Hoofdstuk 2. Voorwaarden voor erkenning
-
a. Om voor erkenning in aanmerking te komen, dienen een opleiding en deskundigheidsbevorderingssysteem
te voldoen aan de door het College vastgestelde standaarden, zoals vastgelegd in bijlage 1 van dit beleidskader, en daartoe te zijn gevisiteerd door een onafhankelijke visitatiecommissie
conform de vereisten van dit beleidskader.
-
b. Het deskundigheidsgebied waar de visitatie en erkenning op ziet, dient te zijn genormeerd
en te zijn opengesteld voor registratie in het NRGD of binnen afzienbare tijd opengesteld
te worden.
-
c. Hernieuwing van de erkenning vindt plaats op grond van het dan geldende beleidskader.
Toelichting
Het College heeft in 2017 beleid vastgesteld om een forensische opleiding te kunnen
erkennen. Op basis daarvan heeft het College de pro Justitia opleiding van het NIFP
erkend. Het College heeft in dit beleidskader de voorwaarden voor hernieuwing van
een erkenning verder uitgewerkt. In de praktijk bleek ook behoefte te bestaan aan
de erkenning van een deskundigheidsbevorderingssysteem, opdat de herregistratie in
het NRGD ook onder het bereik van de erkenning kan vallen. Daarom voorziet dit beleidskader
in de mogelijkheid om niet alleen een opleiding tot gerechtelijk deskundige maar ook
een deskundigheidsbevorderingssysteem te visiteren en erkennen. Te denken valt aan
de opleiding tot tekenbevoegd forensisch deskundige met hercertificering van het NFI
of het opleidings- en deskundigheidsbevorderingsprogramma van de STAB.
Om de kwaliteit van het register te waarborgen zullen de opleiding en het deskundigheidsbevorderingssysteem
ertoe moeten leiden dat de deskundige (blijvend) aan de kwaliteitseisen van het NRGD
voldoet. Deze kwaliteitseisen zijn dan ook het uitgangspunt voor de erkenning en als
dusdanig verankerd in de standaarden waaraan de visitatiecommissie dient te toetsen
(zie bijlage 1).
Het deskundigheidsgebied waar de visitatie en erkenning op ziet, dient genormeerd
te zijn en opengesteld te zijn voor registratie in het NRGD of binnen afzienbare tijd
opengesteld te worden. Dit betekent concreet dat het College een beoordelingskader
moet hebben vastgesteld voor het deskundigheidsgebied dat onder het bereik van de
erkenning moet vallen. Het deskundigheidsgebied zal ook feitelijk moeten zijn opengesteld
voor registratie, opdat alle op dat gebied werkzame deskundigen de mogelijkheid hebben
om een aanvraag om registratie te doen.
Het beleidskader betreft een dynamisch document dat het College aan de hand van de
ervaringen in de praktijk waar nodig kan bijstellen. In geval van hernieuwing van
de erkenning is het dan geldende beleidskader het uitgangspunt voor de visitatie en
erkenning.
Hoofdstuk 3. Erkenningsprocedure
Artikel 3:1. Verzoek om erkenning
Een instantie verzoekt het College om erkenning van een opleiding of een opleiding
en een deskundigheidsbevorderingssysteem.
Toelichting
Het initiatief om een opleiding en deskundigheidsbevorderingssysteem te laten erkennen
ligt bij de instantie. Dit is op vrijwillige basis. De instantie kan verzoeken om
erkenning van een opleiding tot gerechtelijk deskundige óf een opleiding en deskundigheidsbevorderingssysteem
op basis waarvan de instantie de kennis en vaardigheden van nieuw op te leiden en
ervaren deskundigen borgt. Wanneer het College overgaat tot erkenning zijn daar wel
verplichtingen aan verbonden, voor zowel de instantie als het College. Die verplichtingen
zullen worden neergelegd in een overeenkomst.
Artikel 3:2. Buiten behandeling laten verzoek
Het College kan een verzoek om erkenning in ieder geval buiten behandeling of deels
buiten behandeling laten indien de verstrekte gegevens en stukken onvoldoende zijn
voor de beoordeling van het verzoek om erkenning, mits de instantie in de gelegenheid
is gesteld om de gegevens en stukken binnen een door het College gestelde termijn
aan te vullen.
Artikel 3:3. Afwijzing verzoek om erkenning
Het College wijst een verzoek om erkenning af indien niet aan de in artikel 2:1 genoemde voorwaarden is voldaan.
Toelichting
Om voor erkenning in aanmerking te komen zullen de opleiding en het deskundigheidsbevorderingssysteem
moeten voldoen aan de standaarden die het College heeft vastgesteld (zie bijlage 1 van dit beleidskader). Er vindt een visitatie plaats om dat te kunnen beoordelen.
De kosten van de visitatie komen voor rekening van de instantie (zie artikel 4:9). Om te voorkomen dat een instantie onnodig kosten maakt, zal eerst met de instantie
worden besproken welke stappen eventueel nodig zijn om de visitatie in gang te kunnen
zetten.
Wanneer met een opleiding en een deskundigheidsbevorderingssysteem meerdere deskundigheidsgebieden
worden bediend en de vakinhoudelijke delen van een specifiek deskundigheidsgebied
niet aan de standaarden blijken te voldoen, kan het College het verzoek om erkenning
deels – dat wil zeggen specifiek voor dat deskundigheidsgebied – afwijzen en voor
de overige gebieden toewijzen.
Artikel 3:4. Voorwaardelijke erkenning
-
a. Het College kan een opleiding en een deskundigheidssysteem erkennen onder de voorwaarde
dat de instantie de tekortkomingen wegneemt binnen een door het College nader te bepalen
termijn.
-
b. De termijn van een voorwaardelijke erkenning wordt op ten hoogste twee jaar gesteld.
Toelichting
Om voor erkenning in aanmerking te komen zullen de opleiding en het deskundigheidssysteem
moeten voldoen aan de standaarden die het College heeft vastgesteld. In bijlage 1 van dit beleidskader is vastgelegd welke standaarden voldoende moeten zijn en welke
standaarden een voldoende onder voorwaarde kunnen krijgen. In dat laatste geval kan
het College een voorwaardelijke erkenning verlenen. Het College gaat hier terughoudend
mee om. Bij het College moet in ieder geval de gerechtvaardigde verwachting bestaan
dat de instantie de tekortkomingen binnen de gestelde termijn kan wegnemen.
Artikel 3:5. Fasering erkenning
Het College kan de gevolgen van een erkenning gefaseerd laten ingaan.
Toelichting
Het gefaseerd laten ingaan van de gevolgen van een erkenning zal aan de orde zijn
wanneer het College naast een opleiding tot gerechtelijk deskundige ook een deskundigheidsbevorderingssysteem
erkent.
Erkenning opleiding
Bij erkenning van een opleiding tot gerechtelijk deskundige vervalt de inhoudelijke
toetsing van het NRGD voor pasopgeleide deskundigen die de opleiding met goed gevolg
hebben afgerond. De inhoudelijke toets vindt dan alleen nog bij de instantie plaats,
met een gecommitteerde van het College in de toetsingscommissie. Pasopgeleide deskundigen
kunnen dan op basis van uitsluitend een administratieve toets voorwaardelijk, dat
wil zeggen voor twee jaar, in het NRGD worden geregistreerd. Na die twee jaar, en
vervolgens elke vijf jaar, volgt een inhoudelijke toets voor herregistratie van de
deskundige in het NRGD. Deze toets zal het NRGD wel weer zelf doen.
Erkenning opleiding en deskundigheidsbevorderingssysteem
Wanneer het College naast een opleiding ook een deskundigheidsbevorderingssysteem
erkent, zal het College de gevolgen van de erkenning fasegewijs laten ingaan. Bij
de initiële erkenning zal de inhoudelijke toetsing van het NRGD als eerste voor de
pasopgeleide gerechtelijk deskundigen komen te vervallen. Na twee jaar volgt er dan
een hervisitatie van de opleiding en het deskundigheidsbevorderingssysteem. Wanneer
het College bij positief resultaat van de hervisitatie de erkenning voor vijf jaar
verlengt, zal de inhoudelijke toetsing van het NRGD voor de groep onvoorwaardelijke
geregistreerde deskundigen komen te vervallen. De inhoudelijke toets vindt dan ook
voor deze groep alleen nog bij de instantie plaats, met een gecommitteerde van het
College in de toetsingscommissie.
Het NRGD zal de inhoudelijke toetsing van voorwaardelijk geregistreerde deskundigen
vooralsnog wel zelf blijven doen. Daarbij gaat het om pasopgeleide deskundigen met
een beleidsmatige voorwaardelijke registratie van twee jaar of deskundigen met een
maatwerkregistratie van twee jaar.
Wanneer een erkenning wordt uitgebreid met een nieuw deskundigheidsgebied, zal ook
voor het nieuw toegevoegde gebied gelden dat de gevolgen van de erkenning fasegewijs
zullen ingaan. Dat wil zeggen dat de inhoudelijke toetsing door het NRGD als eerste
voor de pasopgeleide deskundigen komt te vervallen en bij positief resultaat van de
hervisitatie na twee jaar voor de deskundigen die onvoorwaardelijk in het NRGD geregistreerd
zijn. Het NRGD toetst de deskundigen dus altijd één keer volledig zelf. De pasopgeleide
deskundigen als zij na twee jaar op moeten voor herregistratie en de ervaren deskundigen
bij de aanvraag om een initiële registratie. Het College houdt zo in de volle breedte
zicht op de kwaliteit van de in het NRGD geregistreerde deskundigen.
Artikel 3:6. Duur erkenning
-
a. Een initiële erkenning geldt voor een periode van twee jaar, rekenend vanaf de ingangsdatum
van de erkenning.
-
b. Het College verlengt de erkenning, behoudens een voorwaardelijke erkenning, telkens
voor een periode van vijf jaar.
-
c. De instantie dient zes maanden voor het verlopen van de erkenning een verzoek om hernieuwing
van de erkenning te hebben gedaan. Zolang het College niet op het verzoek om hernieuwing
van de erkenning heeft beslist, blijven de gevolgen van de reeds verleende erkenning
in stand.
Toelichting
Ad c
De erkenning en het achterwege laten van de inhoudelijke toetsing van een aanvraag
om (her)registratie door het NRGD vindt plaats tot de dag waarop de erkenning van
rechtswege verloopt. De inhoudelijke toetsing door het NRGD treedt daarna onverwijld
weer in werking. Wanneer de instantie zes maanden voor het verlopen van de erkenning
een verzoek om hernieuwing van de erkenning heeft gedaan, blijven de gevolgen van
de erkenning in stand zo lang het College niet op het verzoek van de hernieuwing van
de erkenning heeft beslist.
Artikel 3:7. Beslissing en bekendmaking
Het College maakt zijn beslissing op een verzoek om erkenning zo spoedig mogelijk,
doch uiterlijk binnen drie maanden na ontvangst van de rapportage van de visitatiecommissie,
schriftelijk aan de instantie en in kopie aan de voorzitter van de visitatiecommissie
bekend.
Hoofdstuk 5. Behoud, uitbreiden en intrekken erkenning
Artikel 5:1. Behoud erkenning
Om de erkenning van een opleiding en deskundigheidsbevorderingssysteem te behouden
dient de instantie te voldoen aan de volgende verplichtingen:
-
a. De toetsing van de opleiding en het deskundigheidsbevorderingssysteem vindt voortaan
plaats conform de Werkwijze third party Assessment van het NRGD;
-
b. De instantie overlegt jaarlijks een zelf-evaluatie van de opleiding en het deskundigheidsbevorderingssysteem
op basis van de standaarden van het College, met medeneming van de deskundigheidsgebieden
die onder het bereik van de erkenning vallen;
-
c. De instantie verleent medewerking aan het verstrekken van informatie indien het College
vragen heeft naar aanleiding van de zelf-evaluatie. Artikel 4:5 en 4:6 zijn van overeenkomstige toepassing.
Toelichting
Het College zal na erkenning willen monitoren of de kwaliteit van de in het NRGD geregistreerde
deskundigen is geborgd. Dat doet het College onder andere door een gecommitteerde
van het NRGD zitting te laten nemen in de toetsingscommissie van de instantie. Hierbij
wordt gedoeld op de toetsingscommissie die de eindtoets afneemt waarbij rapportages
van de deskundige worden beoordeeld. Het kan gaan om deskundigenrapportages die zijn
opgemaakt in het kader van de opleiding of daarna, afhankelijk van of alleen een opleiding
is erkend of een opleiding en deskundigheidsbevorderingssysteem.
De instantie dient verder jaarlijks een zelfevaluatie te overleggen. In de toelichting
onder artikel 4:6 staat beschreven waaruit deze zelf-evaluatie dient te bestaan. Wanneer het College
vragen heeft naar aanleiding van de zelf-evaluatie kan het aanvullende informatie
opvragen bij de instantie. Daar hoort ook de mogelijkheid bij om een steekproef van
deskundigenrapportages in te zien en te beoordelen en een locatiebezoek te plannen,
waarbij gesproken wordt met de opleider of de vakinhoudelijke afdeling. De kosten
die hiermee gemoeid zijn komen voor rekening van het NRGD.
Artikel 5:2. Uitbreiding erkenning
Een reeds verleende erkenning kan op verzoek van de instantie worden uitgebreid met
een nieuw deskundigheidsgebied.
Toelichting
Wanneer het NRGD een nieuw (deel)deskundigheidsgebied normeert en openstelt voor registratie,
kan bij de instantie de behoefte bestaan om het gebied deel uit te laten maken van
de erkenning. Wanneer een nieuwe visitatie binnen afzienbare tijd gepland staat, kan
de visitatiecommissie het nieuwe deskundigheidsgebied in de visitatie betrekken. Laat
de visitatie nog even op zich wachten, dan kan eventueel een deelvisitatie, conform
de vereisten van het dan geldende beleidskader visitatie en erkenning, plaatsvinden.
Indien reeds een systeemtoets op de algemene delen heeft plaatsgevonden zal normaal
gesproken alleen het vakinhoudelijke deel van het toe te voegen deskundigheidsgebied
behoeven te worden gevisiteerd.
Wanneer dit nieuwe deskundigheidsgebied bij positief resultaat van de visitatie onder
het bereik van de erkenning komt te vallen, zullen de gevolgen ook dan weer fasegewijs
ingaan. Dit betekent dat als eerste de inhoudelijke toetsing van de pasopgeleide deskundigen
door het NRGD zal komen te vervallen. Zie in dit verband ook artikel 3:5.
Artikel 5:3. Intrekking erkenning
-
a. Het College trekt de erkenning in of verbindt voorwaarden aan de erkenning wanneer
een opleiding of deskundigheidsbevorderingssysteem, naar het oordeel van het College,
niet langer aan de standaarden voldoet. Artikel 3:4 is van overeenkomstige toepassing.
-
b. Het College kan de erkenning (tijdelijk) intrekken wanneer de instantie niet voldoet
aan de verplichtingen van artikel 5:1.
Toelichting
Ad a
Het College kan in het uiterste geval een erkenning intrekken of er later alsnog voorwaarden
aan verbinden. Daartoe zal het College alleen overgaan wanneer het na zorgvuldig onderzoek
heeft kunnen vaststellen dat een opleiding of deskundigsbevorderingssysteem niet langer
aan de standaarden voldoet. Wanneer het College de erkenning intrekt, zal het NRGD
de aanvragen om (her)registratie zelf weer inhoudelijk gaan toetsen.
Ad b
Erkenning van een opleiding of deskundigheidsvorderingssysteem betekent dat het College
meer op afstand komt te staan. Het College zal willen monitoren dat de kwaliteit van
de deskundigen die staan ingeschreven in het register blijvend wordt geborgd. Het
College verwacht dat de instantie de verplichtingen van artikel 5:1 daartoe zal nakomen. Wanneer een instantie dat niet doet, kan het College de erkenning
(tijdelijk) intrekken. Dat betekent ook dat het NRGD de aanvragen om (her)registratie
zelf weer inhoudelijk zal toetsen.
Hoofdstuk 6. Gevolgen erkenning
Artikel 6:1. Vervallen inhoudelijke toetsing NRGD
-
a. Na erkenning van een opleiding vervalt, op een door het College vast te stellen datum,
voor nieuwe aanvragen om registratie in het NRGD de inhoudelijke toetsing van de deskundige
door het NRGD, mits de deskundige de opleiding met goed gevolg heeft afgerond en het
diploma daarvan kan overleggen.
-
b. Na erkenning van een deskundigheidsbevorderingssysteem vervalt, op een door het College
vast te stellen datum, de inhoudelijke toetsing van de deskundige door het NRGD voor
nieuwe aanvragen om herregistratie na een onvoorwaardelijke registratie, mits de deskundige
de interne toetsing bij de instantie met goed gevolg heeft afgerond en het bewijs
daarvan kan overleggen.
Toelichting
Ad a
De aanvraag om registratie van een deskundige die de opleiding met goed gevolg heeft
afgerond en zijn diploma heeft behaald, wordt vanaf de door het College vastgestelde
datum enkel administratief getoetst door het NRGD. Voldoet de deskundige aan de administratieve
instapeisen, waaronder het overleggen van het diploma en een Verklaring omtrent het
Gedrag, dan wordt de deskundige voorwaardelijk en voor twee jaar geregistreerd als
gerechtelijk deskundige in het NRGD. De deskundige zal na twee jaar een aanvraag om
herregistratie moeten doen om zijn registratie in het NRGD te verlengen. Het NRGD
zal de deskundige dan zelf weer vakinhoudelijk toetsen. Wanneer de deskundige niet
aan de eisen voor herregistratie blijkt te voldoen, kan de registratie niet worden
verlengd of in uitzonderlijke gevallen alleen onder voorwaarden. Zie hiervoor het
Beleidskader voorwaardelijke registraties.
Ad b
In geval van erkenning van een deskundigheidsbevorderingssysteem vervalt de inhoudelijke
toetsing van het NRGD voor deskundigen die na een onvoorwaardelijke registratie een
aanvraag om herregistratie doen. Die inhoudelijke toetsing vindt dan alleen nog bij
de instantie zelf plaats conform de Werkwijze third party assesment. Het NRGD doet
ook dan uitsluitend een administratieve toets.
Het College heeft overigens de wettelijke verplichting om de registratie door te halen
wanneer gedurende de registratie blijkt dat de gerechtelijk deskundige niet langer
aan de kwaliteitseisen voldoet. Het College kan een onderzoek instellen naar de kwaliteit
van het werk van een individuele deskundige wanneer het concreet onderbouwde signalen
ontvangt. Het College zal pas overgaan tot doorhaling van de registratie wanneer de
resultaten van zorgvuldig onderzoek, met de mogelijkheid van hoor en wederhoor, hiertoe
voldoende aanknopingspunten geven. Zie hiervoor de Regeling Meldingen en de Beleidsregel
schorsing en doorhaling.