Afdeling A. - Verkiezing van Bewindvoerders door Gouverneurs die België, Denemarken,
Frankrijk, de Bondsrepubliek Duitsland, Griekenland, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland,
Portugal, Spanje, het Verenigd Koninkrijk, de Europese Economische Gemeenschap en
de Europese Investeringsbank vertegenwoordigen (hierna te noemen Gouverneurs bedoeld
in Afdeling A).
De onderstaande bepalingen van deze afdeling zijn uitsluitend van toepassing op deze
afdeling.
Kandidaten voor de functie van Bewindvoerder worden voorgedragen door Gouverneurs
bedoeld in Afdeling A, met dien verstande dat een Gouverneur slechts één persoon kan
voordragen. De verkiezing van Bewindvoerders geschiedt door middel van stemming door
Gouverneurs bedoeld in Afdeling A.
Elke Gouverneur die stemgerechtigd is, brengt op een persoon alle stemmen uit waartoe
het lid dat hem benoemt gerechtigd is ingevolge artikel 29, eerste en tweede lid,
van deze Overeenkomst.
De 11 personen die het hoogste aantal stemmen krijgen, met inachtneming van de tiende
paragraaf van deze afdeling, worden Bewindvoerder, met dien verstande dat een persoon
die minder dan 4,5 procent krijgt van het totale aantal stemmen dat in afdeling A
kan worden uitgebracht (meetellende stemmen), niet geacht wordt te zijn gekozen.
Indien bij de eerste stemming niet 11 personen worden verkozen, met inachtneming van
de tiende paragraaf van deze afdeling, wordt een tweede stemming gehouden, waarbij
de persoon die bij de eerste stemming het kleinste aantal stemmen kreeg niet meer
voor verkiezing in aanmerking komt - tenzij er niet meer dan 11 kandidaten waren -
en waarbij slechts stemmen worden uitgebracht:
-
a. door Gouverneurs die bij de eerste stemming op een niet verkozen persoon hebben gestemd
en
-
b. door Gouverneurs wier stemmen voor een verkozen persoon volgens de zesde en zevende
paragraaf van deze afdeling worden geacht het aantal op die persoon uitgebrachte stemmen
boven 5,5 procent van de meetellende stemmen te hebben gebracht.
Bij de vaststelling of de stemmen die door een Gouverneur zijn uitgebracht worden
geacht het totale aantal op een persoon uitgebrachte stemmen boven 5,5 procent van
de meetellende stemmen te hebben gebracht, wordt de 5,5 procent geacht te omvatten,
ten eerste, de stemmen van de Gouverneur die het grootste aantal stemmen op die persoon
heeft uitgebracht en vervolgens de stemmen van de Gouverneur die daarna het grootste
aantal stemmen heeft uitgebracht, enzovoort, totdat de 5,5 procent; hij is niet gerechtigd
opnieuw te stemmen.
Iedere Gouverneur van wie een gedeelte van de stemmen in aanmerking moet worden genomen
om het totale aantal op een persoon uitgebrachte stemmen boven 4,5 procent te brengen,
wordt geacht al zijn stemmen op die persoon te hebben uitgebracht, zelfs indien het
totale aantal op die persoon uitgebrachte stemmen daardoor meer bedraagt dan 5,5 procent;
hij is niet gerechtigd opnieuw te stemmen.
Indien na de tweede stemming niet 11 personen zijn verkozen, met inachtneming van
de tiende paragraaf van deze afdeling, worden verdere stemmingen gehouden in overeenstemming
met de in deze afdeling neergelegde beginselen en procedures, totdat 11 personen zijn
verkozen, met dien verstande dat indien in enig stadium 10 personen zijn verkozen,
niettegenstaande de bepalingen van de vierde paragraaf van deze afdeling de elfde
kan worden verkozen met een gewone meerderheid van de overige uitgebrachte stemmen.
In geval van vergroting of verkleining van het aantal door Gouverneurs bedoeld in
Afdeling A te verkiezen Bewindvoerders, worden de minimum en maximum percentages,
genoemd in de vierde, vijfde, zesde en zevende paragraaf van deze afdeling, op passende
wijze aangepast door de Raad van Gouverneurs.
Zolang door een Ondertekenaar, of een groep Ondertekenaars, waarvan het aandeel in
het totale aantal inschrijvingen in het kapitaal, bepaald in Bijlage A, meer bedraagt
dan 2,4 procent niet een akte van bekrachtiging, goedkeuring of aanvaarding is nedergelegd,
kan met betrekking tot die Ondertekenaar of groep Ondertekenaars geen verkiezing van
een Bewindvoerder plaatsvinden. De Gouverneur of Gouverneurs door wie deze Ondertekenaar
of groep Ondertekenaars wordt vertegenwoordigd, kiest, of kiezen, met betrekking tot
elke Ondertekenaar of groep Ondertekenaars een Bewindvoerder onmiddellijk nadat de
Ondertekenaar of groep Ondertekenaars lid is geworden. Indien deze Bewindvoerder wordt
verkozen in het tijdvak waarin het eerste Raad van Bewind zijn functie bekleedt, wordt
hij geacht te zijn verkozen door de Raad van Gouverneurs op de oprichtingsvergadering,
in overeenstemming met artikel 26, derde lid, van deze Overeenkomst.
Afdeling B. - Verkiezing van bewindvoerders door gouverneurs die andere landen vertegenwoordigen
Afdeling B, punt i, - Verkiezing van Bewindvoerders door Gouverneurs die de landen
genoemd in Bijlage A als Midden- en Oosteuropese landen (ontvangende landen) vertegenwoordigen
(hierna te noemen „Gouverneurs bedoeld in afdeling B, punt i”).
De onderstaande bepalingen van deze afdeling zijn uitsluitend van toepassing op deze
afdeling.
Kandidaten voor de functie van Bewindvoerder worden voorgedragen door Gouverneurs
bedoeld in afdeling B, punt ii, met dien verstande dat een Gouverneur slechts één
persoon kan voordragen. De verkiezing van Bewindvoerders geschiedt door middel van
stemming door Gouverneurs bedoeld in afdeling B, punt ii.
Elke Gouverneur die stemgerechtigd is, brengt op een persoon alle stemmen uit waartoe
het lid dat hem benoemt gerechtigd is ingevolge artikel 29, eerste en tweede lid,
van deze Overeenkomst.
De 4 personen die het hoogste aantal stemmen krijgen, met inachtneming van de tiende
paragraaf van deze afdeling, worden Bewindvoerder, met dien verstande dat een persoon
die minder dan 20,5 procent krijgt van het totale aantal stemmen dat in afdeling B,
punt ii, kan worden uitgebracht (meetellende stemmen), niet geacht wordt te zijn gekozen.
Indien bij de eerste stemming niet 4 personen worden verkozen, met inachtneming van
de tiende paragraaf van deze afdeling, wordt een tweede stemming gehouden, waarbij
de persoon die bij de eerste stemming het kleinste aantal stemmen kreeg niet meer
voor verkiezing in aanmerking komt - tenzij er niet meer dan 4 kandidaten waren -
en waarbij slechts stemmen worden uitgebracht:
-
a. door Gouverneurs die bij de eerste stemming op een niet verkozen persoon hebben gestemd
en
-
b. door Gouverneurs wier stemmen voor een verkozen persoon volgens de zesde en zevende
paragraaf van deze afdeling worden geacht het aantal op die persoon uitgebrachte stemmen
boven 21,5 procent van de meetellende stemmen te hebben gebracht.
Bij de vaststelling of de stemmen die door een Gouverneur zijn uitgebracht worden
geacht het totale aantal op een persoon uitgebrachte stemmen boven 21,5 procent van
de meetellende stemmen te hebben gebracht, wordt de 21,5 procent geacht te omvatten,
ten eerste, de stemmen van de Gouverneur die het grootste aantal stemmen op die persoon
heeft uitgebracht en vervolgens de stemmen van de Gouverneur die daarna het grootste
aantal stemmen heeft uitgebracht, enzovoort, totdat de 21,5 procent is bereikt.
Iedere Gouverneur van wie een gedeelte van de stemmen in aanmerking moet worden genomen
om het totale aantal op een persoon uitgebrachte stemmen boven 20,5 procent te brengen,
wordt geacht al zijn stemmen op die persoon te hebben uitgebracht, zelfs indien het
totale aantal op die persoon uitgebrachte stemmen daardoor meer bedraagt dan 21,5
procent; hij is niet gerechtigd opnieuw te stemmen.
Indien na de tweede stemming niet 4 personen zijn verkozen, met inachtneming van de
tiende paragraaf van deze afdeling, worden verdere stemmingen gehouden in overeenstemming
met de in deze afdeling neergelegde beginselen en procedures, totdat 4 personen zijn
verkozen, met dien verstande dat indien in enig stadium 3 personen zijn verkozen,
niettegenstaande de bepalingen van de vierde paragraaf van deze afdeling de vierde
kan worden verkozen met een gewone meerderheid van de overige uitgebrachte stemmen.
In geval van vergroting of verkleining van het aantal door Gouverneurs bedoeld in
afdeling B, punt ii, te verkiezen Bewindvoerders, worden de minimum en maximum percentages,
genoemd in de vierde, vijfde, zesde en zevende paragraaf van deze afdeling, op passende
wijze aangepast door de Raad van Gouverneurs.
Zolang door een Ondertekenaar, of een groep Ondertekenaars, waarvan het aandeel in
het totale aantal inschrijvingen in het kapitaal, bepaald in Bijlage A, meer bedraagt
dan 2,8 procent niet een akte van bekrachtiging, goedkeuring of aanvaarding is nedergelegd,
kan met betrekking tot die Ondertekenaar of groep Ondertekenaars geen verkiezing van
een Bewindvoerder plaatsvinden. De Gouverneur of Gouverneurs door wie deze Ondertekenaar
of groep Ondertekenaars wordt vertegenwoordigd, kiest, of kiezen, met betrekking tot
elke Ondertekenaar of groep Ondertekenaars een Bewindvoerder onmiddellijk nadat de
Ondertekenaar of groep Ondertekenaars lid is geworden. Indien deze Bewindvoerder wordt
verkozen in het tijdvak waarin het eerste Raad van Bewind zijn functie bekleedt, wordt
hij geacht te zijn verkozen door de Raad van Gouverneurs op de oprichtingsvergadering,
in overeenstemming met artikel 26, derde lid, van deze Overeenkomst.
Afdeling B. , punt ii, - Verkiezing van Bewindvoerders door Gouverneurs die de landen
genoemd in Bijlage A als andere Europese landen vertegenwoordigen (hierna te noemen
„Gouverneurs bedoeld in afdeling B, punt ii”).
De onderstaande bepalingen van deze afdeling zijn uitsluitend van toepassing op deze
afdeling.
Kandidaten voor de functie van Bewindvoerder worden voorgedragen door Gouverneurs
bedoeld in afdeling B, punt ii, met dien verstande dat een Gouverneur slechts één
persoon kan voordragen. De verkiezing van Bewindvoerders geschiedt door middel van
stemming door Gouverneurs bedoeld in afdeling B, punt ii.
Elke Gouverneur die stemgerechtigd is, brengt op een persoon alle stemmen uit waartoe
het lid dat hem benoemt gerechtigd is ingevolge artikel 29, eerste en tweede lid,
van deze Overeenkomst.
De 4 personen die het hoogste aantal stemmen krijgen, met inachtneming van de tiende
paragraaf van deze afdeling, worden Bewindvoerder, met dien verstande dat een persoon
die minder dan 20,5 procent krijgt van het totale aantal stemmen dat in afdeling B,
punt ii, kan worden uitgebracht (meetellende stemmen), niet geacht wordt te zijn gekozen.
Indien bij de eerste stemming niet 4 personen worden verkozen, met inachtneming van
de tiende paragraaf van deze afdeling, wordt een tweede stemming gehouden, waarbij
de persoon die bij de eerste stemming het kleinste aantal stemmen kreeg niet meer
voor verkiezing in aanmerking komt - tenzij er niet meer dan 4 kandidaten waren -
en waarbij slechts stemmen worden uitgebracht:
-
a. door Gouverneurs die bij de eerste stemming op een niet verkozen persoon hebben gestemd
en
-
b. door Gouverneurs wier stemmen voor een verkozen persoon volgens de zesde en zevende
paragraaf van deze afdeling worden geacht het aantal op die persoon uitgebrachte stemmen
boven 21,5 procent van de meetellende stemmen te hebben gebracht.
Bij de vaststelling of de stemmen die door een Gouverneur zijn uitgebracht worden
geacht het totale aantal op een persoon uitgebrachte stemmen boven 21,5 procent van
de meetellende stemmen te hebben gebracht, wordt de 21,5 procent geacht te omvatten,
ten eerste, de stemmen van de Gouverneur die het grootste aantal stemmen op die persoon
heeft uitgebracht en vervolgens de stemmen van de Gouverneur die daarna het grootste
aantal stemmen heeft uitgebracht, enzovoort, totdat de 21,5 procent is bereikt.
Iedere Gouverneur van wie een gedeelte van de stemmen in aanmerking moet worden genomen
om het totale aantal op een persoon uitgebrachte stemmen boven 20,5 procent te brengen,
wordt geacht al zijn stemmen op die persoon te hebben uitgebracht, zelfs indien het
totale aantal op die persoon uitgebrachte stemmen daardoor meer bedraagt dan 21,5
procent; hij is niet gerechtigd opnieuw te stemmen.
Indien na de tweede stemming niet 4 personen zijn verkozen, met inachtneming van de
tiende paragraaf van deze afdeling, worden verdere stemmingen gehouden in overeenstemming
met de in deze afdeling neergelegde beginselen en procedures, totdat 4 personen zijn
verkozen, met dien verstande dat indien in enig stadium 3 personen zijn verkozen,
niettegenstaande de bepalingen van de vierde paragraaf van deze afdeling de vierde
kan worden verkozen met een gewone meerderheid van de overige uitgebrachte stemmen.
In geval van vergroting of verkleining van het aantal door Gouverneurs bedoeld in
afdeling B, punt ii, te verkiezen Bewindvoerders, worden de minimum en maximum percentages,
genoemd in de vierde, vijfde, zesde en zevende paragraaf van deze afdeling, op passende
wijze aangepast door de Raad van Gouverneurs.
Zolang door een Ondertekenaar, of een groep Ondertekenaars, waarvan het aandeel in
het totale aantal inschrijvingen in het kapitaal, bepaald in Bijlage A, meer bedraagt
dan 2,8 procent niet een akte van bekrachtiging, goedkeuring of aanvaarding is nedergelegd,
kan met betrekking tot die Ondertekenaar of groep Ondertekenaars geen verkiezing van
een Bewindvoerder plaatsvinden. De Gouverneur of Gouverneurs door wie deze Ondertekenaar
of groep Ondertekenaars wordt vertegenwoordigd, kiest, of kiezen, met betrekking tot
elke Ondertekenaar of groep Ondertekenaars een Bewindvoerder onmiddellijk nadat de
Ondertekenaar of groep Ondertekenaars lid is geworden. Indien deze Bewindvoerder wordt
verkozen in het tijdvak waarin het eerste Raad van Bewind zijn functie bekleedt, wordt
hij geacht te zijn verkozen door de Raad van Gouverneurs op de oprichtingsvergadering,
in overeenstemming met artikel 26, derde lid, van deze Overeenkomst.
Afdeling B. , punt iii, - Verkiezing van Bewindvoerders door Gouverneurs die de landen
genoemd in Bijlage A als niet-Europese landen vertegenwoordigen (hierna te noemen
„Gouverneurs bedoeld in afdeling B, punt iii”).
De onderstaande bepalingen van deze afdeling zijn uitsluitend van toepassing op deze
afdeling.
Kandidaten voor de functie van Bewindvoerder worden voorgedragen door Gouverneurs
bedoeld in afdeling B, punt iii, met dien verstande dat een Gouverneur slechts één
persoon kan voordragen. De verkiezing van Bewindvoerders geschiedt door middel van
stemming door Gouverneurs bedoeld in afdeling B, punt iii.
Elke Gouverneur die stemgerechtigd is, brengt op een persoon alle stemmen uit waartoe
het lid dat hem benoemt gerechtigd is ingevolge artikel 29, eerste en tweede lid,
van deze Overeenkomst.
De 4 personen die het hoogste aantal stemmen krijgen, met inachtneming van de tiende
paragraaf van deze afdeling, worden Bewindvoerder, met dien verstande dat een persoon
die minder dan 8 procent krijgt van het totale aantal stemmen dat in afdeling B, punt
iii, kan worden uitgebracht (meetellende stemmen), niet geacht wordt te zijn gekozen.
Indien bij de eerste stemming niet 4 personen worden verkozen, met inachtneming van
de tiende paragraaf van deze afdeling, wordt een tweede stemming gehouden, waarbij
de persoon die bij de eerste stemming het kleinste aantal stemmen kreeg niet meer
voor verkiezing in aanmerking komt - tenzij er niet meer dan 4 kandidaten waren -
en waarbij slechts stemmen worden uitgebracht:
-
a. door Gouverneurs die bij de eerste stemming op een niet verkozen persoon hebben gestemd
en
-
b. door Gouverneurs wier stemmen voor een verkozen persoon volgens de zesde en zevende
paragraaf van deze afdeling worden geacht het aantal op die persoon uitgebrachte stemmen
boven 9 procent van de meetellende stemmen te hebben gebracht.
Bij de vaststelling of de stemmen die door een Gouverneur zijn uitgebracht worden
geacht het totale aantal op een persoon uitgebrachte stemmen boven 9 procent van de
meetellende stemmen te hebben gebracht, wordt de 9 procent geacht te omvatten, ten
eerste, de stemmen van de Gouverneur die het grootste aantal stemmen op die persoon
heeft uitgebracht en vervolgens de stemmen van de Gouverneur die daarna het grootste
aantal stemmen heeft uitgebracht, enzovoort, totdat de 9 procent is bereikt.
Iedere Gouverneur van wie een gedeelte van de stemmen in aanmerking moet worden genomen
om het totale aantal op een persoon uitgebrachte stemmen boven 8 procent te brengen,
wordt geacht al zijn stemmen op die persoon te hebben uitgebracht, zelfs indien het
totale aantal op die persoon uitgebrachte stemmen daardoor meer bedraagt dan 9 procent;
hij is niet gerechtigd opnieuw te stemmen.
Indien na de tweede stemming niet 4 personen zijn verkozen, met inachtneming van de
tiende paragraaf van deze afdeling, worden verdere stemmingen gehouden in overeenstemming
met de in deze afdeling neergelegde beginselen en procedures, totdat 4 personen zijn
verkozen, met dien verstande dat indien in enig stadium 3 personen zijn verkozen,
niettegenstaande de bepalingen van de vierde paragraaf van deze afdeling de vierde
kan worden verkozen met een gewone meerderheid van de overige uitgebrachte stemmen.
In geval van vergroting of verkleining van het aantal door Gouverneurs bedoeld in
afdeling B, punt iii, te verkiezen Bewindvoerders, worden de minimum en maximum percentages,
genoemd in de vierde, vijfde, zesde en zevende paragraaf van deze afdeling, op passende
wijze aangepast door de Raad van Gouverneurs.
Zolang door een Ondertekenaar, of een groep Ondertekenaars, waarvan het aandeel in
het totale aantal inschrijvingen in het kapitaal, bepaald in Bijlage A, meer bedraagt
dan 5 procent niet een akte van bekrachtiging, goedkeuring of aanvaarding is nedergelegd,
kan met betrekking tot die Ondertekenaar of groep Ondertekenaars geen verkiezing van
een Bewindvoerder plaatsvinden. De Gouverneur of Gouverneurs door wie deze Ondertekenaar
of groep Ondertekenaars wordt vertegenwoordigd, kiest, of kiezen, met betrekking tot
elke Ondertekenaar of groep Ondertekenaars een Bewindvoerder onmiddellijk nadat de
Ondertekenaar of groep Ondertekenaars lid is geworden. Indien deze Bewindvoerder wordt
verkozen in het tijdvak waarin het eerste Raad van Bewind zijn functie bekleedt, wordt
hij geacht te zijn verkozen door de Raad van Gouverneurs op de oprichtingsvergadering,
in overeenstemming met artikel 26, derde lid, van deze Overeenkomst.
Afdeling D. : Overdracht van stemmen
Een Gouverneur die niet deelneemt aan de stemming voor de verkiezing van een Bewindvoerder,
of van wie de stem niet bijdraagt tot diens verkiezing, ingevolge Afdeling A of Afdeling
B, punt i, Afdeling B, punt ii, of Afdeling B, punt iii, van deze Bijlage, kan de
stemmen waarop hij recht heeft overdragen aan een gekozen Bewindvoerder, mits de Gouverneur
de instemming heeftverkregen van alle Gouverneurs die de bij de overdracht betrokken
Bewindvoerder hebben gekozen.
Het besluit van een Gouverneur om niet deel te nemen aan de stemming voor de verkiezing
van Bewindvoerder heeft geen gevolgen voor de berekening van de meetellende stemmen
die worden uitgebracht ingevolge Afdeling A, Afdeling B, punt i, Afdeling B, punt
ii, of Afdeling B, punt iii, van deze Bijlage.