MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Directie Verdragen
DVE/VV-55013
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken biedt de Ambassade van Canada zijn complimenten
aan en heeft de eer te verwijzen naar de onderhandelingen die hebben plaatsgevonden
tussen Canada en het Koninkrijk der Nederlanden omtrent het sluiten van een Verdrag
inzake wederzijdse rechtshulp in strafzaken.
Deze Nota vormt de weergave van de overeenstemming die in het kader van bovengenoemde
onderhandelingen is bereikt.
-
1. Verdragen inzake wederzijdse rechtshulp in strafzaken, alsmede andere vormen van internationale
samenwerking in rechtszaken, hebben tot doel de belangen van een doeltreffende en
behoorlijke rechtsbedeling te dienen, de doelstellingen van het internationaal publiekrecht
te bevorderen en competentiegeschillen tussen de partijen bij dergelijke verdragen
te vermijden.
-
2. De Canadese en Nederlandse bevoegde autoriteiten komen overeen zoveel mogelijk samen
te werken ter voorkoming en regeling van competentiegeschillen, die zowel Canada als
Nederland aangaan, naar aanleiding van aanspraken van een derde Staat om zijn rechtsmacht
uit te oefenen op het grondgebied van één van beide landen ten aanzien van natuurlijke
personen of rechtspersonen die naar de mening van het andere land onder zijn rechtsmacht
vallen.
-
3. Daartoe plegen de Canadese en Nederlandse bevoegde autoriteiten overleg met elkander
teneinde een gezamenlijk standpunt te bepalen over de wijzen en de middelen om het
competentiegeschil met de betrokken derde Staat te vermijden of te beslechten, of
de gevolgen daarvan tot een minimum te beperken.
Deze Nota en de Nota van de Ambassade vormen een weergave van overeenstemming tussen
de twee regeringen welke van kracht zal worden op de datum waarop het Verdrag inzake
wederzijdse rechtshulp in werking treedt. Deze overeenstemming kan door beide partijen
schriftelijk, langs de diplomatieke kanalen worden beëindigd na een opzegtermijn van
zes maanden.
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken maakt van deze gelegenheid gebruik om de Ambassade
van Canada de hernieuwde verzekering van zijn zeer bijzondere hoogachting te geven.
's-Gravenhage, 1 mei 1991
Aan de Ambassade van Canada
te
's-Gravenhage