Notawisseling tussen de Nederlandse Regering, enerzijds, en de Belgische en de Luxemburgse [...] het niet teruggeven van omzet- en invoerbelasting, 's-Gravenhage / Brussel / Luxemburg, 01-12-1953

Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 01-12-1953 t/m heden

Notawisseling tussen de Nederlandse Regering, enerzijds, en de Belgische en de Luxemburgse Regering, anderzijds, betreffende het niet teruggeven van omzet- en invoerbelasting

Authentiek : NL

I A.

MINISTERIE VAN

BUITENLANDSE ZAKEN

's-Gravenhage, 1 December 1953.

Excellentie,

Ten vervolge op de besprekingen, welke op 24 Juli 1953 te 's-Gravenhage zijn gevoerd, heb ik de eer Uwer Excellentie mede te delen, dat tussen de Nederlandse, Belgische en Luxemburgse Regeringen overeenstemming is bereikt ten aanzien van de volgende punten.

Met het oog op de moeilijkheden, welke bepaalde Belgische bedrijfstakken op de Belgische markt als gevolg van de Nederlandse concurrentie ondervinden, wenst de Nederlandse Regering in de geest van het Protocol betreffende de coördinatie van de economische en sociale politiek, gedurende een redelijke periode van aanpassing van de concurrentieverhoudingen, een bijdrage te leveren tot vermindering van de bestaande moeilijkheden. Te dien einde verbindt de Nederlandse Regering zich, op korte termijn een ontwerp van wet bij de Staten-Generaal in te dienen, welke de mogelijkheid schept, ingeval van uitvoer naar de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie niet langer teruggave te verlenen van de omzet- en invoerbelasting, welke gedurende het productieproces is geheven.

De ter uitvoering van bovenbedoelde wet vereiste voorschriften treden tegelijk met die wet in werking en zijn geldig voor het tijdvak van één jaar.

Ingeval van wijziging in de heffing van de omzetbelasting in Nederland, blijft deze regeling tenminste gehandhaafd tot dezelfde omvang als voortvloeit uit de thans geldende bepalingen inzake de omzetbelasting.

Indien de omstandigheden daartoe aanleiding geven, dient de Nederlandse Regering tijdig een voorstel in bij de Staten-Generaal tot verlenging van de hiervoor vermelde regeling voor een periode van één jaar.

De bevoegde Ministers stellen bij briefwisseling de lijst van producten vast, waarop de voorgaande bepalingen van toepassing zijn.

Met betrekking tot dezelfde producten verbindt anderzijds de Belgische Regering zich, de verhogingen van de overdrachtstaxe bij invoer niet uit te breiden, voor zover die producten zowel van Nederlandse oorsprong als van Nederlandse herkomst zijn.

Ingeval de hierboven genoemde maatregelen tot onbillijke of wel niet door de maatregelen beoogde gevolgen leiden, besluiten de bevoegde Ministers in onderlinge overeenstemming, hieraan een einde te maken.

De Belgische Regering behoudt zich het recht voor, Haar verplichtingen opnieuw in overweging te nemen, indien de door de Nederlandse Regering beoogde maatregelen op 1 Februari 1954 niet in werking zijn getreden.

Ik zou het op prijs stellen, indien Uwe Excellentie mij Haar instemming met het bovenstaande wel ter kennis zou willen brengen.

Eenzelfde brief richt ik tot de Minister van Buitenlandse Zaken van Luxemburg. Ik zal niet nalaten Uwe Excellentie in kennis te stellen van de inhoud van Zijn antwoord.

Van deze gelegenheid maak ik gebruik om Uwer Excellentie de hernieuwde verzekering te geven van mijn zeer bijzondere hoogachting.

(w.g.) J. LUNS.

Zijner Excellentie

de Heer P. van Zeeland,

Minister van Buitenlandse Zaken,

te Brussel.

I B.

MINISTÈRE DES

AFFAIRES ÉTRANGÈRES

La Haye, le 1 décembre 1953.

Monsieur le Ministre,

Comme suite aux conversations qui ont eu lieu à la Haye, le 24 juillet 1953, j'ai l'honneur de porter à la connaissance de Votre Excellence que les Gouvernements néerlandais, luxembourgeois et belge se sont mis d'accord sur ce qui suit.

Eu égard aux difficultés que rencontrent certaines industries belges sur leur marché en raison de la concurrence néerlandaise, le Gouvernement néerlandais désire contribuer, dans l'esprit du Protocole concernant la coordination des politiques économiques et sociales, à atténuer ces difficultés pendant une période raisonnable d'adaptation. A cette fin, le Gouvernement néerlandais s'engage à présenter à bref délai aux Etats Généraux un projet de loi permettant de supprimer, en ce qui concerne les exportations vers l'Union Economique belgoluxembourgeoise, la ristourne de la taxe de transmission (omzet- en invoerbelasting), perçue au cours du processus de production.

Les modalités d'application de la susdite loi entreront en vigueur à la même date que cette loi et seront valables pour une durée d'un an.

Dans le cas où les modalités de la perception de la taxe de transmission seraient modifiées aux Pays-Bas, le présent arrangement continuerait à sortir ses effets à concurrence d'un montant de taxe au moins égal à celui résultant des dispositions actuellement en vigueur.

Lorsque les circonstances l'exigeront, le Gouvernement néerlandais introduira, en temps utile, aux Etats Généraux un projet portant reconduction des mesures susvisées, pour une durée d'un an.

Les Ministres compétents arrêteront par des échanges de lettres, la liste des produits auxquels s'appliqueront les dispositions qui précèdent.

De son côté, le Gouvernement luxembourgeois s'engage à ne pas introduire en ce qui concerne les mêmes produits, à la fois originaires et en provenance des Pays-Bas, des majorations de l'impôt sur le chiffre d'affaires à l'importation.

Au cas où l'application des mesures prévues ci-dessus devrait avoir des conséquences injustifiées ou non conformes au but poursuivi, les Ministres compétents décideront de commun accord d'y mettre fin.

Le Gouvernement luxembourgeois se réserve le droit de reconsidérer son engagement, si, à la date du 1er février 1954, les mesures envisagées par le Gouvernement néerlandais n'étaient pas encore en vigueur.

Je vous saurais gré de vouloir bien me faire parvenir une confirmation de votre accord.

J'adresse la même lettre au Ministre des Affaires Etrangères de Belgique. Je ne manquerai pas de vous faire connaître la teneur de sa réponse.

Je saisis cette occasion, Monsieur le Ministre, de vous renouveler les assurances de ma très haute considération.

(s.) J. LUNS.

Son Excellence

Monsieur J. Bech,

Ministre des Affaires Etrangères,

à Luxembourg.

II A.

MINISTERIE

VAN BUITENLANDSE ZAKEN

EN BUITENLANDSE HANDEL

Brussel, 1 December 1953.

Excellentie,

Ik heb de eer de ontvangst te bevestigen van de brief, die Uwe Excellentie mij heden wel heeft willen toezenden van de volgende inhoud:

[Red: (Zoals in I A)]

Ik heb de eer te verklaren, dat ik mij met de aldus gedane voorstellen geheel verenig.

Van deze gelegenheid maak ik gebruik om Uwer Excellentie de hernieuwde verzekering te geven van mijn zeer bijzondere hoogachting.

(w.g.) P. VAN ZEELAND.

Aan Zijne Excellentie

de Heer J. M. A. H. Luns,

Minister van Buitenlandse Zaken,

te 's-Gravenhage.

II B.

MINISTÈRE DES

AFFAIRES ÉTRANGÈRES

Luxembourg, le 1er décembre 1953.

Monsieur le Ministre,

J'ai l'honneur d'accuser la réception de la lettre en date de ce jour, par laquelle vous avez bien voulu me faire savoir ce qui suit:

[Red: (Zoals in I B)]

J'ai l'honneur de marquer mon accord sur ce qui précède.

Je saisis cette occasion Monsieur le Ministre, de vous renouveler les assurances de ma très haute considération.

(s.) BECH.

Son Excellence

Monsieur J. M. A. H. Luns,

Ministre des Affaires Etrangères,

La Haye.

Naar boven