-
1. „Fonds”: het Gemeenschappelijk Fonds voor Grondstoffen ingesteld bij deze Overeenkomst.
-
2. „Internationale grondstoffenovereenkomst of -regeling”: iedere intergouvernementele
overeenkomst of regeling ter bevordering van de internationale samenwerking met betrekking
tot een bepaalde grondstof, waarbij de partijen producenten en verbruikers zijn die
betrokken zijn bij het overgrote deel van de wereldhandel in de desbetreffende grondstof.
-
3. „Internationale grondstoffenorganisatie”: de ter uitvoering van de bepalingen van
een internationale grondstoffenovereenkomst of -regeling bij die grondstoffenovereenkomst
of -regeling ingestelde organisatie.
-
4. „Geassocieerde internationale grondstoffenorganisatie”: een ingevolge artikel 7 met
het Fonds geassocieerde internationale grondstoffenorganisatie.
-
5. „Associatie-overeenkomst”: de ingevolge artikel 7 tussen een internationale grondstoffenorganisatie
en het Fonds gesloten overeenkomst.
-
6. „Maximale financieringsbehoefte”: een in overeenkomstig artikel 17, achtste lid vast
te stellen maximum hoeveelheid aan middelen die door een geassocieerde grondstoffenorganisatie
van het Fonds kan worden opgenomen en geleend.
-
7. „Internationaal grondstoffenorgaan”: een overeenkomstig artikel 7, negende lid aangewezen
orgaan.
-
8. „Rekeneenheid”: de overeenkomstig artikel 8, eerste lid omschreven rekeneenheid van
het Fonds.
-
9. „Bruikbare valuta”: a. de Duitse mark, de Franse frank, de Japanse yen, het pond sterling,
de U.S. dollar en iedere andere valuta die door een bevoegde internationale monetaire
organisatie is aangewezen als een valuta die daadwerkelijk op grote schaal wordt gebruikt
om betalingen te verrichten voor internationale transacties en die op grote schaal
wordt verhandeld op de voornaamste valutamarkten, alsmede b. iedere andere vrij beschikbare
en daadwerkelijk bruikbare valuta die met een gekwalificeerde meerderheid door het
College van Bewindvoerders kan worden aangewezen, nadat het land wiens valuta het
Fonds voorstelt als zodanig aan te wijzen, daarmee heeft ingestemd.
De Raad van Bestuur wijst de hierboven onder a. genoemde bevoegde internationale monetaire
organisatie aan en aanvaardt met een gekwalificeerde meerderheid regels en voorschriften
met betrekking tot de hierboven onder b. genoemde aanwijzing van valuta overeenkomstig
de heersende internationale monetaire praktijk. Valuta kunnen met een gekwalificeerde
meerderheid door het College van Bewindvoerders van de lijst van bruikbare valuta
worden afgevoerd.
-
10. „Rechtstreeks bijgedragen kapitaal”: het in artikel 9, eerste lid, letter a en vierde
lid nader omschreven kapitaal.
-
11. „Volgestorte aandelen”: de in artikel 9, tweede lid, letter a en artikel 10, tweede
lid nader omschreven aandelen in het rechtstreeks bijgedragen kapitaal.
-
12. „Niet-volgestorte aandelen”: de in artikel 9, tweede lid, letter b en artikel 10,
tweede lid, letter b nader omschreven aandelen in het rechtstreeks bijgedragen kapitaal.
-
13. „Garantiekapitaal”: het ingevolge artikel 14, vierde lid, door Leden van het Fonds
die deelnemen aan een geassocieerde internationale grondstoffenorganisatie, aan het
Fonds verstrekte kapitaal.
-
14. „Overheidsgaranties”: de ingevolge artikel 14, vijfde lid door Leden van een geassocieerde
internationale grondstoffenorganisatie die geen leden van het Fonds zijn, aan het
Fonds verstrekte garanties.
-
15. „Opslagbewijzen”: opslagbewijzen, celen of andere documenten waaruit de eigendom
van grondstoffenvoorraden blijkt.
-
16. „Totaalaantal stemmen”: de som van de stemmen die in het bezit zijn van alle Leden
van het Fonds.
-
17. „Enkelvoudige meerderheid”: meer dan de helft van alle uitgebrachte stemmen.
-
18. „Gekwalificeerde meerderheid”: ten minste twee derde van alle uitgebrachte stemmen.
-
19. „Versterkt gekwalificeerde meerderheid”: ten minste driekwart van alle uitgebrachte
stemmen.
-
20. „Uitgebrachte stemmen”: stemmen vóór en stemmen tegen.