Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland inzake [...] van het continentale plat in de nabijheid van de kust, Bonn, 01-12-1964

Geraadpleegd op 05-10-2024.
Geldend van 18-09-1965 t/m heden

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland inzake de zijdelingse begrenzing van het continentale plat in de nabijheid van de kust

Authentiek : NL

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland inzake de zijdelingse begrenzing van het continentale plat in de nabijheid van de kust

Het Koninkrijk der Nederlanden

en

De Bondsrepubliek Duitsland

Overwegende dat het dringend noodzakelijk is, de begrenzing van het aan hun grondgebied grenzende continentale plat der Noordzee voor het gebied in de nabijheid van de kust in gemeenschappelijk overleg vast te stellen en dat dat grensgedeelte dient te worden vastgesteld in aansluiting op de in de Aanvullende overeenkomst van 14 mei 1962 bij het Eems-Dollardverdrag van 8 april 1960 getroffen gemeenschappelijke regeling,

Zijn het volgende overeengekomen:

Artikel 1

  • (1) Tot aan de 54ste noordelijke breedtegraad loopt de grens tussen het Nederlandse en Duitse deel van het continentale plat der Noordzee van het noordelijke eindpunt van de in de Aanvullende overeenkomst van 14 mei 1962 bij het Eems-Dollardverdrag van 8 april 1960 overeengekomen lijn die het grensgebied der Eemsmonding in lengterichting verdeelt, volgens de kortste lijn over de punten E1 en E2 tot punt E3.

  • (2) De coördinaten (volgens de Duitse zeekaarten No. 50, uitgave 1956, VII en No. 90, uitgave 1964, V) zijn:

    • van het punt E1: 53°45’06” N, 6°19’56” O,

    • van het punt E2: 53°48’56” N, 6°15’49” O,

    • van het punt E3: 54°00’00” N, 6°06’26” O.

Artikel 2

  • (1) De bepalingen van dit Verdrag zijn niet van invloed op het vraagstuk van het verloop der staatsgrens in de Eemsmonding. Iedere Verdragsluitende Partij behoudt zich in dit opzicht haar rechtsstandpunt voor.

  • (2) Een beslissing ingevolge lid 2 van artikel 46 van het Eems-Dollardverdrag laat dit Verdrag onverlet.

Artikel 3

Dit Verdrag geldt eveneens voor het „Land” Berlijn, tenzij de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland binnen drie maanden na de inwerkingtreding van dit Verdrag de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden mededeling doet van het tegendeel.

Artikel 4

  • (1) Dit Verdrag moet worden bekrachtigd; de akten van bekrachtiging dienen zo spoedig mogelijk te 's-Gravenhage te worden uitgewisseld.

  • (2) Dit Verdrag treedt in werking op de dag volgende op de dag van uitwisseling der akten van bekrachtiging.

GEDAAN te Bonn, 1 december 1964, in tweevoud, in de Nederlandse en de Duitse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk authentiek.

Voor het Koninkrijk der Nederlanden:

(w.g.) G. E. VAN ITTERSUM

Voor de Bondsrepubliek Duitsland:

(w.g.) CARSTENS