U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Geraadpleegd op 25-12-2025. Geldend van 05-12-2025 t/m heden.
Beleidsregel van de Dienst Wegverkeer (RDW) inzake toepassing van regels van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur op de toetsing van erkenningen (Beleidsregel toetsing erkenningen aan de Wet Bibob)
De directie van de Dienst Wegverkeer,
Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;
Besluit:
1 De definities in artikel 1, eerste lid van de wet zijn van overeenkomstige toepassing op deze beleidsregel, voor zover niet anders gedefinieerd in deze beleidsregel.
2 In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
a. Minister: Minister van Infrastructuur en Waterstaat;
b. wet: Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur;
c. Bibob-toets: het onderzoek en de beoordeling door het bestuursorgaan en/of het Bureau of, en zo ja in hoeverre sprake is van de situatie als bedoeld in artikel 3, artikel 4 en artikel 9 van de wet.
d. RDW: de Dienst Wegverkeer, als bedoeld in de Wegenverkeerswet;
e. erkenning: basiserkenning of erkenning voor specifieke handelingen;
f. basiserkenning: basiserkenning als bedoeld in artikel 4aua, eerste lid van de Wegenverkeerswet;
g. erkenning voor specifieke handelingen: erkenning als bedoeld in artikel 4aud, eerste lid van de Wegenverkeerswet;
h. erkenninghouder: een natuurlijk persoon of rechtspersoon waaraan een basiserkenning in combinatie met een of meer erkenningen voor specifieke handelingen is verleend (als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel x van de Wegenverkeerswet).
i. betrokkene: de erkenninghouder dan wel de aanvrager van een erkenning.
1 De RDW kan uitvoering geven aan een Bibob-toets indien bij de aanvrager of erkenninghouder:
a. Sprake is van een nieuwe vestiging of van een inrichting van het bedrijf;
b. Sprake is van een overname van een erkenning of toetreding van een bestuurder tot het bedrijf;
c. Sprake is van de aanvraag van een extra erkenning door het bedrijf;
d. Een voorafgaande aanvraag door de aanvrager is ingetrokken na aankondiging of uitvoering van een Bibob-toets;
e. Een voorafgaande aanvraag na aankondiging of uitvoering van een Bibob-toets is geweigerd of buiten behandeling is gesteld;
f. Op basis van gegevens uit open en/of gesloten bronnen;
g. Op grond van:
– informatie die bij de RDW bekend is;
– informatie verkregen van het Bureau, zoals een tip als bedoeld in artikel 11a van de wet;
– informatie verkregen op grond van artikel 26 van de wet;
– overige signalen;
– gedragingen van de aanvrager of houder van een erkenning;
– betrokkenheid van de aanvrager of houder van een erkenning bij milieucriminaliteit, opiumwetfeiten, witwassen en/of mensenhandel.
2 De RDW kan voorts uitvoering geven aan een Bibob-toets indien sprake is van de volgende kenmerken van de aanvrager of houder van een erkenning of de omgeving waarbinnen hij zijn activiteiten verricht:
a. onduidelijke eigendom van in gebruik genomen panden, gronden en bedrijfsmiddelen;
b. samenwerking met bedrijven of personen met een vermoedelijk criminele achtergrond.
1 Nieuw ingediende aanvragen om een beschikking worden eerst aan de reguliere eisen getoetst.
2 Indien aan de reguliere eisen wordt voldaan en er bezwaren zijn, dan kan de RDW een Bibob-toets uitvoeren. Deze bezwaren kunnen betrekking hebben op de omstandigheden in de persoon van de aanvrager en/of met hem in verband te brengen personen zoals onder meer de personen die direct of indirect leiding geven en/of direct of indirect zeggenschap uitoefenen en/of direct of indirect vermogen verschaffen aan de betreffende activiteiten en/of onderneming of dat in het verleden hebben gedaan en/of over de organisatiestructuur en/of wijze van financiering.
3 Indien de Bibob-toets hiertoe aanleiding geeft, doet de RDW een verzoek om informatie bij de Justitiële Informatiedienst of de politie.
4 Indien de verkregen informatie niet de gewenste duidelijkheid verschaft om zelfstandig een beslissing te kunnen nemen, vraagt de RDW advies aan het Bureau als bedoeld in artikel 9 van de wet.
1 De Bibob-toets start met een eigen onderzoek door de RDW.
2 In het kader van het eigen onderzoek vult betrokkene het Bibob-vragenformulier volledig in en verstrekt de daarin verzochte gegevens en bescheiden aan de RDW binnen twee weken na dagtekening van het verzoek dit vragenformulier in te vullen.
3 Het onderzoek naar de mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet bestaat uit:
a. het beoordelen van de aanvraag tot het verlenen van een erkenning, dan wel het beoordelen van een reeds verleende erkenning en de daarbij overgelegde gegevens, mede aan de hand van de bij het bestuursorgaan bekende feiten en omstandigheden; en
b. het verzamelen, bewerken en analyseren van informatie die, al dan niet door middel van gegevens zoals vermeld in het Bibob-vragenformulier en bijbehorende bijlagen, is verstrekt door de betrokkene, alsmede van gegevens die zijn verkregen uit andere bronnen die het bestuursorgaan volgens de wet kan raadplegen.
4 De RDW kan naar aanleiding van de door de betrokkene verstrekte informatie nadere vragen stellen of stukken opvragen indien de RDW van oordeel is dat de reeds verstrekte informatie onvoldoende is om het Bibob-onderzoek volledig uit te kunnen voeren.
5 Indien het eigen onderzoek onvoldoende uitsluitsel geeft over de mate van gevaar zoals bedoeld in artikel 3 van de wet, kan ingevolge artikel 9 van de wet advies worden ingewonnen bij het Bureau.
6 Indien het advies van het Bureau aanleiding geeft tot aanvullende vragen, hervat de RDW het eigen onderzoek.
1 De RDW informeert betrokkene schriftelijk over een adviesaanvraag aan het Bureau.
Betrokkene wordt daarbij gewezen op de opschorting van de beslistermijn als bedoeld in artikel 15, tweede lid, van de wet.
2 In geval een advies van het Bureau leidt tot het voornemen om een gevraagde erkenning te weigeren, een eerder verleende erkenning in te trekken, of aan een aangevraagde of reeds verstrekte erkenning aanvullende voorschriften te verbinden, wordt aan betrokkene de mogelijkheid geboden om over een kopie van het adviesrapport te beschikken.
3 In aanvulling op het tweede lid wordt betrokkene door de RDW gewezen op zijn geheimhoudingsplicht als bedoeld in artikel 28 van de wet.
4 In het geval een derde wordt genoemd in het advies, dan wordt deze derde de mogelijkheid geboden om over een kopie van het onderdeel van het adviesrapport te beschikken, voor zover dit betrekking heeft op deze derde.
5 In aanvulling op het vierde lid wordt de betreffende derde door de RDW gewezen op zijn geheimhoudingsplicht als bedoeld in artikel 28 van de wet.
6 Zowel de betrokkene als de in het advies genoemde derde dienen gewezen te worden op het feit dat beiden, onafhankelijk van elkaar, op grond van artikel 33 van de wet, het recht hebben op het indienen van een zienswijze.
1 De RDW laat een aanvraag voor een erkenning buiten behandeling in geval van het niet of niet volledig invullen van het Bibob-vragenformulier dan wel het niet of niet verstrekken van de in het Bibob-vragenformulier verzochte gegevens en bescheiden, mits de betrokkene de gelegenheid heeft gehad dit gebrek te herstellen voor zover dat betrekking heeft op een relevante onderzoeksvraag die niet beantwoord kan worden.
2 De RDW trekt een reeds verleende erkenning in voor de periode van maximaal een jaar, in geval van het niet of niet volledig invullen van het Bibob-vragenformulier dan wel het niet of niet verstrekken van de in het Bibob-vragenformulier verzochte gegevens en bescheiden, mits de betrokkene de gelegenheid heeft gehad dit gebrek te herstellen voor zover dat betrekking heeft op een relevante onderzoeksvraag die niet beantwoord kan worden. Deze intrekking wordt opgeheven indien en zodra de benodigde informatie alsnog wordt aangeleverd.
3 De RDW weigert de aanvraag of trekt de erkenning in indien de aanvrager of erkenninghouder de informatie niet overeenkomstig de volledige waarheid verschaft voor zover deze (ontbrekende) gegevens kunnen worden betrokken bij de gevaarsbeoordeling.
Onder de in artikel 1, onderdeel f, genoemde gegevens uit gesloten of open bronnen wordt onder meer verstaan:
a. berichten uit de media omtrent betrokkenheid bij criminaliteit;
b. een strafblad;
c. een strafrechtelijk onderzoek door het openbaar ministerie;
d. de aanvaarding van een schikking of transactie;
e. de aard van de gegevens uit formele aanvraagformulieren;
f. informatie van opsporingsambtenaren, openbaar ministerie en toezichthouders van andere nationale dan wel internationale overheden
g. onjuiste of onduidelijke gegevens uit de registers bij de Kamer van Koophandel;
h. schikkingen, boetes en sepots in zaken waarbij toezichthouders van de Minister betrokken zijn geweest;
i. opgelegde bestuursrechtelijke maatregelen in de laatste twee jaar afkomstig van andere bestuurs- c.q. opsporingsorganen, eventueel door tussenkomst van het Bureau;
j. delicten blijkend uit handhavingsdocumenten;
k. gebleken faillissementen in het verleden;
l. gebleken ongebruikelijke wijze van financieren;
m. ondoorzichtige bedrijfsconstructies of eigendom van inactieve rechtspersonen;
n. verplichte bedrijfsdocumenten die gemanipuleerd of verouderd zijn; of
o. veelvuldige personeels- en bestuurswisselingen.
1 De conclusie van het Bibob-onderzoek heeft de volgende resultaten:
a. de erkenning wordt verleend of in stand gelaten;
b. er worden voorschriften verbonden aan de erkenningen die erop gericht zijn de mate van gevaar weg te nemen of te beperken;
c. de aanvraag voor een erkenning of een reeds verleende erkenning wordt ingetrokken.
2 Ernstig gevaar wordt in ieder geval aangenomen indien sprake is van milieucriminaliteit, opiumwetfeiten witwassen en/of mensenhandel.
3 In het geval een transactie in de zin van artikel 74 van het Wetboek van Strafrecht is aangegaan of een vaststellingsovereenkomst in de zin van artikel 7:900 BW met een overheidslichaam is gesloten, kan daarin aanleiding worden gezien om de onderliggende feiten anders te wegen dan wanneer die transactie of vaststellingsovereenkomst niet zou bestaan.
4 De RDW kan in bijzondere omstandigheden van deze beleidsregel afwijken, met name wanneer deze beleidsregel in die bijzondere omstandigheid niet voorziet, voor zover dit, gelet op het achterhalen, voorkomen of tegengaan van misbruik van een erkenning niet zal leiden tot onevenredigheid.
Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel toetsing erkenningen aan de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Bibob) door de Dienst Wegverkeer.
De directie van de RDW,
J. Woudstra
Algemeen Directeur
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Beleidsregel toetsing erkenningen aan de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Bibob) door de Dienst Wegverkeer", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.