Artikel 1. Doel van het verdrag
De afgelopen jaren werden gekenmerkt door een in toenemende mate asielgeoriënteerde
zuid-noordmigratie, die de laatste tijd werd versterkt door een oost-westmigratie.
Hoewel deze absoluut noodzakelijk zijn, volstaan uitsluitend nationale maatregelen
ter beheersing van de immigratie niet om omvang en samenstelling van de immigratiestromen
op een door de partijen gewenst niveau te houden. Om die reden moet prioriteit worden
gegeven aan de formulering van langetermijnstrategieën met het doel het migratieprobleem
op te lossen alsmede aan de uitvoering hiervan. Doel van de langetermijnstrategieën
is vroegtijdige signalering, de bestrijding van de oorzaken, de harmonisering van
de toelatingspraktijk en de afstemming van het vreemdelingen-, asiel- en vluchtelingenbeleid.
Het verdrag heeft als doel de internationale samenwerking op het gebied van migratiebeleid
alsmede het onderzoek naar migratie te bevorderen.
Artikel 2. Internationaal Centrum voor de ontwikkeling van migratiebeleid
-
1 De verdragsluitende partijen richten het Internationaal Centrum voor de ontwikkeling
van migratiebeleid (ICMPD), met hoofdkantoor in Wenen, op als internationale organisatie.
Het ICMPD zal zowel de actuele als de potentiële migratiestromen naar de Europese
gastlanden onderzoeken, de situatie in de belangrijkste landen van herkomst van de
migranten monitoren en beoordelen, en mogelijkheden ontwikkelen om de migratiestromen
beter te signaleren en te beheersen.
Artikel 3. Politieke stuurgroep
De vertegenwoordigers van de verdragsluitende staten vormen een gemeenschappelijke
politieke stuurgroep. Elke verdragsluitende staat is in deze stuurgroep met één zetel
vertegenwoordigd.
Het voorzitterschap van de stuurgroep wordt bij toerbeurt uitgeoefend door een van
de verdragsluitende staten, telkens voor de duur van één jaar.
De stuurgroep vergadert zo vaak als de gang van zaken vereist, maar ten minste driemaal
per jaar.
Artikel 4. Taken van de politieke stuurgroep
De stuurgroep:
-
– oefent het algemene toezicht op het ICMPD uit;
-
– benoemt de directeur van het ICMPD;
-
– verleent goedkeuring aan het jaarverslag van de directeur van het ICMPD;
-
– verleent goedkeuring aan en financiert de reguliere jaarbegroting van het ICMPD;
-
– verleent goedkeuring aan de jaarrekening van het ICMPD;
-
– verleent goedkeuring aan het werkprogramma van het ICMPD;
-
– verleent goedkeuring aan het conferentieprogramma van het ICMPD;
-
– verleent goedkeuring aan de overeenkomsten van het ICMPD;
-
– verleent goedkeuring aan de door of aan het ICMPD voorgestelde projecten;
-
– ondersteunt het ICMPD in zijn politieke contacten;
-
– neemt kennis van de voortgangsberichten van het ICMPD;
-
– adviseert de directeur van het ICMPD op conceptueel gebied;
-
– benoemt de leden van het adviesorgaan;
-
– adviseert en beslist over de toelating van andere partijen.
Artikel 5. Directeur van het ICMPD
De directeur van het ICMPD werkt nauw samen met de op het gebied van migratiebeleid
werkzame internationale en nationale organisaties en instellingen. Hij kan taken uitoefenen
in opdracht van internationale organisaties, conferenties, mechanismen en processen,
zoals bijvoorbeeld het Berlijn-, Wenen- en Boedapest-proces, en andere relevante organen.
Hij monitort het nationale migratiebeleid en de nationale migratiepraktijk van de
geïndustrialiseerde en andere betrokken staten, alsook de onderzoeksresultaten op
dit gebied, en onderhoudt dienaangaande een documentatiedienst. Hij analyseert beleid
en ontwikkelingen en formuleert de noodzakelijke oplossingsstrategieën voor de gerezen
problemen.
Een belangrijke basis voor zijn werkzaamheden vormt het in het kader van de „informele
consultaties” gerealiseerde strategieplatform. Voor dit platform besteedt hij vanuit
demografisch, economisch, sociaal, politiek, cultureel en ecologisch oogpunt in het
bijzonder aandacht aan het probleem van de opvangcapaciteit van partijen. Voorts bevordert
en verruimt hij de bestaande uitgangspunten op het gebied van de bestrijding van de
oorzaken van migratie met het oog op een betere beheersing van de migratiestromen.
Tot slot formuleert de directeur van het ICMPD voorstellen om het migratiebeleid en
de migratiepraktijk internationaal te harmoniseren.
De directeur van het ICMPD is rechtstreeks verantwoording verschuldigd aan de politieke
stuurgroep. Hij werft binnen het toegewezen budget personeel en houdt hierop toezicht.
De taken van de directeur van het ICMPD worden gedetailleerd geregeld in een afzonderlijke
taakomschrijving.
Artikel 6. Gebruikmaking van de diensten van het ICMPD
De verdragsluitende staten zijn gerechtigd de resultaten van activiteiten van het
ICMPD onbeperkt voor eigen doeleinden te gebruiken, zij het ter formulering van hun
migratiebeleid of in het kader van hun inspanningen op het gebied van het internationale
migratiebeleid.
Voor zover zij dit opportuun achten, kunnen ze deze resultaten ter beschikking stellen
aan belangstellende instellingen.
Binnen de bestaande mogelijkheden, staan de diensten van het ICMPD volledig ter beschikking
van de verdragsluitende staten.
Artikel 7. Financiering van het ICMPD
Alle reguliere kosten van het ICMPD worden door de verdragsluitende staten gefinancierd.
De directeur van het ICMPD dient jaarlijks een begroting voor het volgende jaar in
bij de stuurgroep waarin de uitgaven voor personeel, reizen, huisvesting, bestuur
en representatie, alsmede overige kosten zijn opgenomen. De stuurgroep verleent goedkeuring
aan de begroting en beslist over de verdeling van de kosten over de verdragsluitende
staten. Het is de bedoeling dat de verdragsluitende staten elk een evenredig deel
van de kosten dragen.
Het ICMPD mag vrijwillige donaties, schenkingen en andere giften aannemen.
Voor wijzigingen van de geplande begroting, waaronder begrepen noodzakelijke verhogingen
van de bijdragen van de verdragsluitende staten, is de toestemming van de stuurgroep
vereist.
Artikel 8. Deelname van andere partijen en internationale organisaties
De stuurgroep kan andere staten of internationale organisaties uitnodigen tot dit
verdrag toe te treden.
Een voorwaarde voor de toelating van andere partijen bij dit Verdrag is wederzijds
vertrouwen en het gemeenschappelijk belang.
De directeur van het ICMPD wordt terzijde gestaan door een adviesorgaan waarin persoonlijkheden
uit politiek en wetenschap uit verschillende geïnteresseerde staten en internationale
organisaties vertegenwoordigd kunnen zijn. Aan het adviesorgaan komt geen aanwijzingsbevoegdheid
jegens de directeur van het ICMPD toe. Het kan daarentegen wel projecten voorstellen
en medewerking verlenen bij de verkrijging van de financiële middelen dienaangaande.
Artikel 10. Beheer van het ICMPD
De Republiek Oostenrijk verbindt zich ertoe de werking en de activiteiten van het
ICMPD en zijn personeel bij de uitvoering van dit Verdrag zoveel mogelijk te vergemakkelijken.
Artikel 11. Opzegging van het verdrag
Elke verdragsluitende staat kan het verdrag opzeggen met inachtneming van een opzeggingstermijn
van drie maanden.
Artikel 12. Inwerkingtreding
Het onderhavige verdrag treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 mei 1993.