Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Portugese Republiek betreffende luchtvervoer, Lissabon, 12-04-1946

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 20-06-1985 t/m heden

Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Portugese Republiek betreffende luchtvervoer

Authentiek : NL

Overeenkomst tusschen Nederland en Portugal betreffende luchtvervoer.

De Regeeringen van Nederland en Portugal geleid door den wensch het burgerlijke luchtvervoer tusschen Nederlandsche en Portugeesche gebiedsdeelen te bevorderen, en gelet op de resolutie, onderteekend op 7 December 1944 op de Internationale Burgerlijke Luchtvaart Conferentie te Chicago, Illinois, U. S. A., tot aanneming van een standaardmodel van een overeenkomst voor voorloopige luchtroutes en diensten, sluiten hierbij de volgende Overeenkomst betreffende de in de bijlagen aangegeven luchtdiensten tusschen haar onderscheidenlijke grondgebieden, welke diensten aan de volgende bepalingen zullen zijn onderworpen.

Artikel 1

De overeenkomstsluitende partijen verleenen de rechten, opgesomd in de hierbij aangehechte Bijlage, welke vereischt zijn om de daarin omschreven internationale burgerlijke luchtlijnen en diensten in te stellen, onverschillig of zulke diensten onmiddellijk dan wel op een later tijdstip, naar verkiezing van de overeenkomstsluitende partij, aan welke de rechten worden verleend, zullen worden geopend.

Artikel 2

  • a) Elk van de aldus omschreven luchtdiensten zal in exploitatie worden genomen, zoodra de overeenkomstsluitende partij, aan welke krachtens artikel 1 het recht is verleend, één of meer luchtvaartmaatschappijen voor de betreffende route aan te wijzen, aan een luchtvaartmaatschappij voor zoodanige route machtiging heeft verleend en de overeenkomstsluitende partij, welke het recht verleent, zal overeenkomstig artikel 7 van deze Overeenkomst, verplicht zijn aan de betreffende luchtvaartmaatschappij of luchtvaartmaatschappijen de passende exploitatievergunning te verleenen, mits van de aldus aangewezen luchtvaartmaatschappij kan worden verlangd, dat zij, alvorens het haar zal zijn toegestaan de exploitaties als bedoeld in deze Overeenkomst, aan te vangen, ten overstaan van de bevoegde luchtvaartautoriteiten van de overeenkomstsluitende partij, welke de rechten, overeenkomstig de wetten en voorschriften,welke gewoonlijk door deze autoriteiten worden toegepast, verleent, haar bevoegdheid bewijst en mits de opening van de luchtdiensten in gebieden, waar vijandelijkheden plaats hebben of die militair bezet zijn of in gebieder, welke daarvan den weerslag ondervinden, onderworpen zal zijn aan de goedkeuring van de bevoegde militaire autoriteiten.

  • b) Het is wel te verstaan, dat elke overeenkomstsluitende partij, aan welke krachtens deze Overeenkomst commercieele rechten zijn verleend, deze zoo spoedig mogelijk moet uitoefenen, behoudens in geval zij daartoe tijdelijk niet in staat is.

Artikel 3

Exploitatierechten, welke vroeger mochten zijn verleend door een van de overeenkomstsluitende partijen aan een Staat, die niet partij is bij deze Overeenkomst, of aan een luchtvaartmaatschappij, blijven onder dezelfde voorwaarden van kracht.

Artikel 4

Teneinde bevoorrechtende praktijken te voorkomen en gelijkheid van behandeling te verzekeren, wordt overeengekomen, dat:

  • a) Elk van de overeenkomstsluitende partijen kan opleggen of doen opleggen, billijke en redelijke kosten voor het gebruik van luchthavens en andere faciliteiten.

    Elk van de overeenkomstsluitende partijen neemt echter op zich, dat deze kosten niet hooger zullen zijn dan die, welke zouden worden betaald voor het gebruik van zoodanige luchthavens en faciliteiten door haar eigen luchtvaartuigen, gebezigd op soortgelijke internationale diensten.

  • b) Op motorbrandstof, smeeroliën en reservedeelen ingevoerd in, of aan boord genomen van luchtvaartuigen op het grondgebied van de eene overeenkomstsluitende partij door de andere overeenkomstsluitende partij of haar onderdanen, en uitsluitend bestemd voor gebruik door luchtvaartuigen van de andere overeenkomstsluitende partij, zullen ten aanzien van het heffen van invoerrechten, inspectiekosten, of andere nationale rechten of kosten door de overeenkomstsluitende partij, op wier grondgebied zij zijn ingevoerd, worden toegepast de nationale regelingen en de meestbegunstigingsclausule.

  • c) Luchtvaartuigen, welke gebruikt worden op de overeengekomen luchtdiensten, voorraden van motorbrandstof, smeeroliën, reservedeelen, gewone uitrustingsstukken en proviand, welke aan boord blijven van burgerlijke luchtvaartuigen van de luchtvaartmaatschappijen van de overeenkomstsluitende partijen, welke gemachtigd zijn, de luchtlijnen en diensten te onderhouden, omschreven in de Bijlage, zullen bij aankomst op, of het vertrek uit het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende partij, zijn vrijgesteld van douanerechten, inspectiekosten of soortgelijke rechten of kosten, zelfs wanneer zulke voorraden worden gebruikt of verbruikt door deze luchtvaartuigen bij vluchten binnen dat grondgebied.

  • d) De aldus vrijgestelde goederen mogen slechts worden gelost met goedkeuring van de douaneautoriteiten van de andere overeenkomstsluitende partij. Deze goederen, die weer moeten worden uitgevoerd, zullen tot wederuitvoer onder toezicht van de douane blijven.

Artikel 5

Bewijzen van luchtwaardigheid, bewijzen van geschiktheid, uitgereikt of geldig verklaard door de eene overeenkomstsluitende partij, zullen door de andere overeenkomstsluitende partij als geldig worden erkend voor de exploitatie van de luchtlijnen en diensten, omschreven in de Bijlage. Elke overeenkomstsluitende partij behoudt zich evenwel het recht voor voor vluchten boven haar eigen grondgebied de erkenning van bewijzen van geschiktheid, door een anderen Staat aan haar eigen onderdanen uitgereikt, te weigeren.

Artikel 6

  • (a) De wetten en voorschriften van de eene overeenkomstsluitende partij betreffende de toelating tot of het vertrek uit haar grondgebied van luchtvaartuigen, gebezigd in de internationale luchtvaart of betreffende de exploitatie van en het vliegen met zulke luchtvaartuigen gedurende het verblijf binnen haar grondgebied, zullen van toepassing zijn op de luchtvaartuigen van de andere overeenkomstsluitende partij en zullen door deze luchtvaartuigen moeten worden nagekomen bij het binnenkomen of verlaten van, of gedurende het verblijf binnen het grondgebied van die partij.

  • (b) De wetten en voorschriften van een overeenkomstsluitende partij betreffende de toelating tot, of het vertrek uit haar grondgebied van passagiers, bemanningen of lading van luchtvaartuigen, zooals voorschriften betreffende toelating, in- en uitklaring, immigratie, paspoorten, douane en quarantaine, zullen door of vanwege deze passagiers, bemanningen of lading bij binnenkomst in, vertrek uit, of tijdens het verblijf binnen het grondgebied van die partij moeten worden nagekomen.

Artikel 7

Elke overeenkomstsluitende partij behoudt zich het recht voor een luchtvaartmaatschappij van de andere overeenkomstsluitende partij een bewijs of vergunning te onthouden, of deze te herroepen, in elk geval, waarin niet tot haar genoegen is gebleken, dat het overwegende eigendomsrecht en het daadwerkelijke toezicht berusten bij onderdanen van een van beide overeenkomstsluitende partijen, dan wel in geval een luchtvaartmaatschappij in gebreke blijft de wetten omschreven in artikel 6 van deze Overeenkomst, van den Staat, over welks grondgebied zij luchtdiensten onderhoudt na te komen of aan haar verplichtingen ingevolge deze Overeenkomst te voldoen.

Artikel 8

Deze Overeenkomst, en alle daarmede in verband staande contracten, zullen bij de Voorloopige Internationale Burgerlijke Luchtvaart Organisatie worden geregistreerd.

Artikel 9

Indien een van de overeenkomstsluitende partijen het wenschelijk acht de routes of voorwaarden, vermeld in de bijbehoorende Bijlage, te wijzigen, mag zij verzoeken, dat de bevoegde luchtvaartautoriteiten van de beide overeenkomstsluitende partijen overleg plegen, welk overleg moet aanvangen binnen den termijn van zestig dagen vanaf den datum van het verzoek.

Wanneer deze autoriteiten wederzijds tot overeenstemming geraken omtrent nieuwe of herziene voorwaarden, welke de Bijlage raken, zullen haar aanbevelingen terzake van kracht worden, nadat deze door een uitwisseling van diplomatieke nota's bevestigd zijn geworden.

Artikel 10

Alle geschillen tusschen de overeenkomstsluitende partijen betreffende de uitlegging of toepassing van deze Overeenkomst of van de daarbij behoorende Bijlage, zullen ter beslissing worden voorgelegd aan den Tijdelijken Raad, in overeenstemming met de bepalingen van artikel III, sectie 6 (8) van de Tijdelijke Overeenkomst inzake de Internationale Burgerlijke Luchtvaart, onderteekend te Chicago op 7 December 1944, tenzij de overeenkomstsluitende partijen overeenkomen het geschil te regelen door het voor te leggen aan een Scheidsgerecht, of een ander persoon of lichaam, benoemd in onderling overleg tusschen de overeenkomstsluitende partijen. De overeenkomstsluitende partijen verbinden zich, zich aan de gegeven beslissing te houden.

Artikel 11

Indien een algemeen multilateraal luchtvaartverdrag, dat door beide overeenkomstsluitende partijen wordt aanvaard, van kracht wordt, zal deze Overeenkomst aldus gewijzigd worden, dat zij met de bepalingen van genoemd verdrag zal overeenstemmen.

Artikel 12

Elke der overeenkomstsluitende partijen kan te allen tijde aan de andere kennis geven, indien zij deze Overeenkomst wenscht te beëindigen. Zulk een kennisgeving zal tegelijkertijd ter kennis worden gebracht van de Voorloopige Internationale Burgerlijke Luchtvaart Organisatie.

Indien zulk een kennisgeving wordt gedaan, zal deze Overeenkomst ophouden van kracht te zijn twaalf maanden na den dag van ontvangst van de kennisgeving door de andere overeenkomstsluitende partij, tenzij de kennisgeving van opzegging in onderling overleg wordt ingetrokken, voordat deze termijn is verstreken.

Bij afwezigheid van ontvangstbevestiging door de andere overeenkomstsluitende partij, wordt de kennisgeving geacht te zijn ontvangen 14 dagen na de ontvangst van de kennisgeving door de Voorloopige Internationale Burgerlijke Luchtvaart Organisatie.

Gedaan te Lissabon op 12 April 1946 in drievoud in de Nederlandsche, Portugeesche en Engelsche taal, welke gelijkelijk authentiek zijn.

Voor de Portugeesche Regeering, A. O. Salazar.

Voor de Nederlandsche Regeering, P. A. van Buttingha Wichers.

BIJLAGE.

  • 1. De luchtvaartmaatschappij(en), die de luchtdiensten op de routes, opgesomd in Lijst I van deze Bijlage, zal (zullen) onderhouden, zal (zullen) worden aangewezen door de Portugeesche Regeering.

  • 2. De luchtvaartmaatschappij(en), die de luchtdiensten op de routes, opgesomd in Lijst II van deze Bijlage, zal (zullen) onderhouden, zal (zullen) worden aangewezen door Nederlandsche Regeering.

  • 3. Ten aanzien van de exploitatie van de luchtdiensten op de routes, opgesomd in Lijst I, zullen aan de aangewezen Portugeesche luchtvaartmaatschappij(en), genoemd in paragraaf 1 hierboven, op Nederlandsch grondgebied worden verleend het recht van overvliegen en van landingen voor niet-commercieele doeleinden, alsook het recht, in internationaal verkeer passagiers, vracht en post op te nemen en af te zetten, zooals hierna bepaald, en het recht tot het gebruik op de genoemde routes van luchtvaartterreinen en bijkomstige faciliteiten, bestemd voor internationaal verkeer.

  • 4. Ten aanzien van de exploitatie van de luchtdiensten op de routes, opgesomd in Lijst II, zullen aan de aangewezen Nederlandsche luchtvaartmaatschappij (en), genoemd in paragraaf 2 hierboven, op Portugeesch grondgebied worden verleend het recht van overvliegen en van landingen voor niet-commercieele doeleinden, alsook het recht, in internationaal verkeer passagiers, vracht en post op te nemen of af te zetten, zooals hierna bepaald, en het recht tot het gebruik op de genoemde routes van luchtvaartterreinen en bijkomstige faciliteiten, bestemd voor internationaal verkeer.

  • 5. De luchtvervoersgelegenheid, geboden aan het reizende publiek, moet nauw verband houden met de behoefte van het publiek aan zoodanig vervoer.

  • 6. Aan de luchtvaartmaatschappijen van de beide landen zal een eerlijke en gelijke gelegenheid worden gegeven om op elke route tusschen hun onderscheidenlijke grondgebieden, beschreven in de Ovreenkomst en de Bijlage, diensten te onderhouden.

  • 7. Bij de exploitatie door de luchtvaartmaatschappijen van elk van beide Regeeringen van de hoofdlijnen, beschreven in Lijst I en II van deze Bijlage, zullen de belangen van de luchtvaartmaatschappijen van de andere Regeering in acht genomen worden opdat de diensten, welke laatstbedoelde luchtvaartmaatschappijen onderhouden op alle of een gedeelte van dezelfde routes, niet onredelijk worden getroffen.

  • 8. Beide Regeeringen gaan uit van de opvatting, dat luchtdiensten, ingesteld door een aangewezen luchtvaartmaatschappij krachtens de Overeenkomst en deze Bijlage, als hun eerste doel behouden de verschaffing van vervoerscapaciteit, welke alleszins voldoet aan de behoeften aan vervoersgelegenheid tusschen het land, welks nationaliteit de aangewezen luchtvaartmaatschappij bezit en het land van uiteindelijke bestemming van het verkeer. Het recht om op zulke luchtdiensten in internationaal verkeer passagiers, vracht en post op te nemen of af te zetten, bestemd voor en komende uit derde landen, op een plaats of plaatsen op de routes, opgesomd in deze Bijlage, zal worden toegepast, in overeenstemming met de algemeene beginselen van ordelijke ontwikkeling, welke beide Regeeringen onderschrijven en zal onderworpen zijn aan het algemeene beginsel, dat de vervoerscapciteit verband moet houden:

    • a) met de verkeersbehoeften tusschen het land van herkomst en de landen van bestemming;

    • b) met de eischen, welke de exploitatie van doorgaande luchtlijnen stelt; en

    • c) met de verkeersbehoeften van het gebied, waarover de luchtlijn voert, nadat rekening is gehouden met de plaatselijke en regionale diensten.

  • 9. Ingeval een route of gedeelte van een route, zooals vermeld in Lijst I en II van deze Bijlage, bediend zou worden door de luchtvaartmaatschappijen van beide overeenkomstsluitende partijen, zullen de betrokken luchtvaartmaatschappijen met elkaar overleg plegen, teneinde tot een vorm van samenwerking op deze route of gedeelte van zulk een route te komen. Indien over een vorm van samenwerking overeenstemming wordt bereikt, zal deze aan de bevoegde luchtvaartautoriteiten der betreffende overeenkomstsluitende partijen ter goedkeuring worden voorgelegd.

  • 10. Met betrekking tot de paragrafen 8 en 9 van deze Bijlage erkent de Nederlandsche Regeering formeel den zeer specialen aard van de luchtdiensten tusschen Portugal en Brazilië, welke geacht zullen worden hetzelfde karakter te hebben als de diensten, genoemd in de laatste categorie van letter c) van paragraaf 8.

  • 11. Tarieven zullen in overeenstemming met de volgende paragrafen worden vastgesteld op een redelijk peil, daarbij behoorlijk rekening houdende met alle terzake dienende factoren zooals exploitatiekosten, redelijke winst, en de tarieven, door andere luchtvaartmaatschappijen geheven, alsmede de hoedanigheden van elken dienst.

  • 12. Tarieven, te berekenen op routes of gedeelten van een route, welke door de luchtvaartmaatschappijen van de beide overeenkomstsluitende partijen worden geëxploiteerd, zullen in eersten aanleg tusschen deze luchtvaartmaatschappijen worden overeengekomen. Alle op deze wijze overeengekomen tarieven zullen onderworpen worden aan de goedkeuring van de luchtvaartautoriteiten van de betreffende overeenkomstsluitende partijen. Bij het vaststellen van deze tarieven zal rekening worden gehouden met de aanbevelingen van de „International Air Transport Association”.

    In geval van verschil van meening tusschen de luchtvaartmaatschappijen, zullen de overeenkomstsluitende partijen trachten overeenstemming te bereiken. In geval zulk een overeenstemming niet bereikt kan worden, zal de procedure van artikel 10 van de Overeenkomst worden toegepast.

  • 13. Het is wel te verstaan, dat deze Overeenkomst geen der overeenkomstsluitende partijen zal beletten regelingen te treffen tot verdeeling van het verkeer met een der landen, betrokken bij de routes, genoemd in Lijst I en II.

Salazar.

P. A. van Buttingha Wichers.

Routelijst

  • I. Te onderhouden route door de aangewezen Portugese luchtvaartmaatschappij(en) in beide richtingen:

    Lissabon en/of Oporto - Amsterdam - verder gelegen plaatsen

  • II. Te onderhouden route door de aangewezen Nederlandse luchtvaartmaatschappij(en) in beide richtingen:

    Amsterdam - Lissabon en/of Oporto - verder gelegen plaatsen.

Opmerking 1

Ongeacht de bepalingen van de Overeenkomst en haar Bijlage zal (zullen) de door elke Overeenkomstsluitende Partij aangewezen luchtvaartmaatschappij(en) het recht hebben op het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij in internationaal verkeer passagiers, vracht en post op te nemen of af te zetten, bestemd voor of komende uit de in de Routelijst niet nader aangeduide verder gelegen plaatsen, doch alleen voor wat betreft die plaatsen waarover tussen de luchtvaartautoriteiten van de beide Overeenkomstsluitende Partijen overeenstemming is bereikt.

Opmerking 2

In alle of in één van de luchtdiensten kunnen plaatsen komen te vervallen.

Opmerking 3

Aan alle of aan één van de luchtdiensten kunnen plaatsen op het grondgebied van derde landen worden toegevoegd, echter zonder dat daaruit verkeersrechten voortvloeien tussen dergelijke plaatsen en het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij, tenzij anders wordt overeengekomen.

Naar boven