 26-04-2024.
Geldend van 01-06-2019 t/m 31-12-2019

Wet van 19 december 2018 tot wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 (Wet modernisering kleineondernemersregeling)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een aantal wijzigingen aan te brengen in de Wet op de omzetbelasting 1968 wat betreft de bijzondere regeling voor kleine ondernemers;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I

[Treedt in werking op 01-01-2020]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel II

[Treedt in werking op 01-01-2020]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel III

  • 1 De ondernemer die met ingang van 1 januari 2020 de vrijstelling, bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de Wet op de omzetbelasting 1968, zoals dat artikel komt te luiden na inwerkingtreding van artikel I, wil toepassen, dient hiervan melding te doen bij de inspecteur uiterlijk 20 november 2019 op een door de inspecteur voorgeschreven wijze. De inspecteur kan bij voor bezwaar vatbare beschikking beslissen dat de ondernemer niet in aanmerking komt voor toepassing van de vrijstelling, indien aannemelijk is dat niet zal worden voldaan aan de gestelde voorwaarden voor de toepassing van de vrijstelling.

  • 2 De ondernemer die op 31 december 2019 is ontheven van de verplichtingen, bedoeld in artikel 25, derde lid, van de Wet op de omzetbelasting 1968, zoals dat artikel luidde op die datum, wordt geacht de melding, bedoeld in het eerste lid, te hebben gedaan. In afwijking van artikel 25, zevende lid, van de Wet op de omzetbelasting 1968, zoals dat artikel komt te luiden na inwerkingtreding van artikel I, kunnen deze ondernemers toepassing van de vrijstelling door wederopzegging beëindigen vóór 1 januari 2023.

  • 3 Het tweede lid is niet van toepassing op de ondernemer die in het kalenderjaar 2020 aannemelijk niet gaat voldoen aan de gestelde voorwaarden voor de toepassing van de vrijstelling, bedoeld in artikel 25 van de Wet op de omzetbelasting 1968, zoals dat artikel komt te luiden na inwerkingtreding van artikel I.

Artikel IV

  • 1 Deze wet treedt in werking met ingang van 1 juni 2019.

  • 2 In afwijking van het eerste lid treden de artikelen I en II in werking met ingang van 1 januari 2020.

Artikel V

Deze wet kan worden aangehaald als: Wet modernisering kleineondernemersregeling.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

Wassenaar, 19 december 2018

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Financiën,

M. Snel

Uitgegeven de achtentwintigste december 2018

De Minister van Justitie en Veiligheid,

F.B.J. Grapperhaus

Naar boven