De Europese Unie, hierna „de Unie” genoemd,
het Koninkrijk België,
de Republiek Bulgarije,
de Tsjechische Republiek,
het Koninkrijk Denemarken,
de Bondsrepubliek Duitsland,
de Republiek Estland,
Ierland,
de Helleense Republiek,
het Koninkrijk Spanje,
de Franse Republiek,
de Republiek Kroatië,
de Italiaanse Republiek,
de Republiek Cyprus,
de Republiek Letland,
de Republiek Litouwen,
het Groothertogdom Luxemburg,
Hongarije,
de Republiek Malta,
het Koninkrijk der Nederlanden,
de Republiek Oostenrijk,
de Republiek Polen,
de Portugese Republiek,
Roemenië,
de Republiek Slovenië,
de Slowaakse Republiek,
de Republiek Finland,
het Koninkrijk Zweden, en
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,
enerzijds, hierna samen de „EU-partij” genoemd, en
de Socialistische Republiek Vietnam,
anderzijds, hierna „Vietnam” genoemd,
hierna gezamenlijk „de partijen” genoemd,
Erkennende dat zij een langdurig en sterk partnerschap hebben, dat is gebaseerd op
de gemeenschappelijke beginselen en waarden die zijn weergegeven in de Kaderovereenkomst inzake een breed partnerschap en samenwerking tussen de Europese
Unie en haar lidstaten enerzijds, en de Socialistische Republiek Vietnam, anderzijds, die op 27 juni 2012 in Brussel is ondertekend (hierna „Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst” genoemd), alsmede belangrijke economische, handels- en investeringsbanden, die onder
meer tot uiting komen in de Vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Socialistische Republiek Vietnam die op 30 juni 2019 in Hanoi is ondertekend (hierna „Vrijhandelsovereenkomst” genoemd);
Geleid door de wens, consistent met het kader van hun economische betrekkingen, hun
banden verder aan te halen, en ervan overtuigd dat deze overeenkomst een nieuw klimaat
voor de ontwikkeling van de wederzijdse investeringen tussen de partijen tot stand
zal brengen;
Erkennende dat deze overeenkomst het streven naar regionale economische integratie
zal aanvullen en bevorderen;
Vastbesloten hun economische, handels- en investeringsbanden aan te halen met eerbiediging
van het doel van een in economisch, sociaal en ecologisch opzicht duurzame ontwikkeling,
en investeringen in het kader van deze overeenkomst te bevorderen op een wijze die
strookt met hoge beschermingsniveaus voor milieu en werknemers en de desbetreffende
internationaal erkende normen en overeenkomsten waarbij zij partij zijn;
Geleid door de wens de levensstandaard te verhogen, economische groei en stabiliteit
te bevorderen, nieuwe mogelijkheden voor werkgelegenheid te scheppen en het algemene
welzijn te verbeteren, en daarom opnieuw bevestigende dat zij de vaste wil hebben
om investeringen te bevorderen;
Opnieuw bevestigende dat zij de beginselen van duurzame ontwikkeling in de handelsovereenkomst
ten volle onderschrijven;
Erkennende dat transparantie van belang is, zoals in hun verbintenissen in de vrijhandelsovereenkomst
tot uitdrukking komt;
Opnieuw bevestigende dat zij het Handvest van de Verenigde Naties, ondertekend te San Francisco op 26 juni 1945, en de beginselen van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties vastgesteld op 10 december
1948, ten volle onderschrijven;
Voortbouwend op hun respectieve rechten en verplichtingen ingevolge de Overeenkomst van Marrakesh tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie, gedaan te Marrakesh op 15 april 1994, hierna „ WTO-Overeenkomst” genoemd, en andere multilaterale, regionale en bilaterale overeenkomsten en regelingen
waarbij zij partij zijn, en met name de Vrijhandelsovereenkomst;
Vanuit de wens het concurrentievermogen van hun ondernemingen te bevorderen door hun
een voorspelbaar wetgevingskader voor hun investeringsbetrekkingen te bieden,