1. Verzoek om voorlegging van een zaak voor arbitrage
Een verzoek uit hoofde van artikel 25, vijfde lid, van het Verdrag (het „verzoek om arbitrage”) om voorlegging voor arbitrage van onopgeloste kwesties
voortvloeiend uit een onderlinge overlegprocedure wordt schriftelijk gedaan en gezonden
aan een van de bevoegde autoriteiten. Het verzoek bevat voldoende gegevens ter aanduiding
van de zaak. Het verzoek gaat tevens vergezeld van een schriftelijke verklaring van
elk van de personen die hetzij het verzoek hebben ingediend, hetzij rechtstreeks bij
de zaak betrokken zijn, dat in dezelfde kwesties niet reeds uitspraak is gedaan door
een rechterlijke instantie of bestuursrechtelijk lichaam van een van de verdragsluitende
staten. Binnen 10 dagen na ontvangst van het verzoek zendt de bevoegde autoriteit
die het heeft ontvangen een afschrift van het verzoek en de begeleidende verklaringen
toe aan de andere bevoegde autoriteit.
2. Termijn voor voorlegging van een zaak voor arbitrage
Een verzoek om arbitrage kan na twee jaar na de datum waarop een zaak ingevolge artikel 25, eerste lid, is voorgelegd aan de bevoegde autoriteit van een verdragsluitende staat slechts
worden ingediend indien de zaak ook is voorgelegd aan de bevoegde autoriteit van de
andere staat. Daartoe wordt een zaak uitsluitend geacht te zijn voorgelegd aan een
bevoegde autoriteit indien deze bevoegde autoriteit de informatie heeft ontvangen
die nodig is voor een materiële behandeling ten behoeve van onderling overleg.
Deze informatie kan omvatten:
-
a. de identiteit (zoals naam, adres, belastingnummer) van de persoon die het verzoek
indient en van personen die rechtstreeks bij de zaak betrokken zijn (bijvoorbeeld
verwante personen of gelieerde ondernemingen);
-
b. gegevens omtrent de relevante feiten en omstandigheden van de zaak (waaronder gegevens
omtrent de relatie tussen de persoon die het verzoek indient en de personen die rechtstreeks
bij de zaak betrokken zijn);
-
c. aanduiding van de desbetreffende belastingtijdvakken;
-
d. afschriften van de desbetreffende belastingaanslagen, rapporten van belastingcontroles
of daarmee vergelijkbare documenten die leiden tot de belastingheffing die niet in
overeenstemming zou zijn met het Verdrag;
-
e. gegevens omtrent in Duitsland of Nederland ingestelde beroepsprocedures en gerechtelijke
procedures door de persoon die het verzoek indient of een persoon die rechtstreeks
bij de zaak betrokken is en van eventuele uitspraken over de zaak;
-
f. gegevens van eventuele in Duitsland of Nederland geïnitieerde unilaterale Advance
Pricing Agreements (APA) door de persoon die het verzoek indient of een persoon die
rechtstreeks bij de zaak betrokken is;
-
g. een toelichting op de reden waarom de persoon die het verzoek indient meent dat de
maatregelen van een of beide verdragsluitende staten leiden of zullen leiden tot een
belastingheffing die niet in overeenstemming is met het Verdrag;
-
h. de aard van de in Duitsland en/of Nederland geïnitieerde maatregelen;
-
i. alle specifieke aanvullende informatie waar een bevoegde autoriteit binnen drie maanden
na ontvangst van het verzoek door die bevoegde autoriteit om heeft verzocht.
Binnen drie maanden nadat het verzoek om arbitrage door beide bevoegde autoriteiten
is ontvangen, komen de bevoegde autoriteiten overeen welke kwesties door de arbitrage-instantie
moeten worden opgelost en delen deze schriftelijk mede aan de persoon die het verzoek
om arbitrage heeft ingediend. Dit zijn de „Terms of reference” voor de zaak. Niettegenstaande
de volgende paragrafen, kunnen de bevoegde autoriteiten in de Terms of reference ook
procedureregels opnemen die de regels in de paragrafen van deze overeenkomst aanvullen
of ervan afwijken en indien nodig, andere aangelegenheden betreffen.
4. Uitblijven van mededeling van de Terms of reference
Indien de Terms of reference niet binnen de termijn bedoeld in de voorgaande paragraaf 3 zijn medegedeeld aan de persoon die het verzoek om arbitrage heeft ingediend, kunnen
die persoon en elke bevoegde autoriteit binnen een maand na afloop van die termijn
elkaar schriftelijk een lijst van de door arbitrage op te lossen kwesties toezenden.
Alle gedurende die termijn aldus toegezonden lijsten vormen de voorlopige Terms of
reference. Binnen een maand nadat alle arbiters zijn benoemd als voorzien in paragraaf 5 hierna, zenden de arbiters de bevoegde autoriteiten en de persoon die het verzoek
om arbitrage heeft ingediend een op basis van de aldus toegezonden lijsten herziene
versie van de voorlopige Terms of reference toe. Binnen een maand nadat zij beide
de herziene versie hebben ontvangen, kunnen de bevoegde autoriteiten andere Terms
of reference overeenkomen en deze schriftelijk toezenden aan de arbiters en de persoon
die het verzoek om arbitrage heeft ingediend. Indien zij dat binnen die termijn doen,
vormen deze andere Terms of reference de Terms of reference voor de zaak. Indien de
bevoegde autoriteiten binnen die termijn geen andere Terms of reference overeenkomen
en toezenden, vormt de herziene versie van de voorlopige Terms of reference opgesteld
door de arbiters de Terms of reference voor de zaak.
Binnen drie maanden nadat de Terms of reference door de persoon die het verzoek om
arbitrage heeft ingediend zijn ontvangen, of, indien paragraaf 4 van toepassing is,
binnen vier maanden nadat het verzoek om arbitrage is ontvangen door beide bevoegde
autoriteiten, benoemen de bevoegde autoriteiten elk een arbiter. Binnen twee maanden
nadat de laatste benoeming heeft plaatsgevonden, benoemen de aldus benoemde arbiters
een derde arbiter die als voorzitter zal optreden. Indien een benoeming niet binnen
de vereiste termijn geschiedt, wordt (worden) de ontbrekende arbiter(s) binnen vijftien
dagen na ontvangst van een verzoek daartoe van de persoon die het verzoek om arbitrage
heeft ingediend benoemd door de hoogstgeplaatste functionaris van het Secretariaat
van het Centre for Tax Policy and Administration van de Organisatie voor Economische
Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) die geen onderdaan is van een van de verdragsluitende
staten. Dezelfde procedure is met de noodzakelijke aanpassingen van toepassing indien
het na aanvang van de arbitrageprocedure noodzakelijk blijkt een arbiter te vervangen,
ongeacht de redenen daarvoor. Tenzij de Terms of reference anders voorzien, is de
wijze van beloning gelijk aan de methode gehanteerd in de Gedragscode bij het EG-arbitrageverdrag.
6. Gestroomlijnde arbitrageprocedure
Indien de bevoegde autoriteiten dat aangeven in de Terms of reference (op voorwaarde
dat deze niet zijn overeengekomen na de aanwijzing van de arbiters ingevolge paragraaf 4 hierboven), zijn onverminderd de paragrafen 5, 11, 15, 16, 17 en 19, de volgende regels van toepassing:
-
a. binnen een maand na ontvangst van de Terms of reference door de persoon die het verzoek
om arbitrage heeft ingediend, benoemen de twee bevoegde autoriteiten met wederzijdse
instemming een arbiter. Indien na afloop van die termijn geen arbiter is benoemd,
wordt de arbiter binnen 15 dagen na ontvangst van een verzoek daartoe van de persoon
die het in paragraaf 1 bedoelde verzoek heeft ingediend benoemd door de hoogstgeplaatste functionaris van
het Secretariaat van het Centre for Tax Policy and Administration van de Organisatie
voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) die geen onderdaan is van een
van de verdragsluitende staten. Tenzij de Terms of reference anders voorzien, is de
wijze van beloning gelijk aan de methode gehanteerd in de Gedragscode bij het EG-arbitrageverdrag.
-
b. Binnen twee maanden na de benoeming van de arbiter dient elke bevoegde autoriteit
schriftelijk haar eigen antwoord op de in de Terms of reference vervatte vragen in
bij de arbiter.
-
c. Binnen een maand na ontvangst van het laatste van de antwoorden van de bevoegde autoriteiten
beslist de arbiter over elke vraag vervat in de Terms of reference overeenkomstig
een van de twee antwoorden ontvangen van de bevoegde autoriteiten naar aanleiding
van die vraag en stelt de bevoegde autoriteiten en elke persoon die direct bij de
zaak betrokken is in kennis van de keuze, tezamen met een korte toelichting op die
keuze. De uitspraken worden ten uitvoer gelegd zoals voorzien in paragraaf 19.
7. Voorwaarden voor en benoeming van arbiters
Een ieder, met inbegrip van ambtenaren van een verdragsluitende staat, kan worden
benoemd als arbiter, tenzij die persoon in eerdere fasen betrokken is geweest bij
de zaak die aanleiding is voor de arbitrageprocedure. Een arbiter wordt geacht te
zijn benoemd wanneer een brief ter bevestiging van die benoeming is ondertekend door
zowel de persoon of personen die bevoegd is of zijn tot benoeming van die arbiter
als door de arbiter zelf.
8. Verstrekking van informatie en vertrouwelijkheid
Uitsluitend voor de toepassing van de bepalingen van de artikelen 25 en 27 en van de nationale wetgeving van de verdragsluitende staten inzake de verzending
en vertrouwelijkheid van de informatie betreffende de zaak die tot de arbitrageprocedure
leidt, wordt elke arbiter benoemd als gevolmachtigd vertegenwoordiger van de bevoegde
autoriteit die die arbiter heeft benoemd of, indien die arbiter niet uitsluitend door
een bevoegde autoriteit is benoemd, van de bevoegde autoriteit waaraan de zaak die
tot de arbitrageprocedure leidt oorspronkelijk was voorgelegd. Derhalve zijn de arbiters
onderworpen aan dezelfde strikte vereisten omtrent vertrouwelijkheid die gelden ten
aanzien van de informatie met betrekking tot de zaak die op de bevoegde autoriteiten
zelf van toepassing zijn.
9. Verzuim tijdig informatie te verstrekken
Niettegenstaande de paragrafen 5 en 6, indien beide bevoegde autoriteiten overeenkomen dat het verzuim een kwestie binnen
de in artikel 25, vijfde lid, voorziene termijn van twee jaar op te lossen vooral te wijten is aan het nalaten
van een persoon die rechtstreeks wordt getroffen door de zaak tijdig relevante informatie
te verstrekken, kunnen de bevoegde autoriteiten de benoeming van de arbiter uitstellen
gedurende een tijdvak dat overeenkomt met de vertraging bij het verstrekken van die
informatie.
10. Regels omtrent procedure en bewijsvoering
Met inachtneming van deze overeenkomst en de Terms of reference nemen de arbiters
de regels omtrent procedure en bewijsvoering aan die zij nodig achten ter beantwoording
van de vragen vervat in de Terms of reference. Zij hebben toegang tot alle informatie,
met inbegrip van vertrouwelijke informatie, die nodig is om over de voor arbitrage
voorgelegde kwesties te beslissen. Tenzij de bevoegde autoriteiten anders overeenkomen,
wordt informatie die niet aan beide bevoegde autoriteiten ter beschikking stond voordat
het verzoek om arbitrage door beide was ontvangen niet in aanmerking genomen ten behoeve
van de uitspraak.
11. Deelname door de persoon die om de arbitrage heeft verzocht
De persoon die het verzoek om arbitrage heeft ingediend kan zijn standpunt, hetzij
rechtstreeks, hetzij via zijn vertegenwoordigers, op dezelfde wijze schriftelijk voorleggen
aan de arbiters als bij de regeling voor onderling overleg. Daarnaast kan deze persoon
met toestemming van de arbiters zijn standpunt tijdens de arbitrageprocedure mondeling
presenteren.
12. Logistieke maatregelen
Tenzij anders overeengekomen door de bevoegde autoriteiten, is de bevoegde autoriteit
waaraan de zaak die tot de arbitrage leidt oorspronkelijk was voorgelegd verantwoordelijk
voor de logistieke maatregelen voor de bijeenkomsten van de arbiters en stelt zij
het nodige administratieve personeel voor de uitvoering van het arbitrageproces ter
beschikking. Het aldus ter beschikking gestelde personeel rapporteert over elke daarmee
verband houdende aangelegenheid uitsluitend aan de voorzitter van de arbiters.
Tenzij anders overeengekomen door de bevoegde autoriteiten:
-
a. draagt elke bevoegde autoriteit en de persoon die om de arbitrage heeft verzocht de
kosten die verband houden met haar of zijn deelname aan de arbitrageprocedure (met
inbegrip van reiskosten en kosten die verband houden met de voorbereiding en presentatie
van haar of zijn standpunten);
-
b. draagt elke bevoegde autoriteit de kosten van de beloning van de uitsluitend door
die bevoegde autoriteit benoemde arbiter, of, indien die bevoegde autoriteit verzuimd
heeft een arbiter te benoemen, de door de hoogstgeplaatste functionaris van het Secretariaat
van het Centre for Tax Policy and Administration van de Organisatie voor Economische
Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) die geen onderdaan is van een van de verdragsluitende
staten benoemde arbiter, alsmede de door die arbiter gemaakte reis- en telecommunicatiekosten
en secretariële kosten;
-
c. worden de beloning van de voorzitter en van de arbiter benoemd via de gestroomlijnde
arbitrageprocedure en hun reis- en telecommunicatiekosten en secretariële kosten gelijkelijk
gedragen door de twee verdragsluitende staten;
-
d. worden kosten die verband houden met de vergaderingen van de arbiters en met het administratief
personeel dat nodig is voor de uitvoering van de arbitrageprocedure gedragen door
de bevoegde autoriteit waaraan de zaak die aanleiding was voor de arbitrage oorspronkelijk
was voorgelegd; en
-
e. worden alle overige kosten (met inbegrip van vertaalkosten en van het vastleggen van
de procedure) die verband houden met kosten waarover beide bevoegde autoriteiten overeenstemming
hebben bereikt, gelijkelijk gedragen door beide verdragsluitende staten.
14. Toepasselijke rechtsbeginselen
De arbiters beslissen over de kwesties die voor arbitrage zijn voorgelegd in overeenstemming
met de van toepassing zijnde bepalingen van het Verdrag en, onder voorbehoud van deze
bepalingen, met die van het nationale recht van de verdragsluitende staten. Over kwesties
omtrent verdragsinterpretatie beslissen de arbiters in het licht van de interpretatiebeginselen
vervat in de artikelen 31 tot en met 33 van het Verdrag van Wenen inzake het verdragenrecht, waarbij de commentaren van het OESO-modelverdrag inzake belastingen, als van tijd
tot tijd gewijzigd, zoals uitgelegd in de paragrafen 28 tot en met 36.1 van de inleiding
tot het OESO-modelverdrag inzake belastingen in aanmerking worden genomen. Over kwesties
omtrent de toepassing van het arm’s length-beginsel dient op vergelijkbare wijze te
worden besloten, daarbij de OECD Transfer Pricing Guidelines for Multinational Enterprises
and Tax Administrations (OESO-richtlijnen voor verrekenprijzen voor multinationale
ondernemingen en belastingdiensten) in aanmerking nemend. De arbiters bestuderen ook
eventuele andere bronnen die de bevoegde autoriteiten uitdrukkelijk kunnen noemen
in de Terms of reference.
Indien meer dan een arbiter is benoemd, wordt de uitspraak genomen bij een eenvoudige
meerderheid van de arbiters. Tenzij anders voorzien in de Terms of reference, wordt
de uitspraak van de arbiters schriftelijk gegeven, waarbij de rechtsbronnen die aan
de uitspraak ten grondslag liggen alsmede de motivering worden vermeld. Na toestemming
van de persoon die om de arbitrage heeft verzocht en van beide bevoegde autoriteiten,
mag de uitspraak in geredigeerde vorm worden gepubliceerd zonder de namen van de betrokken
partijen en zonder gegevens waarmee hun identiteit zou kunnen worden herleid en met
dien verstande dat de uitspraak geen formele precedentwerking heeft.
16. Termijn voor mededelen van de arbitrale uitspraak
De arbitrale uitspraak moet binnen zes maanden nadat de voorzitter de bevoegde autoriteiten
en elke persoon die rechtstreeks betrokken is bij de zaak er schriftelijk van in kennis
heeft gesteld dat hij alle informatie heeft ontvangen die nodig is om met de behandeling
van de zaak aan te vangen, worden medegedeeld aan de bevoegde autoriteiten en de persoon
die het verzoek om arbitrage heeft ingediend. Indien, niettegenstaande het eerste
deel van deze paragraaf, de voorzitter op enig tijdstip binnen twee maanden na de
datum waarop de laatste arbiter is benoemd met instemming van een van de bevoegde
autoriteiten de andere bevoegde autoriteit en de persoon die het verzoek om arbitrage
heeft ingediend ervan in kennis stelt dat hij niet alle informatie heeft ontvangen
die nodig is om met de behandeling van de zaak aan te vangen,
-
a. en de voorzitter de nodige informatie ontvangt binnen twee maanden na de datum waarop
die kennisgeving is verzonden, dient de arbitrale uitspraak aan de bevoegde autoriteiten
en elke persoon die rechtstreeks betrokken is bij de zaak te worden medegedeeld binnen
zes maanden na de datum waarop de informatie door de voorzitter is ontvangen,
-
b. en de voorzitter de nodige informatie niet heeft ontvangen binnen twee maanden na
de datum waarop die kennisgeving is verzonden, dient de arbitrale uitspraak, tenzij
de bevoegde autoriteiten anders overeenkomen, te worden gedaan zonder die informatie,
ook wanneer de voorzitter deze later ontvangt, en dient de uitspraak aan de bevoegde
autoriteiten en elke persoon die rechtstreeks bij de zaak betrokken is te worden medegedeeld
binnen acht maanden na de datum waarop de kennisgeving is verzonden.
17. Verzuim de uitspraak binnen de vereiste termijn mede te delen
Indien de uitspraak niet binnen de in de paragrafen 6c of 16 voorziene termijn aan de bevoegde autoriteiten is medegedeeld, kunnen de bevoegde
autoriteiten overeenkomen die termijn te verlengen met een tijdvak van ten hoogste
zes maanden, of, indien zij zulks nalaten binnen een maand na afloop van de termijn
voorzien in de paragrafen 6c of 16, benoemen zij in overeenstemming met paragraaf 5 of 6a een of meer nieuwe arbiters, al naargelang van het geval.
18. Definitieve uitspraak
De arbitrale uitspraak is definitief, tenzij de rechters van een van de verdragsluitende
staten de uitspraak niet uitvoerbaar achten in verband met een schending van artikel 25, vijfde lid, of van een procedureregel vervat in de Terms of reference of in deze overeenkomst
die redelijkerwijs van toepassing had kunnen zijn op de uitspraak. Indien een uitspraak
op een van deze gronden onuitvoerbaar wordt geacht, wordt de arbitrageprocedure geacht
niet hebben plaatsgevonden (tenzij voor de toepassing van paragraaf 8 „Verstrekking van informatie en vertrouwelijkheid” en 13 „Kosten”).
19. Tenuitvoerlegging van de arbitrale uitspraak
De bevoegde autoriteiten leggen de arbitrale uitspraak binnen zes maanden na mededeling
aan hen van de uitspraak ten uitvoer door middel van een onderlinge overeenkomst over
de zaak die tot de arbitrage heeft geleid.
20. Indien geen arbitrale uitspraak wordt gedaan
Indien op enig tijdstip nadat een verzoek om arbitrage is ingediend en voordat de
arbiters een uitspraak aan de bevoegde autoriteiten en de persoon die het verzoek
arbitrage heeft ingediend hebben doen toekomen, de bevoegde autoriteiten de arbiters
en die persoon er schriftelijk van in kennis stellen dat zij alle onopgeloste kwesties
omschreven in de Terms of reference hebben opgelost, wordt de zaak beschouwd als opgelost
krachtens de onderlinge overlegprocedure en wordt geen arbitrale uitspraak gedaan.
Deze regeling is van toepassing op elk verzoek om arbitrage gedaan uit hoofde van
artikel 25, vijfde lid, van het Verdrag nadat die bepaling van kracht is geworden.