Protocol inzake het recht dat van toepassing is op onderhoudsverplichtingen
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
Preambule
De Staten die dit Protocol hebben ondertekend,
Geleid door de wens gemeenschappelijke bepalingen vast te stellen inzake het recht dat van toepassing is op onderhoudsverplichtingen,
Geleid door de wens het Verdrag van ’s-Gravenhage van 24 oktober 1956 nopens de wet welke op alimentatieverplichtingen jegens kinderen toepasselijk is en het Verdrag van ’s-Gravenhage van 2 oktober 1973 inzake de wet die van toepassing is op onderhoudsverplichtingen te moderniseren,
Geleid door de wens algemene regels inzake het toepasselijk recht te ontwikkelen die het Verdrag van Den Haag van 23 november 2007 inzake de internationale inning van levensonderhoud voor kinderen en andere familieleden kunnen aanvullen,
Hebben besloten hiertoe een Protocol te sluiten en zijn de volgende bepalingen overeengekomen:
Artikel 1. Toepassingsgebied
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
1 Dit Protocol bepaalt het recht dat van toepassing is op onderhoudsverplichtingen die voortvloeien uit een familiebetrekking, bloedverwantschap, huwelijk of aanverwantschap, met inbegrip van onderhoudsverplichtingen jegens kinderen, ongeacht de burgerlijke staat van de ouders.
Artikel 2. Universele toepassing
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
Dit Protocol is van toepassing ook indien het toepasselijke recht dat van een niet-Verdragsluitende Staat is.
Artikel 3. Algemene regel inzake toepasselijk recht
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
Artikel 4. Bijzondere regels die bepaalde onderhoudsgerechtigden begunstigen
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
2 Indien de onderhoudsgerechtigde op grond van het recht, bedoeld in artikel 3, geen levensonderhoud van de onderhoudsplichtige kan verkrijgen, is het recht van het forum van toepassing.
3 In afwijking van artikel 3 is, indien de onderhoudsgerechtigde de zaak aanhangig maakt bij de bevoegde autoriteit van de Staat waar de onderhoudsplichtige zijn gewone verblijfplaats heeft, het recht van het forum van toepassing. Indien de onderhoudsgerechtigde op grond van dit recht echter geen levensonderhoud van de onderhoudsplichtige kan verkrijgen, is het recht van de Staat van de gewone verblijfplaats van de onderhoudsgerechtigde van toepassing.
4 Indien de onderhoudsgerechtigde op grond van de rechtsstelsels, bedoeld in artikel 3 en in het tweede en derde lid van dit artikel, geen levensonderhoud van de onderhoudsplichtige kan verkrijgen, is het recht van de Staat van hun gemeenschappelijke nationaliteit, indien zij er een bezitten, van toepassing.
Artikel 5. Bijzondere regel met betrekking tot echtgenoten en ex-echtgenoten
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
In geval van onderhoudsverplichtingen tussen echtgenoten, ex-echtgenoten of tussen partijen bij een nietig verklaard huwelijk, is artikel 3 niet van toepassing indien een van de partijen zich daartegen verzet en het recht van een andere Staat, in het bijzonder dat van de Staat van hun laatste gemeenschappelijke gewone verblijfplaats, nauwer verbonden is met het huwelijk. In dat geval is het recht van die andere Staat van toepassing.
Artikel 6. Bijzondere regel voor verweer
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
In geval van onderhoudsverplichtingen anders dan die welke voortvloeien uit een ouder-kindrelatie jegens een kind en dan die bedoeld in artikel 5, kan de onderhoudsplichtige zich tegen een aanspraak van de onderhoudsgerechtigde verweren op grond dat een dergelijke verplichting niet bestaat ingevolge zowel het recht van de Staat van de gewone verblijfplaats van de onderhoudsplichtige als het recht van de Staat van de gemeenschappelijke nationaliteit van de partijen, indien zij er een bezitten.
Artikel 7. Aanwijzing van het toepasselijke recht ten behoeve van een bepaalde procedure
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
2 Een aanwijzing die geschiedt voordat een dergelijke procedure aanhangig wordt gemaakt, dient te worden vastgelegd in een overeenkomst die door beide partijen wordt ondertekend en op schrift wordt gesteld of vastgelegd op zodanige wijze dat de inhoud ervan toegankelijk blijft voor raadpleging op een later tijdstip.
Artikel 8. Aanwijzing van het toepasselijke recht
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
4 In afwijking van het door de partijen in overeenstemming met het eerste lid aangewezen recht, wordt de vraag of de onderhoudsgerechtigde afstand kan doen van zijn recht op levensonderhoud, bepaald door het recht van de Staat waar de onderhoudsgerechtigde op het tijdstip van de aanwijzing zijn gewone verblijfplaats heeft.
5 Tenzij de partijen op het tijdstip van de aanwijzing volledig geïnformeerd waren en zich bewust waren van de gevolgen van de aanwijzing, blijft het door de partijen aangewezen recht buiten toepassing indien toepassing van dat recht voor een van de partijen kennelijk onbillijke of onredelijke gevolgen zou hebben.
Artikel 9. Woonplaats („domicile”) in plaats van nationaliteit
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
Een Staat die in familierechtelijke aangelegenheden het begrip woonplaats („domicile”) als aanknopingsfactor hanteert, kan het Permanent Bureau van de Haagse Conferentie voor Internationaal Privaatrecht mededelen dat in zaken die voor zijn autoriteiten komen het begrip „nationaliteit” in de artikelen 4 en 6 wordt vervangen door woonplaats („domicile”) zoals omschreven in die Staat.
Artikel 10. Overheidslichamen
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
Het recht van een overheidslichaam op terugbetaling van een uitkering die in plaats van levensonderhoud aan de onderhoudsgerechtigde is verstrekt, wordt beheerst door het recht waaraan dat lichaam is onderworpen.
Artikel 11. Reikwijdte van het toepasselijke recht
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
Het recht dat van toepassing is op de onderhoudsverplichting bepaalt onder andere:
a. of, in welke mate en van wie de onderhoudsgerechtigde aanspraak kan maken op levensonderhoud;
b. in hoeverre de onderhoudsgerechtigde met terugwerkende kracht aanspraak heeft op levensonderhoud;
c. de grondslag voor de berekening van het bedrag aan levensonderhoud en de indexatie;
d. wie gerechtigd is procedures ter zake van van levensonderhoud in te stellen, behoudens aangelegenheden die betrekking hebben op de bevoegdheid om in rechte op te treden en de procesvertegenwoordiging;
e. verjarings- en vervaltermijnen;
f. de omvang van de verplichting van de onderhoudsplichtige, indien een overheidslichaam terugbetaling vraagt van uitkeringen die in plaats van levensonderhoud aan een onderhoudsgerechtigde zijn verstrekt.
Artikel 12. Uitsluiting van renvoi
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
In het Protocol wordt onder de term „recht” verstaan het in een Staat geldende recht, met uitsluiting van de regels van conflictenrecht.
Artikel 13. Openbare orde
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
De toepassing van het ingevolge dit Protocol aangewezen recht kan slechts worden geweigerd indien de gevolgen ervan kennelijk in strijd zijn met de openbare orde van het forum.
Artikel 14. Vaststelling van het bedrag van het levensonderhoud
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
Ook wanneer het toepasselijke recht anders bepaalt, wordt bij de vaststelling van het bedrag van het levensonderhoud rekening gehouden met de behoeften van de onderhoudsgerechtigde en de draagkracht van de onderhoudsplichtige alsmede met eventuele vergoedingen die de onderhoudsgerechtigde zijn toegekend in plaats van periodiek uit te keren levensonderhoud.
Artikel 15. Niet-toepasselijkheid van het Protocol op interne conflicten
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
1 Een Verdragsluitende Staat waarin verschillende rechtsstelsels of verzamelingen rechtsregels van toepassing zijn op het gebied van onderhoudsverplichtingen, is niet gehouden de regels van het Protocol toe te passen op conflicten die uitsluitend deze verschillende rechtsstelsels of verzamelingen rechtsregels betreffen.
Artikel 16. Niet-geünificeerde rechtsstelsels – territoriaal
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
2 Teneinde het op grond van het Protocol toepasselijke recht aan te wijzen in geval van een Staat die twee of meer territoriale eenheden omvat met ieder hun eigen rechtsstelsel of verzameling rechtsregels met betrekking tot bij dit Protocol geregelde aangelegenheden, zijn de volgende regels van toepassing:
a. indien in die Staat regels van kracht zijn die de territoriale eenheid aanwijzen waarvan het recht van toepassing is, wordt het recht van die eenheid toegepast;
b. bij gebreke van zodanige regels is het recht van de ingevolge het eerste lid aangewezen territoriale eenheid van toepassing.
Artikel 17. Niet-geünificeerde rechtsstelsels – personeel
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
Teneinde het op grond van het Protocol toepasselijke recht aan te wijzen in geval van een Staat die met betrekking tot bij dit Protocol geregelde aangelegenheden twee of meer rechtsstelsels of verzamelingen rechtsregels omvat die op verschillende categorieën personen van toepassing zijn, wordt een verwijzing naar het recht van een dergelijke Staat uitgelegd als een verwijzing naar het rechtsstelsel dat wordt aangewezen door de regels die in die Staat van kracht zijn.
Artikel 18. Samenloop met eerdere Haagse verdragen inzake levensonderhoud
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
In de onderlinge betrekkingen tussen de Verdragsluitende Staten treedt dit Protocol in de plaats van het Verdrag van ’s-Gravenhage van 2 oktober 1973 inzake de wet die van toepassing is op onderhoudsverplichtingen en het Verdrag van ’s-Gravenhage van 24 oktober 1956 nopens de wet welke op alimentatieverplichtingen jegens kinderen toepasselijk is.
Artikel 19. Samenloop met andere instrumenten
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
1 Dit Protocol laat onverlet andere internationale instrumenten waarbij Verdragsluitende Staten Partij zijn of worden en die bepalingen bevatten over in dit Protocol geregelde aangelegenheden, tenzij een andersluidende verklaring wordt afgelegd door de Staten die Partij zijn bij dergelijke instrumenten.
Artikel 20. Uniforme uitlegging
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
Bij de uitlegging van dit Protocol dient rekening te worden gehouden met het internationale karakter ervan alsmede met de noodzaak de uniforme toepassing ervan te bevorderen.
Artikel 21. Toetsing van de werking van het Protocol in de praktijk
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
Artikel 22. Overgangsbepalingen
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
Dit Protocol is niet van toepassing op vorderingen inzake levensonderhoud in een Verdragsluitende Staat die betrekking hebben op een tijdvak voorafgaand aan de inwerkingtreding ervan in die Staat.
Artikel 23. Ondertekening, bekrachtiging en toetreding
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
4 De akten van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding dienen te worden nedergelegd bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden, depositaris van het Protocol.
Artikel 24. Regionale Organisaties voor Economische Integratie
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
1 Een Regionale Organisatie voor Economische Integratie die uitsluitend is samengesteld uit soevereine Staten en die bevoegd is ter zake van sommige of alle aangelegenheden die in dit Protocol worden geregeld, kan dit Protocol eveneens ondertekenen, aanvaarden, goedkeuren of hiertoe toetreden. De Regionale Organisatie voor Economische Integratie heeft in dat geval de rechten en verplichtingen van een Verdragsluitende Staat voor zover de organisatie bevoegd is ter zake van de aangelegenheden waarop het Protocol van toepassing is.
2 De Regionale Organisatie voor Economische Integratie doet, op het tijdstip van ondertekening, aanvaarding, goedkeuring of toetreding, de depositaris schriftelijk mededeling van de in het Protocol geregelde aangelegenheden ter zake waarvan de bevoegdheid door haar lidstaten aan die Organisatie is overgedragen. De Organisatie doet de depositaris onverwijld schriftelijk mededeling van wijzigingen van haar bevoegdheid als vermeld in de meest recente kennisgeving ingevolge dit lid.
3 Op het tijdstip van ondertekening, aanvaarding, goedkeuring of toetreding kan een Regionale Organisatie voor Economische Integratie in overeenstemming met artikel 28 verklaren dat zij de bevoegdheid uitoefent ter zake van alle aangelegenheden waarop het Protocol van toepassing is en dat haar lidstaten die hun bevoegdheid op dat gebied hebben overgedragen aan de Regionale Organisatie voor Economische Integratie, door het Protocol gebonden zullen zijn als gevolg van de ondertekening, aanvaarding, goedkeuring of toetreding door de organisatie.
5 Alle verwijzingen naar een „Verdragsluitende Staat” of een „Staat” in het Protocol zijn in voorkomend geval eveneens van toepassing op een Regionale Organisatie voor Economische Integratie die Partij bij het Protocol is. In het geval dat een Regionale Organisatie voor Economische Integratie een verklaring in overeenstemming met het derde lid heeft afgelegd, zijn alle verwijzingen naar een „Verdragsluitende Staat” of een „Staat” in het Protocol in voorkomend geval eveneens van toepassing op de betreffende lidstaten van de Organisatie.
Artikel 25. Inwerkingtreding
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
1 Het Protocol treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op het verstrijken van drie maanden na de nederlegging van de tweede akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding, bedoeld in artikel 23.
Artikel 26. Verklaringen ten aanzien van niet-geünificeerde rechtsstelsels
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
1 Indien een Staat twee of meer territoriale eenheden omvat waarin met betrekking tot bij dit Protocol geregelde aangelegenheden verschillende rechtsstelsels van toepassing zijn, kan hij op het tijdstip van ondertekening, bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding in overeenstemming met artikel 28 verklaren dat het Protocol op al deze territoriale eenheden of slechts op een of meer daarvan van toepassing is en kan hij te allen tijde deze verklaring wijzigen door een nieuwe verklaring af te leggen.
Artikel 27. Voorbehouden
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
Bij dit Protocol kan geen enkel voorbehoud worden gemaakt.
Artikel 28. Verklaringen
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
1 De in de artikelen 24, derde lid, en 26, eerste lid, bedoelde verklaringen kunnen worden afgelegd bij de ondertekening, bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding of op enig tijdstip daarna, en kunnen te allen tijde worden gewijzigd of ingetrokken.
3 Een verklaring die is afgelegd op het tijdstip van ondertekening, bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding wordt van kracht op het tijdstip waarop dit Protocol voor de betrokken Staat in werking treedt.
4 Een op een later tijdstip afgelegde verklaring, en elke wijziging of intrekking van een verklaring, worden van kracht op de eerste dag van de maand volgend op het verstrijken van een tijdvak van drie maanden na de datum waarop de kennisgeving door de depositaris is ontvangen.
Artikel 29. Opzegging
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
2 De opzegging wordt van kracht op de eerste dag van de maand volgend op het verstrijken van een termijn van twaalf maanden na de datum waarop de kennisgeving door de depositaris is ontvangen. Wanneer in de kennisgeving een langere opzegtermijn is aangegeven, wordt de opzegging van kracht na het verstrijken van deze langere termijn, na de datum waarop de kennisgeving door de depositaris is ontvangen.
Artikel 30. Kennisgeving
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
De depositaris geeft de Leden van de Haagse Conferentie voor Internationaal Privaatrecht, en andere Staten en Regionale Organisaties voor Economische Integratie die in overeenstemming met de artikelen 23 en 24 zijn overgegaan tot ondertekening, bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding, kennis van het volgende: