-
2 Het is wel te verstaan dat dit Verdrag ook van toepassing is op belastingen die op
grond van een EU-richtlijn, -verordening of -verdrag geacht worden een belasting naar
het inkomen, bestanddelen van het inkomen, naar het vermogen of bestanddelen van het
vermogen te zijn.
-
3 Indien Portugal een aan de Nederlandse vermogensbelasting soortgelijke belasting
invoert, dan zal de bevoegde Portugese autoriteit de bevoegde Nederlandse autoriteit
langs diplomatieke weg inlichten, teneinde met elkaar overleg te kunnen plegen om
overeenstemming te bereiken of en hoe het Verdrag zou kunnen worden uitgebreid met
een dergelijke belasting.
-
2 Een pensioenfonds dat als zodanig erkend is in een Verdragsluitende Staat en waarvan
het inkomen in het algemeen is vrijgesteld van belasting in die Staat, wordt beschouwd
als een inwoner van die Staat. Als een erkend pensioenfonds van een Verdragsluitende
Staat wordt aangemerkt elk pensioenfonds dat volgens wettelijke bepalingen van die
Staat erkend is en onder toezicht staat.
-
3 Inwoners van een Verdragsluitende Staat die voordeel genieten van een begunstigende
belastingheffing zijn niet gerechtigd tot de voordelen van Hoofdstuk III van dit Verdrag, in zoverre binnenlandse transacties vergelijkbaar met de transacties
waarvoor deze begunstigende belastingheffing van toepassing is, worden uitgesloten
van de begunstigende belastingheffing („ring fenced”).
-
4 Inwoners van een Verdragsluitende Staat die voordeel genieten van belastingmaatregelen
die schadelijk zijn in de zin van de EU-Code of Conduct for business taxation, overeengekomen
tijdens de Ecofin-bijeenkomst van 1 december 1997, zijn niet gerechtigd tot de voordelen
van Hoofdstuk III van dit Verdrag.
-
5 Belastingmaatregelen die betrekking hebben op het derde en vierde lid hierboven,
worden niet als schadelijk aangemerkt, indien zij worden aanvaard en in zoverre worden
goedgekeurd door de Europese Unie als een geschikte steun voor de economische ontwikkeling
van een speciaal gebied en niet de integriteit en samenhang van het wettelijke regime
van de Unie ondermijnen, daaronder begrepen de interne markt en gemeenschappelijke
gedragslijn.
Het is wel te verstaan dat rechten tot exploratie en exploitatie van natuurlijke rijkdommen
worden beschouwd als onroerende zaken die zijn gelegen in de Verdragsluitende Staat
op wiens zeebodem en ondergrond daarvan deze rechten betrekking hebben, alsmede dat
deze rechten geacht worden te behoren tot de activa van een vaste inrichting in die
Staat. Voorts is het wel te verstaan dat de hiervoor genoemde rechten ook omvatten
rechten op belangen bij, of de voordelen uit vermogensbestanddelen die voortvloeien
uit die exploratie of exploitatie.
De bepalingen van artikel 6 zijn ook van toepassing op inkomsten uit roerende zaken of inkomsten behaald met
diensten in verband met het gebruik of het recht van gebruik van de onroerende zaken,
in geval deze inkomsten, ingevolge de belastingwet van de Verdragsluitende Staat waarin
de betreffende zaak is gelegen, op één lijn worden gesteld met inkomsten uit onroerende
zaken.
Overeenkomstig artikel 7 mogen slechts die voordelen worden toegerekend aan een plaats van uitvoering van
een bouwwerk, constructie- of montagewerkzaamheden of het verlenen van diensten, zoals
bedoeld in artikel 5, derde lid, onderdeel b), die een vaste inrichting vormen, voorzover ze voortvloeien uit de werkelijke bouw-,
constructie- of montagewerkzaamheden of het eerdergenoemde verlenen van diensten.
Indien derhalve in samenhang met deze activiteiten of diensten of onafhankelijk daarvan,
machines of uitrusting worden geleverd door het hoofdkantoor of een andere vaste inrichting
van de onderneming of door derde personen, wordt de waarde van deze leveringen niet
toegerekend aan de voordelen van het bouwwerk, constructie- of montagewerkzaamheden
of het verlenen van diensten.
Behoudens artikel 12, vierde lid, worden vergoedingen voor technische diensten, waaronder begrepen studies of onderzoeken
van wetenschappelijke, geologische of technische aard, of voor diensten van raadgevende
of toezichthoudende aard, aangemerkt als vergoedingen waarop de bepalingen van artikel 7 of artikel 14 van toepassing zijn.
Voor de toepassing van artikel 8 omvatten voordelen verkregen uit de exploitatie in internationaal verkeer van schepen
en luchtvaartuigen mede voordelen behaald met de verhuur op basis van verhuur zonder
bemanning van schepen en luchtvaartuigen indien zij worden geëxploiteerd in het internationale
verkeer, indien deze voordelen voortvloeien uit de voordelen omschreven in artikel
8, eerste lid.
Het is wel te verstaan dat indien lichamen, die inwoner zijn van een van beide Verdragsluitende
Staten of van een derde Staat, zijn overeengekomen om gezamenlijk een bedrijf uit
te oefenen in de vorm van een consortium, de bepalingen van artikel 8, artikel 13, derde lid en artikel 23, derde lid, van toepassing zijn op dat gedeelte van de voordelen van het consortium uit de exploitatie
van luchtvaartuigen in internationaal verkeer en van het vermogen van dat consortium
dat overeenkomt met de deelname in dat consortium door het lichaam dat inwoner is
van een Verdragsluitende Staat.
Met betrekking tot artikel 9, eerste lid, is het wel te verstaan, dat de omstandigheid dat gelieerde ondernemingen overeenkomsten
hebben afgesloten, zoals „cost-sharing”-overeenkomsten of algemene dienstverleningsovereenkomsten,
voor of gebaseerd op de toerekening van de kosten van de leiding, de algemene beheerskosten,
de technische en zakelijke kosten, kosten voor onderzoek en ontwikkeling en andere
soortgelijke kosten, op zichzelf geen voorwaarde is als bedoeld in dat lid.
Het is wel te verstaan dat de bepalingen van het Verdrag niet zodanig mogen worden
uitgelegd dat zij de toepassing door een Verdragsluitende Staat van de bepalingen
inzake „thin capitalization” uit zijn nationale wetgeving in de weg staan, behalve
in die gevallen waarin de gelieerde ondernemingen kunnen laten zien dat de voorwaarden
die tussen die ondernemingen zijn overeengekomen of opgelegd, vanwege de speciale
kenmerken van hun activiteiten of hun specifieke economische omstandigheden, in overeenstemming
zijn met het „arms length” principe.
De uitdrukking „dividenden” wordt verstaan mede te omvatten inkomsten uit rechten
die aanspraak geven op een aandeel in de winst van een onderneming van een Verdragsluitende
Staat, in zoverre deze rechten niet afkomstig zijn van effectenbezit of van zelfstandige
of niet-zelfstandige arbeid.
Indien aan de bron een belasting is geheven die het belastingbedrag dat ingevolge
de bepalingen van artikel 10, 11 en 12 mag worden geheven te boven gaat, moeten verzoeken om teruggaaf van het daarboven
uitgaande belastingbedrag worden ingediend bij de bevoegde autoriteit van de Staat
die de belasting heeft geheven, binnen een tijdvak van drie jaar na afloop van het
kalenderjaar waarin de belasting is geheven.
Het is wel te verstaan dat in Nederland inkomsten die worden ontvangen in verband
met de (gedeeltelijke) liquidatie van een lichaam of een inkoop van eigen aandelen
door een lichaam worden behandeld als inkomsten uit aandelen en niet als vermogenswinsten.
Royalty's ontvangen als vergoeding voor het gebruik of het recht van gebruik van containers
in internationaal verkeer zijn slechts belastbaar in de Verdragsluitende Staat waarvan
de uiteindelijk gerechtigde inwoner is.
Het is wel te verstaan dat conselho de administração of conselho fiscal van een Portugees
lichaam en bestuurder of commissaris van een Nederlands lichaam betrekking heeft op
personen die als zodanig zijn benoemd door de algemene vergadering van aandeelhouders
of door enig ander bevoegd orgaan van dat lichaam, en die zijn belast met de algemene
leiding van het lichaam, onderscheidenlijk met het toezicht daarop.
Met betrekking tot artikel 18, tweede lid, onderdeel b), is het wel te verstaan dat de algemeen van toepassing zijnde belastingvrije som
die in Portugal kan worden afgetrokken van de belastinggrondslag over pensioen, of
andere soortgelijke beloning of lijfrente, op zich zelf niet een omstandigheid is
die tot gevolg heeft dat een pensioen of andere soortgelijke beloning of lijfrente
niet belast wordt tegen het algemeen van toepassing zijnde belastingtarief voor inkomsten
uit niet-zelfstandige arbeid, dan wel het brutobedrag van dat pensioen of andere soortgelijke
beloning of lijfrente voor minder dan 90 percent in de belastingheffing wordt betrokken.
Het is wel te verstaan dat voor de berekening van de vermindering vermeld in artikel 24, derde lid, de waarde van de in artikel 23, eerste lid, bedoelde vermogensbestanddelen wordt verminderd met de waarde van de schulden verzekerd
door hypotheek op dat vermogen en dat de waarde van de in artikel 23, tweede lid,
bedoelde vermogensbestanddelen wordt verminderd met de waarde van de tot de vaste
inrichting of het vaste middelpunt behorende schulden.