Preambule
De Verdragsluitende Partijen,
Geleid door de wens de bescherming van de rechten van auteurs op hun werken van letterkunde
en kunst op een zo doeltreffend en eenvormig mogelijke wijze te ontwikkelen en te
verzekeren,
Erkennend de noodzaak tot invoering van nieuwe internationale regels en tot verduidelijking
van de interpretatie van bepaalde bestaande regels teneinde adequate oplossingen te
vinden voor de vraagstukken die zijn ontstaan als gevolg van nieuwe economische, maatschappelijke,
culturele en technologische ontwikkelingen,
Erkennend dat de ontwikkeling en de convergentie van informatie- en communicatietechnologieën
een ingrijpende invloed hebben op de schepping en op het gebruik van werken van letterkunde
en kunst,
Benadrukkend de uitzonderlijke betekenis van de bescherming van het auteursrecht als
aanmoediging voor literaire en kunstzinnige scheppingen,
Erkennend de noodzaak tot behoud van het evenwicht tussen de rechten van auteurs en
het grotere algemeen belang, met name op het gebied van onderwijs, onderzoek en de
toegang tot informatie, zoals in de Berner Conventie tot uitdrukking komt,
Zijn het volgende overeengekomen:
Artikel 2. Reikwijdte van de bescherming van het auteursrecht
De bescherming van het auteursrecht strekt zich uit tot uitingen en niet tot ideeën,
procedures, werkwijzen of wiskundige concepten als zodanig.
Artikel 4. Computerprogramma's
Computerprogramma's worden beschermd als werken van letterkunde in de zin van artikel 2 van de Berner Conventie. Deze bescherming is van toepassing op computerprogramma's, ongeacht de uitdrukkingswijze
of -vorm daarvan.
Artikel 5. Verzamelingen van gegevens
Verzamelingen van gegevens of van ander materiaal, in welke vorm dan ook, die vanwege
de keuze of rangschikking van hun inhoud een schepping van de geest vormen, worden
als zodanig beschermd. Deze bescherming strekt zich niet uit tot de gegevens of het
materiaal zelf en laat het auteursrecht op de gegevens of het materiaal vervat in
de verzameling onverlet.
Artikel 6. Distributierecht
Artikel 7. Recht van Verhuur
-
1 Auteurs van
-
i. computerprogramma's
-
ii. cinematografische werken; en
-
iii. werken belichaamd in fonogrammen, zoals bepaald in de nationale wetgeving van de Verdragsluitende
Partijen,
hebben het uitsluitend recht om toestemming te verlenen tot de commerciële verhuur
aan het publiek van oorspronkelijke werken of van kopieën daarvan.
-
3 Niettegenstaande de bepalingen van het eerste lid kan een Verdragsluitende Partij
waarin op 15 april 1994 een systeem van toepassing was dat voorzag in een recht op
een billijke vergoeding voor auteurs voor de verhuur van kopieën van hun werk belichaamd
in fonogrammen en nog steeds van kracht is, dat systeem handhaven mits de commerciële
verhuur van werken belichaamd in fonogrammen geen aanleiding geeft tot wezenlijke
aantasting van het uitsluitend reproductierecht van auteurs.
Artikel 8. Recht op mededeling aan het publiek
Onverminderd de bepalingen van de artikelen 11, eerste lid, onder (ii), 11bis, eerste lid, onder (i) en (ii), 11ter, eerste lid, onder (ii), 14, eerste lid, onder (ii) en 14 bis, eerste lid van de Berner Conventie, hebben auteurs van werken van letterkunde en kunst het uitsluitend recht om toestemming
te verlenen voor het per draad of langs draadloze weg mededelen van hun werken aan
het publiek, met inbegrip van het op zodanige wijze voor het publiek beschikbaar stellen
van hun werken dat deze voor leden van het publiek beschikbaar zijn vanaf een door
hen gekozen plaats en op een door hen gekozen tijdstip.
Artikel 10. Beperkingen en uitzonderingen
-
1 De Verdragsluitende Partijen kunnen in hun nationale wetgeving voorzien in beperkingen
van of uitzonderingen op de rechten die aan auteurs van werken van letterkunde en
kunst krachtens dit Verdrag zijn verleend, in bijzondere gevallen die geen afbreuk
doen aan een normale exploitatie van het werk en die niet op ongerechtvaardigde wijze
schade toebrengen aan de rechtmatige belangen van de auteur.
-
2 De Verdragsluitende Partijen begrenzen bij de toepassing van de Berner Conventie alle beperkingen van of uitzonderingen op de rechten die in die Conventie zijn voorzien,
tot bijzondere gevallen die geen afbreuk doen aan een normale exploitatie van het
werk en die niet op ongerechtvaardigde wijze schade toebrengen aan de rechtmatige
belangen van de auteur.
Artikel 11. Verplichtingen betreffende technische maatregelen
De Verdragsluitende Partijen voorzien in een adequate rechtsbescherming en doeltreffende
rechtsmiddelen tegen het onwerkzaam maken van doeltreffende technische maatregelen
die door auteurs worden gebruikt in verband met de uitoefening van hun rechten krachtens
dit Verdrag of van de Berner Conventie teneinde te beletten dat met betrekking tot hun werken handelingen worden verricht
waarvoor de auteurs geen toestemming hebben verleend of die rechtens niet zijn geoorloofd.
Artikel 12. Verplichtingen betreffende informatie over het beheer van de rechten
-
1 De Verdragsluitende Partijen voorzien in adequate en doeltreffende rechtsmiddelen
tegen een ieder die zich willens en wetens aan een van de volgende handelingen schuldig
maakt in de wetenschap dat of die met betrekking tot civielrechtelijke sancties redelijkerwijs
kan vermoeden dat deze handeling inbreuk op een recht dat door dit Verdrag of de Berner Conventie wordt beschermd tot gevolg zal hebben, mogelijk zal maken, vergemakkelijken of verhullen
of:
-
i. het zonder toestemming verwijderen of wijzigen van in elektronische vorm opgeslagen
informatie over het beheer van de rechten;
-
ii. het zonder toestemming verspreiden, importeren voor verspreiding, uitzenden via de
radio of het mededelen aan het publiek van werken of exemplaren van werken in de wetenschap
dat in elektronische vorm opgeslagen informatie over het beheer van de rechten zonder
toestemming is verwijderd of gewijzigd.
-
2 In dit artikel betekent „informatie over het beheer van de rechten” informatie die
het werk, de auteur van het werk, de persoon die enig recht op het werk heeft, identificeert,
of informatie over de voorwaarden waaronder het werk mag worden gebruikt en alle getallen
of codes waaruit die informatie bestaat, wanneer een van deze informatiebestanddelen
aan een exemplaar van een werk is gehecht of bij wege van mededeling aan het publiek
van een werk kenbaar wordt.
Artikel 13. Toepassing in de tijd
De Verdragsluitende Partijen passen de bepalingen toe van artikel 18 van de Berner Conventie op alle bescherming waarin in dit Verdrag is voorzien.
Artikel 14. Bepalingen met betrekking tot de handhaving van rechten
-
2 De Verdragsluitende Partijen waarborgen dat hun wetgeving voorziet in procedures
tot handhaving van de rechten waarmee doeltreffend kan worden opgetreden tegen iedere
inbreuk op de rechten die in dit Verdrag zijn voorzien, met inbegrip van maatregelen
waarmee op korte termijn inbreuk kan worden voorkomen alsmede maatregelen die een
afschrikmiddel voor verdere inbreuken vormen.
Artikel 15. Algemene Vergadering
-
1
-
a. De Verdragsluitende Partijen hebben een Algemene Vergadering.
-
b. Elke Verdragsluitende Partij wordt vertegenwoordigd door een afgevaardigde die zich
kan doen bijstaan door plaatsvervangers, adviseurs en deskundigen.
-
c. De kosten van elke delegatie worden gedragen door de Verdragsluitende Partij die de
delegatie heeft aangewezen. De Algemene Vergadering kan de Wereld Organisatie voor
de intellectuele eigendom (hierna te noemen WIPO) om financiële bijstand vragen ten
einde de deelname te vergemakkelijken van delegaties van Verdragsluitende Partijen
die overeenkomstig de gevestigde praktijk van de Algemene Vergadering van de Verenigde
Naties als ontwikkelingslanden worden beschouwd of die landen zijn die in de overgangsfase
zijn naar een markteconomie.
-
2
-
a. De Algemene Vergadering behandelt alle vraagstukken betreffende de instandhouding
en ontwikkeling van dit Verdrag en de toepassing en werking van dit Verdrag.
-
b. De Algemene Vergadering vervult de functie die haar is verleend in artikel 17, tweede lid, met betrekking tot de toelating van bepaalde intergouvernementele organisaties om
partij bij dit Verdrag te worden.
-
c. De Algemene Vergadering beslist over de bijeenroeping van een diplomatieke conferentie
tot herziening van dit Verdrag en geeft de nodige instructies aan de Directeur-Generaal
van de WIPO ter voorbereiding van zulk een diplomatieke conferentie.
-
3
-
a. Iedere Verdragsluitende Partij die een staat is, heeft een stem en kan slechts uit
eigen naam haar stem uitbrengen.
-
b. Iedere Verdragsluitende Partij die een intergouvernementele organisatie is, kan in
plaats van haar Lidstaten aan de stemming deelnemen met een aantal stemmen dat gelijk
is aan het aantal van haar Lidstaten dat partij is bij dit Verdrag. Een dergelijke
intergouvernementele organisatie neemt geen deel aan de stemming indien een van haar
Lidstaten zijn stemrecht uitoefent en vice versa.
-
5 De Algemene Vergadering stelt haar reglement van orde vast, met inbegrip van de bijeenroeping
van buitengewone zittingen, de vereisten voor een quorum en, behoudens de bepalingen
van dit Verdrag, de vereiste meerderheid voor verschillende soorten beslissingen.
Artikel 16. Internationaal Bureau
Het Internationale Bureau van de WIPO verricht de administratieve taken betreffende
het Verdrag.
Artikel 17. Voorwaarden om in aanmerking te komen als Partij bij het Verdrag
-
2 De Algemene Vergadering kan besluiten of zij een inter-gouvernementele organisatie
als partij bij dit Verdrag toelaat die verklaart dat zij bevoegd is, en een eigen
wetgeving heeft die al haar Lidstaten bindt betreffende aangelegenheden die in dit
Verdrag worden geregeld en dat zij overeenkomstig haar interne procedures naar behoren
gemachtigd is om partij bij dit Verdrag te worden.
-
3 De Europese Gemeenschap, die tijdens de Diplomatieke Conferentie die dit Verdrag
heeft aangenomen, de in het vorige lid bedoelde verklaring heeft afgelegd, kan partij
worden bij dit Verdrag.
Artikel 18. Rechten en verplichtingen voortvloeiende uit het Verdrag
Behoudens uitdrukkelijke andersluidende bepalingen in dit Verdrag geniet elke Verdragsluitende
Partij alle rechten en aanvaardt zij alle verplichtingen die uit dit Verdrag voortvloeien.
Artikel 19. Ondertekening van het Verdrag
Dit Verdrag staat tot en met 31 december 1997 open voor ondertekening door iedere
Lidstaat van de WIPO en door de Europese Gemeenschap.
Artikel 20. Inwerkingtreding van het Verdrag
Dit Verdrag treedt in werking drie maanden nadat 30 akten van bekrachtiging of toetreding
door Staten zijn nedergelegd bij de Directeur-Generaal van de WIPO.
Artikel 21. Datum waarop het Verdrag voor Partijen van kracht wordt
Dit Verdrag bindt
-
i. de 30 Staten bedoeld in artikel 20, vanaf de datum waarop dit Verdrag in werking is getreden;
-
ii. iedere andere Staat na het verstrijken van een tijdvak van drie maanden, vanaf de
datum waarop die Staat zijn akte heeft nedergelegd bij de Directeur-Generaal van de
WIPO;
-
iii. de Europese Gemeenschap na het verstrijken van een tijdvak van drie maanden na de
nederlegging van haar akte van bekrachtiging of toetreding indien die akte is nedergelegd
na de inwerkingtreding van dit Verdrag overeenkomstig artikel 20, of drie maanden na de inwerkingtreding van dit Verdrag indien die akte is nedergelegd
voor de inwerkingtreding van dit Verdrag;
-
iv. iedere andere intergouvernementele organisatie die is toegelaten om partij te worden
bij dit Verdrag, na het verstrijken van drie maanden na de nederlegging van haar akte
van toetreding.
Artikel 22. Uitsluiting van voorbehouden
Ten aanzien van dit Verdrag worden geen voorbehouden gemaakt.
Artikel 23. Opzegging van het Verdrag
Dit Verdrag kan door iedere Verdragsluitende Partij worden opgezegd door middel van
een kennisgeving aan de Directeur-Generaal van de WIPO. Een opzegging wordt van kracht
een jaar na de datum waarop de Directeur-Generaal van de WIPO de kennisgeving heeft
ontvangen.
Artikel 24. Talen van het Verdrag
-
1 Dit Verdrag wordt ondertekend in één origineel in de Engelse, Arabische, Chinese,
Franse, Russische en Spaanse taal, zijnde alle talen gelijkelijk authentiek.
-
2 Een officiële tekst in iedere andere taal dan die waarnaar wordt verwezen in het
eerste lid, wordt door de Directeur-Generaal van de WIPO op verzoek van een belanghebbende
partij opgesteld na overleg met alle belanghebbende partijen. Voor de toepassing van
dit lid wordt onder „belanghebbende partij” verstaan iedere Lidstaat van de WIPO waarvan
de officiële taal of een van de officiële talen in het geding is, alsmede de Europese
Gemeenschap en iedere andere intergouvernementele organisatie die partij kan worden
bij dit Verdrag, indien een van haar officiële talen in het geding is.
De Directeur-Generaal van de WIPO is de depositaris van dit Verdrag.