De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Republiek Indonesië;
Verlangende, de nog tussen deze landen bestaande financiële vraagstukken te regelen;
Overwegende dat dit dient te geschieden in een enkele, alles omvattende overeenkomst,
die voorziet in de betaling van een forfaitair bedrag;
Overwegende dat een zodanige overeenkomst dient te zijn gebaseerd op beginselen van
rechtvaardigheid, menselijkheid en billijkheid;