Notawisseling tussen de Nederlandse en de Duitse Regering inzake samenvoeging douanebehandeling (Station Venlo), Bonn, 26-05-1961

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 26-05-1961 t/m heden

Notawisseling tussen de Nederlandse en de Duitse Regering inzake samenvoeging douanebehandeling (Station Venlo)

Authentiek : NL

Bonn, 26 mei 1961.

Nr. V

AMBASSADE VAN HET KONINKRIJK

DER NEDERLANDEN

No. 7159

De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden biedt haar complimenten aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Bondsrepubliek Duitsland aan en heeft de eer onder verwijzing naar artikel 1, lid 5, van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland nopens de samenvoeging van de grenscontrole en de instelling van gemeenschappelijke spoorwegstations of van grensaflosstations aan de Nederlands-Duitse grens dd. 30 Mei 1958 mede te delen, dat de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden heeft kennis genomen van de brief van de Nederlandse Staatssecretaris van Financiën, kenmerk BI/ 6352 van 13 April 1961 en de brief van de Bondsminister van Financiën, kenmerk III A/5 - Z2106 (Nie) - 21/61 van 10 Mei 1961, waarbij in onderling overleg, conform artikel 1, lid 4, sub a, der Overeenkomst de volgende regeling werd getroffen:

I

Op het station Venlo wordt de grenscontrole in het spoorweggoederenverkeer samengevoegd. Deze samenvoeging beperkt zich tot het spoorweggoederenverkeer met zogenaamde TEEM-treinen en andere door de Directeur van 's Rijks Belastingen in Maastricht enerzijds en de „Oberfinanzdirektion Düsseldorf” en de „Deutsche Bundesbahn” anderzijds aan te wijzen goederentreinen.

II

  • (1) De zône in de zin van artikel 3 van de Overeenkomst omvat:

    • a) de voor het verrichten van de grenscontrole ten aanzien van het goederenverkeer vereiste aanhorigheden van het station Venlo,

    • b) het traject tussen de grens en het station Venlo.

  • (2) De Directeur van 's Rijks Belastingen in Maastricht en de „Oberfinanzdirektion Düsseldorf” stellen de bijzonderheden vast ter uitvoering van lid 1, letter a.

Zij verzekeren zich vooraf van de instemming van de „Deutsche Bundesbahn” en de bevoegde Nederlandse autoriteiten.

De Nederlandse Regering beschouwt door de uitwisseling van deze Nota met de antwoordnota van het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Bondsrepubliek Duitsland deze regeling als bevestigd; de regeling treedt in werking op de dag van ontvangst van de antwoordnota van het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Bondsrepubliek Duitsland.

De regeling kan te allen tijde langs diplomatieke weg worden opgezegd. Zij treedt zes maanden na opzegging buiten werking.

De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden maakt van deze gelegenheid gebruik om het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Bondsrepubliek Duitsland de hernieuwde verzekering van haar bijzondere hoogachting te geven.

Bonn, 26 Mei 1961.

Aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken

van de Bondsrepubliek Duitsland

te Bonn.

Nr. VI

AUSWÄRTIGES AMT

502-81 SA. 47-I

Das Auswärtige Amt beehrt sich, der Botschaft des Königreichs der Niederlande den Empfang ihrer Verbalnote vom 26. Mai 1961 Nr. 7159 zu bestätigen, deren Wortlaut in vereinbarter Übersetzung wie folgt lautet:

[Red: (Duitse tekst van Nr. V)]

Das Auswärtige Amt beehrt sich, der Botschaft des Königreichs der Niederlande mitzuteilen, dasz die Regierung der Bundesrepublik Deutschland damit einverstanden ist, dasz die Verbalnote der Botschaft des Königreichs der Niederlande und diese Antwort die nach Artikel 1 Absatz 5 des genannten Abkommens vorgesehene Bestätigung der zwischen dem Herrn Staatssekretär für Finanzen des Königreichs der Niederlande und dem Bundesminister der Finanzen der Bundesrepublik Deutschland am 13. April/10. Mai 1961 getroffenen Vereinbarung über die Zusammenlegung der deutsch-niederländischen Grenzabfertigung des Eisenbahngüterverkehrs im Bahnhof Venlo darstellen und dasz die Vereinbarung am Tage des Empfangs dieser Antwortnote durch die Botschaft des Königreichs der Niederlande, das ist das Datum dieser Antwortnote, in Kraft tritt.

Das Auswärtige Amt benutzt diesen Anlasz, die Botschaft des Königreichs der Niederlande erneut seiner ausgezeichneten Hochachtung zu versichern.

Bonn, den 26. Mai 1961

An die

Königlich Niederländische Botschaft

Naar boven