Verdrag tussen de Zwitserse Bondsstaat en de Republiek Oostenrijk met betrekking tot [...] en zoals aangevuld door het Verdrag van 26 mei 2014, Wenen, 01-06-1993

Geraadpleegd op 24-12-2025.
Geldend van 21-04-2023 t/m heden.

Verdrag tussen de Zwitserse Bondsstaat en de Republiek Oostenrijk met betrekking tot de oprichting en werking van het Internationaal Centrum voor de ontwikkeling van migratiebeleid (ICMPD), zoals gewijzigd bij het Verdrag van 27 maart 1996, het Verdrag van 26 april 1996 en het Verdrag van 25 juni 2003, en zoals aangevuld door het Verdrag van 26 mei 2014

Vertaling : NL

Verdrag tussen de Zwitserse Bondsstaat en de Republiek Oostenrijk met betrekking tot de oprichting en werking van het Internationaal Centrum voor de ontwikkeling van migratiebeleid (ICMPD), zoals gewijzigd bij het Verdrag van 27 maart 1996, het Verdrag van 26 april 1996 en het Verdrag van 25 juni 2003

Artikel 1. Doel van het verdrag

De afgelopen jaren werden gekenmerkt door een in toenemende mate asielgeoriënteerde zuid-noordmigratie, die de laatste tijd werd versterkt door een oost-westmigratie. Hoewel deze absoluut noodzakelijk zijn, volstaan uitsluitend nationale maatregelen ter beheersing van de immigratie niet om omvang en samenstelling van de immigratiestromen op een door de partijen gewenst niveau te houden. Om die reden moet prioriteit worden gegeven aan de formulering van langetermijnstrategieën met het doel het migratieprobleem op te lossen alsmede aan de uitvoering hiervan. Doel van de langetermijnstrategieën is vroegtijdige signalering, de bestrijding van de oorzaken, de harmonisering van de toelatingspraktijk en de afstemming van het vreemdelingen-, asiel- en vluchtelingenbeleid.

Het verdrag heeft als doel de internationale samenwerking op het gebied van migratiebeleid alsmede het onderzoek naar migratie te bevorderen.

Artikel 2. Internationaal Centrum voor de ontwikkeling van migratiebeleid

  • 1 De verdragsluitende partijen richten het Internationaal Centrum voor de ontwikkeling van migratiebeleid (ICMPD), met hoofdkantoor in Wenen, op als internationale organisatie. Het ICMPD zal zowel de actuele als de potentiële migratiestromen naar de Europese gastlanden onderzoeken, de situatie in de belangrijkste landen van herkomst van de migranten monitoren en beoordelen, en mogelijkheden ontwikkelen om de migratiestromen beter te signaleren en te beheersen.

  • 2 Bovengenoemde internationale organisatie is een organisatie met rechtspersoonlijkheid.

  • 3 De rechtspersoonlijkheid, voorrechten en immuniteiten van het ICMPD in de Republiek Oostenrijk worden geregeld door de Republiek Oostenrijk.

Artikel 3. Politieke stuurgroep

De vertegenwoordigers van de verdragsluitende staten vormen een gemeenschappelijke politieke stuurgroep. Elke verdragsluitende staat is in deze stuurgroep met één zetel vertegenwoordigd.

Het voorzitterschap van de stuurgroep wordt bij toerbeurt uitgeoefend door een van de verdragsluitende staten, telkens voor de duur van één jaar.

De stuurgroep vergadert zo vaak als de gang van zaken vereist, maar ten minste driemaal per jaar.

Artikel 4. Taken van de politieke stuurgroep

De stuurgroep:

  • oefent het algemene toezicht op het ICMPD uit;

  • benoemt de directeur van het ICMPD;

  • verleent goedkeuring aan het jaarverslag van de directeur van het ICMPD;

  • verleent goedkeuring aan en financiert de reguliere jaarbegroting van het ICMPD;

  • verleent goedkeuring aan de jaarrekening van het ICMPD;

  • verleent goedkeuring aan het werkprogramma van het ICMPD;

  • verleent goedkeuring aan het conferentieprogramma van het ICMPD;

  • verleent goedkeuring aan de overeenkomsten van het ICMPD;

  • verleent goedkeuring aan de door of aan het ICMPD voorgestelde projecten;

  • ondersteunt het ICMPD in zijn politieke contacten;

  • neemt kennis van de voortgangsberichten van het ICMPD;

  • adviseert de directeur van het ICMPD op conceptueel gebied;

  • benoemt de leden van het adviesorgaan;

  • adviseert en beslist over de toelating van andere partijen.

Artikel 5. Directeur van het ICMPD

De directeur van het ICMPD werkt nauw samen met de op het gebied van migratiebeleid werkzame internationale en nationale organisaties en instellingen. Hij kan taken uitoefenen in opdracht van internationale organisaties, conferenties, mechanismen en processen, zoals bijvoorbeeld het Berlijn-, Wenen- en Boedapest-proces, en andere relevante organen. Hij monitort het nationale migratiebeleid en de nationale migratiepraktijk van de geïndustrialiseerde en andere betrokken staten, alsook de onderzoeksresultaten op dit gebied, en onderhoudt dienaangaande een documentatiedienst. Hij analyseert beleid en ontwikkelingen en formuleert de noodzakelijke oplossingsstrategieën voor de gerezen problemen.

Een belangrijke basis voor zijn werkzaamheden vormt het in het kader van de „informele consultaties” gerealiseerde strategieplatform. Voor dit platform besteedt hij vanuit demografisch, economisch, sociaal, politiek, cultureel en ecologisch oogpunt in het bijzonder aandacht aan het probleem van de opvangcapaciteit van partijen. Voorts bevordert en verruimt hij de bestaande uitgangspunten op het gebied van de bestrijding van de oorzaken van migratie met het oog op een betere beheersing van de migratiestromen.

Tot slot formuleert de directeur van het ICMPD voorstellen om het migratiebeleid en de migratiepraktijk internationaal te harmoniseren.

De directeur van het ICMPD is rechtstreeks verantwoording verschuldigd aan de politieke stuurgroep. Hij werft binnen het toegewezen budget personeel en houdt hierop toezicht. De taken van de directeur van het ICMPD worden gedetailleerd geregeld in een afzonderlijke taakomschrijving.

Artikel 6. Gebruikmaking van de diensten van het ICMPD

De verdragsluitende staten zijn gerechtigd de resultaten van activiteiten van het ICMPD onbeperkt voor eigen doeleinden te gebruiken, zij het ter formulering van hun migratiebeleid of in het kader van hun inspanningen op het gebied van het internationale migratiebeleid.

Voor zover zij dit opportuun achten, kunnen ze deze resultaten ter beschikking stellen aan belangstellende instellingen.

Binnen de bestaande mogelijkheden, staan de diensten van het ICMPD volledig ter beschikking van de verdragsluitende staten.

Artikel 7. Financiering van het ICMPD

Alle reguliere kosten van het ICMPD worden door de verdragsluitende staten gefinancierd.

De directeur van het ICMPD dient jaarlijks een begroting voor het volgende jaar in bij de stuurgroep waarin de uitgaven voor personeel, reizen, huisvesting, bestuur en representatie, alsmede overige kosten zijn opgenomen. De stuurgroep verleent goedkeuring aan de begroting en beslist over de verdeling van de kosten over de verdragsluitende staten. Het is de bedoeling dat de verdragsluitende staten elk een evenredig deel van de kosten dragen.

Het ICMPD mag vrijwillige donaties, schenkingen en andere giften aannemen.

Voor wijzigingen van de geplande begroting, waaronder begrepen noodzakelijke verhogingen van de bijdragen van de verdragsluitende staten, is de toestemming van de stuurgroep vereist.

Artikel 8. Deelname van andere partijen en internationale organisaties

De stuurgroep kan andere staten of internationale organisaties uitnodigen tot dit verdrag toe te treden.

Een voorwaarde voor de toelating van andere partijen bij dit Verdrag is wederzijds vertrouwen en het gemeenschappelijk belang.

Artikel 9. Adviesorgaan

De directeur van het ICMPD wordt terzijde gestaan door een adviesorgaan waarin persoonlijkheden uit politiek en wetenschap uit verschillende geïnteresseerde staten en internationale organisaties vertegenwoordigd kunnen zijn. Aan het adviesorgaan komt geen aanwijzingsbevoegdheid jegens de directeur van het ICMPD toe. Het kan daarentegen wel projecten voorstellen en medewerking verlenen bij de verkrijging van de financiële middelen dienaangaande.

Artikel 10. Beheer van het ICMPD

De Republiek Oostenrijk verbindt zich ertoe de werking en de activiteiten van het ICMPD en zijn personeel bij de uitvoering van dit Verdrag zoveel mogelijk te vergemakkelijken.

Artikel 11. Opzegging van het verdrag

Elke verdragsluitende staat kan het verdrag opzeggen met inachtneming van een opzeggingstermijn van drie maanden.

Artikel 12. Inwerkingtreding

Het onderhavige verdrag treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 mei 1993.