VERTALING DER NEDERLANDSCHE NOTA.
De ondergeteekende, tijdelijk Zaakgelastigde der Nederlanden te Brussel, daartoe behoorlijk
gemachtigd, heeft de eer ter kennis te brengen van Zijne Excellentie den Heer Minister
van Buitenlandsche Zaken van Zijne Majesteit den Koning der Belgen, dat de Nederlandsche
Regeering zich verbindt de noodige maatregelen te treffen voor de terugleiding naar
België van de Belgische minderjarigen, die zich in Nederland mochten bevinden tegen
den wil van de personen, die, krachtens de in België van toepassing zijnde wetten,
bekleed zijn met het recht van hoede over hen, nochtans onder de volgende voorwaarden:
-
1°. dat het recht van hoede enkel miskend zij, zonder betwist te worden. Er wordt aangenomen
dat aan deze voorwaarde is voldaan, zoodra de Belgische overheden het verzoek van
bovenbedoelde personen ondersteunen;
-
2°. dat het verzoek worde gericht aan het bevoegde Nederlandsche parket;
-
3°. dat de terugleiding in werkelijkheid in het belang van den minderjarige worde geacht.
De terugleiding zal eveneens plaats hebben indien een minderjarige, die bij rechterlijke
uitspraak ter beschikking van de Belgische Regeering is gesteld en in een Rijksopvoedingsgesticht
is geplaatst of, hetzij door de Regeering, hetzij door de rechterlijke overheid, aan
eene particuliere instelling of een gezin is toevertrouwd, zich op Nederlandsch grondgebied
bevindt na zich te hebben onttrokken of te zijn onttrokken aan het toezicht, waaronder
hij in dier voege is gesteld. Hetzelfde zal plaats hebben, indien de minderjarige
aan eene instelling of een gezin is toevertrouwd, hetzij door de rechterlijke overheid,
hetzij door den familieraad. Ook zal hetzelfde plaats hebben, zoodra er een vonnis
is gewezen, houdende vervallenverklaring van de ouderlijke macht of terbeschikkingstelling
van de Regeering, zelfs indien in de opvoeding van den minderjarige nog niet is voorzien.
In al deze gevallen zal aan de sub 1°. en 2°. gestelde voorwaarden evenzeer moeten
worden voldaan.
Het verzoek zal rechtstreeks gericht worden aan het bevoegde Nederlandsche parket
door tusschenkomst van het Belgische parket. Eveneens zal de behandeling van het verzoek
geschieden bij eene rechtstreeksche briefwisseling van parket tot parket.
Het Nederlandsche parket zal het bevoegde Belgische parket rechtstreeks mededeeling
doen van het uur en de plaats der terugleiding.
Elk land zal de reis- en onderhoudskosten dragen, die op zijn grondgebied zijn veroorzaakt
door de overbrenging van den minderjarige.
De Nederlandsche overheden, aan wie de naar Nederland teruggezonden minderjarigen
zullen kunnen worden overgegeven, zijn de Commissaris van politie te Maastricht en
de Commissaris van Politie te Roosendaal, alsmede de Burgemeester van Sas van Gent,
indien het betreft minderjarigen, die in Zeeuws-Vlaanderen woonplaats hebben.
De ondergeteekende maakt van deze gelegenheid gebruik om aan Zijne Excellentie den
Heer Minister van Buitenlandsche Zaken van Zijne Majesteit den Koning der Belgen de
hernieuwde verzekering van zijne meeste hoogachting aan te bieden.
Brussel, 21 Juli 1913.
MELVILL.