Aanvullend Protocol bij de op 12 september 1963 te Ankara ondertekende Overeenkomst [...] wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en Turkije, Brussel, 23-11-1970

Geraadpleegd op 12-10-2024.
Geldend van 01-03-1986 t/m heden

Aanvullend Protocol bij de op 12 september 1963 te Ankara ondertekende Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en Turkije

Authentiek : NL

Aanvullend Protocol

Preambule

Zijne Majesteit de Koning der Belgen,

De President van de Bondsrepubliek Duitsland,

De President van de Franse Republiek,

De President van de Italiaanse Republiek,

Zijne Koninklijke Hoogheid de Groothertog van Luxemburg,

Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden,

en de Raad van de Europese Gemeenschappen, enerzijds, en

De President van de Republiek Turkije, anderzijds,

Overwegende dat de Overeenkomst waarbij een Associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Economische Gemeenschap en Turkije na de voorbereidende fase een overgangsfase van de Associatie voorschrijft,

Vaststellende dat de voorbereidende fase in hoge mate en in overeenstemming met de doelstellingen van de Associatieovereenkomst heeft bijgedragen tot het versterken van de economische betrekkingen in het algemeen, en tot de uitbreiding van het handelsverkeer in het bijzonder, tussen de Europese Economische Gemeenschap en Turkije,

Van oordeel zijnde dat de voorwaarden voor de overgang van de voorbereide1fase naar de overgangsfase zijn vervuld,

Vastbesloten de bepalingen betreffende de voorwaarden, de wijze en het ritme van de verwezenlijking van deze overgangsfase vast te stellen in de vorm van een Aanvullend Protocol,

Overwegende dat gedurende de overgangsfase de Overeenkomstsluitende Partijen op de grondslag van wederkerige en tegen elkaar opwegende verplichtingen zorg dragen voor het geleidelijk tot stand brengen van een douane-unie tussen Turkije en de Gemeenschap alsmede voor het nader tot elkaar brengen van het economisch beleid van Turkije en dat van de Gemeenschap, ten einde de goede werking van de Associatie en de ontwikkeling van de hiertoe benodigde gemeenschappelijke maatregelen te verzekeren,

Hebben als hun gevolmachtigden aangewezen:

Zijne Majesteit de Koning der Belgen:

de heer Pierre Harmel,

Minister van Buitenlandse Zaken;

De President van de Bondsrepubliek Duitsland:

de heer Walter Scheel,

Minister van Buitenlandse Zaken;

De President van de Franse Republiek:

de heer Maurice Schumann,

Minister van Buitenlandse Zaken;

De President van de Italiaanse Republiek:

de heer Mario Pedini,

Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken;

Zijne Koninklijke Hoogheid de Groothertog van Luxemburg:

de heer Gaston Thorn,

Minister van Buitenlandse Zaken;

Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden:

de heer J. M. A. H. Luns,

Minister van Buitenlandse Zaken;

De Raad van de Europese Gemeenschappen:

de heer Walter Scheel,

Fungerend Voorzitter van de Raad van de Europese Gemeenschappen;

de heer Franco Maria Malfatti,

Voorzitter van de Commissie van de Europese Gemeenschappen;

De President van de Republiek Turkije:

de heer Ihsan Sabri Çalayanğil,

Minister van Buitenlandse Zaken;

Die, na overlegging van hun in goede en behoorlijke vorm bevonden volmachten,

omtrent de volgende bepalingen, die aan de Associatieovereenkomst worden gehecht, overeenstemming hebben bereikt:

TITEL I. HET VRIJE VERKEER VAN GOEDEREN

Artikel 2

  • 1 Hoofdstuk I, afdeling I, en hoofdstuk II van deze titel zijn van toepassing:

    • a) op in de Gemeenschap of in Turkije voortgebrachte goederen met inbegrip van die, welke geheel of gedeeltelijk zijn vervaardigd met gebruikmaking van produkten uit derde landen die zich in de Gemeenschap of in Turkije in het vrije verkeer bevinden;

    • b) op goederen uit derde landen die zich in de Gemeenschap of in Turkije in het vrije verkeer bevinden.

  • 2 Als zich bevindend in het vrije verkeer in de Gemeenschap of in Turkije worden beschouwd: produkten uit derde landen waarvoor in de Gemeenschap of in Turkije de invoerformaliteiten zijn verricht en de verschuldigde douanerechten en heffingen van gelijke werking zijn voldaan en waarvoor geen gehele of gedeeltelijke teruggave van die rechten of heffingen is verleend.

  • 3 Goederen uit derde landen in de Gemeenschap of in Turkije ingevoerd onder een bijzondere douaneregeling uit hoofde van hun oorsprong of herkomst, kunnen niet worden geacht zich daar in het vrije verkeer te bevinden, wanneer zij weer naar de andere Overeenkomstsluitende Partij worden uitgevoerd. De Associatieraad kan echter onder door hem te bepalen voorwaarden afwijkingen van deze regel vaststellen.

  • 4 De leden 1 en 2 zijn slechts van toepassing op de goederen die vanaf de datum van ondertekening van dit Protocol uit de Gemeenschap of uit Turkije worden uitgevoerd.

Artikel 3

  • 1 Hoofdstuk I, afdeling I, en hoofdstuk II van deze titel zijn eveneens van toepassing op in de Gemeenschap of in Turkije vervaardigde goederen waarin produkten uit derde landen zijn verwerkt, die zich noch in de Gemeenschap noch in Turkije in het vrije verkeer bevonden. De toepassing ervan op de hierboven bedoelde goederen wordt echter afhankelijk gesteld van een compenserende heffing in het uitvoerland, waarvan de hoogte gelijk is aan een percentage van de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief die worden geheven op produkten uit derde landen die daarin zijn verwerkt. Dit percentage, dat door de Associatieraad voor elke door hem bepaalde periode wordt vastgesteld, is afhankelijk van de tariefverlaging voor die goederen in het invoerland. De Associatieraad stelt eveneens regels betreffende de compenserende heffing vast, met inachtneming van de regels die vóór 1 juli 1968 in het handelsverkeer tussen de Lid-Staten ter zake golden.

  • 2 De compenserende heffing wordt evenwel bij uitvoer uit de Gemeenschap of uit Turkije niet toegepast op de onder in dit artikel bedoelde omstandigheden vervaardigde goederen, zolang voor de meeste der in de andere Overeenkomstsluitende Partij ingevoerde goederen de verlaging van de douanerechten niet meer dan 20% bedraagt, met inachtneming van de verschillende ritmen van de tariefverlaging welke in dit Protocol zijn vastgesteld.

Artikel 4

Met inachtneming van de door de Gemeenschap ten aanzien van het goederenverkeer tussen de Lid-Staten vastgestelde werkwijzen stelt de Associatieraad de wijzen van administratieve samenwerking ter toepassing van de artikelen 2 en 3 vast.

Artikel 5

  • 1 Iedere Overeenkomstsluitende Partij die van oordeel is, dat ongelijkheden die voortvloeien uit de toepassing, hetzij van douanerechten, hetzij van kwantitatieve beperkingen, hetzij van enige maatregel van gelijke werking bij invoer, alsmede van enige andere handelspolitieke maatregel, een verlegging van het handelsverkeer of economische moeilijkheden op haar grondgebied dreigen mede te brengen, kan zich tot de Associatieraad wenden, die, zo het geval zich voordoet, de methoden aanbeveelt die geschikt zijn om de schade die daaruit kan voortvloeien, te vermijden.

  • 2 Wanneer zich een verlegging van het handelsverkeer of economische moeilijkheden voordoen en de betrokken Partij van oordeel is dat deswege onverwijld ingrijpen noodzakelijk is, kan zij zelf de nodige beschermende maatregelen nemen, onder onverwijlde kennisgeving daarvan aan de Associatieraad, die kan beslissen of de betrokken Partij deze maatregelen moet wijzigen of opheffen.

  • 3 Bij voorrang moeten die maatregelen worden gekozen, die de werking van de Associatie en met name de normale ontwikkeling van het handelsverkeer het minst verstoren.

Artikel 6

Gedurende de overgangsfase brengen de Overeenkomstsluitende Partijen, in de mate waarin zulks voor de goede werking van de Associatie noodzakelijk is, hun wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen op douanegebied nader tot elkaar, met inachtneming van de reeds door de Lid-Staten van de Gemeenschap ter zake bereikte aanpassing.

HOOFDSTUK I. DOUANE-UNIE

Afdeling I. Afschaffing van de douanerechten tussen de Gemeenschap en Turkije

Artikel 7

  • 1 De Overeenkomstsluitende Partijen onthouden zich ervan, onderling nieuwe in- en uitvoerrechten of heffingen van gelijke werking in te stellen en de rechten en heffingen die zij op de datum van inwerkingtreding van dit Protocol in hun onderlinge handelsbetrekkingen toepassen, te verhogen.

  • 2 De Associatieraad kan de Partijen evenwel machtigen tot het instellen van nieuwe uitvoerrechten of heffingen van gelijke werking, indien zulks noodzakelijk blijkt om de doelstellingen van de Overeenkomst te verwezenlijken.

Artikel 8

De tussen de Gemeenschap en Turkije bestaande invoerrechten, alsmede de heffingen van gelijke werking, worden geleidelijk afgeschaft overeenkomstig de artikelen 9 tot en met 11.

Artikel 9

Bij de inwerkingtreding van dit Protocol schaft de Gemeenschap de douanerechten en heffingen van gelijke werking op de invoer uit Turkije af.

Artikel 10

  • 1 Het recht dat op de datum van ondertekening van dit Protocol daadwerkelijk ten opzichte van de Gemeenschap wordt toegepast, vormt voor ieder produkt het basisrecht waarop de achtereenvolgende verlagingen door Turkije moeten worden toegepast.

  • 2 Het ritme van de door Turkije tot stand te brengen verlagingen wordt als volgt bepaald: de eerste verlaging wordt tot stand gebracht bij de inwerkingtreding van dit Protocol. De tweede en derde verlaging worden achtereenvolgens drie en vijf jaar later tot stand gebracht. De vierde en volgende verlagingen hebben jaarlijks plaats, zodat de laatste verlaging plaatsvindt aan het einde van de overgangsperiode.

  • 3 Elke verlaging geschiedt door het basisrecht van ieder produkt met 10 % te verminderen.

Artikel 11

In afwijking van artikel 10, lid 2 en 3, schaft Turkije voor de in bijlage No. 3 opgenomen produkten in de loop van een periode van tweeëntwintig jaar geleidelijk de basisrechten ten opzichte van de Gemeenschap af in het volgende ritme: een verlaging van 5% van elk recht wordt tot stand gebracht bij de inwerkingtreding van dit Protocol. Drie verdere verlagingen van elk 5 % vinden achtereenvolgens drie, zes en tien jaar later plaats.

Acht verdere verlagingen van elk 10% worden tot stand gebracht achtereenvolgens twaalf, dertien, vijftien, zeventien, achttien, twintig, eenentwintig en tweeëntwintig jaar na de inwerkingtreding van dit Protocol.

Artikel 12

  • 1 Ten einde de ontwikkeling van een nieuwe, bij de inwerkingtreding van dit Protocol niet in Turkije bestaande veredelingsindustrie te beschermen of de uitbreiding van een bestaande veredelingsindustrie waarin het op het betrokken tijdstip in uitvoering zijnde Turkse ontwikkelingsprogramma voorziet, te waarborgen, kan Turkije gedurende de eerste acht jaar van de overgangsfase in bijlage No. 3 de noodzakelijke wijzigingen aanbrengen, mits:

    • - deze wijzigingen te zamen niet een, op basis van de cijfers over 1967 berekende, invoerwaarde vertegenwoordigen, die hoger is dan 10% van de invoer uit de Gemeenschap tijdens 1967;

    • - de waarde van de invoer uit de Gemeenschap van alle in bijlage No. 3 opgenomen produkten, nog altijd berekend op basis van de invoercijfers over 1967, niet wordt verhoogd.

    De produkten die aan de lijst van bijlage No. 3 worden toegevoegd, kunnen onmiddellijk worden onderworpen aan de volgens artikel 11 berekende rechten; de produkten die ervan worden afgevoerd, worden onmiddellijk onderworpen aan de volgens artikel 10 berekende rechten.

  • 2 Turkije stelt de Associatieraad in kennis van de maatregelen die het overeenkomstig bovenstaande bepalingen overweegt te nemen.

  • 3 Met hetzelfde doel als bedoeld in lid 1 en voor ten hoogste 10% van de invoer uit de Gemeenschap in het jaar 1967, kan de Associatieraad Turkije tijdens de overgangsfase machtigen tot het opnieuw invoeren, het verhogen of het instellen van douanerechten voor de aan de regeling van artikel 10 onderworpen produkten.

    Door deze tariefmaatregelen mogen voor elk der posten waarop zij betrekking hebben, de rechten welke worden toegepast op invoer uit de Gemeenschap, niet hoger komen dan 25 % ad valorem.

  • 4 De Associatieraad kan eveneens, gedurende de overgangsfase, besluiten dat de aan Turkije in lid 3 toegekende bevoegdheid, in plaats van het opnieuw invoeren, het verhogen of het instellen van douanerechten, de mogelijkheid kan omvatten kwantitatieve beperkingen in te stellen, mits het ten gunste van de Gemeenschap een contingent opent, dat niet minder bedraagt dan 60 % van de invoer van bedoeld produkt uit de Gemeenschap gedurende het voorafgaande jaar. De invoerwaarde in 1967 van de produkten uit de Gemeenschap waarop deze kwantitatieve beperkingen betrekking hebben, dient in mindering te worden gebracht op de totale in lid 3, eerste alinea, bedoelde invoerwaarde.

    De Associatieraad stelt de wijze van uitvoering en de voorwaarden van afschaffing van deze maatregelen vast.

  • 5 In afwijking van lid 4 zijn voor de periode gedurende welke Turkije het geconsolideerde liberalisatiepercentage toepast, dat overeenkomstig artikel 22, leden 2 en 3, is vastgesteld op 40 %, de volgende regels van toepassing:

    Indien de Associatieraad niet binnen 6 maanden te rekenen van de indiening van het verzoek, een besluit heeft genomen krachtens lid 4, kan Turkije, na de Associatieraad hiervan op de hoogte te hebben gesteld, en niet eerder dan een jaar na indiening van zijn verzoek, kwantitatieve beperkingen instellen, welke voldoen aan de in lid 4 genoemde voorwaarden.

    Deze kwantitatieve beperkingen mogen te zamen geen hogere invoerwaarde vertegenwoordigen dan 5 % van de invoer uit de Gemeenschap in haar oorspronkelijke samenstelling over 1967. De waarde van de invoer over 1967, waarop deze kwantitatieve beperkingen betrekking hebben, berekend op basis van de invoer uit de Gemeenschap in haar oorspronkelijke samenstelling, moet in mindering worden gebracht op de in lid 3, eerste alinea, bedoelde waarde. Indien deze beperkingen echter betrekking hebben op produkten die bij een verhoging van het geconsolideerde liberalisatiepeil aan de lijst werden toegevoegd, overeenkomstig artikel 22, lid 4, wordt de invoerwaarde berekend op basis van de invoer over 1967 uit de oorspronkelijke en de nieuwe Lid-Staten.

    Turkije dient tegelijkertijd nieuwe produkten toe te voegen aan de overeenkomstig artikel 22, lid 4, geconsolideerde liberalisatielijst zodat de waarde van de invoer uit de Gemeenschap van de op de lijst opgenomen produkten niet wordt verminderd.

    In de Associatieraad kan overleg plaatsvinden over de geleidelijke afschaffing van de door Turkije in toepassing van dit lid ingestelde kwantitatieve beperkingen.

  • 6 De Associatieraad kan afwijken van de leden 1, 3, 4 en 5.

Artikel 13

  • 1 Ongeacht de artikelen 9 tot en met 11 kunnen de Overeenkomstsluitende Partijen de heffing van rechten geheel of gedeeltelijk schorsen, op produkten, ingevoerd uit de andere Partij die hiervan in kennis dient te worden gesteld; een en ander geldt, wat Turkije betreft, met name om de invoer van sommige produkten die nodig zijn ter aanmoediging van zijn economische ontwikkeling, te vergemakkelijken.

  • 2 De Overeenkomstsluitende Partijen verklaren zich bereid, hun rechten ten opzichte van de andere Partij in een sneller ritme te verlagen dan in de artikelen 9 tot en met 11 is bepaald, indien hun algemene economische toestand en de toestand in de betrokken sector hun zulks toelaten. De Associatieraad doet hiertoe passende aanbevelingen.

Artikel 14

Indien Turkije in een sneller ritme dan bedoeld in de artikelen 10 en 11 een heffing van gelijke werking als douanerechten afschaft ten aanzien van een land dat niet bij de Associatie is aangesloten, zal hetzelfde ritme worden toegepast voor de afschaffing van deze heffing ten aanzien van de Gemeenschap.

Artikel 15

Onverminderd artikel 7, lid 2, schaffen de Overeenkomstsluitende Partijen uiterlijk vier jaar na de inwerkingtreding van dit Protocol alle tussen hen bestaande uitvoerrechten en heffingen van gelijke werking af.

Artikel 16

  • 1 De artikelen 7, lid 1, en 8 tot en met 15 zijn van toepassing op douanerechten van fiscale aard.

  • 2 De Gemeenschap en Turkije brengen bij de inwerkingtreding van dit Protocol hun douanerechten van fiscale aard ter kennis van de Associatieraad.

  • 3 Turkije behoudt de bevoegdheid deze douanerechten van fiscale aard te vervangen door een binnenlandse heffing die in overeenstemming is met het bepaalde in artikel 44.

  • 4 Wanneer de Associatieraad vaststelt dat de vervanging van een douanerecht van fiscale aard in Turkije op ernstige moeilijkheden stuit, verleent hij dit land toestemming dit recht te handhaven op voorwaarde dat het uiterlijk aan het einde van de overgangsfase wordt afgeschaft. De toestemming dient binnen twaalf maanden na de inwerkingtreding van dit Protocol te worden gevraagd.

    Turkije kan voorlopig de desbetreffende rechten handhaven tot de Associatieraad ter zake een beslissing heeft genomen.

Afdeling II. Aanvaarding van het gemeenschappelijk douanetarief door Turkije

Artikel 17

De aanpassing van het douanetarief van Turkije aan het gemeenschappelijk douanetarief geschiedt tijdens de overgangsfase op de hierna volgende wijze, waarbij wordt uitgegaan van de rechten die door Turkije op de datum van ondertekening van dit Protocol daadwerkelijk jegens derde landen worden toegepast.

  • 1. Wat de produkten betreft waarvan de door Turkije op bovenvermeld tijdstip daadwerkelijk geheven rechten niet meer dan 15% hoger of lager zijn dan de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief, worden laatstgenoemde rechten van toepassing één jaar na de tweede verlaging van douanerechten overeenkomstig artikel 10.

  • 2. In de overige gevallen past Turkije een jaar na de tweede verlaging van douanerechten overeenkomstig artikel 10 zodanige rechten toe dat het verschil tussen het op de datum van ondertekening van dit Protocol daadwerkelijk geheven recht en het recht van het gemeenschappelijk douanetarief met 20 % wordt verminderd.

  • 3. Dit verschil wordt wederom met 20 % verminderd bij de vijfde en de zevende verlaging van douanerechten overeenkomstig artikel 10.

  • 4. Het gemeenschappelijk douanetarief wordt volledig toegepast bij de tiende verlaging van douanerechten overeenkomstig artikel 10.

Artikel 18

In afwijking van artikel 17 gaat Turkije voor de in bijlage No. 3 opgenomen produkten gedurende de periode van tweeëntwintig jaar op de volgende wijze over tot de aanpassing van zijn tarief:

  • 1. Voor de produkten waarvoor de op de datum van ondertekening van dit Protocol daadwerkelijk door Turkije geheven rechten niet meer dan 15% hoger of lager zijn dan de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief, worden laatstgenoemde rechten van toepassing bij de vierde verlaging van douanerechten overeenkomstig artikel 11.

  • 2. In de overige gevallen past Turkije op het moment van de vierde verlaging van douanerechten overeenkomstig artikel 11, zodanige rechten toe dat het verschil tussen het daadwerkelijk op de datum van ondertekening van dit Protocol toegepaste tarief en dat van het gemeenschappelijk douanetarief met 20% wordt verminderd.

  • 3. Dit verschil wordt bij de zevende en de negende verlaging overeenkomstig artikel 11 wederom verminderd, achtereenvolgens met 30 en 20%.

  • 4. Het gemeenschappelijk douanetarief wordt aan het einde van het tweeëntwintigste jaar volledig toegepast.

Artikel 19

  • 1 Voor een aantal produkten die niet meer dan 10% vertegenwoordigen van de waarde van de totale invoer van Turkije in 1967 kan dit land, na overleg in de Associatieraad, de verlaging van zijn douanerechten jegens derde landen die het overeenkomstig de artikelen 16 en 17 zou moeten invoeren, uitstellen tot aan het einde van het tweeëntwintigste jaar na de inwerkingtreding van dit Protocol.

  • 2 Voor een aantal produkten die niet meer dan 5% vertegenwoordigen van de waarde van de totale invoer van Turkije in 1967, kan dit land, na overleg in de Associatieraad, na een periode van tweeëntwintig jaar, jegens derde landen douanerechten handhaven die hoger zijn dan die van het gemeenschappelijk douanetarief.

  • 3 De toepassing van de voorgaande leden mag echter het vrije verkeer van goederen binnen de Associatie niet benadelen en kan voor Turkije geen aanleiding zijn zich op artikel 5 te beroepen.

  • 4 In geval van versnelde aanpassing van het Turkse douanetarief aan het gemeenschappelijk douanetarief handhaaft Turkije ten gunste van de Gemeenschap een preferentie welke gelijkwaardig is aan die welke voortvloeit uit de regeling overeenkomstig dit hoofdstuk.

    Ten aanzien van de in bijlage No. 3 opgenomen produkten kan een dergelijke versnelde aanpassing niet plaatsvinden vóór het einde van de overgangsfase, behoudens voorafgaande toestemming van de Associatieraad.

  • 5 Wat de rechten betreft waarvoor de in artikel 16, lid 4 eerste alinea, bedoelde toestemming is verleend of die Turkije voorlopig kan handhaven overeenkomstig artikel 16, lid 4 tweede alinea, is dit land niet gehouden de artikelen 17 en 18 toe te passen. Na het verstrijken van de geldigheidsduur van de toestemming past het de rechten toe die uit de toepassing van deze artikelen voortvloeien.

Artikel 20

  • 1 Om de invoer te vergemakkelijken van bepaalde produkten uit landen waaraan Turkije door bilaterale handelsovereenkomsten is gebonden, kan dit land, indien de werking van deze overeenkomsten door de toepassing van dit Protocol of de ter uitvoering daarvan genomen maatregelen aanmerkelijk wordt verstoord, met voorafgaande toestemming van de Associatieraad, tariefcontingenten tegen een verlaagd recht of met vrijdom van recht toekennen.

  • 2 Deze toestemming wordt geacht te zijn verleend wanneer de in lid 1 bedoelde tariefcontingenten aan de volgende voorwaarden voldoen:

    • a) de totale waarde van deze contingenten is jaarlijks niet groter dan 10% van de gemiddelde waarde van de Turkse invoer uit derde landen in de laatste drie jaren waarover statistieken beschikbaar zijn, met aftrek van de invoer die geschiedt met behulp van de middelen bedoeld in bijlage No. 4. Dit bedrag van 10% dient te worden verminderd met het bedrag van de invoer uit derde landen, welke in het kader van bijlage No. 4 met vrijdom van douanerechten heeft plaatsgevonden;

    • b) voor elk produkt is de waarde van de invoer in het kader van de tariefcontingenten niet groter dan een derde van de gemiddelde waarde van de Turkse invoer van dit produkt uit derde landen in de laatste drie jaren waarvoor statistieken beschikbaar zijn.

  • 3 Turkije doet de Associatieraad mededeling van de maatregelen welke het overeenkomstig lid 2 overweegt te nemen.

    Aan het einde van de overgangsfase kan de Associatieraad besluiten, of de bepalingen van dit lid dienen te worden afgeschaft of gewijzigd.

  • 4 In geen geval mag het recht van een tariefcontingent lager zijn dan het daadwerkelijk door Turkije toegepaste recht op de uit de Gemeenschap ingevoerde goederen.

HOOFDSTUK II. AFSCHAFFING VAN DE KWANTITATIEVE BEPERKINGEN TUSSEN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN

Artikel 21

Kwantitatieve invoerbeperkingen, alsmede alle maatregelen van gelijke werking zijn, onverminderd de volgende bepalingen, tussen de Overeenkomstsluitende Partijen verboden.

Artikel 22

  • 1 De Overeenkomstsluitende Partijen onthouden zich ervan in hun onderlinge verkeer nieuwe kwantitatieve invoerbeperkingen en maatregelen van gelijke werking in te voeren.

  • 2 Wat Turkije betreft, geldt deze verplichting bij de inwerkingtreding van dit Protocol echter slechts tot 35% van zijn particuliere invoer uit de Gemeenschap in 1967. Dit percentage wordt drie, acht, dertien en achttien jaar na de inwerkingtreding van dit Protocol achtereenvolgens op 40, 45, 60 en 80% gebracht.

  • 3 Zes maanden voor elk van de laatste drie vervaldata onderzoekt de Associatieraad de gevolgen van de verhoging van het liberalisatiepeil voor de economische ontwikkeling van Turkije en besluit, zo het voor een versnelde economische ontwikkeling van Turkije nodig is, de vervaldatum naar een door hem vast te stellen tijdstip te verschuiven.

    Indien geen besluit wordt genomen, dan wordt de betrokken vervaldatum een jaar verschoven. De onderzoekprocedure wordt zes maanden voor het verstrijken van deze termijn opnieuw aangevangen. Indien de Associatieraad ook dan geen besluit neemt, wordt de datum ten tweeden male een jaar verschoven.

    Na het verstrijken van deze tweede termijn gaat Turkije over tot de verhoging van het liberalisatiepeil, tenzij de Associatieraad anders besluit.

  • 4 De lijst van produkten waarvoor de invoer in Turkije uit de Gemeenschap is geliberaliseerd, wordt ter kennis van de Gemeenschap gebracht op het tijdstip van ondertekening van dit Protocol. Deze lijst is ten opzichte van de Gemeenschap geconsolideerd. De lijsten van de produkten die op elk van de in lid 2 genoemde vervaldata worden geliberaliseerd, worden aan de Gemeenschap bekendgemaakt en ten opzichte van haar geconsolideerd.

  • 5 Turkije kan voor de geliberaliseerde doch niet krachtens dit artikel geconsolideerde produkten opnieuw kwantitatieve invoerbeperkingen instellen, mits het voor de Gemeenschap contingenten opent die ten minste gelijk zijn aan 75% van de gemiddelde invoer uit de Gemeenschap tijdens de laatste drie aan de wederinstelling van de beperkingen voorafgaande jaren. Op deze contingenten is artikel 25, lid 4, van toepassing.

  • 6 Turkije behandelt de Gemeenschap in geen geval minder gunstig dan derde landen.

Artikel 23

De Overeenkomstsluitende Partijen onthouden zich ervan in hun onderlinge handelsverkeer de bij de inwerkingtreding van dit Protocol bestaande kwantitatieve invoerbeperkingen en maatregelen van gelijke werking beperkender te maken, onverminderd artikel 22, lid 5.

Artikel 24

Bij de inwerkingtreding van dit Protocol schaft de Gemeenschap alle kwantitatieve beperkingen op de invoer uit Turkije af. Deze liberalisatie wordt ten opzichte van Turkije geconsolideerd.

Artikel 25

  • 1 Turkije schaft de kwantitatieve beperkingen op de invoer uit de Gemeenschap geleidelijk af, overeenkomstig de volgende leden.

  • 2 Eén jaar na de inwerkingtreding van dit Protocol worden voor de invoer van elk der in Turkije niet geliberaliseerde produkten voor de Gemeenschap contingenten geopend. De omvang van deze contingenten wordt vastgesteld gelijk aan die van de gemiddelde invoer uit de Gemeenschap gedurende de laatste drie jaren waarover statistieken beschikbaar zijn onder aftrek van de invoer die wordt gefinancierd:

    • a) uit bijzondere middelen van bijstand voor bepaalde investeringsprojecten;

    • b) zonder toekenning van deviezen;

    • c) in het kader van de wet inzake aanmoediging van de investeringen van buitenlands kapitaal.

  • 3 Wanneer voor een niet geliberaliseerd produkt de invoer uit de Gemeenschap gedurende het eerste jaar na de inwerkingtreding van dit Protocol minder dan 7% van de totale invoer van dit produkt bedraagt, wordt één jaar na de inwerkingtreding van dit Protocol een contingent vastgesteld dat gelijk is aan 7% van deze invoer.

  • 4 Drie jaar na de inwerkingtreding van dit Protocol verhoogt Turkije het totaal der aldus vastgestelde contingenten zodanig ten opzichte van het voorafgaande jaar dat hun totale waarde met ten minste 10% en de waarde van elk per produkt vastgesteld contingent met ten minste 5% toeneemt. Om de twee jaar worden deze waarden in dezelfde verhoudingen ten opzichte van de voorafgaande periode verhoogd.

  • 5 Met ingang van het dertiende jaar na de inwerkingtreding van dit Protocol wordt ieder contingent om de twee jaar met ten minste 20% ten opzichte van de voorafgaande periode verhoogd.

  • 6 Wanneer van een niet geliberaliseerd produkt in de loop van het eerste jaar na de inwerkingtreding van dit Protocol geen enkele invoer in Turkije heeft plaatsgehad, wordt door de Associatieraad vastgesteld op welke wijze een contingent wordt geopend en verruimd.

  • 7 Wanneer de Associatieraad vaststelt dat de invoer van een niet geliberaliseerd produkt gedurende twee opeenvolgende jaren aanmerkelijk minder heeft bedragen dan het opengestelde contingent, mag dit contingent niet in aanmerking worden genomen bij de berekening van de totale waarde van de contingenten. In dit geval heft Turkije ten aanzien van de Gemeenschap de contingentering van dit produkt op.

  • 8 Alle kwantitatieve invoerbeperkingen in Turkije dienen uiterlijk tweeëntwintig jaar na de inwerkingtreding van dit Protocol te zijn afgeschaft.

Artikel 26

  • 1 Uiterlijk aan het einde van een periode van tweeëntwintig jaar schaffen de Overeenkomstsluitende Partijen jegens elkander alle maatregelen van gelijke werking als kwantitatieve invoerbeperkingen af. De Associatieraad doet aanbevelingen voor de geleidelijke aanpassing die gedurende die periode moet plaatsvinden, en houdt daarbij rekening met de bepalingen die binnen de Gemeenschap tot stand zijn gekomen.

  • 2 In het bijzonder schaft Turkije, volgens het in de artikelen 10 en 11 genoemde ritme, de borgstellingen door importeurs ter zake van invoer van goederen uit de Gemeenschap geleidelijk af.

    Daarenboven worden de borgstellingen van meer dan 140% van de douanewaarde der uit de Gemeenschap ingevoerde goederen, voor wat delen, onderdelen en toebehoren voor motorvoertuigen van post 87.06 van het Turkse douanetarief betreft, en van meer dan 120% van deze zelfde waarde, voor wat de andere produkten betreft, bij de inwerkingtreding van dit Protocol op het hierboven aangegeven niveau gebracht.

Artikel 27

  • 1 Kwantitatieve uitvoerbeperkingen en alle maatregelen van gelijke werking zijn tussen de Overeenkomstsluitende Partijen verboden.

    De Gemeenschap en Turkije heffen uiterlijk aan het einde van de overgangsfase de in hun onderlinge verkeer bestaande kwantitatieve uitvoerbeperkingen en alle maatregelen van gelijke werking op.

  • 2 In afwijking van het voorgaande lid kunnen de Gemeenschap en Turkije na overleg in de Associatieraad, voor basisprodukten uitvoerbeperkingen handhaven of invoeren, voor zover zulks noodzakelijk is om de ontwikkeling van bepaalde sectoren van hun economie te bevorderen of om het hoofd te bieden aan een eventuele schaarste aan deze produkten.

    In dat geval opent de betrokken Partij voor de andere Partij een contingent, waarbij rekening wordt gehouden, enerzijds met de gemiddelde uitvoer in de laatste drie jaren waarover statistieken beschikbaar zijn, en anderzijds met de normale ontwikkeling van het handelsverkeer als gevolg van de geleidelijke totstandbrenging van de douaneunie.

Artikel 28

Turkije verklaart zich bereid, de in het verkeer met de Gemeenschap bestaande kwantitatieve in- en uitvoerbeperkingen in een sneller ritme af te schaffen dan in de voorgaande artikelen is bepaald, indien zijn algemene economische toestand en de toestand in de betrokken sector zulks toelaten. De Associatieraad doet Turkije daartoe aanbevelingen.

Artikel 29

De artikelen 21 tot en met 27 vormen geen beletsel voor verboden of beperkingen van invoer, uitvoer of doorvoer die gerechtvaardigd zijn uit hoofde van bescherming van de openbare zedelijkheid, de openbare orde, de openbare veiligheid, de gezondheid en het leven van personen, dieren of planten, het nationaal artistiek, historisch en archeologisch bezit, of uit hoofde van bescherming van de industriële en commerciële eigendom. Deze verboden of beperkingen mogen echter geen middel tot willekeurige discriminatie of een verkapte beperking van de handel tussen de Overeenkomstsluitende Partijen vormen.

Artikel 30

  • 1 De Overeenkomstsluitende Partijen passen hun nationale monopolies van commerciële aard geleidelijk aan in dier voege dat aan het eind van een periode van tweeëntwintig jaar elke discriminatie tussen de onderdanen van de Lid-Staten der Gemeenschap en van Turkije, wat de voorwaarden van de voorziening en de afzet betreft, is uitgesloten.

    Dit artikel is van toepassing op elk lichaam waardoor een Lid-Staat of Turkije de invoer of de uitvoer tussen de Gemeenschap en Turkije in rechte of in feite direct of indirect beheerst, leidt of aanmerkelijk beïnvloedt. Het is eveneens van toepassing op de door een Staat gedelegeerde monopolies.

  • 2 De Overeenkomstsluitende Partijen onthouden zich van elke nieuwe maatregel die tegen de in lid 1 vermelde beginselen indruist of de draagwijdte van de artikelen inzake de afschaffing van de douanerechten en kwantitatieve beperkingen tussen hen beperkt.

  • 3 De wijze waarop en het ritme waarin de in dit artikel bedoelde Turkse monopolies moeten worden aangepast en de belemmeringen van het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Turkije moeten worden verminderd, worden door de Associatieraad uiterlijk zes jaar na de inwerkingtreding van dit Protocol vastgesteld.

    Totdat de Associatieraad het in de voorgaande alinea bedoelde besluit heeft genomen, behandelen de Overeenkomstsluitende Partijen de produkten waarvoor in de andere Partij een monopolie bestaat, ten minste even gunstig als dezelfde produkten uit het meestbegunstigde derde land.

  • 4 De verplichtingen van de Overeenkomstsluitende Partijen gelden slechts voor zover zij verenigbaar zijn met de bestaande internationale overeenkomsten.

HOOFDSTUK III. PRODUKTEN WAARVOOR BIJ INVOER IN DE GEMEENSCHAP EEN SPECIALE REGELING GELDT INGEVOLGE DE TENUITVOERLEGGING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID

Artikel 31

De in hoofdstuk IV omschreven regeling voor landbouwprodukten is van toepassing op de produkten waarvoor bij invoer in de Gemeenschap een speciale regeling geldt ingevolge de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk landbouwbeleid.

HOOFDSTUK IV. LANDBOUW

Artikel 32

Voor zover in de artikelen 33 tot en met 35 niet anders is bepaald, is dit Protocol van toepassing op landbouwprodukten.

Artikel 33

  • 1 Turkije gaat, tijdens een periode van tweeëntwintig jaar, over tot aanpassing van zijn landbouwbeleid om aan het einde van die periode de maatregelen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid te treffen waarvan de toepassing in Turkije volstrekt noodzakelijk is voor de totstandbrenging van het vrije verkeer van landbouwprodukten tussen de Gemeenschap en Turkije.

  • 2 Tijdens de in lid 1 bedoelde periode houdt de Gemeenschap bij de totstandbrenging of de verdere ontwikkeling van haar gemeenschappelijk landbouwbeleid rekening met de belangen van de Turkse landbouw. Turkije verstrekt de Gemeenschap alle daartoe nuttige gegevens.

  • 3 De Gemeenschap stelt Turkije op de hoogte van de voorstellen van de Commissie met betrekking tot de totstandbrenging of de ontwikkeling van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, alsmede van de ten aanzien van deze voorstellen uitgebrachte adviezen en genomen beslissingen.

  • 4 De Associatieraad beslist welke mededelingen op landbouwgebied door Turkije aan de Gemeenschap moeten worden gedaan.

  • 5 In het kader van de Associatieraad kan overleg plaatsvinden over de in lid 3 bedoelde voorstellen van de Commissie en over de maatregelen die Turkije overeenkomstig lid 1 op landbouwgebied overweegt te nemen.

Artikel 34

  • 1 Aan het einde van de periode van tweeëntwintig jaar stelt de Associatieraad, na te hebben geconstateerd dat Turkije de in artikel 33, lid 1, bedoelde maatregelen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid heeft getroffen, de bepalingen vast die noodzakelijk zijn voor de verwezenlijking van het vrije verkeer van landbouwprodukten tussen de Gemeenschap en Turkije.

  • 2 De in lid 1 bedoelde bepalingen kunnen elke noodzakelijke afwijking van de in dit Protocol gegeven voorschriften inhouden.

  • 3 De Associatieraad kan de in lid 1 genoemde datum wijzigen.

Artikel 35

  • 1 In afwachting van de vaststelling van de in artikel 34 bedoelde bepalingen en in afwijking van de artikelen 7 tot en met 11, 15 tot en met 18, 19, lid 1 en 5, 21 tot en met 27 en 30, kennen de Gemeenschap en Turkije elkaar wederzijds een preferentieregeling toe voor hun handelsverkeer in landbouwprodukten; de omvang en de bijzonderheden van deze regeling worden vastgesteld door de Associatieraad.

  • 2 De regeling welke vanaf het begin van de overgangsfase van toepassing is, is echter vastgesteld in bijlage No. 6.

  • 3 Een jaar na de inwerkingtreding van dit Protocol en vervolgens om de twee jaar gaat de Associatieraad, op verzoek van een der beide Partijen, de resultaten na van de preferentieregeling welke van toepassing is op landbouwprodukten. Hij kan besluiten, de verbeteringen aan te brengen welke nodig mochten blijken om de geleidelijke verwezenlijking van de doeleinden van de Associatieovereenkomst te verzekeren.

  • 4 Artikel 34, lid 2, is van toepassing.

TITEL II. VERKEER VAN PERSONEN EN DIENSTEN

HOOFDSTUK I. WERKNEMERS

Artikel 36

Het vrije verkeer van werknemers tussen de Lid-Staten van de Gemeenschap en Turkije wordt geleidelijk tot stand gebracht overeenkomstig de in artikel 12 van de Associatieovereenkomst neergelegde beginselen, tussen het einde van het twaalfde en het tweeëntwintigste jaar na de inwerkingtreding van genoemde Overeenkomst.

De hiertoe nodige regels worden door de Associatieraad bepaald.

Artikel 37

Elke Lid-Staat past op de werknemers van Turkse nationaliteit die tewerkgesteld zijn in de Gemeenschap een stelsel toe dat wordt gekenmerkt door het ontbreken van elke discriminatie uit hoofde van de nationaliteit ten opzichte van werknemers die onderdaan zijn van de andere Lid-Staten van de Gemeenschap, voor wat betreft de lonen en verdere arbeidsvoorwaarden.

Artikel 38

In afwachting van de geleidelijke totstandbrenging van het vrije verkeer van werknemers tussen de Lid-Staten van de Gemeenschap en Turkije, kan de Associatieraad alle vraagstukken bestuderen die zich voordoen in verband met de geografische en de beroepsmobiliteit van de werknemers van Turkse nationaliteit, in het bijzonder in verband met de verlenging van arbeids- en verblijfsvergunningen, ten einde hun tewerkstelling in elke Lid-Staat te vergemakkelijken.

Daartoe kan de Associatieraad tot de Lid-Staten aanbevelingen richten.

Artikel 39

  • 1 Vóór het einde van het eerste jaar na de inwerkingtreding van dit Protocol, stelt de Associatieraad bepalingen vast ter zake van de sociale zekerheid ten behoeve van de werknemers van Turkse nationaliteit die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen, en ten behoeve van hun binnen de Gemeenschap woonachtige gezinnen.

  • 2 Door deze bepalingen dient het de werknemers van Turkse nationaliteit mogelijk te worden gemaakt om, volgens nader te bepalen regels, de periodes waarin zij verzekerd of werkzaam waren in de verschillende Lid-Staten, bijeen te tellen voor wat betreft ouderdoms-, overlijdens- en invaliditeitspensioenen, alsmede de gezondheidszorg voor de werknemer en zijn binnen de Gemeenschap woonachtig gezin. Deze bepalingen kunnen voor de Lid-Staten van de Gemeenschap geen verplichting vormen om de perioden in aanmerking te nemen waarin zij in Turkije verzekerd of werkzaam waren.

  • 3 Bovengenoemde bepalingen dienen het mogelijk te maken, de uitbetaling van de gezinstoelagen te waarborgen wanneer het gezin van de werknemer woonachtig is binnen de Gemeenschap.

  • 4 De ouderdoms-, overlijdens- en invaliditeitspensioenen die zijn verworven op grond van bepalingen uit hoofde van toepassing van lid 2 moeten naar Turkije kunnen worden uitgevoerd.

  • 5 De in dit artikel bedoelde bepalingen doen geen afbreuk aan de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit bestaande bilaterale overeenkomsten tussen Turkije en de Lid-Staten van de Gemeenschap, voor zover daarbij voor de Turkse onderdanen een gunstiger regeling is vastgesteld.

Artikel 40

De Associatieraad kan tot de Lid-Staten en tot Turkije aanbevelingen richten ter bevordering van de uitwisseling van jeugdige werknemers, waarbij hij uitgaat van de maatregelen tot tenuitvoerlegging door de Lid-Staten van artikel 50 van het Verdrag tot oprichting van de Gemeenschap.

HOOFDSTUK II. RECHT VAN VESTIGING, DIENSTEN EN VERVOER

Artikel 41

  • 1 De Overeenkomstsluitende Partijen voeren onderling geen nieuwe beperkingen in met betrekking tot de vrijheid van vestiging en het vrij verrichten van diensten.

  • 2 De Associatieraad bepaalt, overeenkomstig de beginselen van de artikelen 13 en 14 van de Associatieovereenkomst, het ritme waarin, en de wijze waarop de Partijen onderling geleidelijk de beperkingen met betrekking tot de vrijheid van vestiging en het vrij verrichten van diensten opheffen.

    De Associatieraad bepaalt dit ritme en deze wijze van tenuitvoerlegging voor de verschillende soorten werkzaamheden, met inachtneming van de reeds door de Gemeenschap op deze gebieden getroffen soortgelijke maatregelen, alsmede van de bijzondere economische en sociale positie van Turkije. Er zal voorrang worden verleend aan de werkzaamheden die in het bijzonder bijdragen tot de ontwikkeling van de produktie en het handelsverkeer.

Artikel 42

  • 1 De Associatieraad breidt, op de wijze die hij vaststelt met inachtneming van met name de geografische ligging van Turkije, het toepassingsgebied van de bepalingen van het Verdrag tot oprichting van de Gemeenschap die van toepassing zijn op het vervoer uit tot Turkije. Hij kan onder dezelfde voorwaarden het toepassingsgebied van de besluiten welke uit hoofde van deze bepalingen inzake het vervoer per spoor, over de weg en over de binnenwateren door de Gemeenschap zijn genomen tot Turkije uitbreiden.

TITEL III. ONDERLINGE AANPASSING VAN HET ECONOMISCH BELEID

HOOFDSTUK I. MEDEDINGING, BELASTINGWEZEN EN AANPASSING VAN DE WETGEVINGEN

Artikel 43

  • 2 Tijdens de overgangsfase kan Turkije worden geacht te verkeren in de positie bedoeld in artikel 92, lid 3 sub a), van het Verdrag tot oprichting van de Gemeenschap. Uit dien hoofde worden de steunmaatregelen bestemd ter bevordering van zijn economische ontwikkeling beschouwd als verenigbaar met de goede werking van de Associatie, voor zover deze maatregelen de voorwaarden waaronder het handelsverkeer plaatsvindt, niet zodanig veranderen, dat het gemeenschappelijk belang van de Overeenkomstsluitende Partijen wordt geschaad.

    Aan het slot van de overgangsfase beslist de Associatieraad, met inachtneming van de economische toestand van Turkije op dat tijdstip, of het nodig is het bepaalde in de voorgaande alinea nog verder te doen gelden.

Artikel 44

  • 1 Geen der Overeenkomstsluitende Partijen heft op produkten van de andere Partij direct of indirect hogere binnenlandse belastingen, van welke aard ook, dan die welke, direct of indirect, op gelijksoortige nationale produkten worden geheven.

    Geen der Overeenkomstsluitende Partijen heft op de produkten van de andere Partij zodanige binnenlandse belastingen dat daardoor andere produkties indirect worden beschermd.

    De Overeenkomstsluitende Partijen schaffen uiterlijk bij het begin van het derde jaar na de inwerkingtreding van dit Protocol, de bepalingen af die op de dag van de ondertekening van dit Protocol bestaan en strijdig zijn met bovengenoemde regels.

  • 2 In het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Turkije mag bij de uitvoer van produkten de teruggave van binnenlandse belastingen niet het bedrag overschrijden dat daarop direct of indirect is geheven.

  • 3 Indien de omzetbelasting wordt geheven volgens het cumulatieve cascadestelsel mogen gemiddelde percentages per produkt of groepen produkten worden vastgesteld voor de binnenlandse belastingen die op de in te voeren produkten worden geheven of voor de teruggave die bij de uitvoer van produkten wordt verleend, zonder evenwel inbreuk te maken op de in de voorgaande leden genoemde beginselen.

  • 4 Met inachtneming van de ervaring die de Gemeenschap op het in dit artikel bedoelde terrein heeft verworven, draagt de Associatieraad zorg voor de toepassing van voorgaande bepalingen.

Artikel 45

Met betrekking tot andere belastingen dan de omzetbelasting, de accijnzen en de overige indirecte belastingen, mogen in het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Turkije vrijstellingen en teruggaven bij uitvoer slechts worden verleend en mogen compenserende belastingen bij invoer slechts worden geheven voor zover de beoogde maatregelen van tevoren voor een beperkte periode door de Associatieraad zijn goedgekeurd.

Artikel 46

De Overeenkomstsluitende Partijen mogen de vrijwaringsmaatregelen nemen die zij nodig achten ten einde de moeilijkheden te overwinnen die het gevolg zijn van het uitblijven van besluiten van de Associatieraad waarbij de voorwaarden en de wijze van toepassing, bedoeld in artikel 43, lid 1, worden vastgesteld, of van het uitblijven van de toepassing van deze besluiten dan wel van de artikelen 44 en 45.

Artikel 47

  • 1 Indien tijdens een periode van tweeëntwintig jaar de Associatieraad op verzoek van een der Overeenkomstsluitende Partijen vaststelt dat in de betrekkingen tussen de Gemeenschappen2en Turkije dumping wordt toegepast, doet hij aanbevelingen aan degene of degenen die zich aan deze handelingen schuldig maken, ten einde daaraan een eind te maken.

  • 2 De benadeelde Partij mag, na de Associatieraad daaromtrent te hebben ingelicht, passende beschermende maatregelen nemen indien:

    • a) de Associatieraad, binnen drie maanden na de indiening van het verzoek, geen beslissing heeft genomen overeenkomstig lid 1;

    • b) ondanks het uitgaan van de in lid 1 bedoelde aanbevelingen de dumping voortduurt.

    Voorts kan, wanneer het belang van de benadeelde Partij een onmiddellijke actie vereist, deze Partij, na de Associatieraad daarvan op de hoogte te hebben gesteld, ter behoud harer belangen voorlopige beschermende maatregelen met inbegrip van anti-dumpingrechten invoeren. Deze maatregelen mogen niet langer dan drie maanden vanaf de indiening van het verzoek of vanaf de datum waarop de benadeelde Partij uit hoofde van het bepaalde sub b) van de voorgaande alinea beschermende maatregelen heeft genomen, worden toegepast.

  • 3 Wanneer in de gevallen, bedoeld in lid 2, eerste alinea sub a), of in lid 2, tweede alinea, beschermende maatregelen zijn genomen, kan de Associatieraad op ieder tijdstip beslissen dat deze beschermende maatregelen moeten worden geschorst, in afwachting van het uitgaan van de in lid 1 bedoelde aanbevelingen.

    Wanneer in het geval, bedoeld in lid 2, eerste alinea sub b), beschermende maatregelen zijn genomen, kan de Associatieraad aanbevelen deze beschermende maatregelen op te heffen of te wijzigen.

  • 4 Produkten die van oorsprong zijn uit een Overeenkomstsluitende Partij of zich daar in het vrije verkeer bevonden hebben en naar een andere Overeenkomstsluitende Partij zijn uitgevoerd, worden tot wederinvoer op het grondgebied van de eerste Partij toegelaten zonder dat daarop enigerlei invoerrecht, kwantitatieve beperking of maatregel van gelijke werking kan worden toegepast.

    De Associatieraad kan alle aanbevelingen doen die hij dienstig oordeelt voor de toepassing van de bepalingen van dit lid en laat zich daarbij leiden door de ervaring die de Gemeenschap op dit terrein heeft verworven.

Artikel 48

Op gebieden die niet onder dit Protocol vallen en die rechtstreeks van invloed zijn op de werking van de Associatie, of op gebieden die wel onder dit Protocol vallen doch ten aanzien waarvan het geen specifieke procedure voorschrijft, kan de Associatieraad aan elk der Overeenkomstsluitende Partijen aanbevelen, maatregelen te nemen die ten doel hebben de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen nader tot elkaar te brengen.

HOOFDSTUK II. ECONOMISCH BELEID

Artikel 49

Ten einde de verwezenlijking van de in artikel 17 van de Associatieovereenkomst genoemde doelstellingen te vergemakkelijken, plegen de Overeenkomstsluitende Partijen geregeld met elkaar overleg in de Associatieraad om hun beleid op economisch gebied te coördineren.

De Associatieraad beveelt, zo nodig, de naar omstandigheden passende maatregelen aan.

Artikel 50

  • 1 De Overeenkomstsluitende Partijen verklaren zich bereid, hun betalingen in een ruimere mate vrij te maken dan in artikel 19 van de Associatieovereenkomst is bepaald, voor zover hun economische toestand in het algemeen en de toestand van hun betalingsbalans in het bijzonder zulks toelaten.

  • 2 Voor zover de beperkingen in het goederen-, diensten- en kapitaalverkeer slechts gelegen zijn in de daarmede verband houdende betalingen, worden, ter geleidelijke opheffing van die beperkingen, de bepalingen inzake de afschaffing van de kwantitatieve beperkingen, het verrichten van diensten en het kapitaalverkeer op overeenkomstige wijze toegepast.

  • 3 De Overeenkomstsluitende Partijen verbinden zich ertoe om, behoudens voorafgaande instemming van de Associatieraad, de regeling die zij toepassen op de overmakingen ter zake van de in bijlage III van het Verdrag tot oprichting van de Gemeenschap vermelde onzichtbare transacties niet beperkender te maken.

  • 4 Indien nodig, plegen de Overeenkomstsluitende Partijen met elkaar overleg omtrent de maatregelen die moeten worden getroffen om de in artikel 19 van de Associatieovereenkomst en de in dit artikel bedoelde betalingen en overmakingen mogelijk te maken.

Artikel 51

Ten einde de in artikel 20 van de Associatieovereenkomst genoemde doelstellingen te verwezenlijken, tracht Turkije vanaf de inwerkingtreding van dit Protocol de regeling te verbeteren die wordt toegepast op particulier kapitaal uit de Gemeenschap dat tot de economische ontwikkeling van Turkije kan bijdragen.

Artikel 52

De Overeenkomstsluitende Partijen streven ernaar geen nieuwe deviezenbeperkingen in te voeren die invloed hebben op het onderlinge kapitaalverkeer en de daarmede verband houdende lopende betalingen, noch de bestaande regeling beperkender te maken.

De Overeenkomstsluitende Partijen vereenvoudigen zoveel mogelijk de formaliteiten inzake vergunningen en controle, te vervullen bij het sluiten of het uitvoeren van kapitaaltransacties en het overmaken van kapitaal; zo nodig plegen zij met elkaar overleg ten einde deze vereenvoudiging te bereiken.

HOOFDSTUK III. HANDELSPOLITIEK

Artikel 53

  • 1 De Overeenkomstsluitende Partijen plegen in de Associatieraad overleg, ten einde gedurende de overgangsfase de coördinatie van hun handelspolitiek ten aanzien van derde landen te verzekeren, met name op de in artikel 113, lid 1, van het Verdrag tot oprichting van de Gemeenschap bedoelde gebieden.

    Uit dien hoofde verstrekt elke Overeenkomstsluitende Partij, op verzoek van de andere Partij, alle dienstige inlichtingen over de door haar gesloten overeenkomsten die tarief- of handelsbepalingen bevatten, alsmede over de wijzigingen die zij in de regeling van haar buitenlandse handel aanbrengt.

    Indien deze wijzigingen of deze overeenkomsten een rechtstreekse en bijzondere invloed zouden hebben op de werking van de Associatie, vindt in de Associatieraad passend overleg plaats, ten einde rekening te houden met de belangen van de Overeenkomstsluitende Partijen.

  • 2 Bij het verstrijken van de overgangsfase versterken de Overeenkomstsluitende Partijen in de Associatieraad de coördinatie van hun handelspolitiek, ten einde te komen tot een op uniforme beginselen berustende handelspolitiek.

Artikel 54

  • 1 Wanneer de Gemeenschap een associatieovereenkomst of een preferentiële overeenkomst sluit die een rechtstreekse en bijzondere invloed heeft op de werking van de Associatie, vindt in de Associatieraad passend overleg plaats, ten einde de Gemeenschap in de gelegenheid te stellen de in de Associatieovereenkomst tussen de Gemeenschap en Turkije omschreven wederzijdse belangen in aanmerking te nemen.

  • 2 Wanneer zulks noodzakelijk blijkt om belemmeringen van het goederenverkeer binnen de Associatie te vermijden, streeft Turkije ernaar alle maatregelen te treffen die kunnen bijdragen tot het oplossen van de praktische problemen die mogelijk het gevolg zijn van zijn handelsverkeer met de landen die door een associatieovereenkomst of een preferentiële overeenkomst met de Gemeenschap zijn verbonden.

    Indien deze maatregelen niet worden getroffen, kan de Associatieraad de bepalingen vaststellen die nodig zijn om de goede werking van de Associatie te verzekeren.

Artikel 55

In de Associatieraad heeft overleg plaats over de toepassing van de „Regionale Samenwerking voor de Ontwikkeling (R.C.D.)”.

De Associatieraad kan eventueel besluiten de daartoe noodzakelijke bepalingen vast te stellen. Deze bepalingen mogen de goede werking van de Associatie niet belemmeren.

Artikel 56

In geval van toetreding van een derde land tot de Gemeenschap, heeft in de Associatieraad passend overleg plaats, ten einde het mogelijk te maken dat de in de Associatieovereenkomst omschreven wederzijdse belangen van de Gemeenschap en Turkije in aanmerking worden genomen.

TITEL IV. ALGEMENE EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 57

De Overeenkomstsluitende Partijen passen geleidelijk de voorwaarden aan voor deelneming aan inschrijvingen opengesteld door overheidsorganen of -ondernemingen, alsmede door particuliere ondernemingen waaraan bijzondere of exclusieve rechten zijn toegekend, zodat aan het einde van een periode van tweeëntwintig jaar iedere discriminatie tussen de onderdanen van de Lid-Staten en die van Turkije, welke zijn gevestigd op het grondgebied van de Overeenkomstsluitende Partijen, is weggenomen.

De Associatieraad stelt het ritme waarin en de wijze waarop deze aanpassing plaatsvindt vast, uitgaande van de in de Gemeenschap op dit gebied aanvaarde oplossingen.

Artikel 58

Op de onder dit Protocol vallende gebieden:

  • - mag de door Turkije ten aanzien van de Gemeenschap toegepaste regeling geen aanleiding geven tot enigerlei discriminatie tussen de Lid-Staten, hun onderdanen of hun vennootschappen;

  • - mag de door de Gemeenschap ten aanzien van Turkije toegepaste regeling geen aanleiding geven tot enigerlei discriminatie tussen de Turkse onderdanen of vennootschappen.

Artikel 59

Op de onder dit Protocol vallende gebieden, mag de behandeling van Turkije niet gunstiger zijn dan die welke de Lid-Staten elkaar toekennen krachtens het Verdrag tot oprichting van de Gemeenschap.

Artikel 60

  • 1 Indien ernstige verstoringen in een sector van de economische bedrijvigheid van Turkije optreden dan wel de externe financiële stabiliteit van dit land in gevaar brengen, of indien moeilijkheden rijzen die tot uiting komen door de achteruitgang van de economische situatie van een gebied van Turkije, kan dit land de noodzakelijke vrijwaringsmaatregelen treffen.

    Deze maatregelen, alsmede de wijze waarop zij worden toegepast, worden onverwijld ter kennis van de Associatieraad gebracht.

  • 2 Indien ernstige verstoringen in een sector van de economische bedrijvigheid van de Gemeenschap of van een of meer Lid-Staten optreden dan wel de externe financiële stabiliteit van een of meer Lid-Staten in gevaar brengen, of indien moeilijkheden rijzen die tot uiting komen door de achteruitgang van de economische situatie van een gebied van de Gemeenschap, kan deze laatste de noodzakelijke vrijwaringsmaatregelen treffen of de betrokken Lid-Staat dan wel Lid-Staten daartoe machtigen.

    Deze maatregelen, alsmede de wijze waarop zij worden toegepast, worden onverwijld in kennis van de Associatieraad gebracht.

  • 3 Voor de toepassing van de leden 1 en 2 moeten met voorrang die maatregelen worden gekozen die zo weinig mogelijk verstoringen in de werking van de Associatie teweegbrengen. Deze maatregelen mogen niet verder reiken dan strikt noodzakelijk is om de opgetreden moeilijkheden te overwinnen.

  • 4 Ten aanzien van de krachtens de leden 1 en 2 getroffen maatregelen kan in de Associatieraad overleg worden gepleegd.

Artikel 63

  • 2 Dit Protocol treedt in werking op de eerste dag van de maand volgende op de datum van uitwisseling van de akten van bekrachtiging en van de akte van kennisgeving, genoemd in lid 1.

  • 3 Wanneer de datum van inwerkingtreding van dit Protocol niet samenvalt met het begin van het kalenderjaar, kan de Associatieraad de in dit Protocol genoemde termijnen, met name voor de totstandbrenging van het vrije verkeer van goederen, verlengen of verkorten zodat ze aan het eind van het kalenderjaar aflopen.

Artikel 64

Dit Protocol is opgestel in twee exemplaren in de Duitse, de Franse, de Italiaanse, de Nederlandse en de Turkse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekende gevolmachtigden hun handtekening onder dit Aanvullend Protocol hebben gesteld.

GEDAAN te Brussel, de drieëntwintigste november negentienhonderdzeventig.

Bijlage No. 1. betreffende de regeling voor de invoer in de Gemeenschap van aardolieprodukten uit Turkije

Enig artikel

  • 1 In afwijking van de artikelen 9 en 21 tot en met 30 van het Aanvullend Protocol, kunnen de hierna genoemde, in Turkije geraffineerde, produkten met vrijdom van douanerechten in de Gemeenschap worden ingevoerd, binnen de grenzen van een globaal jaarlijks communautair tariefcontingent van 340 000 ton:

    No. van het gemeenschappelijk douanetarief

    Omschrijving

    27.10

    Aardoliën en oliën uit bitumineuze mineralen, andere dan ruwe; preparaten welke 70 of meer gewichtspercenten aardoliën of oliën uit bitumineuze mineralen bevatten en waarvan deze oliën het hoofdbestanddeel zijn, elders genoemd noch elders onder begrepen:

    • A. lichte oliën:

      • III. bestemd voor ander gebruik

    • B. half zware oliën:

      • III. bestemd voor ander gebruik

    • C. zware oliën:

      • I. Gasolie:

        • c) bestemd voor ander gebruik

      • II. Stookolie:

        • c) bestemd voor ander gebruik

      • III. Smeerolie en andere oliën:

        • c) bestemd om te worden ge- of vermengd als omschreven in de Aanvullende Aantekening 7 op Hoofdstuk 27 (a)

        • d) bestemd voor ander gebruik

    27.11

    Aardgas en andere gasvormige koolwaterstoffen:

    • A. Propaan en butaan, in handelskwaliteit:

      • III. bestemd voor ander gebruik

    27.12

    Vaseline:

    • A. ruwe:

      • III. bestemd voor ander gebruik

    • B. andere

    27.13

    Paraffine, was uit aardoliën of uit oliën, uit bitumineuze mineralen, aardwas (ozokeriet), montaanwas, turfwas, paraffineachtige residuen („slack wax”, enz.), ook indien gekleurd:

    • B. overige:

      • I. ruwe:

        • c) bestemd voor ander gebruik

      • II. andere

    27.14

    Petroleumbitumen, petroleumcokes en andere residuen van aardoliën of van oliën uit bitumineuze mineralen:

    • C. andere

    (a) Indeling onder deze onderverdeling is onderworpen aan de voorwaarden en bepalingen, vast te stellen door de bevoegde autoriteiten.

  • 2 De Gemeenschap behoudt zich het recht voor, de in lid 1 omschreven regeling te wijzigen:

    • - bij de aanneming van een gemeenschappelijke definitie van de oorsprong voor aardolieprodukten uit derde landen en uit de geassocieerde Staten;

    • - bij het nemen van beslissingen in het kader van een gemeenschappelijke handelspolitiek;

    • - bij de totstandbrenging van een gemeenschappelijk energiebeleid.

    In dat geval verleent de Gemeenschap voor de invoer van de in lid 1 genoemde produkten voordelen welke gelijkwaardig zijn aan die waarin in lid 1 is voorzien.

  • 3 In de Associatieraad kan overleg plaatsvinden over de krachtens lid 2 genomen maatregelen.

  • 4 Indien de Gemeenschap binnen drie jaar geen maatregelen heeft vastgesteld krachtens lid 2, kan de Associatieraad het niveau van het in lid 1 genoemde contingent opnieuw bezien.

  • 5 Behoudens het bepaalde in de leden 1 en 2, doen de bepalingen van het Aanvullend Protocol geen afbreuk aan de regelingen welke van toepassing zijn bij de invoer van aardolieprodukten.

Bijlage No. 2. betreffende de regeling voor de invoer in de Gemeenschap van bepaalde textielprodukten uit Turkije

Artikel 1

  • 1 In afwijking van artikel 9 van het Aanvullend Protocol schaft de Gemeenschap voor de in de navolgende lijst opgenomen produkten ingevoerd uit Turkije geleidelijk in twaalf jaar de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief af middels vier achtereenvolgende verlagingen van elk 25 %. Deze verlagingen vinden plaats achtereenvolgens op de datum van inwerkingtreding van het Aanvullend Protocol, en vier, acht en twaalf jaar later:

    No. van het gemeenschappelijk douanetarief

    Omschrijving

    55.05

    Garens van katoen, niet gereed voor de verkoop in het klein

    55.09

    Andere weefsels van katoen

    58.01

    Tapijten, geknoopt of met opgerolde polen, ook indien geconfectioneerd:

    • ex A. van wol of van fijn haar, met uitzondering van handgeknoopte

  • 2 Voor de produkten van tariefpost 55.05 en 55.09, ingevoerd uit Turkije, past de Gemeenschap echter vanaf de inwerkingtreding van het Aanvullend Protocol een verlaging van 75 % toe op de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief, en wel binnen jaarlijkse communautaire tariefcontingenten van achtereenvolgens 390 ton voor de tariefpost 55.05 en van 1.390 ton voor de tariefpost 55.09.

Artikel 2

In afwijking van het bepaalde in de artikelen 21 tot en met 24 van het Aanvullend Protocol, heeft de Gemeenschap het recht nieuwe kwantitatieve beperkingen in te stellen op de invoer uit Turkije van de volgende produkten:

No. van het gemeenschappelijk douanetarief

Omschrijving

50.01

Cocons van zijderupsen, geschikt om te worden afgehaspeld

50.02

Ruwe zijde (haspelzijde of grège), niet gemoulineerd

Bijlage No. 3. Lijst van produkten waarvoor het in artikel 11 bedoelde ritme van tariefverlaging geldt

No. van het Turkse douanetarief

 

Omschrijving

15.05

 

Wolvet en daaruit verkregen vetstoffen, lanoline daaronder begrepen:

 

- 90

Ander

15.09

 

Degras

15.10

 

Industriële vetzuren, bij raffinage verkregen acid oils en industrie vetalcoholen:

 

- 10

Industriële vetzuren

15.11

 

Glycerine, glycerinewater en glycerinelogen daaronder begrepen:

 

- 10

Glycerine

17.04

 

Suikerwerk zonder cacao:

 

- 90

Ander

17.05

 

Suiker, stroop en melasse, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen (vanillesuiker en vanillinesuiker daaronder begrepen), met uitzondering van vruchtesap, waaraan suiker is toegevoegd, ongeacht in welke verhouding

18.06

 

Chocolade en andere voedingsmiddelen, welke cacao bevatten

19.02

 

Meel-, zetmeel- en moutextractpreparaten voor kindervoeding, voor dieetvoeding of voor keukengebruik, zonder cacao of met minder dan 50 gewichtspercenten cacao

21.07

 

Produkten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen

22.08

 

Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een sterkte van 80 graden of meer; gedenatureerde ethylalcohol, ongeacht de sterkte

24.02

 

Tabaksfabrikaten, tabaksextracten en tabakssausen

25.32

 

Strontianiet (natuurlijk strontiumcarbonaat), ook indien gebrand, met uitzondering van strontiumoxyde; minerale stoffen, elders genoemd noch elders onder begrepen; stukken en scherven van aardewerk:

 

ex 90

Strontianiet (natuurlijk strontiumcarbonaat), ook indien gebrand

27.04

 

Cokes en half-cokes, van steenkool, van bruinkool of van turf:

 

- 21

Cokes en half-cokes, van steenkool

28.06

 

Zoutzuur (chloorwaterstof; chloorsulfonzuur:

 

- 10

Zoutzuur (chloorwaterstof)

28.08

 

Zwavelzuur; oleum (rokend zwavelzuur):

 

-30

Oleum (rokend zwavelzuur)

28.15

 

Zwavelverbindingen van metalloïden, fosfortrisulfide daaronder begrepen:

 

- 30

Zwavelkoolstof

28.17

 

Natriumhydroxyde (bijtende soda); kaliumhydroxyde (bijtende potas); natriumperoxyde en kaliumperoxyde:

 

- 11

Natriumhydroxyde, chemisch zuiver

 

- 12

Natriumhydroxyde

28.20

 

Aluminiumoxyde en aluminiumhydroxyde; kunstkorundum:

 

- 10

Aluminiumoxyde

 

- 20

Aluminiumhydroxyde

28.21

 

Chroomoxyden en chroomhydroxyden

28.22

 

Mangaanoxyden:

 

- 10

Mangaandioxyde

28.23

 

IJzeroxyden en ijzerhydroxyden (natuurlijke ijzerhoudende verfaarden, welke in totaal 70 gewichtspercenten of meer ijzerverbindingen, berekend als Fe2O3, bevatten, daaronder begrepen)

28.27

 

Loodoxyden; loodmenie (rode menie, kristalmenie, oranje menie, enz.)

28.30

 

Chloriden en oxychloriden:

 

- 30

Ammonium (ammoniakzout)

28.32

 

Chloraten en perchloraten

28.35

 

Sulfiden, polysulfiden daaronder begrepen:

 

- 20

Natrium

28.37

 

Sulfieten en thiosulfaten

28.38

 

Sulfaten en aluinen; persulfaten:

 

- 31

- 40

- 71

Natriumsulfaten

Aluminiumsulfaten

IJzersulfaten

28.40

 

Fosfieten, hypofosfieten en fosfaten:

 

- 11

Natriumfosfaten

28.42

 

Carbonaten en percarbonaten, ammoniumcarbaminaathoudend ammoniumcarbonaat in handelskwaliteit daaronder begrepen:

 

- 11

- 12

- 13

- 14

- 42

Natriumbicarbonaat

Natriumpercarbonaat

Natriumcarbonaat (gebrand)

Natriumcarbonaat (in kristallen)

Geprecipiteerd calciumcarbonaat

28.45

 

Silicaten, natrium- en kaliumsilicaten in handelskwaliteit daaronder begrepen:

 

- 10

- 20

Natrium

Kalium

28.47

 

Zouten van metaalzuren (chromaten, permanganaten, stannaten, enz.):

 

- 32

- 33

- 34

- 35

- 36

Natriumchromaat

Kaliumchromaat

Loodchromaat

Natriumbichromaat

Kaliumbichromaat

28.54

 

Waterstofperoxyde, vast waterstofperoxyde daaronder begrepen

28.56

 

Carbiden (siliciumcarbide, boriumcarbide, metaalcarbiden, enz.)

29.02

 

Halogeenderivaten van koolwaterstoffen:

 

- 30

- 40

- 60

- 80

- 90

Trichloorethyleen

Tetrachloorkoolstof

Perchloorethyleen

Chloorfluormethanen

Andere

29.03

 

Sulfo-, nitro-, en nitrosoderivaten van koolwaterstoffen (met uitzondering van trinitrobutylmetaxyleen (xylolmuskus) van No. 29.03.10)

29.04

 

Acyclische alcoholen, alsmede halogeen-, sulfo,- nitro- en nitrosoderivaten daarvan:

 

- 10

- 21

- 22

- 23

- 24

- 25

- 26

- 39

Pentaërythriet

Methylalcohol, zuiver

Butylalcohol

Propylalcohol en isopropylalcohol

Stearyl- en cetylalcohol

Sorbitol, mannitol

Propyleenglucol

Andere

29.09

 

Epoxyden, epoxyalcoholen, epoxyfenolen en epoxyethers (alfa- en bèta-), alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan

 

- 90

Andere

29.14

 

Eenwaardige zuren, daarvan afgeleide zuuranhydriden, zuurhalogeniden, acylperoxyden en perzuren, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan:

 

- 21

- 22

- 30

- 41

Azijnzuur (anhydride)

Azijnzuur (ander dan anhydride)

Oliezuur

Mierenzuur

 

- 42

- 43

- 46

- 47

- 48

- 49

Natriumacetaat

Aluminiumacetaat

Magnesiumacetaat

Butylacetaat

Ethylstearaat

Andere

29.15

 

Meerwaardige zuren, daarvan afgeleide zuuranhydriden, zuurhalogeniden, acylperoxyden en perzuren, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan:

 

- 51

- 52

- 53

- 54

Dioctylftalaat

Dibutylftalaat

Diëthylftalaat

Dimethylftalaat

29.16

 

Oxyzuren, aldehydezuren, ketonzuren, fenolzuren en andere zuren met een of verscheidene zuurstofhoudende groepen, daarvan afgeleide zuuranhydriden, zuurhalogeniden, acylperoxyden en perzuren, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan:

 

- 41

- 53

- 54

Citroenzuur

Calciumgluconaat

Calciumlactaat

29.28

 

Diazonium-(diazo-), azo- en azoöxyverbindingen

29.33

 

Organische kwikverbindingen

29.35

 

Heterocyclische verbindingen, nucleïnezuren daaronder begrepen:

 

- 30

- 59

Furfural (furfurol)

Andere

29.43

 

Suikers, chemisch zuiver, met uitzondering van saccharose:

 

- 10

- 20

- 90

Glucose

Lactose

Andere

30.03

 

Geneesmiddelen voor mensen en dieren:

b) Andere

 

- 41

- 42

- 43

Eerste categorie

Tweede categorie

Derde categorie

32.03

 

Synthetische looistoffen, ook indien vermengd met natuurlijke looistoffen; kunstmatig looierbeits (enzympreparaten, pancreaspreparaten, bacteriënpreparaten, enz.)

32.05

 

Synthetische organische kleurstoffen; synthetische organische produkten van de soorten, welke als lichtgevende stoffen (luminoforen) worden gebezigd; zogenaamde optische bleekmiddelen, welke zich aan de vezels hechten; natuurlijke indigo

(met uitzondering van natuurlijke indigo van No. 32.05.10, van de synthetische organische produkten van de soorten welke als lichtgevende stoffen (luminoforen) worden gebezigd van No. 30.05.30, en van zogenaamde optische bleekmiddelen, welke zich aan de vezels hechten, van No. 30.05.40)

32.06

 

Verflakken

32.07

 

Andere verfstoffen; anorganische produkten van de soorten, welke als lichtgevende stoffen (luminoforen) worden gebezigd:

 

- 22

Lithophone

32.09

 

Vernis; waterverf; bereide waterverfpigmenten van de soorten, welke gebruikt worden voor het afwerken van leder (lederverven); andere verf; pigmenten aangemaakt met olie, met terpentijn, met white spirit, met vernis of met andere middelen, voor de vervaardiging van verf; stempelfoliën; verfmiddelen in vormen of verpakkingen voor de verkoop in het klein

(met uitzondering van bereide waterverfpigmenten, welke gebruikt worden voor het afwerken van leer (lederverven), van No. 32.09.22, en van stempelfoliën van No. 32.09.32)

32.13

 

Schrijfinkt, tekeninkt, drukinkt en andere inktsoorten:

 

- 19

- 22

- 23

- 24

- 25

Andere drukinkten

Geconcentreerde schrijfinkt

Kopiëerinkt en hectografeninkt

Inkt voor kogelpennen

Inkt voor stencilmachines, stempelinkt en inkt voor inktlinnen

33.06

 

Parfumerieën, toiletartikelen en kosmetische produkten

34.01

 

Zeep, medicinale zeep daaronder begrepen

34.02

 

Organische tensio-actieve produkten; wasmiddelen en tensio-actieve bereidingen, ook indien zeep bevattende

34.05

 

Schoensmeer, boenwas, poetsmiddelen voor metalen, schuurpasta's en -poeders en dergelijke preparaten, met uitzondering van bereide was bedoeld bij post 34.04

35.06

 

Lijm, elders genoemd noch elders onder begrepen; als lijm te gebruiken produkten van alle soorten, opgemaakt voor de verkoop in het klein in verpakkingen met een nettogewicht van niet meer dan 1 kg:

 

- 20

Ander

36.05

 

Pyrotechnische artikelen (vuurwerk, voetzoekers en knalsignalen, geparaffineerde amorcebanden, antihagelraketten en dergelijke)

36.06

 

Lucifers (met uitzondering van Bengaalse en dergelijke lucifers)

38.03

 

Actieve kool (om te ontkleuren, om te depolariseren of om te absorberen); geactiveerde diatomeeënaarde, geactiveerde klei, geactiveerd bauxiet en andere geactiveerde natuurlijke minerale produkten (met uitzondering van andere van No. 38.03.90)

38.05

 

Tall-olie

38.12

 

Preparaten voor het appreteren of voor het beitsen, van de soorten, welke worden gebruikt in de textielindustrie, in de papierindustrie, in de lederindustrie of in dergelijke industrieën

39.01

 

Condensatieprodukten, polycondensatieprodukten en polyadditieprodukten, ook indien chemisch gewijzigd, gepolymeriseerd of lineair (fenoplasten, animoplasten, alkyden, allylpolyesters en andere niet verzadigde polyesters, siliconen, enz.)

(met uitzondering van andere van No. 39.01.19, van polyamiden en superpolyamiden van No. 39.01.23 en van andere van No. 39.01.29)

39.02

 

Polymerisatieprodukten en copolymerisatieprodukten (polyethyleen, polytetrahaloëthyleen, polyisobutyleen, polystyreen, polyvinylchloride, polyvinylacetaat, polyvinylchloroacetaat en andere polyvinylderivaten, polyacrylderivaten en polymethacrylderivaten, cumaronindeenharsen, enz.):

- Vloeistoffen of pasta's, emulsies, dispersies en oplossingen daaronder begrepen:

 

- 12

- 16

- 17

- 19

Polyvinylacetaat

Polyacrylderivaten en polymethacrylderivaten

Cumaronindeenderivaten

Andere

- Blokken, stukken, klonters, niet samenhangende massa's, korrels, vlokken, poeder (vormpoeder daaronder begrepen), afval en resten van werken:

 

- 22

- 26

Polyvinylacetaat

Polyacrylderivaten en polymethacrylderivaten

 

- 27

- 29

Cumar onindeenderivaten

Andere

- Andere:

 

- 32

- 39

Polyvinylacetaat

Andere

39.03

 

Geregenereerde cellulose, cellulosenitraat, cellulose-acetaat en andere cellulose-esters, cellulose-ethers en andere chemische derivaten van cellulose, al dan niet geplastificeerd (celloïdine en collodion, celluloid, enz.); vulkaniet of vulcanfiber:

- Vloeistoffen of pasta's, emulsies, dispersies en oplossingen daaronder begrepen:

 

- 11

Collodion

- Blokken, stukken, klonters, niet samenhangende massa's, korrels, vlokken, poeder (vormpoeder daaronder begrepen), afval en resten van werken:

 

- 22

- 23

Cellulosenitraat

Cellulose-acetaat

- Andere:

 

- 31

- 32

- 34

Geregenereerde cellulose

Vulkaniet of vulcanfiber

Cellulose-acetaat

39.07

 

Werken van de stoffen bedoeld bij de posten 39.01 tot en met 39.06

40.02

 

Latex van synthetische rubber; voor gevulcaniseerde latex van synthetische rubber; synthetische rubber; uit oliën vervaardigde factis:

a) Synthetische rubber en synthetische latex bestemd voor het vervaardigen en herstellen (opvulcaniseren) van buiten- en binnenbanden voor transportvoertuigen van alle soorten:

 

- 12

Synthetische latex

b) Andere:

 

- 22

Synthetische latex

 

- 23

Uit oliën vervaardigde factis

40.09

 

Buizen en slangen, van niet geharde gevulcaniseerde rubber

40.13

 

Kleding, handschoenen en kledingtoebehoren, van niet geharde gevulcaniseerde rubber, ongeacht het gebruik daarvan

40.14

 

Andere werken van niet geharde gevulcaniseerde rubber:

 

- 21

Vlakgom

41.10

 

Kunstleder, op basis van leder of van ledervezels, in platen of in vellen, ook indien op rollen

42.01

 

Zadel- en tuigmakerswerk voor dieren (zadels, tuigen, garelen, strengen, kniestukken, enz.), ongeacht de stof waarvan het vervaardigd is

42.02

 

Reisartikelen (reiskoffers, valiezen, hoededozen, reiszakken, rugzakken, enz.), boodschappentassen, dameshandtassen, tekenportefeuilles, aktentassen, geldbeurzen en portemonnaies, toiletdozen en toiletzakjes, gereedschapstassen en gereedschapszakken, tabakszakken, foedralen, etuis, kistjes, dozen en koffers (voor wapens, muziekinstrumenten, kijkers, juwelen, flacons, boorden, schoenen, borstels, enz.) en dergelijke bergingsmiddelen, van leder, van kunstleder, van vulcanfiber, van kunstmatige plastische stoffen in vellen, van karton of van textiel

42.06

 

Werken van darmen, van goudvlies (goudslagershuidjes), van blazen of van pezen

43.01

 

Pelterijen, niet gelooid noch anderszins bereid:

 

- 40

- 90

Karakoel, Astrakan

Andere

43.02

 

Pelterijen en afvallen daarvan, gelooid of anderszins bereid of veredeld, ook indien aaneengenaaid tot banen, zakken, vierkanten, kruisen en dergelijke vormen

43.03

 

Bontwerk (bewerkte of geconfectioneerde pelterijen)

43.04

 

Namaakbont, al dan niet geconfectioneerd

44.11

 

Houtdraad; hout, geschikt gemaakt voor de vervaardiging van lucifers; houten schoenpinnen

44.15

 

Duplex-, triplex- en multiplexhout en met fineer bekleed hout, ook indien samengesteld met andere stoffen; inlegwerk van hout:

 

- 20

Duplex-, triplex- en multiplexhout; inlegwerk van hout

44.16

 

Panelen met cellenstructuur, van hout, ook indien met onedel metaal bedekt

44.17

 

Verbeterd hout in panelen, in planken, in blokken en in dergelijke vormen

44.18

 

Kunsthout verkregen door houtkrullen, zaagsel, houtmeel of ander houtachtige afvallen samen te persen met natuurlijke of met kunstmatige harsen, dan wel met andere organische bindmiddelen, in de vorm van panelen, van platen, van blokken of in dergelijke vormen

44.23

 

Schrijnwerk en timmerwerk, voor bouwwerken (panelen voor parketvloeren en montageconstructies daaronder begrepen), van hout

44.25

 

Gereedschap, alsmede monturen en stelen, voor gereedschap, borstelhouten, borstel- en bezemstelen, van hout; schoenleesten en schoenspanners, van hout:

 

- 10

Schoenleesten en schoenspanners

44.28

 

Andere houtwaren

45.03

 

Werken van natuurkurk

45.04

 

Geagglomereerde kurk (met of zonder bindmiddel) en werken daarvan

47.01

 

Papierstof

48.01

 

Machinaal papier en machinaal karton, cellulosewatten daaronder begrepen, op rollen of in bladen:

b) Papier dat 70% of meer houtslijp bevat, met een gewicht per m2 van 50 gram of meer tot en met 55 gram:

 

- 21

- 29

- 40

- 50

Courantenpapier

Ander

Drukpapier en schrijfpapier

Kraftpapier

f) Ander:

 

- 61

Gewoon pakpapier (met een gewicht van 30 gram of minder per m2)

 

- 62

Gewoon pakpapier (met een gewicht van meer dan 30 gram per m2)

 

- 63

- 64

Sigarettenpapier

Vloeipapier

 

- 67

Karton, op rollen, bestemd voor de vervaardiging van ponskaarten

 

- 68

Karton

48.02

 

Handgeschept papier en handgeschept karton

48.03

 

Perkamentpapier en perkamentkarton, alsmede imitaties daarvan, zogenaamd kristalpapier daaronder begrepen, op rollen of in bladen

48.04

 

Papier en karton, samengesteld uit enkel opeengelijmde vellen, niet geïmpregneerd en niet voorzien van een deklaag, ook indien inwendig versterkt, op rollen of in bladen

48.05

 

Papier en karton, enkel gegolfd (ook indien daarop papier of karton in vlakke bladen is gelijmd), gecrept, geplisseerd, gegaufreerd (voorzien van inpersingen), gegreineerd of geperforeerd, op rollen of in bladen

48.06

 

Papier en karton, enkel gelijmd, gelinieerd of geruit, op rollen of in bladen

48.07

 

Papier en karton, gestreken, voorzien van een deklaag, geïmpregneerd of aan het oppervlak gekleurd (gemarmerd, geïndiënneerd en dergelijk) of bedrukt (ander dan papier of karton bedoeld bij post 48.06 of bij een der posten van Hoofdstuk 49), op rollen of in bladen

48.09

 

Platen voor constructiedoeleinden, van papierstof, van houtvezels of van andere plantaardige vezels, ook indien gebonden met natuurlijke hars, met kunsthars of met andere dergelijke bindmiddelen

48.10

 

Sigarettenpapier, op maat gesneden, ook indien in boekjes of in hulzen

48.11

 

Behangselpapier, lincrusta en vitrofanies

48.12

 

Vloerbedekking met een onderlaag van papier of van karton, met of zonder deklaag van linoleumpasta, ook indien op maat gesneden

48.13

 

Carbonpapier en dergelijk papier, voor het maken van doorslagen, van overdrukken, enz., en stencilpapier, op maat gesneden, ook indien verpakt in dozen (complete stencils en dergelijke artikelen daaronder begrepen)

48.14

 

Papierwaren voor correspondentie: brievenblocs, enveloppen, postbladen, briefkaarten (andere dan prentbriefkaarten) en correspondentiekaarten; assortimenten van die artikelen in dozen, omslagen of dergelijke verpakkingen, van papier of van karton

48.15

 

Ander papier en karton, voor bepaalde doeleinden gesneden (met uitzondering van filtreerpapier van No. 48.15.30)

48.16

 

Dozen, zakken, omslagen, puntzakjes en andere verpakkingsmiddelen, van papier of van karton

48.17

 

Kartonnagewerk voor kantoorgebruik, voor winkelgebruik en dergelijke

48.18

 

Registers, schriften (schrijfboeken), zakboekjes, kwitantieboekjes, blocnotes, agenda's, onderleggers, opbergmappen, mappen en banden (met losse bladen of andere) en andere schoolartikelen, kantoorartikelen en dergelijke artikelen, van papier of van karton, albums voor monstercollecties of voor verzamelingen, alsmede kaften en boekomslagen, van papier of van karton

48.19

 

Etiketten van alle soorten, van papier of van karton, al dan niet bedrukt of met illustraties, ook indien gegomd

48.20

 

Klossen, hulzen, buisjes, spoelen en dergelijke opwindmiddelen, van papierstof, van papier of van karton, ook indien geperforeerd of gehard

48.21

 

Andere werken van papierstof, van papier, van karton of van cellulosewatten:

 

- 31

- 39

Ponskaarten

Andere

49.08

 

Decalcomanieën van alle soorten

49.09

 

Prentbriefkaarten, geïllustreerde kerst- en nieuwjaarskaarten en dergelijke, ongeacht de wijze waarop zij zijn vervaardigd, ook indien met garneringen

49.10

 

Kalenders van alle soorten, van papier of van karton, kalenderblokken daaronder begrepen

50.04

 

Garens van zijde, niet gereed voor de verkoop in het klein

50.05

 

Garens van vlokzijde, niet gereed voor de verkoop in het klein

50.06

 

Garens van bourrette, niet gereed voor de verkoop in het klein

50.07

 

Garens van zijde, van vlokzijde of van bourrette, gereed voor de verkoop in het klein

50.09

 

Weefsels van zijde of van vlokzijde

50.10

 

Weefsels van bourrette

51.01

 

Garens van synthetische of van kunstmatige continuvezels, niet gereed voor de verkoop in het klein:

b) tot en met 60 déniers:

- Synthetische garens:

 

- 23

- 24

- 25

- 29

Op basis van vinyl

Op basis van acryl

Op basis van polypropyleen

Andere

- Kunstmatige garens:

 

- 31

- 32

- 33

Viscoserayon

Acetaatrayon

Kunstmatige garens op basis van proteïnen

 

- 39

Andere

c) meer dan 60 déniers:

- Synthetische garens:

 

- 43

- 44

- 45

- 49

Op basis van vinyl

Op basis van acryl

Op basis van polypropyleen

Andere

- Kunstmatige garens:

 

- 51

- 52

Viscoserayon

Acetaatrayon

 

- 53

Kunstmatige garens op basis van proteïnen

 

- 59

Andere

51.02

 

Monofil, strippen, alsmede artikelen van dergelijke vorm (kunststro) en imitatiecatgut, van synthetische of van kunstmatige textielstoffen

51.03

 

Garens van synthetische of van kunstmatige continuvezels, gereed voor de verkoop in het klein:

b) Andere:

 

- 21

- 22

Van kunstmatige vezels

Van synthetische vezels

51.04

 

Weefsels van synthetische of van kunstmatige continuvezels (weefsels van monofil en weefsels van strippen of van artikelen van dergelijke vorm, bedoeld bij post 51.01 of bij post 51.02, daaronder begrepen):

(met uitzondering van weefsels van kunstmatige continuvezels bestemd voor het vervaardigen van binnen- en buitenbanden voor transportvoertuigen van alle soorten, van No. 51.04.11)

54.05

 

Weefsels van vlas of van ramee

56.01

 

Synthetische of kunstmatige stapelvezels

(met uitzondering van synthetische vezels op basis van polyamiden van No. 56.01.11, op basis van polyesters van No. 56.01.12, en op basis van acryl van No. 56.01.14)

56.02

 

Kabel voor de vervaardiging van synthetische of van kunstmatige stapelvezels:

 

- 20

Van kunstmatige textielvezels

56.03

 

Afval van synthetische of van kunstmatige vezels (continuvezels of stapelvezels), garenafval en rafelingen daaronder begrepen

56.04

 

Synthetische en kunstmatige stapelvezels en afval van synthetische of van kunstmatige vezels (continuvezels of stapelvezels), gekaard, gekamd of op andere wijze bewerkt met het oog op het spinnen

(met uitzondering van synthetische vezels en afval van synthetische vezels op basis van polyamiden van No. 56.04.11, op basis van polyesters van 56.04.12 en op basis van acryl van No. 56.04.14)

56.05

 

Garens van synthetische of van kunstmatige stapelvezels (of van afval van synthetische of van kunstmatige vezels), niet gereed voor de verkoop in het klein

56.06

 

Garens van synthetische of van kunstmatige stapelvezels (of van afval van synthetische of van kunstmatige vezels), gereed voor de verkoop in het klein

56.07

 

Weefsels van synthetische of van kunstmatige stapelvezels

57.05

 

Garens van hennep

57.08

 

Papiergarens

57.09

 

Weefsels van hennep

57.11

 

Weefsels van andere plantaardige textielvezels

57.12

 

Weefsels van papiergarens

58.02

 

Andere tapijten, ook indien geconfectioneerd; Kelim-, Sumak-, Karamaniestof en dergelijke, ook indien geconfectioneerd:

 

- 10

Mechanisch vervaardigde tapijten

58.04

 

Fluweel, pluche, lussenweefsel en chenilleweefsel, met uitzondering van de artikelen bedoeld bij de posten 55.08 en 58.05:

 

- 20

- 40

- 50

Van natuurzijde

Van synthetische vezels

Van kunstmatige vezels

58.08

 

Tule en filetweefsels, niet opgemaakt

 

- 20

Van kunstmatige vezels

58.09

 

Tule, bobinettule en filetweefsels, opgemaakt; kant (mechanisch of met de hand vervaardigd), aan het stuk, in banden of in de vorm van motieven

58.10

 

Borduurwerk, aan het stuk, in banden of in de vorm van motieven

59.03

 

Gebonden textielvlies, alsmede artikelen daarvan, ook indien geïmpregneerd of met een deklaag

59.08

 

Weefsels geïmpregneerd met of voorzien van een deklaag van cellulosederivaten of van andere kunstmatige plastische stoffen

59.10

 

Linoleum, ongeacht het gebruik daarvan, ook indien in bepaalde vorm gesneden; vloerbedekking, bestaande uit een deklaag met een rug van textiel, ook indien in bepaalde vorm gesneden

59.11

 

Gegummeerde weefsels, met uitzondering van gegummeerd brei- en haakwerk

59.13

 

Elastische weefsels (met uitzondering van brei- en haakwerk) van met rubberdraden verbonden textielstoffen

60.01

 

Breiwerk en haakwerk niet elastisch en niet gegummeerd

60.02

 

Handschoenen, wanten en dergelijke artikelen, van niet elastisch of van niet gegummeerd brei- of haakwerk

60.03

 

Kousen, onderkousen, sokken, voetjes en dergelijke artikelen, van niet elastisch of van niet gegummeerd brei- of haakwerk

60.04

 

Onderkleding van niet elastisch of van niet gegummeerd brei- of haakwerk

60.05

 

Bovenkleding, kledingtoebehoren en andere artikelen, van niet elastisch of van niet gegummeerd brei- of haakwerk

60.06

 

Breiwerk en haakwerk, elastisch of gegummeerd, aan het stuk, en artikelen daarvan (kniestukken en aderspatkousen daaronder begrepen)

61.01

 

Herenbovenkleding en jongensbovenkleding

61.02

 

Damesbovenkleding, meisjesbovenkleding en kinderbovenkleding

61.03

 

Herenonderkleding en jongensonderkleding, kragen, boorden, fronten en manchetten daaronder begrepen

61.04

 

Damesonderkleding, meisjesonderkleding en kinderonderkleding

61.05

 

Zakdoeken

61.06

 

Sjaals, sjerpen, hoofddoeken en halsdoeken, mantilles, sluiers, voiles en dergelijke artikelen

61.07

 

Dassen

61.08

 

Kragen, fancy-artikelen, frontjes, jabots, manchetten, inzetsels en dergelijke garnering, voor dameskleding of voor damesonderkleding

61.09

 

Korsetten, jarretellegordels, korselets (gaines), bustehouders, bretels, jarretelles, kousebanden, sokophouders en dergelijke artikelen, van weefsel (brei- en haakwerk daaronder begrepen), ook indien elastisch

61.10

 

Handschoenen, wanten en dergelijke, kousen en sokken, andere dan die van brei- of haakwerk

61.11

 

Ander geconfectioneerd kledingtoebehoren: sousbras, schoudervullingen en dergelijke opvulstukken voor kleding; gordels en koppels, moffen, overmouwen, enz.

62.05

 

Andere geconfectioneerde artikelen van weefsel, patronen voor kleding daaronder begrepen

65.01

 

Hoedvormen (cloches) van vilt, waarvan bol noch rand zijn aangevormd, alsmede schijfvormige „plateaux” en cilindervormige „manchons” (ook indien overlangs opengesneden), van vilt, voor hoeden

65.02

 

Hoedvormen (cloches), waarvan bol noch rand zijn aangevormd gevlochten uit één stuk of vervaardigd door het aaneenzetten van gevlochten, geweven of anderszins verkregen stroken, ongeacht de stof waarvan die stroken zijn vervaardigd

65.03

 

Hoeden en andere hoofddeksels, van vilt, vervaardigd van hoedvorm (cloches) of van schijfvormige „plateaux” bedoeld bij post 65.01, al dan niet gegarneerd

65.04

 

Hoeden en andere hoofddeksels, gevlochten uit één stuk of vervaardigd door het aaneenzetten van gevlochten, geweven of andere verkregen stroken, ongeacht de stof waarvan die stroken zijn vervaardigd, al dan niet gegarneerd

65.05

 

Hoeden en andere hoofddeksels (haarnetjes daaronder begrepen), van brei- of haakwerk of vervaardigd van weefsel, van kant of van vilt (aan het stuk, maar niet in stroken), al dan niet gegarneerd

65.06

 

Andere hoeden en hoofddeksels, al dan niet gegarneerd

65.07

 

Binnenranden (zweetbanden), voeringen, overtrekken, karkassen (veermonturen voor klakhoeden daaronder begrepen), kleppen en stormbanden, voor hoofddeksels

66.01

 

Paraplu's en parasols, alsmede wandelstokparaplu's, tuinparasols, parasoltenten en dergelijke

66.03

 

Delen, garnituren en toebehoren, voor de artikelen bedoeld bij de posten 66.01 en 66.02

67.01

 

Vogelhuiden en andere delen van vogels, met hun veren of dons bezet, veren, delen van veren, dons en artikelen uit deze stoffen, met uitzondering van produkten bedoeld bij post 05.07, van bewerkte schachten en van bewerkte spoelen

67.02

 

Kunstbloemen, kunstloofwerk en kunstvruchten, alsmede delen daarvan; artikelen van kunstbloemen, van kunstloofwerk en van kunstvruchten

67.04

 

Pruiken, postiches, lokken en dergelijke artikelen van mensenhaar van haar van dieren of van textiel; andere werken van mensenhaar (haarnetjes van mensenhaar daaronder begrepen)

67.05

 

Waaiers, alsmede waaiergeraamten en delen daarvan, ongeacht de stof waarvan zij zijn vervaardigd

68.04

 

Molenstenen, alsmede stenen en schijven, om te malen, te vervezelen, te wetten, te polijsten, te slijpen, te zagen, te snijden, van natuursteen van samengekit steengruis, van samengekitte natuurlijke of kunstmatige schuur-, slijp- of polijstmiddelen of van aardewerk (alsmede van evenbedoelde stoffen vervaardigde segmenten en andere delen van die stenen of schijven), ook indien met delen (kern, schacht, kraag, enz.) van andere stoffen, dan wel op een as gemonteerd, doch zonder onderstel:

 

- 20

Andere

68.06

 

Natuurlijke of kunstmatige schuur-, slijp- of polijstmiddelen, in poeder of in korrels, op een onderlaag van weefsel, van papier, van karton of van andere stoffen, ook indien in een bepaalde vorm gesneden, genaaid of op andere wijze aaneengezet:

 

- 90

Andere

68.07

 

Slakkenwol, steenwol en andere dergelijke minerale wol; geëxpandeerd vermiculiet, geëxpandeerde klei en dergelijke geëxpandeerde minerale produkten; mengsels en werken van minerale stoffen voor warmte-isolering of voor geluiddemping, met uitzondering van de goederen bedoeld bij de posten 68.12 of 68.13 of bij een der posten van Hoofdstuk 69

68.08

 

Werken van asfalt of van dergelijke produkten (petroleumbitumen, koolteerpek, enz.)

68.11

 

Werken van cement, van beton of van kunststeen, ook indien gewapend, werken van slakkencement of van granito daaronder begrepen

68.13

 

Bewerkte asbestvezels; werken van asbest (karton, garens, weefsel, kleding, hoofddeksels, schoeisel, enz.), met uitzondering van de artikelen bedoeld bij post 68.14, ook indien gewapend; mengsels samengesteld met asbest of met asbest en magnesiumcarbonaat, alsmede werken van deze stoffen

68.16

 

Werken van steen of van andere minerale stoffen (werken van turf daaronder begrepen), elders genoemd noch elders onder begrepen:

 

- 20

Gebakken stenen, van met teer geagglomereerde dolomiet

69.11

 

Vaatwerk, huishoudelijke artikelen en toiletartikelen, van porselein

69.12

 

Vaatwerk, huishoudelijke artikelen en toiletartikelen, van andere keramische stoffen

69.13

 

Beeldjes, fancy-artikelen, meubilerings- en versieringsvoorwerpen, lijfsieraden

69.14

 

Andere werken van keramische stoffen

70.02

 

Glazuurglas in massa, in staven, in stengels of in buizen

70.03

 

Glas in staven, in stengels, in kogels (knikkers) of in buizen, onbewerkt (met uitzondering van optisch glas)

70.04

 

Gegoten of gewalst glas, onbewerkt (alsmede onbewerkt gegoten gewalst draadglas en onbewerkt gegoten of gewalst geplateerd glas welke in één arbeidsgang zijn verkregen), in vierkante of rechthoekige platen

70.05

 

Getrokken of geblazen glas (z.g. vensterglas), onbewerkt (alsmede onbewerkt getrokken of geblazen geplateerd glas dat in één arbeidsgang is verkregen), in vierkante of rechthoekige platen:

 

- 20

Vensterglas, ondoorzichtig, gekleurd, gecanneleerd of geribd

 

- 30

Andere

70.06

 

Gegoten of gewalst glas en z.g. vensterglas (alsmede draadglas en geplateerd glas, welke in één arbeidsgang zijn verkregen), enkel geslepen of gepolijst op één of beide zijden, in vierkante of rechthoekige platen

70.07

 

Gegoten of gewalst glas en vensterglas (ook indien geslepen of gepolijst), anders dan vierkant of rechthoekig gesneden, gebogen of anders bewerkt (met schuingeslepen randen, gegraveerd, enz.); dubbel- en meerwandig glas voor isoleringsdoeleinden; glas in lood

70.08

 

Veiligheidsglas, bestaande uit geharde glasplaten (hardglas) of twee of meer opeengekitte glasplaten (triplexglas, pantserglas, enz.) ook indien in een bepaalde vorm

70.13

 

Glaswerk voor tafel-, keuken-, toilet- of kantoorgebruik, voor binnenhuisversiering of voor dergelijk gebruik, met uitzondering van de artikelen bedoeld bij post 70.19

70.14

 

Verlichtingsartikelen, signaal- en waarschuwingsartikelen, van glas; optische elementen van gewoon glas, niet optisch bewerkt

70.15

 

Horlogeglazen, brilleglazen (niet bestemd voor de verbetering van de gezichtsscherpte) en dergelijke glazen, gebombeerd, gebogen of op dergelijke wijze bewerkt; voor de vervaardiging daarvan bestemd holle glazen, bollen en segmenten daaronder begrepen

70.16

 

Tegels, dakpannen en andere bouwmaterialen, van gegoten of van geperst glas, ook indien gewapend; zogenaamd multicellulair glas of schuimglas, in blokken, in panelen, in platen, in schalen of in derglijke vormen

70.19

 

Glazen kralen, ballotini, onechte edelstenen, onechte parels en dergelijk klein glaswerk; blokjes, plaatjes en schilfers, van glas of (indien op een drager), voor mozaïek of voor dergelijke decoratieve doeleinden; glazen ogen, die voor poppen of voor ander speelgoed daaronder begrepen, doch met uitzondering van die voor mensen; voorwerpen van klein glaswerk; met de blaaslamp vervaardigde glazen fancy-artikelen

70.20

 

Glaswol, glasvezels en werken daarvan:

 

- 11

- 20

Glaswol

Vilt van glasvezels

71.01

 

Echte parels, onbewerkt of bewerkt, gevat noch gezet, ook indien aaneengeregen met het oog op het vervoer, doch niet in stellen

71.02

 

Natuurlijke edelstenen (halfedelstenen daaronder begrepen), onbewerkt, geslepen of op andere wijze bewerkt, gevat noch gezet, of indien aaneengeregen met het oog op het vervoer, doch niet in stellen (met uitzondering van diamanten voor industrieel gebruik van No 71.02.10)

71.03

 

Synthetische of gereconstrueerde edelstenen of halfedelstenen, onbewerkt, geslepen of op andere wijze bewerkt, gevat noch gezet, ook indien aaneengeregen met het oog op het vervoer, doch niet in stellen

71.06

 

Metalen geplateerd met zilver, onbewerkt of half bewerkt

71.10

 

Onedele en edele metalen, geplateerd met platina of met platinametalen, onbewerkt of half bewerkt

71.12

 

Bijouterieën en juwelen, alsmede delen daarvan, van edele metalen of van metalen geplateerd met edele metalen

71.13

 

Edelsmidswerk, alsmede delen daarvan, van edele metalen, of van metalen geplateerd met edele metalen

71.14

 

Andere werken van edele metalen of van metalen geplateerd met edele metalen

71.15

 

Werken van echte parels, van natuurlijke, synthetische of gereconstrueerde edelstenen of halfedelstenen

71.16

 

Fancy bijouterieën

73.02

 

Ferrolegeringen (met uitzondering van ferromangaan van 73.02.21)

73.07

 

Blooms, billets, bramen en largets, van ijzer of van staal; smeedstukken van ijzer of van staal, enkel ruw voorgesmeed:

 

- 90

Andere

73.10

 

Staven van ijzer of van staal, warm gewalst of warm geperst, dan wel gesmeed (walsdraad daaronder begrepen); staven van ijzer of van staal, verkregen door koud bewerken of door koud nabewerken holle staven van staal, voor mijnboringen:

- Staven, warm gewalst of warm geperst, dan wel gesmeed:

- Staven met hoekige doorsnede:

 

ex 49

Andere (met uitzondering van produkten die onder het E.G.K.S-Verdrag vallen)

   

- Staven, verkregen door koud bewerken of door koud nabewerken

 

- 51

Staven met cirkelvormige doorsnede

 

- 52

Staven met hoekige doorsnede

 

- 59

Andere

73.14

 

IJzerdraad en staaldraad, ook indien overtrokken, met uitzondering van geïsoleerd draad voor het geleiden van elektriciteit

73.17

 

Buizen en pijpen, van gietijzer

73.18

 

Buizen en pijpen (ook indien niet afgewerkt), van ijzer of van staal met uitzondering van de artikelen bedoeld bij post 73.19

- Buizen en pijpen, niet overtrokken, naadloos:

 

- 11

Met een inwendige diameter minder dan 1 duim

 

- 12

Met een inwendige diameter van 1 duim of meer, doch minder dan 2,5 duim

 

- 13

Met een inwendige diameter van 2,5 duim of meer, doch minder dan 6 duim

 

- 14

Met een inwendige diameter van 6 duim of meer

- Buizen en pijpen, overtrokken, naadloos:

 

- 31

Met een inwendige diameter minder dan 1 duim

 

- 32

Met een inwendige diameter van 1 duim of meer, doch minder dan 2,5 duim

 

- 33

Met een inwendige diameter van 2,5 duim of meer, doch minder dan 6 duim

 

- 34

Met een inwendige diameter van 6 duim of meer

73.19

 

Drukleidingen van staal, ook indien voorzien van verstevigingsringen, van de soorten, welke voor waterkrachtcentrales worden gebezigd

73.20

 

Hulpstukken (fittings) voor buisleidingen, van gietijzer, van ijzer of van staal (verbindingsstukken of aansluitstukken, koppelingen, ellebogen, bochten, moffen, flenzen, enz.)

73.21

 

Constructiewerken, al dan niet voltooid en al dan niet gemonteerd, alsmede delen van constructiewerken (loodsen, bruggen, brugdelen, sluisdeuren, vakwerkmasten en andere masten, pijlers, kolommen, kapconstructies, deur- en vensterkozijnen, luiken, balustrades, hekken, enz.), van gietijzer, van ijzer of van staal; platen, band, staven, profielen, buizen, enz. van gietijzer, van ijzer of van staal, gereedgemaakt voor gebruik in constructiewerken

73.22

 

Reservoirs, voeders, kuipen en andere dergelijke bergingsmiddelen, ongeacht voor welke goederen zij bestemd zijn, van gietijzer, van ijzer of van staal, met een inhoudsruimte van meer dan 300 liter, niet voorzien van een mechanische inrichting of van een inrichting om te koelen of te warmen, ook indien inwendig bekleed of voorzien van een warmte-isolerende bekleding

73.24

 

Bergingsmiddelen van ijzer of van staal, voor gecomprimeerd of voor vloeibaar gas

73.25

 

Kabel, geslagen of gevlochten, lengen en dergelijke kabels, van ijzerdraad of van staaldraad, met uitzondering van geïsoleerd materiaal voor het geleiden van elektriciteit

(met uitzondering van kabels, gevlochten, van ijzerdraad of van staaldraad)

73.26

 

Prikkeldraad en dergelijk afrasteringsmateriaal, bestaand uit getorste draden of strippen, al dan niet voorzien van punten, stekels of tanden, van ijzer of van staal

73.27

 

Metaaldoek, metaalgaas en traliewerk, van ijzerdraad of van staaldraad

73.28

 

Plaatgaas verkregen door het uitrekken van ingekeept plaatijzer plaatstaal, bandijzer of bandstaal

73.29

 

Kettingen, alsmede delen daarvan, van gietijzer, van ijzer of van staal:

 

- 11

Transmissiekettingen

 

- 91

Delen van kettingen

73.32

 

Bouten en moeren (met of zonder schroefdraad), kraagschroeven (tirefonds), schroeven, oogschroeven, schroefhaken, massieve klinknagels en klinkbouten, splitpennen en splitbouten, stelpennen en stelbouten, spieën en dergelijk bout- en schroefwerk, van gietijzer, van ijzer of van staal; sluitringen (veerringen en andere verende sluitringen daaronder begrepen), van ijzer of van staal

73.33

 

Naainaalden, haakpennen (haaknaalden), breipennen (breinaalden) rijgnaalden en dergelijke artikelen voor het naaien met de hand, voor het borduren, voor het breien of knopen van netten, voor de vervaardiging van tapijten en tapisserieën, enz., alsmede borduurpriemen ook indien niet afgewerkt, van ijzer of van staal

73.36

 

Kachels, haarden, keukenfornuizen (die welke mede dienen voor centrale verwarming daaronder begrepen), komforen, kookketels met vuurhaard, bordenwarmers en dergelijke toestellen voor huishoudelijk gebruik (met uitzondering van elektrische), alsmede delen en onder delen daarvan, van gietijzer, van ijzer of van staal

73.37

 

Ketels (andere dan stoomgeneratoren bedoeld bij post 84.01) en radiatoren, voor centrale verwarming, niet elektrisch verwarmd, alsmede delen daarvan, van gietijzer, van ijzer of van staal; luchtverhitters en apparaten voor het verspreiden van warme lucht, andere dan die met een elektrische warmtebron, ook indien deze apparaten tevens geschikt zijn voor het verspreiden van gekoelde of geconditioneerde lucht, voorzien van een door een motor aangedreven ventilator of blaasinrichting, alsmede delen van deze verwarmingsapparaten, van gietijzer, van ijzer of van staal

73.38

 

Keukengerei, huishoudelijke en sanitaire artikelen, alsmede delen daarvan, van gietijzer, van ijzer of van staal

73.40

 

Andere werken van gietijzer, van ijzer of van staal:

 

- 10

Andere werken van gietijzer

 

ex 20

Andere werken van ijzer of van staal (met uitzondering van acmonital)

74.10

 

Kabel, geslagen of gevlochten, en kabels, van koperdraad, met uitzondering van geïsoleerd materiaal voor het geleiden van elektriciteit

74.15

 

Bouten en moeren (met of zonder schroefdraad), schroeven, oogschroeven, schroefhaken, massieve klinknagels en klinkbouten, splitpennen en splitbouten, stelpennen en stelbouten, spieën en dergelijk bout- en schroefwerk van koper; sluitringen (veerringen en andere verende sluitringen daaronder begrepen), van koper:

 

- 10

- 20

Bouten en moeren

Schroeven

74.19

 

Andere werken van koper

75.06

 

Andere werken van nikkel

76.01

 

Ruw aluminium; resten en afvallen, van aluminium

76.02

 

Staven, profielen en draad, massief, van aluminium

76.03

 

Platen, bladen en strippen, van aluminium, met een dikte van meer dan 0,20 mm

76.04

 

Bladaluminium (ook indien gegaufreerd, gesneden, geperforeerd, bekleed, bedrukt of bevestigd op papier, op karton, op kunstmatige plastische stoffen of op dergelijke dragers), met een dikte van niet meer dan 0,20 mm (de dikte van de drager niet medegerekend)

76.06

 

Buizen en pijpen (ook indien niet afgewerkt) en holle staven, van aluminium

76.07

 

Hulpstukken (fittings) voor buisleidingen, van aluminium (verbindingsstukken of aansluitstukken, koppelingen, ellebogen, bochten, moffen, flenzen, enz.)

76.08

 

Constructiewerken, al dan niet voltooid en al dan niet gemonteerd, alsmede delen van constructiewerken (loodsen, bruggen, brugdelen, sluisdeuren, vakwerkmasten en andere masten, pijlers, kolommen, kapconstructies, deur- en vensterkozijnen, balustrades, enz.), van aluminium; platen, staven, profielen, buizen, enz., van aluminium, gereedgemaakt voor gebruik in constructiewerken

76.09

 

Reservoirs, voeders, kuipen en andere dergelijke bergingsmiddelen, ongeacht voor welke goederen zij bestemd zijn, van aluminium, met een inhoudsruimte van meer dan 300 liter, niet voorzien van een mechanische inrichting of van een inrichting om te koelen of te warmen, ook indien inwendig bekleed of voorzien van een warmte-isolerende bekleding

76.10

 

Fusten, trommels, bussen, blikken en andere dergelijke bergingsmiddelen, voor transport- of voor verpakkingsdoeleinden, van aluminium, buisjes en tubes voor verpakkingsdoeleinden daaronder begrepen

76.11

 

Bergingsmiddelen voor gecomprimeerd of voor vloeibaar gas, van aluminium

76.12

 

Kabel, geslagen of gevlochten, en kabels, van alummiumdraad, met uitzondering van geïsoleerd materiaal voor het geleiden van elektriciteit

76.13

 

Metaaldoek, metaalgaas en traliewerk, van aluminiumdraad

76.14

 

Plaatgaas verkregen door het uitrekken van ingekeept plaat- of bandaluminium

76.15

 

Keukengerei, huishoudelijke en sanitaire artikelen, alsmede delen daarvan, van aluminium

76.16

 

Andere artikelen van aluminium

77.01

 

Ruw magnesium; resten en afvallen, van magnesium (niet gekalibreerd draaisel daaronder begrepen)

77.02

 

Staven, profielen, draad, platen, bladen, strippen, buizen, pijpen, holle staven, poeder, schilfers en gekalibreerd draaisel, van magnesium

77.03

 

Andere werken van magnesium

77.04

 

Beryllium (glucinium), ruw of bewerkt

82.02

 

Zagen (handgereedschap) en zaagbladen van alle soorten (freeszagen en ongetande zaagbladen daaronder begrepen):

 

- 20

Zaagbladen voor lint- en bandzagen

 

- 30

Zaagbladen voor cirkelzagen (freeszagen daaronder begrepen)

82.05

 

Verwisselbare gereedschappen voor gereedschapswerktuigen en voor al dan niet mechanisch handgereedschap (voor het stampen, stansen, draadtappen, ruimen, draadsnijden, frezen, kotteren, steken, draaien, vastschroeven, enz.), trekstenen of trekmatrijzen en pers- of extrusiematrijzen voor het warm bewerken van metalen en gesteenteboren daaronder begrepen:

 

- 20

Frezen

82.06

 

Messen en snijbladen, voor machines en voor mechanische toestellen

82.07

 

Plaatjes, staafjes, beitelpunten en dergelijke voorwerpen, voor gereedschap, niet gemonteerd, vervaardigd van gesinterde metaalcarbiden van wolfram, van molybdeen, van vanadium, enz.)

82.09

 

Messen (andere dan die bedoeld bij post 82.06), ook indien getand, zaksnoeimessen daaronder begrepen

82.10

 

Lemmeten voor messen bedoeld bij post 82.09

82.12

 

Scharen en schaarbladen

82.13

 

Ander messenmakerswerk (met inbegrip van: met een hand te bedienen tuin-, snoei-, bloemen- en wildscharen, zonder oog; tondeuses; hakmessen en dergelijke slagersmessen; radeermesjes en briefopeners); gereedschap (nagelvijltjes daaronder begrepen) voor manicure, voor pedicure en dergelijke, ook indien in stellen

 

- 10

Gereedschap voor manicure, voor pedicure

82.14

 

Lepels, pollepels, vorken, taartscheppen, vismessen en botermesjes, suikertangen en dergelijke artikelen

82.15

 

Heften van onedel metaal voor de artikelen bedoeld bij de posten 82.09, 82.13 en 82.14

83.01

 

Sloten (van een slot voorziene sluitingen en sluitbeugels daaronder begrepen), grendelsloten en hangsloten, welke door middel van een sleutel of langs elektrische weg geopend en gesloten worden (combinatiesloten daaronder begrepen), alsmede delen daarvan, van onedel metaal, al dan niet afgewerkte sleutels voor bedoelde sloten, van onedel metaal

83.02

 

Garnituren, beslag en dergelijke artikelen, van onedel metaal, voor meubelen, voor deuren, voor trappen, voor vensters, voor blinden, voor koetswerk, voor zadelmakerswerk, voor koffers en valiezen en voor dergelijke werken; hoedhaken, jashaken en dergelijke haken, kapstokken, plankdragers, consoles en dergelijke artikelen, van onedel metaal (automatische deursluiters en deurdrangers daaronder begrepen)

83.03

 

Brandkasten, gepantserde deuren en safeloketten voor kluizen, geldkistjes en -cassetten en dergelijke artikelen, van onedel metaal

83.04

 

Bergkastjes voor kantoorbescheiden, kaartenkasten, opberg- en sorteerdozen, kopijstanders (concepthouders) en dergelijk kantoormaterieel, van onedel metaal, met uitzondering van kantoormeubelen bedoeld bij post 94.03

83.05

 

Mechanismen voor opbergmappen, voor losbladige boeken, enz., klemmen voor tekenpapier, papierhechters, hechtnieten, hoekplaatjes en clips, ruiters, beslag voor registers en opbergmappen en andere dergelijke kantoorbenodigdheden, van onedel metaal

83.06

 

Beeldjes en andere voorwerpen, voor binnenhuisversiering, van onedel metaal

83.07

 

Verlichtingstoestellen, lampen en luchters, alsmede niet-elektrische delen en onderdelen daarvan, van onedel metaal (met uitzondering van mijnwerkerslampen van 83.07.10)

83.10

 

Kralen en pailletten, van onedel metaal

83.11

 

Klokken, bellen, schellen en dergelijke, andere dan elektrische, alsmede delen daarvan, van onedel metaal

83.12

 

Lijsten van onedel metaal, voor foto's, voor prenten en dergelijke; spiegels van onedel metaal

84.01

 

Stoomgeneratoren (stoomketels) en andere dampgeneratoren

84.02

 

Hulptoestellen voor stoomgeneratoren of voor andere dampgeneratoren (economisers of voorwarmers, oververhitters, stoomaccumulatoren, roetblazers, terugvoerinrichtingen voor vliegas enz.); condensors voor stoommachines:

 

- 10

Economisers, of voorwarmers, luchtverhitters

 

- 20

Oververhitters, stoomkoelers voor oververhitters

 

- 30

Stoom-, en warmteaccumulatoren

 

- 40

Andere

84.03

 

Generatoren voor watergas of voor luchtgas, ook indien met bijbehorende zuiveringstoestellen; acetyleenontwikkelaars (werkend langs natte weg) en dergelijke gasgeneratoren, ook indien met bijbehorende zuiveringstoestellen

84.06

 

Explosiemotoren en verbrandingsmotoren, met zuigers (met uitzondering van motoren voor vliegtoestellen van No. 84.06.11 en van buitenboordmotoren voor schepen van No. 84.06.14)

84.07

 

Waterraderen (waterwielen), waterturbines en andere hydraulische krachtmachines:

- Waterturbines:

 

- 11

Impulsturbines of Peltonturbines

 

- 12

Reactieturbines of radiaalturbines (type Francis)

84.09

 

Wegwalsen met eigen mechanische beweegkracht

84.10

 

Pompen, motorpompen en turbopompen, voor vloeistoffen, (niet mechanische pompen en distributiepompen met meettoestellen daaronder begrepen); elevatoren voor vloeistoffen (kettingelevatoren, emmerelevatoren, bandelevatoren, enz.)

(met uitzondering van distributiepompen met meettoestel voor prijzen en hoeveelheden van No. 84.10.11, en van distributiepompen met meettoestel voor hoeveelheden van No. 84.10.12)

84.11

 

Pompen, motorpompen en turbopompen, voor lucht of voor andere gassen, alsmede vacuumpompen; compressors, motorcompressors en turbocompressors, voor lucht en voor andere gassen; gasgeneratoren met vrije zuigers; ventilatoren, aanjagers en dergelijke

84.12

 

Aggregaten voor de regeling van het klimaat in besloten ruimten, bestaande uit een door een motor aangedreven ventilator en een apparatuur voor het wijzigen van de temperatuur en van de vochtigheid van de lucht; welke één geheel vormen

(met uitzondering van die, welke één geheel vormen en een gewicht van 100 kg of minder hebben van No. 84.12.10)

84.13

 

Branders voor het stoken van vuurhaarden met vloeibare brandstof (verstuivingstoestellen), met verpoederde vaste brandstof of met gas; automatische stookinrichtingen, alsmede daarvoor bestemde werp- en schroefstokers, mechanische roosters, mechanische toestellen voor het verwijderen van as en dergelijke inrichtingen:

 

- 19

Andere branders voor het stoken van vuurhaarden

 

- 20

Automatische stookinrichtingen

84.14

 

Industriële ovens en ovens voor laboratoria, met uitzondering van de elektrische ovens bedoeld bij post 85.11

84.16

 

Kalanders en walsmachines, andere dan walsmachines voor metalen of voor glas; cilinders voor deze machines

84.17

 

Toestellen, apparaten en inrichtingen (ook indien elektrisch verhit), voor de behandeling van stoffen volgens werkwijzen waarbij temperatuursverandering nodig is, zoals warmen, koken, branden, roosten, distilleren, rectificeren, steriliseren, pasteuriseren, stomen, drogen, uitdampen, verdampen, condenseren, afkoelen, enz. met uitzondering van toestellen en apparaten voor huishoudelijk gebruik; niet-elektrische geisers (doorstroomtoestellen) en andere heetwatertoestellen (voorraadtoestellen of boilers):

a) Pasteurisatoren, sterilisatoren en hun delen en onderdelen

 

- 11

Apparaten en toestellen voor het pasteuriseren

 

- 12

Apparaten en toestellen voor het steriliseren

 

- 15

Delen en onderdelen

b) Andere

 

ex 29

Andere (met uitzondering van toestellen voor het vervaardigen van zwaar waterstof (deuterium) en verbindingen daarvan)

 

- 35

Delen en onderdelen

84.18

 

Centrifuges; toestellen voor het filtreren of zuiveren van vloeistoffen of van gassen:

 

- 30

Toestellen voor het filtreren of zuiveren van vloeistoffen

84.20

 

Weegtoestellen en weeginrichtingen, met inbegrip van bascules en balansen voor het tellen en controleren van werkstukken, doch met uitzondering van precisiebalansen met een gewichtsgevoeligheid van 5 centigram of minder; gewichten voor weegtoestellen van alle soorten (met uitzondering van gewichten voor precisiebalansen van No. 84.20.31)

84.21

 

Mechanische toestellen (ook indien voor handkracht) voor het spuiten, verspreiden of verstuiven van vloeistoffen of van poeder; blusapparaten (ook indien gevuld); spuitpistolen en dergelijke toestellen; zandstraaltoestellen, stoomstraaltoestellen en dergelijke straaltoestellen (met uitzondering van blusapparaten van No. 84.21.24)

84.22

 

Hef-, hijs-, laad- en losmachines en -toestellen, alsmede machines en toestellen voor het hanteren van goederen (liften, skips, windassen of lieren, dommekrachten, takels, hijskranen, loopkranen, bandtransporteurs, kabelbanen, enz.), met uitzondering van machines en toestellen bedoeld bij post 84.23

(met uitzondering van mechanische werktuigen, speciaal vervaardigd voor het hanteren van radioactieve stoffen, van No. ex 84.22.90)

84.24

 

Machines, toestellen en werktuigen, voor land- en tuinbouw, voor voorbereiding, bewerking en bebouwing van de bodem, rollers voor gras- en sportvelden daaronder begrepen

84.25

 

Machines, toestellen en werktuigen, voor het oogsten en voor het dorsen van landbouwprodukten; stro- en veevoederpersen; gazonmaaimachines; wanmolens en dergelijke machines voor het reinigen van graan, sorteermachines voor eieren, voor vruchten en voor andere landbouwprodukten, met uitzondering van machines en toestellen voor de meelindustrie, bedoeld bij post 84.29:

 

- 10

Grasmaaimachines

 

- 15

Zwadmaaiers

 

- 20

Graanmaaizelfbinders

 

- 30

Dorsmachines

 

- 35

Stro- en veevoederpersen

 

- 40

Toestellen en werktuigen voor het verzamelen en in bossen of balen persen van hooi of stro

 

- 45

Gazonmaaimachines

- Delen en onderdelen:

 

- 92

Van dorsmachines

84.30

 

Machines en toestellen, niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van Hoofdstuk 84, voor brood- en banketbakkerijen, voor deegwaren-, suikergoed-, en chocoladebedrijven, voor suikerfabrieken, voor brouwerijen of voor het bewerken of verwerken van vlees, van vis, van groenten of van fruit in het levensmiddelenbedrijf:

 

- 60

Machines en toestellen voor brouwerijen

84.31

 

Machines en toestellen, voor het vervaardigen van papierstof en voor het vervaardigen of afwerken van papier of karton

84.36

 

Machines en toestellen, voor het spinnen (extruderen) van synthetische of kunstmatige textielstoffen; machines en toestellen, voor het bereiden van spinvezels; machines en toestellen, voor het spinnen en het twijnen van textielstoffen; machines voor het spoelen en het opwinden (inslagspoelmachines daaronder begrepen) het moulineren en het afhaspelen van textielstoffen (garen, draad, bindgaren e.d.)

(met uitzondering van machines en toestellen voor het spinnen van synthetische of kunstmatige textielvezels volgens het pers-spuit-procédé van No. 84.36.10, en van machines en toestellen voor het slaan, scheuren, uiteenrafelen en reinigen van No. 84.36.25)

84.37

 

Weefgetouwen, breimachines, machines voor de vervaardiging van tule, van kant, van borduurwerk, van passementwerk of van filetweefsels; machines en toestellen, voor het voorbereiden van garens vóór het weven, het breien, enz. (scheermachines, garensterkmachines, enz.)

(met uitzondering van breimachines en -toestellen van No. 84.37.21, en van machines voor de vervaardiging van tule van No. 84.37.22)

84.38

 

Hulpmachines en hulptoestellen, voor de machines bedoeld bij post 84.37 (dobby's of schaftmechanismen, jacquardmechanismen, ketting- en inslagwachters, wisselmechanismen voor schietspoelen, enz.); delen onderdelen en hulpstukken, waarvan kan worden onderkend dat zij uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd zijn voor de machines en toestellen bedoeld bij deze post of bij de posten 84.36 en 84.37 (spillen, vleugels, kaardbeslag, kammen, spindoppen, schietspoelen, hevels en schachten, valnaalden en dergelijke naalden, platinen, breimachinenaalden, enz.)

(met uitzondering van kammen voor weefgetouwen van No. 84.38.40, en van metalen hevels van No. 84.38.60)

84.43

 

Converters, gietpannen, gietvormen voor ingots, gietmachines voor ijzer- en staalfabrieken en voor gieterijen:

 

- 10

Converters

84.44

 

Walsstoelen, walswerken (walsstraten) en walsrollen:

Delen en onderdelen:

 

- 91

- 99

Walsrollen

Andere

84.45

 

Gereedschapswerktuigen voor het bewerken van metalen en van metaalcarbiden, met uitzondering van die bedoeld bij de posten 84.49 en 84.50

(met uitzondering van automatische draaibanken van No. 84.45.11, van freesmachines van No. 84.45.20, van slijpwerktuigen van No. 84.45.45, en van trekbanken van No. 84.45.85)

84.47

 

Gereedschapswerktuigen voor het bewerken van hout, van kurk, van been, van eboniet, van kunstmatige plastische stoffen en van dergelijke harde materialen, met uitzondering van die bedoeld bij post 84.49

84.50

 

Machines en toestellen, met steekvlam, voor het lassen, het snijden en het oppervlakteharden

(met uitzondering van machines en toestellen voor het oppervlakteharden van No. 84.50.20)

84.56

 

Machines en toestellen, voor het sorteren, het ziften, het wassen, het breken, het malen, het mengen van aarde, van steen, van ertsen en van andere vaste minerale stoffen; machines en toestellen, voor het persen, het vormen of het gieten van vaste minerale brandstoffen, van keramische specie, van cement, van gips of van andere minerale stoffen in poeder- of in pastavorm; machines voor het maken van gietvormen van zand:

b) Andere:

 

- 29

Andere

c) Verschillende delen en onderdelen:

 

- 99

Andere

84.59

 

Machines, toestellen en mechanische werktuigen, niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van Hoofdstuk 84

(met uitzondering van machines voor het vervaardigen van aardewerk van No. 84.59.10, van kernreactoren van No. 84.59.20, van machines voor het vervaardigen van sigaretten en sigaren van No. 84.59.32, van machines en toestellen voor het spoelen en opwinden van No. 84.59.42 van machines en toestellen voor het vervaardigen van borstels van No. 84.59.43, en van automatische smeertoestellen met pomp voor machines van No. 84.59.45)

84.60

 

Vormkasten voor gieterijen; gietvormen en andere vormen van de soorten, welke gebruikt worden voor metalen (met uitzondering van gietvormen voor ingots), voor metaalcarbiden, voor glas, voor minerale stoffen (keramische massa, beton, cement, enz.), voor rubber en voor kunstmatige plastische stoffen

84.61

 

Kranen en andere dergelijke artikelen (reduceerventielen en thermostatisch werkende kleppen daaronder begrepen), voor leidingen, voor ketels, voor reservoirs, voor bakken en voor dergelijke bergingsmiddelen

84.63

 

Drijfwerkassen, krukken en krukassen, kussenblokken en lagerschalen, tandwielen, wrijvingswielen, tandwielkasten en andere overbrengingsmechanismen voor het opvoeren, vertragen of anderszins regelen van de snelheid, vliegwielen, riemschijven (takelblokken daaronder begrepen), koppelingen, koppelingsorganen (koppelingsmoffen, elastische koppelingen, enz.), bewegelijke koppelingen (cardankoppelingen, oldhamkoppelingen, enz.)

85.01

 

Generatoren, elektromotoren en roterende omvormers; transformatoren en statische omvormers (gelijkrichters, enz.); smoorspoelen en zelf inductiespoelen

(met uitzondering van generatoren met een vermogen van meer dan 100 KVA van No. 85.01.40)

85.05

 

Elektromechanisch handgereedschap en elektromechanische handgereedschapswerktuigen (met ingebouwde elektromotor)

85.07

 

Elektrische scheerapparaten en elektrische tondeuses (met ingebouwde elektromotor)

85.08

 

Elektrische ontstekings- en starttoestellen voor explosiemotoren en voor verbrandingsmotoren (magneto's, dynamo-magneto's, ontstekingsspoelen, ontstekingsbougies en gloeibougies, starters, enz.); generatoren (dynamo's) en automatische schakelaars, welke bij deze motoren worden gebruikt

(met uitzondering van automatische schakelaars van No. 85.08.10, en van bougies van No. 85.08.20)

85.09

 

Elektrische verlichtingstoestellen en elektrische signaal- en waarschuwingstoestellen, elektrische ruitewissers en elektrische toestellen om ijsafzetting op of om het beslaan van ruiten tegen te gaan, voor rijwielen en voor motorrijtuigen

(met uitzondering van toeters, sirenes en andere toestellen voor geluidssignalen van No. 85.09.13)

85.11

 

Elektrische ovens voor industrieel gebruik of voor laboratoriumgebruik, toestellen voor de behandeling van stoffen door inductieve of door diëlektrische verwarming daaronder begrepen; elektrische machines en apparaten, om te lassen of om te solderen en dergelijke machines en apparaten om te snijden

(met uitzondering van elektrische ovens voor industrieel gebruik en voor laboratoriumgebruik van No. 85.11.11, en van de verschillende delen en onderdelen van No. 85.11.91)

85.12

 

Elektrische geisers en andere elektrische heetwatertoestellen en elektrische dompelaars; elektrische toestellen voor verwarming van woonruimten en voor ander dergelijk gebruik; elektrothermische toestellen voor haarbehandeling (zoals haardroogtoestellen, haargolftoestellen, verwarmingsapparaten voor friseerijzers, enz.); elektrische strijkijzers; elektrothermische toestellen voor huishoudelijk gebruik; verwarmingselementen (weerstanden) andere dan die bedoeld bij post 85.24):

 

- 20

Elektrische toestellen voor verwarming van woonruimten, van grond en voor ander dergelijk gebruik

 

- 30

Elektrothermische toestellen voor haarbehandeling

 

- 50

Elektrothermische toestellen voor huishoudelijk gebruik

 

- 91

Delen en onderdelen

85.13

 

Elektrische toestellen voor lijntelefonie en voor lijntelegrafie, toestellen voor het overseinen met draaggolf daaronder begrepen:

 

- 43

Toestellen voor het overseinen op lange afstand met draaggolf

85.14

 

Microfoons en statieven daarvoor, luidsprekers, elektrische laagfrequentversterkers:

 

- 20

Luidsprekers

 

- 30

Elektrische laagfrequentversterkers

85.15

 

Zend- en ontvangtoestellen voor radiotelefonie of voor radiotelegrafie; zend- en ontvangtoestellen voor de radio-omroep en de televisie (die met ingebouwde grammofoon daaronder begrepen) en televisiecamera's; radio- en radartoestellen voor navigatiedoeleinden, voor plaatsbepaling, voor peiling, voor hoogtemeting of voor bediening op afstand:

 

ex 91

Delen en onderdelen (met uitzondering van antennes en delen en onderdelen voor versterkers, frequentieomzetters en andere apparatuur en benodigdheden voor antennes)

85.18

 

Elektrische condensatoren (vaste condensatoren, draaicondensatoren en regelbare of instelbare condensatoren)

85.19

 

Toestellen voor het inschakelen, uitschakelen, omschakelen, aansluiten of verdelen van en voor het beveiligen tegen elektrische stroom (schakelaars, relais, zekeringen, overspanningsveiligheden, contactdozen en contactstoppen, aansluitdozen en aansluitkasten, enz.); weerstanden (andere dan verwarmingsweerstanden), potentiometers en reostaten; schakelborden en verdeelborden, met uitzondering van telefoonschakelborden)

(met uitzondering van zekeringen van No. 85.19.15, van overspanningsveiligheden van No. 85.19.16 en van schakelborden en verdeelborden van No. 85.19.30)

85.23

 

Geïsoleerde kabels (coaxiale kabels daaronder begrepen), draad, band, strippen, staven, enz., voor het geleiden van elektriciteit (ook indien gevernist of gelakt - zogenaamd emaildraad - of anodisch geoxydeerd), al dan niet voorzien van verbindingsstukken