De Staten die partij zijn bij dit Verdrag,
Zich bewust van het feit dat wrakken die niet worden opgeruimd, gevaar kunnen opleveren
voor de scheepvaart of het mariene milieu,
Overtuigd van de noodzaak uniforme internationale regels en procedures aan te nemen
om te waarborgen dat wrakken onverwijld en op doeltreffende wijze worden opgeruimd
en dat de daarmee gemoeide kosten worden vergoed,
Vaststellend dat veel wrakken zich kunnen bevinden binnen het grondgebied van Staten,
met inbegrip van de territoriale zee,
De voordelen onderkennend die verwezenlijkt kunnen worden door middel van uniformiteit
in de rechtsstelsels die van toepassing zijn op de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid
voor het opruimen van gevaarlijke wrakken,
Indachtig het belang van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van
de zee, gedaan te Montego Bay op 10 december 1982, en van het internationaal gewoonterecht
van de zee, en de daaruit voortvloeiende noodzaak dit Verdrag in overeenstemming daarmee
te implementeren,