Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden
en
de President van de Republiek Venezuela,
Opnieuw bevestigende de hartelijke betrekkingen tussen Hun Staten, alsmede in het
bijzonder de historische, sociale, economische en culturele banden tussen de volken
van de Nederlandse Antillen en Venezuela,
Bezield door het voornemen om op een rechtvaardige en nauwkeurige wijze en op basis
van beginselen van billijkheid, de zeegebieden met inbegrip van de daaronder gelegen
zeebodem en ondergrond af te bakenen tussen de Nederlandse Antillen en Venezuela,
Overwegende dat het noodzakelijk is doelmatige maatregelen te treffen voor de instandhouding
en het rationele gebruik van de bestaande hulpbronnen binnen de gebieden waar Zij
onderscheidenlijk rechtsmacht uitoefenen,
Erkennende het vitale en historische belang dat Venezuela heeft bij de Golf van Venezuela
en het geheel van fundamentele belangen waardoor de Golf wordt gekenmerkt, alsmede
het belang van de doorvaart van en naar Venezuela,
Erkennende dat het voor de Nederlandse Antillen van essentieel belang is de middelen
voor hun economische ontwikkeling te waarborgen,
Rekening houdende met de normen van het geldende internationale recht en met de ontwikkeling
van het nieuwe zeerecht,
Hebben besloten dit Verdrag aan te gaan en hebben te dien einde tot Hun gevolmachtigden
aangewezen:
Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden:
de Heer S. G. M. Rozendal, Minister-President van de Nederlandse Antillen,
Zijne Excellentie de President van de Republiek Venezuela:
de Heer S. A. Consalvi, Minister van Buitenlandse Zaken van de Republiek Venezuela,