De Lid-Staten van de Raad van Europa die dit Protocol hebben ondertekend,
Gezien het bepaalde in het Europese Verdrag betreffende uitlevering, opengesteld voor ondertekening te Parijs op 13 december 1957 (hierna te noemen „het
Verdrag”) en in het bijzonder de artikelen 3 en 9 van dit Verdrag;
Overwegende dat het wenselijk is deze artikelen aan te vullen, ten einde de bescherming
van de mensheid en van individuele personen te verhogen,
Zijn als volgt overeengekomen: