HET AMBASSADEKANTOOR VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN
Chisinau,
6 augustus 2019
NR. CHS/2019/050
Het Ambassadekantoor van het Koninkrijk der Nederlanden in de Republiek Moldavië biedt
het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Europese Integratie van de Republiek Moldavië
haar complimenten aan en heeft de eer te verwijzen naar het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Moldavië inzake wederzijdse
administratieve bijstand in douanezaken, ondertekend te Chisinau op 19 juni 2006 (hierna te noemen „het Verdrag van 2006”).
De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden stelt voor dat, in overeenstemming
met artikel 21, tweede en derde lid, van het Verdrag van 2006, de toepassing van het Verdrag van 2006 wordt uitgebreid tot Aruba, Curaçao en Sint
Maarten, met inachtneming van het volgende:
-
1. Voor het Koninkrijk der Nederlanden wordt, wat Aruba, Curaçao en Sint Maarten betreft,
onder de uitdrukking „douaneadministratie” in artikel 1, onderdeel a, van het Verdrag van 2006 verstaan de respectieve centrale administratie die verantwoordelijk is voor de toepassing
van de douanewetgeving.
-
2.
Artikel 2, vierde lid, van het Verdrag van 2006 is uitsluitend van toepassing op Aruba, Curaçao en Sint Maarten, naargelang van het
geval, voor zover de daarin bedoelde overeenkomsten of regelingen van toepassing zijn
op deze respectieve delen van het Koninkrijk der Nederlanden.
-
3. De vereisten van de nationale wetgeving in de zin van artikel 17 van het Verdrag van 2006 vallen wat Aruba, Curaçao en Sint Maarten betreft, onder het bereik van de Landsverordening
persoonsregistratie of de Rijkswet administratieve bijstand, naargelang van het geval.
Indien het voorgaande aanvaardbaar is voor de Regering van de Republiek Moldavië,
heeft het Ambassadekantoor van het Koninkrijk der Nederlanden in de Republiek Moldavië
voorts de eer voor te stellen dat deze nota en de antwoordnota van het Ministerie
een Verdrag zullen vormen tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Moldavië
dat in werking zal treden op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de datum
van ontvangst van de laatste kennisgeving waarin één van de Verdragsluitende partijen
aan de andere Verdragsluitende partij mededeelt dat aan de benodigde formaliteiten
voor de inwerkingtreding van dit Verdrag is voldaan.
Het Ambassadekantoor van het Koninkrijk der Nederlanden in de Republiek Moldavië maakt
van deze gelegenheid gebruik om het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek
Moldavië opnieuw te verzekeren van haar zeer bijzondere hoogachting.
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Europese Integratie van de Republiek Moldavië
Chisinau