U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Geraadpleegd op 24-12-2025. Geldend van 01-08-2023 t/m heden.
Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Franse Republiek inzake samenwerking op defensiegebied en de status van hun strijdkrachten op de grondgebieden in de Caraïben en Zuid-Amerika van de Franse Republiek en het Koninkrijk der Nederlanden
De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden
en
de Regering van de Franse Republiek, hierna te noemen de „partijen”;
Geleid door de wens hun samenwerking en de status van hun strijdkrachten en leden van het personeel vast te leggen in het kader van defensie- en veiligheidsactiviteiten die plaatsvinden op de grondgebieden van de partijen in de Caraïben en Zuid-Amerika;
Overwegende de Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van der Franse Republiek inzake de uitwisseling van beschermde en gerubriceerde gegevens, ondertekend op 28 juli 1992;
Zijn het volgende overeengekomen:
In dit Verdrag wordt verstaan onder:
a. „zendende partij”: de partij waaronder de strijdkrachten en de leden van het personeel die zich op het grondgebied van de andere partij bevinden ressorteren;
b. „ontvangende partij”: de partij op het grondgebied waarvan zich de strijdkrachten en de leden van het personeel van de zendende partij bevinden, hetzij tijdens een verblijf hetzij op doorreis, teneinde de in dit Verdrag voorziene samenwerking ten uitvoer te leggen;
c. „grondgebied”: alle landgebieden, maritieme gebieden, luchtruimen en binnenwateren alsmede elk geografisch gebied waarover de partijen soevereine rechten of rechtsmacht uitoefenen overeenkomstig artikel 22;
d. „leden van het personeel”: het personeel dat behoort tot de strijdkrachten van een van de partijen alsmede het civiel personeel van een van de partijen dat in dienst is van de ministeries die bevoegd zijn op het gebied van defensie en veiligheid, in het kader van dit Verdrag aanwezig op of op doorreis door het grondgebied van de andere partij, met uitzondering van onderdanen en permanent ingezetenen van de ontvangende partij;
e. „strijdkrachten”: de eenheden en formaties van de landmacht, marine of luchtmacht of elk ander militair korps (waaronder de Gendarmerie nationale of de Koninklijke Marechaussee) alsmede de ondersteunende defensiediensten van een van de partijen;
f. „materieel”: de goederen en uitrustingen van de strijdkrachten, met inbegrip van wapens, munitie, militaire voertuigen en elk ander transportmiddel van de zendende partij, die nodig zijn voor de uitvoering van dit Verdrag.
1 In dit Verdrag wordt de samenwerking op defensie- en veiligheidsgebied tussen de partijen geregeld alsmede de status van de strijdkrachten en leden van het personeel van de zendende partij die aanwezig zijn op het grondgebied van de ontvangende partij.
2 De bevoegdheid inzake de tenuitvoerlegging van deze samenwerking berust in hoofdzaak bij de ministeries belast met defensie en veiligheid van beide partijen.
3 De wijze van toepassing van dit Verdrag kan nader worden bepaald door middel van elk passend instrument dat tussen de bevoegde autoriteiten van de partijen wordt overeengekomen.
De samenwerking tussen de partijen kan de volgende vormen aannemen:
a. uitwisseling van instructeurs en studenten van militaire academies;
b. aanlegplaatsen voor oorlogsschepen, landingsplaatsen voor luchtvaartuigen en wederzijdse bezoeken van militaire en civiele entiteiten met betrekking tot defensie;
c. deelname aan theoretische en praktische cursussen, stages, seminars, debatten en symposia, in militaire en civiele entiteiten met betrekking tot defensie;
d. gezamenlijke training, instructie en militaire oefeningen op het grondgebied van de ontvangende partij, gedurende de voor de activiteiten benodigde tijd;
e. delen van kennis en ervaringen opgedaan op het gebied van operaties en het gebruik van militaire uitrusting, alsook in het kader van deelname aan vredesoperaties van de Verenigde Naties;
f. humanitaire bijstand bij natuurrampen of in elke andere noodsituatie die het grondgebied van de partijen treft;
g. elke andere activiteit van tijdelijke aard, die de partijen in onderling overleg overeenkomen in het nastreven van hun gemeenschappelijke belangen.
1 In het kader van de in artikel 3 voorziene samenwerkingsactiviteiten, verleent de ontvangende partij tegen vergoeding logistieke ondersteuning aan de zendende partij. Deze logistieke ondersteuning omvat, voor zover beschikbaar bij de ontvangende partij, onderdak, voedsel en binnenlands vervoer op haar grondgebied of tussen haar verschillende gebiedsdelen, ten behoeve van de leden van het personeel van de zendende partij.
2 Elke partij neemt de kosten van deelname van de leden van haar personeel aan de in artikel 3 voorziene samenwerkingsactiviteiten voor haar rekening. Mochten de bevoegde autoriteiten van de partijen anders overeenkomen, dan worden de kosten van deelname en de toerekening ervan nader bepaald overeenkomstig artikel 2, derde lid.
1 De ontvangende partij neemt passende maatregelen om de leden van het personeel van de zendende partij de installaties en de goederen en diensten ter beschikking te stellen die zij mogelijk nodig hebben in het kader van de in artikel 3 bedoelde samenwerkingsactiviteiten.
2 De voorwaarden voor het gebruik van de installaties en voor logistieke ondersteuning door de ontvangende partij worden nader bepaald, waar nodig en in overeenstemming met artikel 4, eerste lid, op de wijze voorzien in artikel 2, derde lid.
3 Het ter beschikking stellen van installaties, goederen en diensten door de ontvangende partij aan leden van het personeel van de zendende partij kan kosteloos of tegen vergoeding plaatsvinden en op de wijze voorzien in artikel 2, derde lid.
De partijen komen overeen dat er een veiligheidsovereenkomst dient te worden gesloten om de uitwisseling van gerubriceerde gegevens mogelijk te maken tussen de partijen op de Caribische gebiedsdelen van het Koninkrijk der Nederlanden, zoals voorzien in de bepalingen van artikel 14 van de Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Franse Republiek inzake de uitwisseling van beschermde en gerubriceerde gegevens van 1992.
1 De leden van het personeel van de zendende partij die aanwezig zijn op het grondgebied van de ontvangende partij dienen de geldende wetgeving te eerbiedigen. De zendende partij stelt de leden van haar personeel hiervan in kennis.
2 Ten behoeve van de toepassing van dit Verdrag, nemen de leden van het personeel van de zendende partij die aanwezig zijn op het grondgebied van de ontvangende partij in geen geval deel aan operaties gericht op het handhaven of herstellen van de openbare orde of veiligheid. Daarnaast, tenzij de partijen anderszins beslissen, mogen zij in geen geval betrokken worden bij de voorbereiding op of uitvoering van oorlogshandelingen of soortgelijke handelingen noch bij acties om de nationale soevereiniteit te handhaven of te herstellen.
1 In het kader van artikel 3 mogen de leden van het personeel van de ene partij verblijven op het grondgebied van de andere partij. De bevoegde autoriteiten van de zendende partij stellen de bevoegde autoriteiten van de ontvangende partij vooraf op de hoogte van de identiteit van de leden van het personeel die haar grondgebied betreden. De bevoegde autoriteiten van de ontvangende partij worden eveneens op de hoogte gesteld van de datum van vertrek van hun grondgebied.
2 Bij binnenkomst op het grondgebied van de ontvangende partij dienen de leden van het personeel van de zendende partij in het bezit te zijn van een geldig paspoort of een geldige identiteitskaart. Zij dienen daarnaast in het bezit te zijn van een individuele of collectieve dienstopdracht, afgegeven door de bevoegde dienst van de zendende partij.
3 Ten behoeve van dit Verdrag verblijven de leden van het personeel van de zendende partij slechts tijdelijk op het grondgebied van de ontvangende partij en worden niet geacht recht op permanent verblijf op dit grondgebied te verwerven.
4 De autoriteiten van de ontvangende partij verlenen waar mogelijk hun assistentie aan de leden van het personeel van de zendende partij bij het oplossen van alle problemen die zich bij binnenkomst op of vertrek van het grondgebied kunnen voordoen met de douane- of politieautoriteiten van de ontvangende partij.
1 De ontvangende partij treft de nodige maatregelen ter vergemakkelijking van de binnenkomst op en het vertrek van haar grondgebied van het materieel en de financiële middelen, voorraden en overige goederen die nodig zijn voor de uitvoering van de in artikel 3 voorziene samenwerkingsvormen. De lijst van het materieel, de financiële middelen, voorraden en overige goederen wordt vooraf doorgegeven aan de ontvangende partij, die ter plaatse controles kan uitvoeren om zich van de conformiteit hiervan te vergewissen, tenzij het gerubriceerd materieel van de zendende partij betreft.
2 De strijdkrachten van de zendende partij mogen, uitsluitend voor eigen gebruik, onder de regeling tijdelijke invoer en onder volledige vrijstelling van alle rechten en heffingen, gedurende een verlengbaar tijdvak van 24 maanden, onder de voorwaarden voorzien in de wetgeving van de ontvangende partij, materieel, redelijke hoeveelheden voorraden en overige goederen bestemd voor het uitvoeren van activiteiten in het kader van dit Verdrag invoeren. Voor de bedoelde tijdelijke invoer met vrijstelling geldt als voorwaarde dat bij de douaneautoriteiten van de ontvangende partij een verzoek dient te worden ingediend langs elektronisch weg of, in voorkomend geval, schriftelijk met behulp van douaneformulieren, die door de bevoegde autoriteiten van de partijen volgens afspraak verstrekt worden en een attest waarvan de vorm door de partijen is overeengekomen en dat is ondertekend door een persoon, die daartoe door de zendende partij is gemachtigd. De bevoegde autoriteiten van de ontvangende partij kunnen verzoeken om voorafgaande toezending van de namen van de personen die gemachtigd zijn om de douaneformulieren te ondertekenen alsmede van een specimen van hun handtekeningen en van de gebruikte stempels.
3 Van materieel, voorraden en overige goederen die met vrijstelling zijn ingevoerd op grond van dit artikel kan op het grondgebied van de ontvangende partij noch tegen vergoeding noch kosteloos afstand worden gedaan. In bijzondere gevallen kan evenwel afstand of vernietiging worden toegestaan, onder voorbehoud van de voorwaarden die hiertoe door de bevoegde autoriteiten van de ontvangende partij worden gesteld.
4 Het materieel, de voorraden en overige goederen die met vrijstelling zijn ingevoerd op grond van dit artikel kunnen zonder belemmering met vrijstelling van alle rechten en heffingen worden weder uitgevoerd, op voorwaarde dat aan de douaneautoriteiten van de ontvangende partij een attest wordt overgelegd op de in het tweede lid van dit artikel voorziene wijze. De douaneautoriteiten van de ontvangende partij behouden het recht te controleren of de weder uitgevoerde goederen daadwerkelijk de goederen zijn die vermeld staan op het in het tweede lid van dit artikel genoemde attest, en daadwerkelijk zijn ingevoerd onder de in dit artikel voorziene voorwaarden.
5 Officiële documenten van de strijdkrachten van de zendende partij in een verzegelde omslag zijn niet onderworpen aan controle door de douane van de ontvangende partij. De koeriers die deze documenten overbrengen, dienen, ongeacht hun status, te zijn voorzien van een individuele dienstopdracht afgegeven onder de voorwaarden genoemd in artikel 8, tweede lid. In deze dienstopdracht staat het aantal omslagen vermeld alsmede een verklaring dat de inhoud uitsluitend officiële documenten bevat.
6 De militaire autoriteiten van de ontvangende partij verlenen waar mogelijk assistentie aan de strijdkrachten van de zendende partij bij alle administratieve en technische handelingen die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van dit artikel.
De leden van het personeel van de zendende partij dragen het uniform en militaire onderscheidingstekens in overeenstemming met de geldende wet- en regelgeving inzake hun strijdkrachten. De militaire autoriteiten van de ontvangende partij bepalen de voorwaarden waaronder het uniform gedragen mag worden.
De leden van het personeel van de zendende partij mogen een dienstwapen dragen bij het uitvoeren van de in artikel 3 voorziene activiteiten. De voorwaarden voor het dragen en gebruiken van wapens zijn in overeenstemming met de geldende wetgeving van de ontvangende partij.
1 De autoriteiten van de zendende partij zijn op tuchtrechtelijk gebied bevoegd ten aanzien van de leden van hun personeel. In het geval van gedragingen die vatbaar zijn voor sancties, stellen zij de bevoegde autoriteiten van de ontvangende partij in kennis.
2 De autoriteiten van de ontvangende partij kunnen verlangen dat een lid van het personeel van de zendende partij naar de zendende partij wordt teruggestuurd na een gedraging die indruist tegen het geldende tuchtrecht van hun strijdkrachten.
De leden van het personeel van de zendende partij die in het bezit zijn van een burgerlijk of militair rijbewijs afgegeven door de bevoegde autoriteiten van deze partij, hebben het recht op het grondgebied van de ontvangende partij voertuigen te besturen van de categorie die door het rijbewijs wordt toegestaan, in overeenstemming met de wetgeving van de ontvangende partij.
1 In het kader van de in artikel 3 voorziene samenwerking zijn bewegingen en doortochten van voertuigen, staatsschepen en staatsluchtvaartuigen vrijgesteld van alle rechten, belastingen en tol onder dezelfde voorwaarden die gelden voor voertuigen, staatsschepen en staatsluchtvaartuigen van de ontvangende partij.
2 Voor de toepassing van dit artikel verstrekt de ontvangende partij langs diplomatieke weg aan de zendende partij, wanneer zij zulks dienstig acht, de juiste vergunningen voor het gebruik van het luchtruim, het land en de zee in overeenstemming met haar wetgeving.
1 De bevoegde autoriteiten van de partijen werken samen om de veiligheid binnen de installaties die ter beschikking zijn gesteld van leden van het personeel van de zendende partij te waarborgen.
2 De bevoegde autoriteiten van de zendende partij, in overeenstemming met de bevoegde autoriteiten van de ontvangende partij, kunnen de nodige maatregelen nemen om de veiligheid van de hun ter beschikking gestelde installaties te waarborgen, alsook die van hun uitrusting, goederen, dossiers en informatie, met inachtneming van de wetgeving van de ontvangende partij.
3 De bevoegde autoriteiten van de ontvangende partij blijven verantwoordelijk voor de veiligheid aan de buitenzijde van de installaties die ter beschikking zijn gesteld van de strijdkrachten van de zendende partij. De strijdkrachten van de zendende partij kunnen, met instemming van de autoriteiten van de ontvangende partij en in samenspraak met hen, opgeroepen worden in te grijpen aan de buitenzijde van de installaties die ter beschikking zijn gesteld van de strijdkrachten, voor zover dit ingrijpen in overeenstemming is met de wetgeving van de ontvangende partij en noodzakelijk is om de veiligheid van de installaties te waarborgen.
4 De strijdkrachten van de zendende partij hebben het recht politietoezicht uit te oefenen in de installaties om er de handhaving van de discipline en veiligheid te waarborgen, met instemming en in samenspraak met de autoriteiten van de ontvangende partij.
1 Elke installatie van communicatiesystemen van de strijdkrachten van de zendende partij dient vooraf te worden goedgekeurd door de ontvangende partij. De bevoegde autoriteiten van de ontvangende partij nemen verzoeken tot installatie in welwillende overweging.
2 De strijdkrachten van de zendende partij maken uitsluitend gebruik van de frequenties die door de autoriteiten van de ontvangende partij aan hen zijn toegewezen. De ontvangende partij verstrekt kosteloos toegang tot het frequentiespectrum. De procedure voor het toewijzen, veranderen, terugtrekken of teruggeven van frequenties wordt in onderling overleg vastgesteld door de bevoegde autoriteiten van de partijen.
3 De bevoegde autoriteiten van de ontvangende partij verstrekken geen inlichtingen over de door de strijdkrachten van de zendende partij gebruikte frequenties aan derden zonder toestemming van deze laatste partij.
4 De ontvangende partij stelt faciliteiten op haar grondgebied ter beschikking aan de zendende partij voor haar post- en telegraafverrichtingen alsmede die van de leden van haar personeel. De nadere bepalingen met betrekking tot deze faciliteiten worden vastgesteld in onderling overleg.
1 De ontvangende partij oefent rechtsmacht uit ten aanzien van strafbare feiten die op haar grondgebied zijn begaan door een lid van het personeel van de zendende partij.
2 De bevoegde autoriteiten van de zendende partij hebben echter voorrang bij de uitoefening van rechtsmacht over strafbare feiten die het gevolg zijn van handelen of nalaten van een lid van het personeel in de uitoefening van zijn officiële taken, en in de volgende gevallen:
a. wanneer het strafbare feit uitsluitend de veiligheid van de zendende partij raakt;
b. wanneer het strafbare feit uitsluitend de persoon of eigendommen van een ander lid van het personeel van de zendende partij raakt;
c. wanneer het strafbare feit uitsluitend de goederen van de zendende partij raakt.
3 De bevoegde autoriteiten van de partij die hun rechtsmacht uitoefenen nemen verzoeken af te zien van de uitoefening van hun rechtsmacht in welwillende overweging, wanneer de bevoegde autoriteiten van de andere partij van mening zijn dat belangrijke bijzondere overwegingen zulks rechtvaardigen.
4 Wanneer de zendende partij bij voorrang rechtsmacht mag uitoefenen en besluit daarvan af te zien, stelt zij de bevoegde autoriteiten van de ontvangende partij daarvan onverwijld in kennis.
5 De zendende partij verplicht zich ertoe, met inachtneming van haar fundamentele rechtsbeginselen, elk lid van het personeel voor de bevoegde rechterlijke autoriteiten van de ontvangende partij te laten verschijnen ten behoeve van onderzoek.
6 De bevoegde autoriteiten van de ontvangende partij nemen een verzoek van de autoriteiten van de zendende partij om een lid van het personeel op het grondgebied van de ontvangende partij onder hun toezicht te stellen totdat de ontvangende partij vervolging tegen die persoon heeft ingesteld, in welwillende overweging.
7 De autoriteiten van de ontvangende partij geven de autoriteiten van de zendende partij onverwijld kennis van elke arrestatie van een lid van het personeel, onder vermelding van de redenen van de arrestatie.
8 De partijen verlenen elkaar wederzijds bijstand bij het uitvoeren van onderzoek en de bewijsvergaring, en stellen elkaar in kennis van het vervolg dat aan de zaak wordt gegeven door hun gerechtelijke instanties.
9 In geval van gerechtelijke vervolging door de ontvangende partij heeft elk lid van het personeel van de zendende partij het recht:
a. binnen een redelijke termijn te worden berecht;
b. vóór de aanvang van de terechtzitting in kennis te worden gesteld van de tegen hem uitgebrachte beschuldiging of beschuldigingen;
c. te worden geconfronteerd met de getuigen à charge, in overeenstemming met de wetgeving van de ontvangende partij;
d. getuigen à décharge tot verschijning te doen dwingen indien de rechter van de ontvangende partij daartoe de bevoegdheid heeft;
e. te worden vertegenwoordigd of bijgestaan door een advocaat;
f. indien hij zulks nodig acht, op de dienst van een bevoegde tolk;
g. te spreken met een vertegenwoordiger van de regering van de zendende partij, en wanneer het procesrecht zulks toelaat, op de aanwezigheid van deze vertegenwoordiger ter terechtzitting;
h. niet te worden vervolgd voor handelen of nalaten dat in de wetgeving van de ontvangende partij geen strafbaar feit vormde op het moment waarop het handelen of nalaten plaatsvond.
Het lid van het personeel dat wordt vervolgd, geniet bovendien bescherming op grond van het nationale recht en verdragen van de ontvangende partij alsmede de waarborgen die deze bieden.
10 In het geval van een veroordeling door de rechter van de ontvangende partij van een lid van het personeel van de zendende partij, nemen de bevoegde autoriteiten van de ontvangende partij het verzoek zijn straf in de zendende partij uit te zitten in welwillende overweging.
11 Wanneer een lid van het personeel van de zendende partij is berecht in overeenstemming met de bepalingen van dit artikel en is ontslagen van rechtsvervolging, is vrijgesproken dan wel veroordeeld, mag hij door de rechter van de andere partij niet nogmaals voor ditzelfde strafbare feit worden berecht.
12 Wanneer de partijen rechtsmacht uitoefenen in overeenstemming met de bepalingen van dit artikel, verplichten zij zich de respectieve leden van hun personeel die een strafbaar feit hebben begaan aan elkaar over te dragen, met inachtneming van de fundamentele beginselen van het recht van beide partijen, ongeacht de aard en de ernst van het gepleegde feit. Indien deze strafbare feiten worden bestraft met een straf die in strijd is met de verplichtingen die voortvloeien uit internationale verdragen waarbij een van de partijen partij is, vindt de overdracht door de andere partij pas plaats indien gewaarborgd wordt dat deze straffen niet tegen hen worden gevorderd of uitgesproken, of, indien zij worden uitgesproken, niet ten uitvoer worden gelegd.
13 Wanneer de partijen rechtsmacht uitoefenen in overeenstemming met de bepalingen van dit artikel, verplichten zij zich ertoe, indien de wet voorziet in de in het voorgaande lid bedoelde straffen, dat deze niet worden gevorderd of uitgesproken tegen een lid van het personeel van de andere partij noch ten uitvoer worden gelegd.
1 Elke partij doet afstand van alle vorderingen tot schadevergoeding tegen de andere partij, alsmede tegen de leden van het personeel van die partij, tot vergoeding van schade die tijdens of in verband met de dienst wordt toegebracht aan het personeel of goederen van deze partij, in het kader van de tenuitvoerlegging van de in artikel 3 voorziene vormen van samenwerking, uitgezonderd in het geval van grove schuld of opzet.
Onder grove schuld dient te worden verstaan een grove fout of grove nalatigheid. Onder opzet dient te worden verstaan een fout begaan met het oogmerk van de dader schade toe te brengen.
De vaststelling van de zware of opzettelijke aard van de fout geschiedt in onderling overleg tussen de partijen.
In het geval dat de in de eerste zin van dit lid bedoelde afstand niet van toepassing is, bepalen de partijen in onderling overleg de toerekenbaarheid van de schade en de daaruit voortvloeiende schadevergoeding.
2 Bij schade toegebracht aan goederen of personen van een derde partij door een lid van het personeel van de zendende partij, tijdens of in verband met de dienst, treedt de ontvangende partij bij de procedure in de plaats van de zendende partij.
3 De kosten van vergoedingen voor schade toegebracht aan derden wordt als volgt over de partijen verdeeld:
– wanneer de schade aan slechts een van de partijen is toe te rekenen, neemt deze partij de betaling van het volledige bedrag van de schadevergoeding voor haar rekening;
– wanneer de schade aan beide partijen is toe te rekenen, of het niet mogelijk is de verantwoordelijkheid aan de ene of de andere partij toe te schrijven, wordt het bedrag van de schadevergoeding gelijkelijk over de partijen verdeeld;
– de toerekenbaarheid van de schade en de daaruit voortvloeiende schadevergoeding worden in onderling overleg bepaald door de partijen.
1 De zendende partij verzekert zich ervan dat de leden van haar personeel in geneeskundig en tandheelkundig opzicht gezond zijn alvorens zij aankomen op het grondgebied van de ontvangende partij.
2 In noodgevallen en wanneer nodig kunnen de leden van het personeel van de zendende partij geneeskundige en tandheelkundige zorg krijgen van de gezondheidsdienst van de strijdkrachten van de ontvangende partij en opgenomen worden in een militair ziekenhuis, onder dezelfde omstandigheden als leden van het personeel van de ontvangende partij. Spoedeisende medische ingrepen op dat moment of evacuatie in noodsituaties met militaire middelen worden uitgevoerd zonder daarvoor kosten te berekenen.
3 Elke andere medische ingreep, alsook repatriëring om medische redenen van leden van het personeel blijven voor rekening van de zendende partij.
1 Het overlijden van een lid van het personeel van de zendende partij op het grondgebied van de ontvangende partij wordt vastgesteld in overeenstemming met de geldende wetgeving in de ontvangende partij door een bevoegde arts die de verklaring van overlijden opmaakt.
2 De ontvangende partij stuurt de autoriteiten van de zendende partij zo spoedig mogelijk een gewaarmerkt afschrift van de verklaring van overlijden.
3 Wanneer de gerechtelijke autoriteit van de ontvangende partij een autopsie van de overledene gelast, op eigen initiatief of op verzoek van de zendende partij, wordt deze uitgevoerd door de door deze autoriteit aangewezen arts. De bevoegde autoriteit van de zendende partij of een door haar aangewezen arts kan de autopsie bijwonen indien dit volgens de wetgeving van de ontvangende partij is toegestaan.
4 De bevoegde autoriteiten van de zendende partij krijgen de beschikking over het lichaam zodra zij daarvoor toestemming hebben ontvangen van de bevoegde autoriteit van de ontvangende partij. Het vervoer van het lichaam vindt plaats overeenkomstig de wetgeving van de ontvangende partij.
Elk geschil betreffende de interpretatie of toepassing van dit Verdrag wordt geregeld door middel van overleg tussen de partijen.
In overeenstemming met artikel 1, onderdeel c, is dit Verdrag van toepassing:
1. Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, op Aruba, Curaçao, Sint Maarten en het Caribische deel van Nederland (de eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba), tenzij anders bepaald in de kennisgeving zoals bedoeld in het eerste lid van artikel 23. In het laatste geval kan het Koninkrijk der Nederlanden te allen tijde de toepassing van dit Verdrag uitbreiden tot één of meer van zijn afzonderlijke delen door middel van een kennisgeving langs diplomatieke weg aan de Franse Republiek.
2. Wat de Franse Republiek betreft, op het grondgebied van de Franse Republiek in de Caraïben en Zuid-Amerika.
1 De partijen stellen elkaar in kennis van de voltooiing van de voor de inwerkingtreding van dit Verdrag vereiste grondwettelijke procedures. Het Verdrag treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgend op de dag van ontvangst van de tweede kennisgeving.
2 Dit Verdrag wordt gesloten voor een tijdvak van tien (10) jaar en wordt telkens stilzwijgend met tijdvakken van dezelfde duur verlengd, tenzij een van de partijen de andere partij schriftelijk langs diplomatieke weg in kennis stelt van haar voornemen het Verdrag te beëindigen, en zulks uiterlijk zes (6) maanden voor het verstrijken van de geldigheidsduur doet.
3 De partijen kunnen dit Verdrag te allen tijde op basis van schriftelijke onderlinge overeenstemming wijzigen.
4 Elke partij kan dit Verdrag opzeggen door middel van een schriftelijke kennisgeving. Deze opzegging treedt in werking zes (6) maanden na de datum van kennisgeving aan de andere partij.
5 De beëindiging of opzegging van dit Verdrag ontslaat de partijen niet van de uitvoering van de verplichtingen die tijdens de toepassing ervan zijn aangegaan.
TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd door hun onderscheiden regeringen, dit Verdrag hebben ondertekend.
GEDAAN te ’s-Gravenhage op 25 juni 2021, in twee originele exemplaren, in de Nederlandse en de Franse taal, waarbij beide teksten gelijkelijk authentiek zijn.
Voor de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden,
ANK BIJLEVELD
Voor de Regering van de Franse Republiek,
FLORENCE PARLY
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Franse Republiek inzake samenwerking op defensiegebied en de status van hun strijdkrachten op de grondgebieden in de Caraïben en Zuid-Amerika van de Franse Republiek en het Koninkrijk der Nederlanden", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.