Asunción, 21 november 1960.
Mijnheer de Minister:
Ik heb de eer Uwer Excellentie te berichten, dat ik, teneinde de toeristieke- en commerciële
betrekkingen tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Paraguay te bevorderen,
de opdracht heb ontvangen aan Haar het sluiten van een overeenkomst voor te stellen
gegrond op de volgende bepalingen:
-
1) Nederlandse onderdanen, houders van een geldig nationaal paspoort, zullen Paraguay
kunnen binnenkomen, aldaar verblijven en daar doorheen reizen zonder verplicht te
zijn zich een visum te verschaffen;
-
2) Paraguese onderdanen, houders van een geldig nationaal paspoort, zullen Nederland
kunnen binnenkomen, aldaar verblijven en daar doorheen reizen zonder verplicht te
zijn zich een visum te verschaffen;
-
3) Paraguese onderdanen, die gedurende een periode van méér dan drie maanden in Nederland
wensen te verblijven, moeten vóór hun vertrek een voorlopige verblijfsvergunning bij
de bevoegde Nederlandse diplomatieke of consulaire vertegenwoordigers aanvragen en
verkrijgen;
-
4) De afschaffing van de visumplicht stelt de Nederlandse noch de Paraguese onderdanen,
die zich respectievelijk naar Paraguay of Nederland begeven, vrij van de plicht zich
te houden aan de wetten en reglementen voor buitenlanders aangaande binnenkomst, verblijf,
vestiging en uitoefening van een zelfstandig dan wel bezoldigd beroep;
-
5) Uitdrukkelijk zij vastgesteld dat de afschaffing van de visumplicht ook vrijstelling
inhoudt van de verplichting zich een uitreisvisum te verschaffen;
-
6) Elk van beide Partijen verplicht zich om te allen tijde en zonder enige formaliteit
de personen die, gebruik makend van de bepalingen van de onderhavige overeenkomst,
het grondgebied van de andere Partij hadden betreden, weder toe te laten;
-
7) De Nederlandse en de Paraguese autoriteiten behouden zich het recht voor om de toegang
tot hun grondgebied te ontzeggen aan een ieder, die zij als ongewenst beschouwen;
-
8) De onderhavige overeenkomst zal, voor wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft,
alleen toepasselijk zijn op het grondgebied in Europa. Niettemin kan zij ook uitgebreid
worden tot de Overzeese Rijksdelen middels notawisseling tussen beide Regeringen;
-
9) De onderhavige overeenkomst zal in werking treden op de dag, die volgt op de datum
van het antwoord dat Uwe Excellentie mij wel zal willen doen geworden en zal gelden
voor een periode van één jaar. Indien zij één maand voor het einde van deze periode
niet is opgezegd, zal de overeenkomst worden geacht voor onbepaalde tijd te zijn verlengd.
Elk van beide Partijen kan de overeenkomst opzeggen na afloop van de eerste periode
van één jaar met een opzeggingstermijn van één maand;
-
10) Elk van beide Partijen kan deze overeenkomst tijdelijk schorsen om redenen van openbare
orde of veiligheid en deze schorsing dient onmiddellijk langs diplomatieke weg aan
de andere Partij te worden medegedeeld.
In geval dat de Regering van de Republiek Paraguay bereid zou zijn met de Regering
van het Koninkrijk der Nederlanden een regeling te treffen overeenkomstig bovengenoemde
bepalingen, stel ik Uwer Excellentie voor dat de onderhavige nota en die met een soortgelijke
inhoud, welke Zij wel aan mij zal willen richten, zullen geacht worden een overeenkomst
terzake te vormen tussen de beide Regeringen.
Ik neem deze gelegenheid te baat, Mijnheer de Minister, om U de hernieuwde verzekering
te geven van mijn bijzondere hoogachting.
(w.g.) J. C. VAN BEUSEKOM
Ambassadeur der Nederlanden.
Zijner Excellentie de Heer Dr. Raúl Sapena Pastor,
Minister van Buitenlandse Zaken van de Republiek Paraguay,
ASUNCION.