Verdrag inzake luchtdiensten tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Curaçao, en de Dominicaanse Republiek, Santo Domingo, 13-05-2019

Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2019. Zie het overzicht van wijzigingen.
[Regeling treedt in werking op nader te bepalen tijdstip.]
Geraadpleegd op 16-05-2025.
Geldend van 13-05-2019 t/m heden

Verdrag inzake luchtdiensten tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Curaçao, en de Dominicaanse Republiek

Authentiek : NL

Verdrag inzake luchtdiensten tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Curaçao, en de Dominicaanse Republiek

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Curaçao,

en

de Dominicaanse Republiek (hierna „de partijen”),

Partijen zijnde bij het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart, opengesteld voor ondertekening te Chicago op 7 december 1944;

Geleid door de wens een bijdrage te leveren aan de vooruitgang van de regionale en internationale burgerluchtvaart;

Geleid door de wens een internationaal luchtvaartstelsel te bevorderen dat gebaseerd is op mededinging tussen luchtvaartmaatschappijen met een minimum aan overheidsbemoeienis en -regulering;

Geleid door de wens een verdrag te sluiten ten behoeve van het instellen en exploiteren van luchtdiensten tussen en via hun onderscheiden grondgebieden;

Geleid door de wens de hoogste mate van veiligheid en beveiliging van internationale luchtdiensten te waarborgen;

Zijn het volgende overeengekomen:

HOOFDSTUK I. INLEIDING

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Voor de toepassing van dit Verdrag, tenzij anders is omschreven:

  • 1. wordt onder „luchtvaartautoriteiten” verstaan, wat de Dominicaanse Republiek betreft, de Burgerluchtvaartdienst; wat het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Curaçao, betreft, de minister verantwoordelijk voor de burgerluchtvaart; of, in beide gevallen, elke persoon of instantie die bevoegd is de functies te vervullen die thans door de genoemde autoriteiten worden vervuld;

  • 2. wordt onder „overeengekomen diensten” verstaan luchtdiensten op de omschreven routes voor het vervoer van passagiers, vracht en post, afzonderlijk of gecombineerd;

  • 3. wordt onder „Verdrag” verstaan dit Verdrag, de Bijlagen daarbij en alle wijzigingen daarvan;

  • 4. hebben „luchtdienst”, „internationale luchtdienst”, „luchtvaartmaatschappij” en „landing anders dan voor verkeersdoeleinden” de betekenis die daaraan in artikel 96 van het Verdrag van Chicago respectievelijk wordt toegekend;

  • 5. wordt onder „aangewezen luchtvaartmaatschappij” verstaan een luchtvaartmaatschappij of luchtvaartmaatschappijen die is/zijn aangewezen en gemachtigd overeenkomstig artikel 3 (Aanwijzing en verlening van vergunningen) van dit Verdrag;

  • 6. wordt onder „het Verdrag van Chicago” verstaan het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart, opengesteld voor ondertekening te Chicago op 7 december 1944, met inbegrip van alle overeenkomstig artikel 90 van dat verdrag aangenomen Bijlagen en alle wijzigingen van de Bijlagen of van het verdrag ingevolge de artikelen 90 en 94 daarvan, voor zover deze Bijlagen en wijzigingen in werking zijn getreden voor, of zijn bekrachtigd door beide partijen;

  • 7. wordt onder „onderdaan” verstaan, wat de Dominicaanse Republiek betreft, onderdanen van de Dominicaanse Republiek en, wat het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Curaçao, betreft, onderdanen van het Koninkrijk der Nederlanden die op Curaçao geboren zijn of die officieel bij de burgerlijke stand van Curaçao als lokale inwoner zijn ingeschreven;

  • 8. wordt onder „prijs” verstaan alle tarieven, kosten of heffingen die luchtvaartmaatschappijen, agentschappen inbegrepen, in rekening brengen voor vervoer door de lucht, met inbegrip van elke andere wijze van transport in verband daarmee, van passagiers, bagage en/of vracht en de voor de beschikbaarheid van deze tarieven, kosten of heffingen geldende voorwaarden;

  • 9. voor wat betreft het Koninkrijk der Nederlanden, met betrekking tot Curaçao, hebben de begripsomschrijvingen „soevereiniteit” en „grondgebied”, in relatie tot een partij, de betekenis die daaraan respectievelijk wordt toegekend in artikel 1 en artikel 2 van het Verdrag van Chicago;

    voor wat betreft de Dominicaanse Republiek, hebben de begripsomschrijvingen „soevereiniteit” en „grondgebied”, in relatie tot een Staat, de betekenis in overeenstemming met de bepalingen in artikel 1 en artikel 2 van het Verdrag van Chicago; Soevereiniteit: „De Verdragsluitende Staten erkennen dat elke Staat de volledige en uitsluitende soevereiniteit heeft over de luchtruimte boven zijn grondgebied.” Grondgebied: „In relatie tot een Staat wordt geacht te omvatten het grondgebied en de daaraan grenzende territoriale wateren en het luchtruim daarboven welke staan onder de soevereiniteit van die Staat.”;

  • 10. wordt onder „gebruikersheffing” verstaan een heffing opgelegd aan luchtvaartmaatschappijen voor de levering van luchthaven-, luchtnavigatie- of luchtvaartbeveiligingsvoorzieningen of -diensten met inbegrip van daarmee verband houdende diensten en voorzieningen;

  • 11. wordt onder „capaciteit” verstaan het aantal diensten dat uit hoofde van het Verdrag wordt geleverd, gewoonlijk gemeten als het aantal vluchten, stoelen en ton vracht die op een markt worden aangeboden, hetzij wekelijks hetzij gedurende een andere gespecificeerde termijn;

  • 12. wordt onder „ICAO” verstaan de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie.

HOOFDSTUK II. DOELSTELLINGEN

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Artikel 2. Verlening van rechten

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

  • 1 Elke partij verleent de andere partij de volgende rechten voor het verrichten van luchtdiensten door de aangewezen luchtvaartmaatschappij(en) van de andere partij:

    • a. het recht zonder te landen over haar grondgebied te vliegen;

    • b. het recht op haar grondgebied te landen anders dan voor verkeersdoeleinden; en

    • c. de rechten die elders zijn omschreven in dit Verdrag.

  • 2 De luchtvaartmaatschappijen van elke partij, anders dan die aangewezen uit hoofde van artikel 3 (Aanwijzing en verlening van vergunningen) van dit Verdrag, genieten tevens de rechten die omschreven zijn in het eerste lid, onderdelen a en b, van dit artikel.

  • 3 Geen van de bepalingen van dit Verdrag wordt geacht de luchtvaartmaatschappij(en) van de ene partij het recht te geven op het grondgebied van de andere partij tegen vergoeding of beloning passagiers, vracht of post op te nemen bestemd voor een ander punt op het grondgebied van die andere partij.

  • 4 Het uitoefenen van vijfde- en zesde vrijheidsverkeersrechten dient te worden goedgekeurd door de luchtvaartautoriteiten van beide partijen en kan in een overeenkomst worden afgesproken.

  • 5 Dit Verdrag sluit het uitoefenen van commerciële verkeersrechten door luchtvaartmaatschappijen van de Dominicaanse Republiek uit tussen Curaçao en Nederland (met inbegrip van het Caribische deel van Nederland (Bonaire, Sint Eustatius en Saba)); tussen Curaçao en Sint Maarten; en tussen Curaçao en Aruba.

Artikel 3. Aanwijzing en verlening van vergunningen

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

  • 1 Elke partij heeft het recht, langs diplomatieke weg bij een schriftelijke kennisgeving door hun luchtvaartautoriteiten aan de andere partij, een of meer luchtvaartmaatschappijen aan te wijzen voor de exploitatie van de overeengekomen diensten en een aanwijzing in te trekken of een eerder aangewezen luchtvaartmaatschappij te vervangen door een andere luchtvaartmaatschappij.

  • 2 Na ontvangst van een dergelijke aanwijzing en van aanvragen van de aangewezen luchtvaartmaatschappij, in de vorm en op de wijze die is voorgeschreven voor exploitatievergunningen, verleent de andere partij de desbetreffende exploitatievergunningen met een zo gering mogelijke procedurele vertraging, mits:

    • a. de aangewezen luchtvaartmaatschappij daadwerkelijk gecontroleerd wordt door de partij die de luchtvaartmaatschappij aanwijst;

    • b. de aangewezen luchtvaartmaatschappij haar voornaamste plaats van bedrijfsuitoefening heeft op het grondgebied van de aanwijzende partij;

    • c. de aangewezen luchtvaartmaatschappij in staat is te voldoen aan de in de wetten en voorschriften gestelde voorwaarden die de partij die de aanwijzing(en) ontvangt gewoonlijk toepast op de exploitatie van internationale luchtdiensten; en

    • d. de partij die de luchtvaartmaatschappij aanwijst de in artikel 14 (Veiligheid) en artikel 15 (Beveiliging van de luchtvaart) van dit Verdrag vervatte normen handhaaft en toepast.

  • 3 Na ontvangst van de in het tweede lid van dit artikel bedoelde exploitatievergunning, kan de aangewezen luchtvaartmaatschappij op elk moment, geheel of ten dele, een aanvang maken met de exploitatie van de overeengekomen diensten, mits zij de bepalingen van dit Verdrag naleeft.

Artikel 4. Intrekking van vergunningen

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

  • 1 Elke partij heeft het recht de in artikel 3 (Aanwijzing en verlening van vergunningen) van dit Verdrag vermelde vergunningen voor een door de andere partij aangewezen luchtvaartmaatschappij te weigeren en deze in te trekken, te schorsen of hieraan voorwaarden te verbinden, hetzij tijdelijk, hetzij permanent, wanneer de aangewezen luchtvaartmaatschappij verzuimt te voldoen aan de bepalingen van het tweede lid van artikel 3 (Aanwijzing en verlening van vergunningen) en van artikel 13 (Toepassing van wetten) van dit Verdrag.

  • 2 Tenzij onmiddellijk ingrijpen van wezenlijk belang is ter voorkoming van verdere inbreuken op de bepalingen van het tweede lid van artikel 3 (Aanwijzing en verlening van vergunningen) en van artikel 13 (Toepassing van wetten) van dit Verdrag, worden de bij dit artikel vastgestelde rechten slechts uitgeoefend na overleg tussen de luchtvaartautoriteiten overeenkomstig artikel 18 (Overleg) van dit Verdrag.

HOOFDSTUK III. COMMERCIËLE BEPALINGEN

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Artikel 5. Commerciële activiteiten

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

  • 1 De aangewezen luchtvaartmaatschappij(en) van elke partij heeft/hebben het recht op het grondgebied van een andere partij zowel online als offline kantoren te vestigen ten behoeve van de bevordering en verkoop van luchtdiensten.

  • 2 De aangewezen luchtvaartmaatschappij(en) van elke partij heeft/hebben het recht, in overeenstemming met de wetten en voorschriften van de andere partij inzake binnenkomst, verblijf en werk, leidinggevend, commercieel, technisch, operationeel alsmede ander gespecialiseerd personeel te zenden naar en te doen verblijven op het grondgebied van de andere partij voor het verzorgen van luchtdiensten.

  • 3 In deze personeelsbehoefte kan naar keuze van de aangewezen luchtvaartmaatschappij of luchtvaartmaatschappijen van de ene partij worden voorzien door hun eigen personeel of door gebruikmaking van de diensten van een andere organisatie, onderneming of aangewezen luchtvaartmaatschappij die werkzaam is op het grondgebied van de andere partij en die gemachtigd is dergelijke diensten te verlenen voor andere aangewezen luchtvaartmaatschappijen.

  • 4 De geldende wet- en regelgeving van de andere partij is op de vertegenwoordigers en het personeel van toepassing en in overeenstemming met deze wet- en regelgeving:

    • a. verleent elke partij, op basis van wederkerigheid en met een zo gering mogelijke vertraging, de noodzakelijke werkvergunningen, bezoekersvisa of overige soortgelijke documenten aan de in het tweede lid van dit artikel bedoelde vertegenwoordigers en personeelsleden; en

    • b. vergemakkelijkt en bespoedigt elke partij de vereiste werkvergunningen voor medewerkers die bepaalde tijdelijke taken verrichten.

  • 5 Met inachtneming van de van toepassing zijnde veiligheidsbepalingen, met inbegrip van de Normen en Aanbevolen Werkwijzen („SARPs”) vervat in de ICAO-Bijlagen 6 en 17, heeft/hebben de aangewezen luchtvaartmaatschappij(en) het recht zelf hun gronddiensten te verrichten op het grondgebied van de andere partij („self-handling”) of, naar keuze, voor al deze diensten of een deel daarvan een agent te kiezen van een concurrent. De rechten zijn uitsluitend onderworpen aan de interne regels van de partijen en aan fysieke beperkingen die voortvloeien uit overwegingen op het gebied van de veiligheid van luchthavens of de veiligheid van de luchtvaart. Wanneer de wet- en regelgeving, interne voorschriften, contractuele bepalingen of verplichtingen van een partij self-handling uitsluiten, dienen gronddiensten op basis van gelijkheid beschikbaar te zijn voor alle luchtvaartmaatschappijen; heffingen dienen gebaseerd te zijn op de kosten van de verleende diensten; en de aard en kwaliteit van deze diensten dienen vergelijkbaar te zijn met die van diensten als self-handling wel mogelijk zou zijn.

  • 6 De aangewezen luchtvaartmaatschappij(en) mag/mogen zich rechtstreeks en, naar eigen goeddunken, via haar/hun agenten bezighouden met de verkoop van luchtdiensten op het grondgebied van de andere partij. Elke aangewezen luchtvaartmaatschappij heeft het recht dit luchtvervoer te verkopen in de valuta van dat grondgebied of in vrij omwisselbare valuta.

  • 7 Bij de exploitatie of het onderhouden van de toegestane diensten op de omschreven routes kan elke aangewezen luchtvaartmaatschappij van een partij commerciële samenwerkingsregelingen aangaan, zoals joint ventures, onderling vast af te nemen plaatsen of code-sharing met:

    • i. een luchtvaartmaatschappij of luchtvaartmaatschappijen van elk van de partijen;

    • ii. een luchtvaartmaatschappij of luchtvaartmaatschappijen van een derde land; en

    • iii. een aanbieder van vervoer over land en/of zee in elk land;

    op voorwaarde dat:

    • 1. alle luchtvaartmaatschappijen die aan dergelijke regelingen deelnemen de vereiste bevoegdheden hebben;

    • 2. alle luchtvaartmaatschappijen voldoen aan de eisen die gewoonlijk op dergelijke regelingen van toepassing zijn; en

    • 3. de partijen overeenkomen de noodzakelijke maatregelen te nemen om te waarborgen dat consumenten volledig op de hoogte en beschermd zijn met betrekking tot vluchten met een gedeelde vluchtcode naar of van hun grondgebied en dat de passagiers ten minste worden voorzien van de noodzakelijke informatie op een van de volgende wijzen:

      • i. mondeling en, indien mogelijk, schriftelijk op het moment van boeken;

      • ii. geschreven op de routebeschrijving bij het ticket of op een ander document dat het ticket vervangt, zoals een schriftelijke bevestiging, met inbegrip van informatie over met wie contact kan worden opgenomen in geval van problemen. Daarnaast dient duidelijk te worden vermeld welke luchtvaartmaatschappij aansprakelijk kan worden gesteld bij schade.

    De aangewezen luchtvaartmaatschappij(en) van elke partij mag/mogen gebruikmaken van luchtvaartuigen die, al dan niet met bemanning, worden geleast van een andere maatschappij, met inachtneming van de wetten en voorschriften van de partijen.

Artikel 6. Gebruikersheffingen

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

  • 1 Geen van de partijen legt de aangewezen luchtvaartmaatschappij(en) van de andere partij gebruikersheffingen op, of staat toe dat deze worden opgelegd, die hoger zijn dan die worden opgelegd aan haar eigen luchtvaartmaatschappijen die worden gebruikt voor vergelijkbare internationale luchtdiensten.

  • 2 Gebruikersheffingen die aan de luchtvaartmaatschappijen van een partij worden opgelegd door de bevoegde lichamen van de andere partij dienen rechtvaardig, redelijk en niet discriminatoir te zijn.

  • 3 Elke partij moedigt overleg aan tussen de bevoegde autoriteiten op haar grondgebied en de luchtvaartmaatschappijen die gebruikmaken van haar diensten en voorzieningen.

  • 4 Geen van de partijen wordt bij procedures voor de regeling van geschillen uit hoofde van artikel 19 (Regeling van geschillen) van dit Verdrag geacht inbreuk te maken op een bepaling van dit artikel, tenzij:

    • a. zij nalaat de heffing of praktijk waarop een klacht van de andere partij betrekking heeft binnen een redelijke termijn te toetsen; of

    • b. zij na deze toetsing nalaat alle maatregelen te nemen die in haar vermogen liggen om een heffing of praktijk die onverenigbaar is met dit artikel ongedaan te maken.

Artikel 7. Capaciteit

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

  • 1 Elke partij staat toe dat elke aangewezen luchtvaartmaatschappij van de andere partij de frequentie en capaciteit van de internationale luchtdiensten die zij aanbiedt, bepaalt op basis van commerciële marktoverwegingen.

  • 2 Geen van de partijen beperkt eenzijdig de omvang van het verkeer, de frequentie of regelmaat van een dienst, of de typen door de aangewezen luchtvaartmaatschappijen van een van de partijen geëxploiteerde luchtvaartuigen, tenzij dit nodig mocht zijn vanwege redenen op het gebied van douane en andere inspectiediensten van de overheid, techniek of exploitatie uit hoofde van uniforme voorwaarden die in overeenstemming zijn met artikel 15 van het Verdrag van Chicago.

Artikel 8. Eerlijke concurrentie

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Elke luchtvaartmaatschappij:

  • a. wordt in de gelegenheid gesteld op eerlijke en gelijke wijze te concurreren bij het verzorgen van de internationale luchtdiensten waarop dit Verdrag betrekking heeft, en in overeenstemming met de mededingingswetgeving van de partijen;

  • b. treft maatregelen ter bestrijding van alle vormen van discriminatie of oneerlijke concurrentiepraktijken die de concurrentiepositie van een aangewezen luchtvaartmaatschappij van de andere partij nadelig beïnvloeden.

Artikel 9. Prijzen

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

  • 1 Prijzen die uit hoofde van dit Verdrag voor luchtdiensten worden berekend mogen door de aangewezen luchtvaartmaatschappij(en) vrij worden vastgesteld en hoeven niet te worden goedgekeurd. Het ingrijpen door de partijen is beperkt tot:

    • a. het voorkomen van discriminatoire praktijken of prijzen;

    • b. het beschermen van consumenten tegen prijzen die onredelijk hoog of beperkend zijn als gevolg van misbruik van een dominante positie;

    • c. het beschermen van de luchtvaartmaatschappijen tegen prijzen die kunstmatig laag zijn als gevolg van directe of indirecte overheidssteun of -subsidie.

  • 2 Elke partij kan verlangen dat in rekening gebrachte prijzen voor vluchten naar of van haar grondgebied door luchtvaartmaatschappijen van de andere partij ter kennis worden gebracht van of worden ingediend bij haar luchtvaartautoriteiten. Een dergelijke kennisgeving of indiening door de aangewezen luchtvaartmaatschappijen van beide partijen kan verlangd worden uiterlijk op het tijdstip waarop de prijs wordt aangeboden, ongeacht de vorm waarin de prijs wordt aangeboden, hetzij elektronisch hetzij anderszins.

HOOFDSTUK IV. FINANCIËLE BEPALINGEN

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Artikel 10. Douanerechten

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

  • 1 Elke partij stelt op basis van wederkerigheid een aangewezen luchtvaartmaatschappij van de andere partij in de ruimst mogelijke mate die haar nationale wetgeving toestaat vrij van importbeperkingen, douanerechten, accijnzen, inspectiekosten en andere nationale rechten en heffingen, die niet gebaseerd zijn op de kosten van de bij aankomst verleende diensten, op luchtvaartuigen, brandstof, smeermiddelen, technische verbruiksvoorraden, reserveonderdelen met inbegrip van motoren, normale uitrustingsstukken, boordproviand en andere artikelen zoals voorraden gedrukte tickets, luchtvrachtbrieven en drukwerk waarop het embleem van de maatschappij voorkomt en gebruikelijk reclamemateriaal dat door die aangewezen luchtvaartmaatschappij gratis wordt verspreid en bestemd is voor gebruik of uitsluitend wordt gebruikt in verband met de exploitatie of het onderhoud van luchtvaartuigen van de luchtvaartmaatschappij van deze andere partij die de overeengekomen diensten uitvoert.

  • 2 De in dit artikel toegekende vrijstellingen zijn van toepassing op de in het eerste lid van dit artikel genoemde goederen:

    • a. die door of namens de aangewezen luchtvaartmaatschappij van de andere partij op het grondgebied van de partij zijn binnengebracht;

    • b. die bij aankomst op of vertrek uit het grondgebied van de andere partij aan boord van het luchtvaartuig van de aangewezen luchtvaartmaatschappij van een partij blijven; of

    • c. die aan boord worden genomen van het luchtvaartuig van de aangewezen luchtvaartmaatschappij van een partij op het grondgebied van de andere partij en die bestemd zijn voor gebruik tijdens de exploitatie van de overeengekomen diensten,

    ongeacht of dergelijke goederen geheel worden gebruikt of verbruikt op het grondgebied van de partij die de vrijstelling verleent, mits de eigendom van dergelijke goederen niet op het grondgebied van genoemde partij wordt overgedragen.

  • 3 Normale boorduitrustingsstukken, reserveonderdelen, voorraden brandstof en smeermiddelen en proviand aan boord van luchtvaartuigen van een van beide partijen mogen op het grondgebied van de andere partij slechts worden uitgeladen met toestemming van de douaneautoriteiten van die partij, die kunnen verlangen dat deze goederen onder hun toezicht worden geplaatst, totdat deze weer worden uitgevoerd of overeenkomstig de douanevoorschriften een andere bestemming hebben gekregen.

  • 4 Passagiers, bagage, vracht en post in rechtstreeks doorgaand verkeer worden slechts aan een vereenvoudigde controle onderworpen. Bagage en vracht in rechtstreeks doorgaand verkeer zijn vrijgesteld van douanerechten en andere vergelijkbare rechten.

Artikel 11. Belastingheffing

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

  • 1 Inkomsten of voordelen uit de exploitatie van de luchtvaartuigen van een aangewezen luchtvaartmaatschappij in internationale luchtdiensten alsmede de te leveren goederen en diensten zijn belastbaar overeenkomstig de wetgeving van elk van de partijen.

  • 2 Belastingen die door de bevoegde belastingautoriteiten van een partij worden opgelegd zijn op basis van non-discriminatie en gelijke voorwaarden van toepassing op de luchtvaartmaatschappijen van de andere partij.

  • 3 Indien er tussen de partijen een bijzonder verdrag is gesloten tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot het inkomen en het vermogen, hebben de bepalingen van dat verdrag voorrang.

Artikel 12. Overmaking van gelden

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Elke aangewezen luchtvaartmaatschappij heeft het recht, op verzoek, het na aftrek van plaatselijke uitgaven overblijvende bedrag van de plaatselijk verkregen inkomsten uit de verkoop van luchtdiensten en daarmee samenhangende activiteiten die rechtstreeks verband houden met luchtdiensten te wisselen en naar haar land over te maken. Inwisseling en overmaking worden onverwijld en zonder beperkingen of belastingheffing toegestaan, tegen de wisselkoers die van toepassing is op lopende transacties en overmakingen op de datum waarop de luchtvaartmaatschappij de eerste aanvraag tot overmaking doet.

HOOFDSTUK V. BEPALINGEN BETREFFENDE REGELGEVING

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Artikel 13. Toepassing van wetten

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

  • 1 Bij binnenkomst op, verblijf binnen of vertrek uit het grondgebied van de ene partij dienen haar wetten en voorschriften met betrekking tot de exploitatie van en het vliegen met luchtvaartuigen te worden nageleefd door de aangewezen luchtvaartmaatschappij(en) van de andere partij.

  • 2 Bij binnenkomst op, verblijf binnen of vertrek uit het grondgebied van de ene partij, dienen haar wetten en voorschriften inzake de toelating tot of het vertrek uit haar grondgebied van passagiers, bemanning of vracht aan boord van luchtvaartuigen (met inbegrip van voorschriften met betrekking tot binnenkomst, inklaring, beveiliging van de luchtvaart, immigratie, paspoorten, douane en quarantaine of, in het geval van post, de postreglementen) te worden nageleefd door of namens de passagiers, bemanning of met betrekking tot de vracht van de aangewezen luchtvaartmaatschappij(en) van de andere partij.

  • 3 Geen van de partijen begunstigt haar eigen of een andere luchtvaartmaatschappij ten opzichte van een luchtvaartmaatschappij van de andere partij die soortgelijke internationale luchtdiensten verricht bij de toepassing van haar voorschriften inzake immigratie, douane, quarantaine en soortgelijke voorschriften.

Artikel 14. Veiligheid

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

  • 1 Elke partij erkent, ten behoeve van de exploitatie van de luchtdiensten voorzien in dit Verdrag, als geldig bewijzen van luchtwaardigheid, bewijzen van bevoegdheid en vergunningen uitgereikt of geldig verklaard door de andere partij en nog van kracht, mits de vereisten voor deze bewijzen of vergunningen ten minste gelijk zijn aan de minimumnormen die kunnen worden vastgesteld uit hoofde van het Verdrag van Chicago. Elke partij kan evenwel voor vluchten boven of landingen op haar eigen grondgebied weigeren de geldigheid te erkennen van bewijzen van bevoegdheid en vergunningen die door de andere partij ten behoeve van haar eigen onderdanen zijn afgegeven of geldig verklaard.

  • 2 Elke partij kan verzoeken om overleg over de veiligheidsnormen die door de andere partij worden gehandhaafd met betrekking tot luchtvaartvoorzieningen, bemanning, luchtvaartuigen en de exploitatie van de luchtvaartmaatschappijen. Dergelijk overleg vindt plaats overeenkomstig artikel 18 (Overleg) van dit Verdrag.

  • 3 Indien, na dergelijk overleg, een partij oordeelt dat de andere partij op de gebieden bedoeld in het tweede lid van dit artikel niet op doeltreffende wijze veiligheidsnormen en eisen handhaaft en toepast die ten minste gelijk zijn aan de minimumnormen die op dat moment uit hoofde van het Verdrag van Chicago kunnen zijn vastgesteld, wordt de andere partij in kennis gesteld van dit oordeel en van de noodzakelijk geachte stappen om te voldoen aan die minimumnormen, en neemt die andere partij passende corrigerende maatregelen binnen een overeengekomen termijn. Elke partij behoudt zich het recht voor de exploitatievergunning van een door de andere partij aangewezen luchtvaartmaatschappij of luchtvaartmaatschappijen te weigeren, in te trekken of te schorsen, in het geval de andere partij nalaat binnen een redelijke termijn passende corrigerende maatregelen te nemen.

  • 4 Ingevolge artikel 16 van het Verdrag van Chicago wordt voorts overeengekomen dat een luchtvaartuig dat door of namens een aangewezen luchtvaartmaatschappij van een partij wordt gebruikt voor diensten naar of vanuit het grondgebied van de andere partij, terwijl het zich op het grondgebied van een andere partij bevindt, mag worden onderworpen aan een platforminspectie door de bevoegde vertegenwoordigers van de andere partij, mits dit niet leidt tot onredelijke vertraging bij de exploitatie van het luchtvaartuig. Onverminderd de verplichtingen bedoeld in artikel 33 van het Verdrag van Chicago wordt met deze inspectie beoogd de geldigheid van de relevante documenten van het luchtvaartuig, de vergunningen van de bemanning te controleren en te controleren of de uitrusting en de toestand van het luchtvaartuig voldoen aan de normen die op dat moment uit hoofde van het Verdrag van Chicago waren vastgesteld.

  • 5 Wanneer onverwijld ingrijpen essentieel is voor de veiligheid van een vlucht door de luchtvaartmaatschappij, behoudt elke partij zich het recht voor de exploitatievergunning van een aangewezen luchtvaartmaatschappij of luchtvaartmaatschappijen van de andere partij onmiddellijk te schorsen of daarvan af te wijken.

  • 6 Een maatregel door een partij in overeenstemming met het vijfde lid van dit artikel wordt beëindigd zodra de aanleiding voor de maatregel ophoudt te bestaan.

  • 7 Onder verwijzing naar het derde lid van dit artikel, dient, indien wordt vastgesteld dat een partij nadat de afgesproken termijn is verstreken nog steeds niet voldoet aan de ICAO-normen, de secretaris-generaal van de ICAO daarvan in kennis te worden gesteld. Laatstgenoemde dient tevens in kennis te worden gesteld wanneer vervolgens tot een bevredigende oplossing van de situatie is gekomen.

Artikel 15. Beveiliging van de luchtvaart

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

  • 2 De partijen verlenen elkaar op verzoek alle nodige bijstand ter voorkoming van handelingen van het wederrechtelijk in zijn macht brengen van burgerluchtvaartuigen en andere gedragingen van wederrechtelijke inmenging gericht tegen de veiligheid van deze luchtvaartuigen, de passagiers en bemanning daarvan, luchthavens en luchtvaartvoorzieningen, en om elke andere bedreiging voor de beveiliging van de burgerluchtvaart aan te pakken.

  • 3 De partijen handelen, in hun onderlinge betrekkingen, in overeenstemming met de bepalingen inzake de beveiliging van de luchtvaart vastgesteld door de ICAO en aangeduid als de Bijlagen bij het Verdrag van Chicago. Elke partij verlangt dat exploitanten van luchtvaartuigen die in hun land geregistreerd zijn of die op hun grondgebied zijn gevestigd en de exploitanten van luchthavens op hun grondgebied handelen in overeenstemming met deze bepalingen inzake de beveiliging van de luchtvaart. Elke partij stelt de andere partij in kennis van verschillen tussen haar nationale voorschriften en praktijken en de normen inzake de beveiliging van de luchtvaart van de Bijlagen waarnaar in dit lid wordt verwezen. Elk van de partijen kan te allen tijde verzoeken om onmiddellijk overleg met de andere partij over dergelijke verschillen.

  • 4 Elke partij stemt ermee in dat van dergelijke exploitanten kan worden verlangd dat deze de in het derde lid van dit artikel bedoelde bepalingen inzake beveiliging in acht nemen die door de andere partij zijn voorgeschreven voor de binnenkomst op, het vertrek uit en het verblijf op het grondgebied van die andere partij. Elke partij waarborgt dat op haar grondgebied adequate maatregelen op doeltreffende wijze worden uitgevoerd om de luchtvaartuigen te beschermen en om passagiers, bemanning en bagage en handbagage alsmede vracht en boordproviand vóór en tijdens het aan boord gaan of het laden aan controles te onderwerpen. Elke partij neemt tevens elk verzoek van de andere partij bijzondere veiligheidsmaatregelen te nemen om een specifieke dreiging het hoofd te bieden, in welwillende overweging.

  • 5 Wanneer een incident van het wederrechtelijk in zijn macht brengen van een luchtvaartuig of andere wederrechtelijke gedragingen tegen de veiligheid van passagiers, bemanning, luchtvaartuigen, luchthavens of luchtvaartvoorzieningen plaatsvindt of dreigt plaats te vinden, verlenen de partijen elkaar bijstand door het vergemakkelijken van de communicatie en andere passende maatregelen teneinde snel en veilig een einde te maken aan een dergelijk incident of dergelijke dreiging.

  • 6 Elke partij heeft het recht binnen zestig (60) dagen na een kennisgeving haar luchtvaartautoriteiten op het grondgebied van de andere partij onderzoek te laten doen naar de beveiligingsmaatregelen die worden uitgevoerd, of die volgens plan zullen worden uitgevoerd, door luchtvaartmaatschappijen ten aanzien van vluchten afkomstig van of vertrekkend naar het grondgebied van de eerstgenoemde partij. De administratieve regelingen voor het uitvoeren van dergelijke onderzoeken worden overeengekomen tussen de luchtvaartautoriteiten en worden zonder vertraging uitgevoerd teneinde te waarborgen dat de onderzoeken voortvarend worden uitgevoerd.

  • 7 Wanneer een partij redelijke gronden heeft om aan te nemen dat de andere partij is afgeweken van de bepalingen inzake de beveiliging van de luchtvaart in dit artikel, kunnen de luchtvaartautoriteiten van die partij verzoeken om onverwijld overleg met de luchtvaartautoriteiten van de andere partij. Dergelijk overleg vangt aan binnen vijftien (15) dagen na de ontvangst van een dergelijk verzoek van een van de partijen. Indien zij er niet in slagen binnen vijftien (15) dagen na de datum van een dergelijk verzoek tot een bevredigende oplossing te komen, vormt dit een grond voor het weigeren, intrekken, schorsen of opleggen van voorwaarden ten aanzien van de exploitatievergunning van een aangewezen luchtvaartmaatschappij of luchtvaartmaatschappijen van die partij. Indien zulks noodzakelijk is vanwege een noodgeval of om verdere inbreuken op de bepalingen van dit artikel te voorkomen, kan een partij te allen tijde voor het verstrijken van vijftien (15) dagen tussentijdse maatregelen nemen.

HOOFDSTUK VI. PROCEDURELE BEPALINGEN

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Artikel 16. Goedkeuring van schema’s

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

  • 1 De aangewezen luchtvaartmaatschappij(en) van een partij dient/dienen haar/hun voorgenomen vluchtschema’s ten minste vijfenveertig (45) dagen voor aanvang van de exploitatie van de overeengekomen diensten ter goedkeuring in bij de luchtvaartautoriteiten van de andere partij. Dezelfde procedure is van toepassing bij eventuele wijzigingen daarvan.

  • 2 Voor extra vluchten die een aangewezen luchtvaartmaatschappij van een partij wenst uit te voeren op de overeengekomen diensten buiten de goedgekeurde dienstregeling, dient deze luchtvaartmaatschappij vooraf toestemming te vragen van de luchtvaartautoriteiten van de andere partij. Dergelijke verzoeken dienen ten minste vijftien (15) dagen voor het uitvoeren van dergelijke vluchten te worden ingediend.

Artikel 17. Statistieken

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

De luchtvaartautoriteiten van elke partij voorzien de luchtvaartautoriteiten van de andere partij op verzoek van de periodieke of andere statistische gegevens die redelijkerwijs verlangd kunnen worden.

Artikel 18. Overleg

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Elke partij mag te allen tijde verzoeken om schriftelijk overleg over de uitlegging, toepassing, tenuitvoerlegging, wijziging of naleving van dit Verdrag of de Bijlagen daarbij. Dergelijk overleg vangt zo spoedig mogelijk aan, maar niet later dan zestig (60) dagen te rekenen vanaf de datum waarop de andere partij het verzoek ontvangt, tenzij anders wordt overeengekomen.

Artikel 19. Regeling van geschillen

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

  • 1 Elk geschil dat tussen de partijen mocht ontstaan met betrekking tot de uitlegging of toepassing van dit Verdrag, uitgezonderd geschillen die ontstaan ingevolge de artikelen 14 (Veiligheid) en 15 (Beveiliging van de luchtvaart) van dit Verdrag, trachten de luchtvaartautoriteiten van beide partijen in de eerste plaats door middel van overleg en onderhandeling te regelen.

  • 2 Indien de partijen er niet in slagen het geschil door middel van onderhandeling te regelen, wordt het geschil langs diplomatieke weg geregeld.

Artikel 20. Wijziging

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

  • 1 Elke wijziging van dit Verdrag wordt overeengekomen tussen de partijen en geschiedt bij diplomatieke notawisseling. Een dergelijke wijziging treedt in werking in overeenstemming met de bepalingen van artikel 25 (Inwerkingtreding) van dit Verdrag.

  • 2 Onverminderd de bepalingen van het eerste lid van dit artikel, kunnen wijzigingen van Bijlage I bij dit Verdrag tussen de luchtvaartautoriteiten van de partijen worden overeengekomen en bij diplomatieke notawisseling worden bevestigd, en treden in werking op een in de diplomatieke notawisseling te bepalen datum. Deze uitzondering op het eerste lid van dit artikel is niet van toepassing indien er verkeersrechten worden toegevoegd aan Bijlage I.

HOOFDSTUK VII. SLOTBEPALINGEN

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Artikel 21. Multilaterale verdragen

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Indien ten aanzien van beide partijen een algemeen multilateraal luchtvaartverdrag in werking treedt, hebben de bepalingen van een dergelijk verdrag voorrang. Overleg teneinde te bepalen in welke mate de bepalingen van het multilaterale verdrag van invloed zijn op dit Verdrag vinden plaats in overeenstemming met artikel 18 (Overleg) van dit Verdrag.

Artikel 22. Beëindiging

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

  • 1 Elk van de partijen kan te allen tijde de andere partij langs diplomatieke weg schriftelijk in kennis stellen van haar besluit dit Verdrag te beëindigen. Deze kennisgeving wordt tegelijkertijd toegezonden aan de ICAO.

  • 2 Dit Verdrag treedt een (1) jaar na de datum waarop de kennisgeving door de andere partij is ontvangen om middernacht buiten werking, tenzij de kennisgeving van beëindiging vóór het verstrijken van deze termijn met wederzijdse instemming wordt ingetrokken. Indien de andere partij nalaat de ontvangst te bevestigen, wordt de kennisgeving geacht te zijn ontvangen veertien (14) dagen na de ontvangst van de kennisgeving door de ICAO.

Artikel 23. Registratie bij de ICAO

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit Verdrag en eventuele wijzigingen daarvan worden geregistreerd bij de ICAO.

Artikel 24. Territoriale toepassing

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, is dit Verdrag uitsluitend van toepassing op Curaçao.

Artikel 25. Inwerkingtreding

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit Verdrag treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand na de datum van ontvangst van de laatste schriftelijke kennisgeving langs diplomatieke weg waarin de partijen elkaar ervan in kennis hebben gesteld dat alle vereiste interne procedures voor de inwerkingtreding van dit Verdrag zijn voltooid.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd door hun respectieve regeringen, dit Verdrag hebben ondertekend.

GEDAAN in tweevoud, te Santo Domingo op 13 mei 2019, in de Engelse, de Nederlandse en de Spaanse taal, waarbij alle teksten gelijkelijk authentiek zijn. In geval van verschil in interpretatie van dit Verdrag is de Engelse tekst doorslaggevend.

Voor het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Curaçao,

ANNEMIEKE ALEXANDRA VERRIJP

Voor de Dominicaanse Republiek,

MIGUEL VARGAS MALDONADO

Bijlage I. Routetabel

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

  • 1. Routes te exploiteren door de aangewezen luchtvaartmaatschappij(en) van de Dominicaanse Republiek:

    Ervoor gelegen punten

    Punten van vertrek

    Tussenliggende punten

    Punten van bestemming

    Verder gelegen punten

    Elk punt

    Elk punt in de Dominicaanse Republiek

    Elk punt

    Curaçao

    Elk punt

  • 2. Routes te exploiteren door de aangewezen luchtvaartmaatschappij(en) van Curaçao:

    Ervoor gelegen punten

    Punten van vertrek

    Tussenliggende punten

    Punten van bestemming

    Verder gelegen punten

    Elk punt

    Curaçao

    Elk punt

    Elk punt in de Dominicaanse Republiek

    Elk punt

  • 3. Terwijl zij een overeengekomen dienst op een omschreven route exploiteert of exploiteren, mag de aangewezen luchtvaartmaatschappij of mogen de aangewezen luchtvaartmaatschappijen op een of alle vluchten en naar keuze van elke luchtvaartmaatschappij:

    • a. vluchten exploiteren in een of beide richtingen;

    • b. verschillende vluchtnummers in een vlucht combineren;

    • c. landingen op een of alle punten overslaan mits de diensten beginnen of eindigen op een punt op het grondgebied van de partij die de luchtvaartmaatschappij aanwijst;

    • d. verkeer van een van hun luchtvaartuigen overbrengen naar een ander van hun luchtvaartuigen op elk punt op de routes;

    • e. volledige derde- en vierde vrijheidsverkeersrechten uitoefenen; en

    • f. op elk punt van de routetabel stopover-verkeer opnemen of afzetten mits de stopover-tijd op elk punt niet langer is dan zeven (7) dagen.

Bijlage II. Niet-geregelde vluchten/chartervluchten

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

  • 1. De luchtvaartmaatschappij(en) van de ene partij heeft/hebben het recht internationale niet-geregelde luchtdiensten uit te voeren met passagiers, vracht of gecombineerd, van en naar een punt of punten op het grondgebied van de andere partij, hetzij rechtstreeks, hetzij met stopovers onderweg, voor dergelijk verkeer op enkele reizen of retourvluchten, zonder dat daarbij sprake is van cabotage verkeersrechten. Chartervluchten met meerdere bestemmingen zijn eveneens toegestaan.

  • 2. Elke luchtvaartmaatschappij die uit hoofde van deze bepaling luchtdiensten verzorgt dient zich te houden aan de wetten, voorschriften en beleidsregels van de partij waarvan het verkeer afkomstig is en van de partij waar het verkeer naartoe gaat.

  • 3. Elke partij verleent op basis van wederkerigheid vroegtijdige goedkeuring aan het uitvoeren van vluchten door chartermaatschappijen die door de andere partij naar behoren zijn gemachtigd.

Authentiek : EN

Air Services Agreement between the Kingdom of the Netherlands, in respect of Curaçao, and the Dominican Republic

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

The Kingdom of the Netherlands, in respect of Curaçao,

and

the Dominican Republic (hereinafter “the Parties”);

Being parties to the Convention on International Civil Aviation opened for signature at Chicago on December 7, 1944;

Desiring to contribute to the progress of regional and international civil aviation;

Desiring to promote an international aviation system based on competition among Airlines in the marketplace with minimum government interference and regulation;

Desiring to conclude an agreement for the purpose of establishing and operating Air Services between and beyond their respective Territories;

Desiring to ensure the highest level of safety and security in International Air Services;

Have agreed as follows:

CHAPTER I. INTRODUCTION

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Article 1. Definitions

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

For the purpose of this Agreement, unless otherwise defined, the term:

  • 1) “Aeronautical Authorities” means, in the case of the Dominican Republic, the Civil Aviation Board; in the case of the Kingdom of the Netherlands, in respect of Curaçao, the Minister responsible for Civil Aviation; or, in both cases, any person or body authorized to perform the functions at present exercised by said authorities;

  • 2) “Agreed Services” means Air Services on the specified routes for the carriage of passengers, cargo and mail, separately or in combination;

  • 3) “Agreement” means this Agreement, its Annexes, and any amendments thereto;

  • 4) “Air Service”, “International Air Service”, “Airline” and “stop for non-traffic purposes” shall have the meaning respectively assigned to them in Article 96 of the Convention;

  • 5) “Designated Airline” means an Airline or Airlines designated and authorized in accordance with Article 3 (Designation and Authorization) of this Agreement;

  • 6) “the Convention” means the Convention on International Civil Aviation, opened for signature at Chicago on 7 December, 1944, and includes any Annex adopted under Article 90 of that Convention and any amendment of the Annexes or the Convention under Articles 90 and 94 thereof, insofar as those Annexes and amendments have become effective for, or been ratified by both Parties;

  • 7) “National”, in the case of the Dominican Republic, means nationals of the Dominican Republic and, in the case of the Kingdom of the Netherlands, in respect of Curaçao, means nationals of the Kingdom of the Netherlands who are born in Curaçao or are formally registered as local citizens in the municipal registry of Curaçao;

  • 8) “Price” means any fare, rate or charge for the carriage of passengers, baggage and/or cargo in Air Services, including any other mode of transportation in connection therewith, charged by Airlines, including their agents, and the conditions governing the availability of such fare, rate or charge;

  • 9) in the case of the Kingdom of the Netherlands, in respect of Curaçao, the terms “Sovereignty” and “Territory”, in relation to a Party, shall have the meaning respectively assigned to them in Article 1 and Article 2 of the Convention;

    in the case of the Dominican Republic, the terms “Sovereignty” and “Territory”, in relation to a State, have the meaning in accordance with the stipulations of Article 1 and Article 2 of the Convention; Sovereignty: “The Contracting States recognize that every State has complete and exclusive sovereignty over the airspace above its territory.” Territory: “In relation to a State means the land areas and territorial waters adjacent thereto and the airspace above them under the sovereignty of such State.”;

  • 10) “User Charge” means a charge imposed on Airlines for the provision of airport, air navigation, or aviation security facilities or services including related services and facilities;

  • 11) “Capacity” is the amount of services provided under the Agreement, usually measured by the number of flights, seats and tons of cargo offered at a market, weekly or for another specified period;

  • 12) “ICAO” means the International Civil Aviation Organization.

CHAPTER II. OBJECTIVES

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Article 2. Grant of Rights

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

  • 1 Each Party grants to the other Party the following rights for the conduct of Air Services by the Designated Airline(s) of the other Party:

    • a) the right to fly across its Territory without landing;

    • b) the right to make stops in its Territory for non-traffic purposes; and

    • c) the rights otherwise specified in this Agreement.

  • 2 The Airlines of each Party, other than those designated under Article 3 (Designation and Authorization) of this Agreement, shall also enjoy the rights specified in paragraphs 1 a) and b) of this Article.

  • 3 Nothing in this Agreement shall be deemed to confer on the Airline or Airlines of one Party the right to take on board in the Territory of the other Party passengers, cargo or mail carried for remuneration or hire and destined for another point in the Territory of that other Party.

  • 4 The exercise of fifth and sixth freedom traffic rights shall be subject to approval between the Aeronautical Authorities of both Parties and may be agreed upon in an arrangement.

  • 5 This Agreement excludes the exercise of commercial traffic rights by Airlines of the Dominican Republic between Curaçao and the Netherlands (including the Caribbean part of the Netherlands (Bonaire, Sint Eustatius and Saba)); between Curaçao and Sint Maarten; and between Curaçao and Aruba.

Article 3. Designation and Authorization

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

  • 1 Each Party shall have the right, by written notification through diplomatic channels by their Aeronautical Authorities to the other Party, to designate one or more Airlines to operate the Agreed Services and to withdraw a designation or to substitute another Airline for an Airline previously designated.

  • 2 Upon receipt of such a designation and of applications from the Designated Airline, in the form and manner prescribed for operating authorizations, the other Party shall grant the appropriate authorizations with minimum procedural delay, provided that:

    • a) the Designated Airline is under the effective regulatory control of the designating Party;

    • b) the Designated Airline has its principal place of business in the Territory of the designating Party;

    • c) the Designated Airline is qualified to meet the conditions prescribed under the laws and regulations normally applied to the operation of International Air Services by the Party considering the application or applications; and

    • d) the Party designating the Airline is maintaining and administering the standards set forth in Article 14 (Safety) and Article 15 (Aviation Security) of this Agreement.

  • 3 Upon receipt of the operating authorization of paragraph 2 of this Article, the Designated Airline may at any time begin to operate the Agreed Services, in part or in whole, provided that it complies with the provisions of this Agreement.

Article 4. Revocation of Authorization

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

  • 1 Either Party shall have the right to withhold the authorizations referred to in Article 3 (Designation and Authorization) of this Agreement with respect to an Airline designated by the other Party, and to revoke, suspend or impose conditions on such authorizations, temporarily or permanently, in the event that the Designated Airline fails to comply with the provisions of paragraph 2 of Article 3 (Designation and Authorization) and of Article 13 (Application of Laws) of this Agreement.

  • 2 Unless immediate action is essential to prevent further non-compliance with the provisions of paragraph 2 of Article 3 (Designation and Authorization) and of Article 13 (Application of Laws) of this Agreement, the rights established by this Article shall be exercised only after consultations between the Aeronautical Authorities in conformity with Article 18 (Consultations) of this Agreement.

CHAPTER III. COMMERCIAL PROVISIONS

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Article 5. Commercial Activities

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

  • 1 The Designated Airline(s) of each Party shall have the right to establish offices, both on-line and off-line, in the Territory of the other Party for the promotion and sale of Air Services.

  • 2 The Designated Airline(s) of each Party shall be entitled, in accordance with the laws and regulations of the other Party relating to entry, residence and employment, to bring in and maintain in the Territory of the other Party managerial, sales, technical, operational and other specialist staff required for the provision of Air Services.

  • 3 These staff requirements may, at the option of the Designated Airline or Airlines of one Party, be satisfied by its own personnel or by using the services of any other organization, company or Designated Airline operating in the Territory of the other Party and authorized to perform such services for other Designated Airlines.

  • 4 The representatives and staff shall be subject to the laws and regulations in force of the other Party and consistent with such laws and regulations:

    • a) each Party shall, on the basis of reciprocity and with the minimum of delay, grant the necessary employment authorizations, visitor visas or other similar documents to the representatives and staff referred to in paragraph 2 of this Article; and

    • b) each Party shall facilitate and expedite the requirement of employment authorizations for personnel performing certain temporary duties.

  • 5 Subject to the provisions of applicable safety, including the Standards and Recommended Practices (SARPs) contained in ICAO Annex 6 and 17, the Designated Airline(s) shall have the right to perform its own ground-handling in the Territory of the other Party (“self-handling”) or, at its option, select among competing agents for such services in whole or in part. The rights shall be subject only to the internal rules of the Parties and to physical constraints resulting from considerations of airport safety or aviation security. When the laws, regulations, internal rules, contractual rules or obligations of a party impede self-handling, ground services shall be available on an equal basis to all Airlines; charges shall be based on the costs of services provided; and such services shall be comparable to the kind and quality of services as if self-handling were possible.

  • 6 The Designated Airline(s) may engage in the sale of Air Services in the Territory of the other Party directly and, at the Airline’s discretion, through its agents. Each Designated Airline shall have the right to sell such transportation in the currency of that Territory or in freely convertible currencies.

  • 7 To operate or maintain the authorized services in the specified routes, any Designated Airline of either Party may enter into marketing arrangements such as joint ventures, blocked space or code-share agreements with:

    • (i) an Airline or Airlines of either Party;

    • (ii) an Airline or Airlines of a third country; and

    • (iii) a provider of surface transportation in any country;

    provided that:

    • 1) all Airlines have the necessary authorization in such arrangements;

    • 2) all Airlines meet the requirements normally applied to such arrangements; and

    • 3) the Parties agree to take the necessary measures to ensure that consumers are fully informed and protected with respect to code-share flights made to or from their Territory, and that at least passengers will be provided with the necessary information in the following ways:

      • (i) verbally and, if possible, in writing at the time of booking;

      • (ii) written on the itinerary that accompanies the e-ticket form, or another document that replaces the latter, as written confirmation, including contact information in case of problems. Furthermore, it shall be made clear what Airline can be held responsible for any damages.

    The Designated Airline(s) of each Party may use aircraft leased from another company, with or without crew, subject to the laws and regulations of the Parties.

Article 6. User Charges

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

  • 1 No Party shall impose or permit to be imposed on the Designated Airline(s) of another Party User Charges higher than those imposed on its own Airlines operating similar International Air Services.

  • 2 User Charges imposed by the competent bodies of each Party on the Airlines of the other Party shall be just, reasonable and non-discriminatory.

  • 3 Each Party shall encourage consultations between the competent authorities of its Territory and the Airlines that use its services and facilities.

  • 4 No Party shall, in dispute resolution procedures pursuant to Article 19 (Settlement of Disputes) of this Agreement, be held to be in breach of a provision of this Article, unless:

    • a) it fails to undertake a review of the charge or practice that is the subject of complaint by another Party within a reasonable amount of time; or

    • b) following such a review it fails to take all steps within its power to remedy any charge or practice that is inconsistent with this Article.

Article 7. Capacity

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

  • 1 Each Party shall allow each Designated Airline of the other Party to determine the frequency and Capacity of the International Air Services it offers based upon commercial considerations in the market.

  • 2 Neither Party shall unilaterally limit the volume of traffic, frequency or regularity of service, or the types of aircraft used by the Designated Airlines of either of the Parties, except as may be required for customs and other government inspection services, technical or operational reasons under uniform conditions consistent with Article 15 of the Convention.

Article 8. Fair Competition

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Each Airline shall:

  • a) have a fair and equal opportunity to compete in providing the International Air Services governed by this Agreement and in accordance with the competition laws of the Parties;

  • b) take measures to eliminate all forms of discrimination or unfair competitive practices that may impair the ability to compete in a Designated Airline of the other Party.

Article 9. Pricing

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

  • 1 Prices charged for Air Services under this Agreement may be freely established by the Designated Airline(s) and shall not be subject to approval. The intervention of the Parties shall be limited to:

    • a) prevent discriminatory practices or rates;

    • b) protect consumers against excessively high or restrictive Prices arising from abuse of a dominant position;

    • c) protect the Airlines regarding artificially low rates derived from government support or subsidy directly or indirectly.

  • 2 Either Party may require notification or filing with its Aeronautical Authorities of the Prices charged to or from its Territory by Airlines of the other Party. Such notification or filing by the Designated Airlines of both Parties may be required to be made no later than the initial offering of a Price, regardless of the form, electronic or other, in which the Price is offered.

CHAPTER IV. FINANCIAL PROVISIONS

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Article 10. Customs Duties

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

  • 1 Each Party shall on the basis of reciprocity exempt a Designated Airline of the other Party to the fullest extent possible under its national law from import restrictions, customs duties, excise taxes, inspection fees and other national duties and charges, not based on the cost of services provided on arrival, on aircraft, fuel, lubricating oils, consumable technical supplies, spare parts including engines, regular aircraft equipment, aircraft stores and other items such as printed ticket stock, air waybills, any printed material which bears the insignia of the company printed thereon and usual publicity material distributed free of charge by that Designated Airline intended for use or used solely in connection with the operation or servicing of aircraft of the airline of such other Party operating the Agreed Services.

  • 2 The exemptions granted by this Article shall apply to the items referred to in paragraph 1 of this Article:

    • a) introduced into the Territory of the Party by or on behalf of the Designated Airline of the other Party;

    • b) retained on board the aircraft of the Designated Airline of one Party upon arrival in or leaving the Territory of the other Party; or

    • c) taken on board the aircraft of the Designated Airline of one Party in the Territory of the other Party and intended for use in operating the Agreed Services,

    whether or not such items are used or consumed wholly within the Territory of the Party granting the exemption, provided the ownership of such items is not transferred in the Territory of the said Party.

  • 3 Regular airborne equipment, spare parts, supplies of fuels and lubricants and aircraft stores retained on board the aircraft of either Party may be unloaded in the Territory of the other Party only with the approval of the customs authorities of that Party, who may require that materials be placed under their supervision up to such time as they are re-exported or otherwise disposed of in accordance with customs regulations.

  • 4 Passengers, baggage, cargo and mail in direct transit shall be subject to no more than a simplified control. Baggage and cargo in direct transit shall be exempt from customs duties and other similar taxes.

Article 11. Taxation

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

  • 1 Income or profits arising from the operation of aircraft of a Designated Airline in International Air Services as well as goods and services to be supplied are taxable according to the laws of each Party.

  • 2 Taxes imposed by the competent tax authorities of a Party shall apply on a non-discriminatory basis and on equal terms to the Airlines of the other Party.

  • 3 When a special agreement to avoid double taxation with respect to income and capital exists between the Parties, the provisions thereof shall prevail.

Article 12. Transfer of funds

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Each Designated Airline shall have the right to convert and remit to its country, on demand, local revenues from the sale of Air Services and associated activities directly linked to Air Services in excess of sums locally disbursed. Conversion and remittance shall be permitted promptly without restrictions or taxation in respect thereof at the rate of exchange applicable to current transactions and remittance on the date the Airline makes the initial application for remittance.

CHAPTER V. REGULATORY PROVISIONS

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Article 13. Application of Laws

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

  • 1 While entering, within or leaving the Territory of one Party, its laws and regulations relating to the operation and navigation of aircraft shall be complied with by the other Party’s Designated Airline(s).

  • 2 While entering, within or leaving the Territory of one Party, its laws and regulations relating to the admission to or departure from its Territory of passengers, crew or cargo on aircraft (including regulations relating to entry, clearance, aviation security, immigration, passports, customs and quarantine or, in the case of mail, postal regulations) shall be complied with by, or on behalf of, such passengers, crew or cargo of the other Party’s Designated Airline(s).

  • 3 Neither Party shall give preference to its own or any other Airline over an Airline of the other Party engaged in similar International Air Services in the application of its immigration, customs, quarantine and similar regulations.

Article 14. Safety

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

  • 1 Each Party shall recognize as valid, for the purpose of operating the Air Services provided for in this Agreement, certificates of airworthiness, certificates of competency and licenses issued or validated by the other Party and still in force, provided that the requirements for such certificates or licenses are at least equal to the minimum standards that may be established pursuant to the Convention. Each Party may, however, refuse to recognize as valid for the purpose of flight above or landing within its own Territory, certificates of competency and licenses granted to or validated for its own nationals by the other Party.

  • 2 Each Party may request consultations concerning the safety standards maintained by the other Party relating to aeronautical facilities, aircrew, aircraft and the operation of the Airlines. Such consultations shall take place in conformity with Article 18 (Consultations) of this Agreement.

  • 3 If, following such consultations, one Party finds that the other Party does not effectively maintain and administer safety standards and requirements in the areas referred to in paragraph 2 of this Article that at least equal the minimum standards that may be established pursuant to the Convention, the other Party shall be notified of such findings and the steps considered necessary to conform with these minimum standards, and the other Party shall take appropriate corrective action within an agreed time period. Each Party reserves the right to withhold, revoke or suspend the operations authorization of an Airline or Airlines designated by the other Party in the event the other Party does not take such appropriate corrective action within a reasonable time.

  • 4 Pursuant to Article 16 of the Convention, it is further agreed that any aircraft operated by, or on behalf of a Designated Airline of one Party, on service to or from the Territory of another Party, may, while within the Territory of the other Party, be the subject of a ramp inspection by the authorized representatives of the other Party, provided this does not cause unreasonable delay in the operation of the aircraft. Notwithstanding the obligations mentioned in Article 33 of the Convention, the purpose of this inspection is to verify the validity of the relevant aircraft documentation, the licensing of its crew, and that the aircraft equipment and the condition of the aircraft conform to the standards established at that time pursuant to the Convention.

  • 5 When urgent action is essential to ensure the safety of an Airline operation, each Party reserves the right to immediately suspend or vary the operating authorization of a Designated Airline or Airlines of the other Party.

  • 6 Any action by one Party in accordance with paragraph 5 of this Article shall be discontinued once the basis for the taking of that action ceases to exist.

  • 7 With reference to paragraph 3 of this Article, if it is determined that one Party remains in non-compliance with ICAO standards when the agreed time period has elapsed, the Secretary General of ICAO should be advised thereof. The latter should also be advised of the subsequent satisfactory resolution of the situation.

Article 15. Aviation Security

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

  • 2 Each Party shall provide upon request all necessary assistance to each other to prevent acts of unlawful seizure of civil aircraft and other unlawful acts against the safety of such aircraft, of their passengers and crew, and of airports and air navigation facilities, and to address any other threat to the security of civil air navigation.

  • 3 The Parties shall, in their mutual relations, act in conformity with the aviation security provisions established by ICAO and designated as Annexes to the Convention. Each Party it they shall require that operators of aircraft of its registry or operators of aircraft who are established in its Territory and the operators of airports in its Territory act in conformity with such aviation security provisions. Each Party shall advise the other Party of any difference between its national regulations and practices and the aviation security standards of the Annexes referred to in this paragraph. Each Party may request immediate consultations with the other Party at any time to discuss any such differences.

  • 4 Each Party agrees that such operators of aircraft may be required to observe the security provisions referred to in paragraph 3 of this Article required by the other Party for entry into, for departure from, and while within the Territory of that other Party. Each Party shall ensure that adequate measures are effectively applied within its Territory to protect the aircraft and to inspect passengers, crew and their baggage and carry-on items, as well as cargo and aircraft stores, prior to and during boarding or loading. Each Party shall also give positive consideration to any request from the other Party for special security measures to meet a particular threat.

  • 5 When an incident or threat of an incident of unlawful seizure of aircraft or other unlawful acts against the safety of passengers, crew, aircraft, airports or air navigation facilities occurs, the Parties shall assist each other by facilitating communications and other appropriate measures intended to terminate rapidly and safely such incident or threat.

  • 6 Each Party shall have the right, within sixty (60) days following notice, for its Aeronautical Authorities to conduct an assessment in the Territory of the other Party of the security measures being carried out, or planned to be carried out, by aircraft operators in respect of flights arriving from, or departing to the Territory of the first Party. The administrative arrangements for the conduct of such assessments shall be agreed between the Aeronautical Authorities and implemented without delay so as to ensure that assessments will be conducted expeditiously.

  • 7 When a Party has reasonable grounds to believe that the other Party has departed from the aviation security provisions of this Article, the Aeronautical Authorities of that Party may request immediate consultations with the Aeronautical Authorities of the other Party. Such consultations shall start within fifteen (15) days of receipt of such a request from either Party. Failure to reach a satisfactory agreement within fifteen (15) days from the date of such request shall constitute grounds to withhold, revoke, suspend or impose conditions on the operating authorization of a Designated Airline or Airlines of that Party. When required by an emergency or to prevent further non-compliance with the provisions of this Article, a Party may take interim action at any time prior to the expiry of fifteen (15) days.

CHAPTER VI. PROCEDURAL PROVISIONS

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Article 16. Approval of Schedules

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

  • 1 The Designated Airline(s) of each Party shall submit its envisaged flight schedules for approval to the Aeronautical Authorities of the other Party at least forty-five (45) days prior to the operation of the Agreed Services. The same procedure shall apply to any modification thereof.

  • 2 For supplementary flights which a Designated Airline of one Party wishes to operate on the Agreed Services outside the approved timetable, that Airline must request prior permission from the Aeronautical Authorities of the other Party. Such requests shall be submitted at least fifteen (15) days prior to the operation of such flights.

Article 17. Statistics

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

The Aeronautical Authorities of each Party shall provide the Aeronautical Authorities of the other Party, upon request, periodic or other statements of statistics as may be reasonably required.

Article 18. Consultations

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Either Party may, at any time, request consultations in writing relating to the interpretation, application, implementation, amendment of, or compliance with this Agreement or its Annexes. Such consultations shall begin at the earliest possible date, but not later than sixty (60) days from the date the other Party receives the request, unless otherwise agreed.

Article 19. Settlement of Disputes

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

  • 1 Any dispute arising between the Parties relating to the interpretation or application of this Agreement, except those that may arise under Articles 14 (Safety) and 15 (Aviation Security) of this Agreement, the Aeronautical Authorities of both Parties shall in the first place endeavor to settle their dispute by consultations and negotiation.

  • 2 If the Parties fail to reach a settlement by negotiation, the dispute shall be settled through diplomatic channels.

Article 20. Amendment

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

  • 1 Any amendment to the present Agreement shall be agreed upon by the Parties and shall be effected through an exchange of diplomatic notes. Such amendment shall enter into force in accordance with the provisions of Article 25 (Entry into Force) of this Agreement.

  • 2 Notwithstanding the provisions of paragraph 1 of this Article, any amendments of Annex I to this Agreement may be agreed upon by the Aeronautical Authorities of the Parties, and confirmed through an exchange of diplomatic notes, and shall enter into force on a date to be determined in the diplomatic notes. This exception to paragraph 1 of this Article does not apply in case any traffic rights are added to Annex I.

CHAPTER VII. FINAL PROVISIONS

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Article 21. Multilateral Agreements

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

If a general multilateral air transport agreement comes into force in respect of both Parties, the provisions of such agreement shall prevail. Consultations in accordance with Article 18 (Consultations) of this Agreement may be held with a view to determining the extent to which this Agreement is affected by the provisions of the multilateral agreement.

Article 22. Termination

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

  • 1 Either Party may at any time give notice in writing through diplomatic channels to the other Party of its decision to terminate this Agreement. Such notice shall be communicated simultaneously to ICAO.

  • 2 The Agreement shall terminate at midnight one (1) year after the date of receipt of the notice by the other Party, unless the notice to terminate is withdrawn by mutual consent before the expiry of this period. In the absence of acknowledgement of receipt by the other Party, the notice shall be deemed to have been received fourteen (14) days after the receipt of the notice by ICAO.

Article 23. Registration with ICAO

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

This Agreement and any amendments thereto shall be registered with ICAO.

Article 24. Territorial Application

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

As regards the Kingdom of the Netherlands, this Agreement shall apply to Curaçao only.

Article 25. Entry into force

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

This Agreement shall enter into force on the first day of the second month following the date of receipt of the last written notification, through diplomatic channels, by which the Parties shall have notified each other that all necessary internal procedures for entry into force of this Agreement have been completed.

IN WITNESS WHEREOF the undersigned, being duly authorized thereto by their respective Governments, have signed the present Agreement.

DONE at Santo Domingo, on this 13th day of May 2019, in duplicate, in the English, Dutch and Spanish languages, all texts being equally authentic. In case of divergence in the interpretation of this Agreement, the English version shall prevail.

For the Kingdom of the Netherlands, in respect of Curaçao,

ANNEMIEKE ALEXANDRA VERRIJP

For the Dominican Republic,

MIGUEL VARGAS MALDONADO

Annex I. Route Schedule

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

  • 1. Routes to be operated by the Designated Airline(s) of the Dominican Republic:

    Points before

    Points of Departure

    Intermediate points

    Point of Destination

    Points Beyond

    Any points

    Any point in the Dominican Republic

    Any points

    Curaçao

    Any points

  • 2. Routes to be operated by the Designated Airline(s) of Curaçao:

    Points before

    Point of Departure

    Intermediate Points

    Points of Destination

    Points Beyond

    Any points

    Curaçao

    Any points

    Any point in the Dominican Republic

    Any points

  • 3. While operating an agreed service on a specified route, the Designated Airline(s) may on any or all flights and at the option of each Airline:

    • a) operate flights in either or both directions;

    • b) combine different flight numbers within one aircraft operation;

    • c) omit stops at any point or points, provided that services begin or end at a point in the Territory of the Party designating the Airline;

    • d) transfer traffic from any of its aircraft to any of its other aircraft at any points on the routes;

    • e) exercise full third and fourth freedom traffic rights; and

    • f) pick up and discharge stop-over traffic at any point of the route schedule, provided that stop over time does not exceed seven (7) days at any point.

Annex II. Non-scheduled/Charter operations

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

  • 1. The Airline(s) of one Party shall be entitled to perform international non-scheduled Air Services, with passengers, cargo or in combination, to and from any point or points in the Territory of the other Party, either directly or with stop-overs en route, for one-way or round trip carriage of any such traffic, without implying cabotage traffic rights. Multi-destination charters shall also be permitted.

  • 2. Each Airline that operates Air Services under this provision must comply with the laws, regulations and policies, both of the Party where the traffic originates, as of the receiving Party thereof.

  • 3. Each Party shall grant, on a reciprocal basis, early approval for carrying out operations of the air charter services companies duly authorized by the other Party.