Regeling specifieke uitkering isolatieopgave Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie

[Regeling vervalt per 01-01-2030.]
Geraadpleegd op 25-12-2025.
Geldend van 01-11-2025 t/m heden.

Regeling van de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van 30 oktober 2025, nr. 2025-0000533393, houdende regels met betrekking tot het verstrekken van een specifieke uitkering ten behoeve van de uitvoering van de isolatieopgave binnen de regionale structuur van het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie (Regeling specifieke uitkering isolatieopgave Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie) [KetenID WGK 28282]

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • accounthouder: aan de regio gekoppelde contactpersoon van het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie;

  • budgethouder: gemeente, provincie of omgevingsdienst waarvoor in een in de bijlage opgenomen regio is bepaald dat deze optreedt als budgethouder;

  • isolatieopgave: zorg voor het isoleren van gebouwen, met een focus op activiteiten die worden uitgevoerd met behulp van middelen die door gemeenten in de regio zijn verkregen op grond van de Regeling specifieke uitkering Lokale Aanpak Isolatie;

  • minister: Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening;

  • NPLW: Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie;

  • regio: regio, genoemd in de bijlage;

  • regiocoördinator: door de budgethouder binnen de regio aangewezen regiocoördinator voor de isolatieopgave.

Artikel 2. Activiteiten waarvoor een uitkering kan worden verstrekt

  • 1 De minister kan op aanvraag een specifieke uitkering verstrekken aan een budgethouder voor activiteiten die ondersteuning bieden bij het uitvoeren van de isolatieopgave in de desbetreffende regio.

  • 2 De activiteiten, bedoeld in het eerste lid, omvatten in elk geval het:

    • a. aanstellen of aannemen van een regiocoördinator, tenzij deze reeds is aangesteld of aangenomen; en

    • b. organiseren of inhuren van expertise voor of op andere wijze ondersteunen van de isolatieopgave in de regio.

  • 3 Tevens kunnen de activiteiten, bedoeld in het eerste lid, omvatten het:

    • a. organiseren van een regionaal afstemmingsoverleg of zorgen dat bestaande overleggen die zich hiervoor lenen worden voortgezet; of

    • b. op regionaal niveau naar behoefte leggen van een verbinding met andere bovenlokale opgaven die gerelateerd zijn aan de isolatieopgave.

Artikel 3. Verantwoordelijkheid regiocoördinator

  • 1 De regiocoördinator is verantwoordelijk voor het naar behoefte van de regio faciliteren van de activiteiten, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel b en artikel 2, derde lid.

  • 2 De regiocoördinator is verantwoordelijk voor het:

    • a. zijn van aanspreekpunt voor accounthouders van het NPLW;

    • b. leveren van voortgangsinformatie aan het NPLW;

    • c. verspreiden van kennis en het ontvangen van informatie van het NPLW; en

    • d. deelnemen aan bijeenkomsten voor het netwerk van regiocoördinatoren en het doorgeven van signalen en lessen aan de accounthouders van het NPLW.

Artikel 4. Hoogte van de specifieke uitkering en herverdeling

  • 1 De minister kan een specifieke uitkering verstrekken ter hoogte van het voor de desbetreffende regio in de laatste kolom in de bijlage opgenomen bedrag.

  • 2 De minister verdeelt het totaalbedrag dat niet is aangevraagd gedurende het in artikel 5, eerste lid, bedoelde aanvraagtijdvak over de budgethouders die wel een aanvraag hebben gedaan, naar rato van de bij de desbetreffende budgethouders opgenomen bedragen in de vierde en zesde kolom van de bijlage.

Artikel 5. Aanvraag en beslistermijn

  • 1 Een aanvraag voor een specifieke uitkering kan worden ingediend door de budgethouder met ingang van 3 november 2025 tot en met 17 november 2025.

  • 2 Een aanvraag bevat ten minste:

    • a. een vermelding van de regio waar de aanvraag voor wordt gedaan;

    • b. een omschrijving van de wijze waarop de budgethouder bepaald is binnen de regio; en

    • c. het bankrekeningnummer waarop de specifieke uitkering dient te worden gestort, inclusief een bewijs dat de bankrekening op naam van de aanvrager staat.

  • 3 Een aanvraag wordt ingediend bij de minister via een formulier dat beschikbaar wordt gesteld op de website van het NPLW.

  • 4 De minister neemt binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag een besluit over de verstrekking van een specifieke uitkering.

Artikel 6. In aanmerking komende kosten

Kosten voor levering van goederen of diensten door derden komen uitsluitend in aanmerking als deze transparant, niet discriminerend en marktconform zijn bepaald.

Artikel 7. Weigeringsgrond

Een aanvraag voor een specifieke uitkering kan worden afgewezen, indien de aanvraag onvoldoende gedragen wordt binnen de regio waarvoor de aanvraag is ingediend.

Artikel 8. Verplichtingen ontvanger specifieke uitkering

  • 1 De ontvanger van de specifieke uitkering:

    • a. rondt de activiteiten, bedoeld in artikel 2, eerste lid, af voor 1 januari 2029; en

    • b. verschaft op verzoek informatie ten behoeve van door de minister ingestelde onderzoeken die erop zijn gericht informatie te verkrijgen over de doelmatigheid en doeltreffendheid van het NPLW en de regionale structuur.

  • 2 Indien de uitvoering van de activiteiten voor 1 januari 2029, buiten de schuld van de ontvanger van de specifieke uitkering niet mogelijk is, kan de minister die termijn op schriftelijk en gemotiveerd verzoek van de ontvanger eenmaal met ten hoogste een jaar verlengen.

Artikel 9. Bestemming niet-gebruikte middelen

  • 1 De minister kan het restant van een specifieke uitkering terugvorderen als de specifieke uitkering niet of niet geheel is besteed voor 1 januari 2029.

  • 2 In afwijking van het eerste lid kan de minister, indien sprake is van een verlenging van de termijn voor de uitvoering van de activiteiten als bedoeld in artikel 8, tweede lid, het restant van een specifieke uitkering terugvorderen als de specifieke uitkering niet of niet geheel is besteed voor 1 januari 2030.

Artikel 10. Verantwoording en terugvordering

  • 2 De minister stelt de specifieke uitkering vast nadat de budgethouder, op de in het eerste lid bedoelde wijze, de verantwoordingsinformatie aan de minister heeft verstrekt. Indien de uiterste datum voor het afronden van de activiteiten, bedoeld in artikel 2, is verstreken en de budgethouder geen verantwoordingsinformatie heeft verstrekt, stelt de minister de specifieke uitkering vast aan de hand van de eerstvolgende verantwoordingsinformatie.

  • 3 Als uit de verantwoordingsinformatie blijkt dat de specifieke uitkering niet of niet volledig is besteed aan de activiteiten waarvoor deze is verstrekt, of onrechtmatig is besteed, kan de uitkering ter hoogte van het niet of onrechtmatig bestede deel door de minister worden teruggevorderd. De minister doet binnen een jaar na ontvangst van de verantwoordingsinformatie mededeling over de terugvordering aan de ontvanger van de specifieke uitkering.

Artikel 11. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2030, met dien verstande dat deze regeling van toepassing blijft op specifieke uitkeringen die op grond van deze regeling vóór laatstgenoemde datum zijn verstrekt.

Artikel 12. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling specifieke uitkering isolatieopgave Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,

M.C.G. Keijzer

Bijlage I. Verdeling middelen

Bijlage bij artikel 4

Regio

Basisbedrag

% aantal gemeenten in regio

Bedrag naar verdeling gemeenten

% LAI tov totaal koop

Bedrag naar verdeling LAI tov totaal koop

Totaalbedrag

Achterhoek

50.000

0,023

40.725,15

0,031

162.745,67

253.470,81

Alblasserwaard

50.000

0,006

10.181,29

0,005

23.525,26

83.706,55

Amersfoort

50.000

0,020

35.634,50

0,014

75.560,68

161.195,18

Arnhem Nijmegen

50.000

0,047

81.450,29

0,040

210.972,27

342.422,56

Cleantech Regio

50.000

0,020

35.634,50

0,022

116.870,44

202.504,94

Drechtsteden

50.000

0,020

35.634,50

0,018

94.574,88

180.209,38

Drenthe

50.000

0,035

61.087,72

0,048

252.437,95

363.525,67

Flevoland

50.000

0,018

30.543,86

0,011

59.251,15

139.795,01

Foodvalley

50.000

0,023

40.725,15

0,018

94.011,83

184.736,98

Fruitdelta Rivierenland

50.000

0,023

40.725,15

0,023

118.505,33

209.230,48

Fryslân

50.000

0,053

91.631,58

0,083

435.660,63

577.292,21

Goeree-Overflakkee

50.000

0,003

5.090,64

0,003

14.974,75

70.065,39

Groningen

50.000

0,029

50.906,43

0,054

280.167,51

381.073,94

Hart van Brabant

50.000

0,026

45.815,79

0,024

124.760,83

220.576,62

Hoeksche Waard

50.000

0,003

5.090,64

0,003

14.053,20

69.143,84

Holland Rijnland

50.000

0,038

66.178,36

0,025

128.785,73

244.964,09

Metropoolregio Eindhoven

50.000

0,061

106.903,51

0,057

295.996,17

452.899,68

Midden-Holland

50.000

0,015

25.453,22

0,011

58.190,55

133.643,77

Noord- en Midden-Limburg

50.000

0,044

76.359,65

0,053

278.364,84

404.724,48

Noord-Holland Noord

50.000

0,050

86.540,94

0,051

266.349,65

402.890,59

Noord-Holland Zuid

50.000

0,079

137.447,37

0,054

280.342,71

467.790,08

Noordoost Brabant

50.000

0,029

50.906,43

0,026

137.278,50

238.184,93

Noord-Veluwe

50.000

0,020

35.634,50

0,020

105.805,88

191.440,38

Rotterdam-Den Haag

50.000

0,061

106.903,51

0,035

180.886,57

337.790,08

Twente

50.000

0,041

71.269,01

0,050

262.755,17

384.024,18

U16

50.000

0,047

81.450,29

0,029

153.423,80

284.874,09

West-Brabant

50.000

0,047

81.450,29

0,049

253.766,58

385.216,87

West-Overijssel

50.000

0,032

55.997,08

0,034

178.853,86

284.850,93

Zeeland

50.000

0,038

66.178,36

0,048

251.781,43

367.959,80

Zuid-Limburg

50.000

0,047

81.450,29

0,060

312.346,18

443.796,47