Het Koninkrijk der Nederlanden
en
De Bondsrepubliek Duitsland
Overwegende dat het dringend noodzakelijk is, de begrenzing van het aan hun grondgebied
grenzende continentale plat der Noordzee voor het gebied in de nabijheid van de kust
in gemeenschappelijk overleg vast te stellen en dat dat grensgedeelte dient te worden
vastgesteld in aansluiting op de in de Aanvullende overeenkomst van 14 mei 1962 bij
het Eems-Dollardverdrag van 8 april 1960 getroffen gemeenschappelijke regeling,