Vruchtwisseling – ook wel gewasrotatie genoemd – is een methode die in de landbouw
wordt gebruikt om de bodemgesteldheid van de grond te verbeteren en ziekten in de
grond te voorkomen. Deze methode heeft als doel om na ommekomst van de vruchtwisseling
de eigen teelt te voorzien van een optimale voedingsbodem. Vruchtwisseling past een
agrarisch ondernemer toe op zijn eigen percelen, maar wordt ook veel toegepast in
samenwerking met andere agrarische ondernemers. De agrarische ondernemer ‘geeft’ dan
(een deel) van zijn percelen tijdelijk uit gebruik in het kader van vruchtwisseling.
Uitgangspunt is dat de landbouwvrijstelling van artikel 3.12 Wet IB 2001 niet van toepassing is op grond die uit gebruik is gegeven. De landbouwvrijstelling
is alleen van toepassing op de veranderingen van de WEVAB die zijn ontstaan gedurende
de periode dat de grond ten behoeve van het eigen landbouwbedrijf wordt gebruikt.2
Hierop is in de jurisprudentie een uitzondering gemaakt voor uit gebruik gegeven grond
als dit in het belang is van het bedrijf en onderdeel uitmaakt van het schema van
vruchtwisseling.3
Onder de hierna te noemen voorwaarden is de landbouwvrijstelling van toepassing op
uit gebruik gegeven gronden.
-
1. Er sprake is van een onderhandse overeenkomst tussen de gebruiker en terbeschikkingsteller
die is afgesloten voorafgaand aan of op het moment van uit gebruik geven van de grond,
waarbij ook wordt voldaan aan de voorwaarden 2 tot en met 5 hierna.
-
2. Vanuit het perspectief van de terbeschikkingsteller mag de periode van uit gebruik
geven niet langer zijn dan één teelt.
-
3. Het uit gebruik geven van de grond is noodzakelijk voor de bodemgesteldheid en de
verbetering van de grond met als doel de kwaliteit van de daarop door de terbeschikkingsteller
van de grond te telen gewassen in stand te houden of te verbeteren.
-
4. De vruchtwisseling moet ten goede komen aan de teelt van het soort gewas dat werd
geteeld direct voorafgaand aan het uit gebruik geven van de grond. Na ommekomst van
het uit gebruik geven van de grond, moet datzelfde soort gewas als het soort gewas
dat direct voorafgaand aan het uit gebruik geven van de grond werd geteeld, weer op
die grond worden geteeld.
-
5. De grond dient na de strikt noodzakelijke termijn van het uit gebruik geven weer voor
de teelt in het eigen landbouwbedrijf in gebruik te worden genomen.
Is van bovenstaande voorwaarden geen sprake, dan is op de uit gebruik gegeven grond
de landbouwvrijstelling niet van toepassing gedurende de periode dat de grond uit
gebruik is gegeven. De landbouwvrijstelling is evenmin van toepassing als dezelfde
grond jaarlijks aan wisselende gebruikers wordt afgestaan.4
Dit kan anders zijn als een van de volgende drie uitzonderingen (a tot en met c) van
toepassing is.
Uitzonderingen
-
a. Van de hiervoor onder 2 opgenomen voorwaarde is uitgezonderd de situatie dat de teeltduur
van het door de gebruiker in het kader van vruchtwisseling geteelde gewas langer is
dan één jaar.
-
b. Een uitzondering op de hiervoor onder 2, 4 en 5 opgenomen voorwaarden geldt voor de
teelt van bijvoorbeeld (bepaalde) bolgewassen, waarbij na één teelt de grond gedurende
een langere periode niet voor de teelt van deze gewassen kan worden gebruikt. De termijn
van uit gebruik geven in dergelijke gevallen mag niet langer zijn dan strikt noodzakelijk
voor de teelt van het gewas in de eigen landbouwonderneming.
-
c. Het is mogelijk dat een akkerbouwer jaarlijks meerdere gewassen teelt met dezelfde
gronduitputtende eigenschappen. In afwijking van de onder 4 opgenomen voorwaarde acht
ik het in dat geval niet bezwaarlijk dat een van die andere gewassen met dezelfde
eigenschappen op het betreffende perceel na de noodzakelijke vruchtwisseling wordt
geteeld.
Aannemelijk maken van de noodzaak
De terbeschikkingsteller dient de noodzaak van het uit gebruik geven van de grond
of de toepassing van een uitzondering aannemelijk te maken. Dat kan bijvoorbeeld door
middel van (vak)studies met betrekking tot de termijn van het uit gebruik geven die
noodzakelijk is voor de teelt in de eigen landbouwonderneming. De inspecteur neemt
alle feiten van het geval in ogenschouw en beoordeelt in alle redelijkheid of de landbouwvrijstelling
op de uit gebruik gegeven grond van toepassing is.
Derogatie
Het uit gebruik geven van grond in het kader van derogatie wordt niet als vruchtwisseling
beschouwd, ook niet wanneer de mogelijkheid bestaat om op deze grond eigen mest uit
te rijden. Dit geldt zowel voor één jaar, als voor een langere periode.
Werkafspraak 31 mei 2014
De Belastingdienst heeft op 31 mei 2014 met de sector een werkafspraak gemaakt over
de toepassing van de landbouwvrijstelling bij vruchtwisseling. Deze werkafspraak vervalt
met ingang van de datum van publicatie van dit besluit. Voor aantoonbare bestaande
(vaststellings)overeenkomsten geldt het volgende:
-
• overeenkomsten met een einddatum tot en met twee jaar na de datum van publicatie van
dit besluit blijven ongemoeid;
-
• overeenkomsten met een einddatum later dan twee jaar na de datum van publicatie van
dit besluit dan wel zonder einddatum, moeten binnen twee jaar na de datum van publicatie
van dit besluit worden aangepast conform het nieuwe beleid.
Voor overeenkomsten aangegaan na de datum van publicatie van dit besluit geldt het
nieuwe beleid.
Voorbeelden
Bij de voorbeelden 1 tot en met 4 hierna wordt ervan uitgegaan steeds te zijn voldaan
aan de hiervoor opgenomen voorwaarde 1 dat sprake is van een onderhandse overeenkomst
tussen de gebruiker en terbeschikkingsteller.
Voorbeeld 1
Agrariër X verhuurt een perceel grond na het eigen gebruik voor de teelt van kool
aan agrariër Y voor de teelt van spinazie. Na de oogst van de spinazie komt het perceel
weer in eigen gebruik voor de teelt van kool.
Vraag
Is de landbouwvrijstelling van toepassing?
Antwoord
Als het uit gebruik geven van de grond voor de teelt van spinazie niet langer is dan
één teelt en ook overigens niet is gebleken dat de grond om andere redenen uit gebruik
is gegeven, dan is dit een indicatie dat het uit gebruik geven van de grond heeft
plaatsgevonden in het kader van grondverbetering voor de kolenteelt. De landbouwvrijstelling
is van toepassing.
Voorbeeld 2
Agrariër X teelt uitsluitend bollen. In jaar 1 heeft hij zijn land zelf in gebruik,
waarna hij het perceel 5 jaar aan agrariër Z, een veehouder, verhuurt. Agrariër Z
gebruikt het perceel als grasland voor zijn vee. In jaar 7 neemt agrariër X het perceel
zelf weer in gebruik voor de teelt van bollen.
Vraag
Is de landbouwvrijstelling van toepassing?
Antwoord
De landbouwvrijstelling kan van toepassing zijn. Dit is afhankelijk van het antwoord
op de vraag of de termijn van het uit gebruik geven van de grond niet langer is dan
nodig voor de teelt van bollen in de eigen landbouwonderneming. In dat geval kan de
uitzondering onder b van toepassing zijn.
Voorbeeld 3
Agrariër X verhuurt/geeft uit gebruik in 2024 een hectare cultuurgrond aan (stel)
agrariër Z voor de teelt van bollen. Deze zijn in juli 2024 gerooid en daarmee is
de verhuur van het perceel beëindigd. In 2025 verhuurt agrariër X dezelfde hectare
aan agrariër Y voor de teelt van aardappelen. Vanaf de beëindiging van de verhuur
tot aan de verhuur van de grond aan agrariër Y vindt geen teelt plaats van hetzelfde
soort gewas dat werd geteeld voorafgaand aan het uit gebruik geven van de grond. Van
2026 tot en met 2030 blijft de hectare cultuurgrond in gebruik bij agrariër X. Daarna
herhaalt deze cyclus zich. Agrariër Y verhuurt in 2025 twee hectaren grond aan agrariër
X.
Vraag
Is de landbouwvrijstelling van toepassing?
Antwoord
Agrariër X voldoet niet aan hiervoor opgenomen voorwaarden 4 en 5. Na ommekomst van
het uit gebruik geven aan agrariër Z voor de teelt van bollen is door agrariër X niet
hetzelfde soort gewas weer op die grond geteeld, maar is de grond verhuurd aan agrariër
Y. Dat de grond agrariër X ter beschikking stond en niet aansluitend is verhuurd doet
daar verder niet aan af. In dit geval heeft de verhuur door agrariër X aan de agrariër
Z voor de bollenteelt en agrariër Y niet in het kader van grondverbetering plaatsgevonden.
In deze situatie is voor agrariër X de landbouwvrijstelling niet van toepassing, tenzij
uitzondering a of b van toepassing is.
Voor agrariër Y is de landbouwvrijstelling in beginsel niet van toepassing voor de
aan X verhuurde grond. Dit is anders als de verhuur in het kader van grondverbetering
heeft plaatsgevonden, mits ook aan de overige voorwaarden wordt voldaan.
Voorbeeld 4
Agrariër X verhuurt in oktober 2023 tien hectare cultuurgrond aan agrariër Z voor
de teelt van bollen. De bollen worden gerooid begin juli 2024. Aansluitend wordt hetzelfde
perceel verhuurd aan agrariër Y voor de teelt van sla. Eind september wordt de sla
geoogst en in oktober 2024 eindigt de verhuur en komt de grond weer ter beschikking
van agrariër X. Agrariër X gebruikt het perceel in het eigen landbouwbedrijf. Per
saldo is het perceel één jaar verhuurd. De volgende vijf jaren blijft de grond in
gebruik bij X en dan herhaalt de cyclus zich. Voor het gewas dat agrariër X zelf teelt
op de in het kader van vruchtwisseling uit gebruik gegeven grond is één teelt voldoende
voor het herstel van de grond naar optimale conditie. Agrariër X teelt nooit bollen
of sla.
Vraag
Is de landbouwvrijstelling van toepassing?
Antwoord
Na het rooien van de bollen in juli 2024 wordt de grond aansluitend verhuurd voor
de teelt van sla. Aangezien in dit voorbeeld één teelt voldoende is, wordt in dit
geval na het rooien van de bollen niet voldaan aan de hiervoor opgenomen voorwaarden
4 en 5. Op grond van voorwaarde 4 moet hetzelfde soort gewas worden geteeld dat werd
geteeld direct voorafgaand aan het uit gebruik geven van de grond, dat is in dit voorbeeld
niet het geval. Aan voorwaarde 5 wordt evenmin voldaan omdat de grond niet direct
na de strikt noodzakelijke termijn van het uit gebruik geven weer voor de teelt in
het eigen landbouwbedrijf wordt gebruik. Daarbij komt dat het uit gebruik geven van
de grond voor de teelt van sla, een volgende teelt betreft, en dat is niet in overeenstemming
met voorwaarde 2. De landbouwvrijstelling is niet van toepassing.