De gevolmachtigden van:
De Europese Unie, hierna „de Europese Unie” genoemd,
en van
het Koninkrijk België,
de Republiek Bulgarije,
de Tsjechische Republiek,
het Koninkrijk Denemarken,
de Bondsrepubliek Duitsland,
de Republiek Estland,
Ierland,
de Helleense Republiek,
het Koninkrijk Spanje,
de Franse Republiek,
de Italiaanse Republiek,
de Republiek Cyprus,
de Republiek Letland,
de Republiek Litouwen,
het Groothertogdom Luxemburg,
Hongarije,
de Republiek Malta,
het Koninkrijk der Nederlanden,
de Republiek Oostenrijk,
de Republiek Polen,
de Portugese Republiek,
Roemenië,
de Republiek Slovenië,
de Slowaakse Republiek,
de Republiek Finland,
het Koninkrijk Zweden,
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,
partijen bij het Verdrag betreffende de EUROPESE UNIE, hierna „de lidstaten van de EU” genoemd,
de gevolmachtigden van:
IJsland,
het Vorstendom Liechtenstein,
het Koninkrijk Noorwegen,
hierna „de EVA-staten” genoemd,
gezamenlijk partijen bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gedaan te Porto op 2 mei 1992, hierna „de EER-overeenkomst” genoemd, hierna gezamenlijk
„de huidige overeenkomstsluitende partijen” genoemd, en
de gevolmachtigden van:
de Republiek Kroatië,
hierna de „nieuwe overeenkomstsluitende partij” genoemd,
bijeengekomen te Brussel, op de elfde april in het jaar tweeduizend en veertien voor
de ondertekening van de Overeenkomst betreffende de deelname van de Republiek Kroatië aan de Europese Economische
Ruimte, hebben de volgende teksten goedgekeurd: