Tijdelijke subsidieregeling stimulering verwijdering medicijnresten tweede tranche

[Regeling vervalt per 15-10-2030.]
Geraadpleegd op 25-12-2025.
Geldend van 25-10-2025 t/m heden.

Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 23 oktober 2025 nr. IENW/BSK-2025/258966, houdende vaststelling van tijdelijke regels ter stimulering van aanvullende zuiveringstechnieken bij rioolwaterzuiveringsinstallaties (Tijdelijke subsidieregeling stimulering verwijdering medicijnresten tweede tranche) [KetenID WGK 26712]

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • gidsstoffen: organische microverontreinigingen:

    Categorie 1:

    • (i) amisulprid (CAS No 71675-85-9),

    • (ii) carbamazepine (CAS No 298-46-4),

    • (iii) citalopram (CAS No 59729-33-8),

    • (iv) clarithromycin (CAS No 81103-11-9),

    • (v) diclofenac (CAS No 15307-86-5),

    • (vi) hydrochlorothiazide (CAS No 58-93-5),

    • (vii) metoprolol (CAS No 37350-58-6),

    • (viii) venlafaxine (CAS No 93413-69-5);

    Categorie 2:

    • (i) benzotriazole (CAS No 95-14-7),

    • (ii) candesartan (CAS No 139481-59-7),

    • (iii) irbesartan (CAS No 138402-11-6),

    • (iv) mix van 4-methylbenzotriazole (CAS No 29878-31-7) en 5-methyl- benzotriazole (CAS No 136-85-6),

    op basis waarvan het verwijderingsrendement kan worden vastgesteld en die gebruikt worden om de zuiveringsprestaties onderling tussen verschillende vergaande zuiveringstechnieken te vergelijken;

  • functioneel in bedrijf stellen van de installatie: in werking brengen van de installatie door het waterschap nadat deze officieel is opgeleverd door de leverancier conform de vastgelegde afspraken of specificaties hierover met het waterschap;

  • installatie: vergaande zuivering op een zuiveringtechnisch werk;

  • Kaderbesluit: Kaderbesluit subsidies I en M;

  • lerend implementeren: implementeren van een vergaande zuiveringstechniek op een zuiveringtechnisch werk als een demonstratieproject, waarbij het functioneren wordt gemonitord met als doel hiervan te leren en kennis te ontwikkelen en deze vervolgens te gebruiken bij keuzes en toepassing voor toekomstige installaties;

  • minister: Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

  • project: geheel aan activiteiten, werkzaamheden en op te leveren producten zoals opgenomen in het projectplan;

  • projectcoördinator: projectcoördinator als bedoeld in artikel 10, eerste lid;

  • projectplan: projectplan ‘Zuivering medicijnresten op rioolwaterzuivering (X)’ of een programma voor meerdere rioolwaterzuiveringen van een waterschap;

  • resultaten: uitvindingen, uitkomsten, materialen, methodes, processen, producten, programma’s, software, vindingen of ontdekkingen die binnen een project worden gegenereerd;

  • rioolwaterzuivering: zuiveringtechnisch werk;

  • vergaande zuivering: additioneel zuiveringsproces of additionele zuiveringsstap op een zuiveringtechnisch werk met als doel de belasting van het oppervlaktewater met organische microverontreinigingen, waaronder medicijnresten, zodanig te reduceren dat de concentraties van deze stoffen substantieel worden verlaagd waardoor het verwijderingsrendement behaald wordt, waarbij ook het verlagen van de ecotoxicologische risico’s van het geloosde afvalwater voor het ontvangende oppervlaktewater onderdeel is van vergaand zuiveren;

  • verwijderingsrendement: verwijdering van minimaal 80% van de opgenomen selectie aan gidsstoffen na functionele inbedrijfstelling van de installatie;

  • zuiveringtechnisch werk: werk voor het zuiveren van stedelijk afvalwater, in exploitatie bij een waterschap of een gemeente, dan wel een rechtspersoon die door het bestuur van een waterschap met de zuivering van stedelijk afvalwater is belast, met inbegrip van het bij dat werk behorende werk voor het transport van stedelijk afvalwater.

Artikel 2. Doel

Deze regeling heeft tot doel met subsidieverstrekking aan een waterschap de implementatie en kennisontwikkeling van vergaande zuiveringstechnieken op rioolwaterzuiveringen door waterschappen te stimuleren, om medicijnresten en andere organische microverontreinigingen vergaand te verwijderen uit stedelijk afvalwater ter bevordering van de waterkwaliteit.

Artikel 4. Kosten die in aanmerking komen voor een subsidie

  • 1 De minister kan op aanvraag van een waterschap subsidie verstrekken voor de kosten die zijn gemaakt voor 31 december 2028 en die direct verbonden zijn met de uitvoering van de volgende activiteiten:

    • a. de keuze van de vergaande zuiveringstechniek op de rioolwaterzuivering, waaronder onderzoekskosten;

    • b. de bouw van de vergaande zuiveringstechniek;

    • c. het functioneel in bedrijf stellen van de installatie van de vergaande zuiveringstechniek.

  • 2 De voor indiening van de aanvraag gemaakte kosten die rechtstreeks samenhangen met de activiteiten, bedoeld in het eerste lid, komen ook voor subsidie in aanmerking.

Artikel 5. Kosten die niet voor subsidie in aanmerking komen

De volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking:

  • a. kosten voor aanpassingen aan de reguliere zuivering die nodig zijn voor het behalen van de bestaande lozingseisen;

  • b. operationele kosten die samenhangen met het in bedrijf houden van de vergaande zuivering;

  • c. kosten die samenhangen met het monitoren van de effectiviteit van de toegepaste vergaande zuivering;

  • d. kosten die samenhangen met de uitvoering van projecten waarvoor reeds subsidie is verleend op grond van de Subsidieregeling stimulering verwijdering medicijnresten eerste tranche;

  • e. kosten waarvoor uit andere hoofde een subsidie of een bijdrage of vergoeding voor de kosten van de activiteiten, bedoeld in artikel 4, eerste of tweede lid, door derden is of wordt verstrekt.

Artikel 6. Subsidieplafond en verdeling

  • 1 Het subsidieplafond bedraagt € 32.600.000,–.

  • 2 De te verstrekken subsidie bedraagt:

    • a. een vast bedrag van maximaal € 250.000,– per zuiveringtechnisch werk; en

    • b. een variabel bedrag per zuiveringtechnisch werk dat wordt bepaald aan de hand van het aantal kubieke meter inkomend vergaand te zuiveren afvalwater berekend volgens de formule: € 0,21 x aantal m3/jaar van het gemiddelde over de drie voorgaande kalenderjaren op het moment van de aanvraag, conform bijlage I bij deze regeling.

  • 3 Subsidie kan worden verstrekt tot een maximumbedrag van € 3.000.000,– per zuiveringtechnisch werk.

  • 4 De subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de volledige aanvragen.

Artikel 7. Aanvraag

  • 1 Een subsidie kan op aanvraag van een waterschap worden verstrekt.

  • 2 Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend bij de minister van 1 december 2025 tot en met 30 november 2026, waarvoor gebruik wordt gemaakt van het aanvraagformulier, bedoeld in bijlage II, bij deze regeling.

  • 3 De aanvraag tot subsidieverlening bevat naast de in artikel 10, vierde lid, van het Kaderbesluit genoemde gegevens in ieder geval:

    • a. een projectplan voor uitvoering van de activiteiten;

    • b. een toelichting op welke vergaande zuiveringstechniek in de installatie wordt toegepast;

    • c. een technisch onderbouwde analyse waarmee aangetoond wordt dat met de vergaande zuiveringstechniek het minimale verwijderingsrendement behaald kan worden;

    • d. het aantal kubieke meter vergaand behandeld afvalwater per kalenderjaar over de drie voorafgaande jaren, zoals uitgewerkt in bijlage I bij deze regeling; en

    • e. de bijlagen, genoemd in het aanvraagformulier, bedoeld in bijlage II, bij deze regeling.

  • 4 Waterschappen die de installatie voor 1 december 2025 in bedrijf hebben gesteld, overleggen in aanvulling op het derde lid, ook de gegevens en bescheiden, bedoeld in artikel 12, derde lid, bij de aanvraag.

Artikel 8. Verlening

Een besluit tot verlening van de subsidie vermeldt in ieder geval:

  • a. de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verleend;

  • b. het bedrag van de subsidie; en

  • c. de wijze waarop het bedrag van de subsidie is bepaald.

Artikel 9. Voorwaarden

  • 1 De subsidie wordt uitsluitend besteed aan activiteiten waarvoor de subsidie is verleend.

  • 2 Er wordt voldaan aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 10.

Artikel 10. Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1 De subsidieontvanger wijst een projectcoördinator aan, die het project coördineert en die aanspreekpunt is voor de minister.

  • 2 De installatie is functioneel in bedrijf gesteld voor 31 december 2028.

  • 3 De vergaande zuiveringstechniek kan technisch het verwijderingsrendement behalen.

  • 4 Het verwijderingsrendement wordt bepaald als het rekenkundig gemiddelde van de specifieke verwijderingspercentages van minimaal zes gidsstoffen, verdeeld over twee categorieën, waarbij de verhouding tussen stoffen uit categorie 1 en categorie 2 altijd 2:1 is.

  • 6 Voor het meten van de gidsstoffen om het zuiveringsrendement te bepalen, bedoeld in het vierde lid, wordt gebruik gemaakt van de werkinstructie, bedoeld in bijlage I van de Subsidieregeling stimulering verwijdering medicijnresten eerste tranche, dan wel de werkinstructies, bedoeld in ‘STOWA 2024-43, werkinstructie bemonstering en chemische analyse medicijnresten in rwzi-afvalwater t.b.v. bijdrageregeling ‘zuivering medicijnresten’ (IenW)’ en de ‘Handreiking voor het uitvoeren van biologische effectmonitoring bij vergaande zuivering van RWZI-effluenten Versie 0.9, eindversie 24 oktober 2024’.

  • 7 Gedurende vijf jaren na de datum van het functioneel in bedrijf stellen van de installatie rapporteert het waterschap jaarlijks, voor 1 maart in het opvolgende kalenderjaar, aan de minister over de voortgang van de bevindingen ten aanzien van het project.

  • 8 De rapportage, bedoeld in het zevende lid, bevat de gegevens, bedoeld in bijlage III, bij deze regeling.

Artikel 11. Openbaarheid

De binnen het project gegenereerde resultaten en de opgedane kennis en ervaring worden door de subsidieontvanger beschikbaar gesteld voor de Nederlandse zuiveringspraktijk.

Artikel 12. Vaststelling

  • 1 De subsidieontvanger dient uiterlijk binnen dertien weken na het functioneel in bedrijf stellen van de installatie een aanvraag voor subsidievaststelling in bij de minister.

  • 2 In afwijking van het eerste lid dienen waterschappen die de installatie voor 1 december 2025 functioneel in bedrijf hebben gesteld uiterlijk 1 april 2026 een aanvraag voor subsidievaststelling in bij de minister.

  • 3 De aanvraag tot subsidievaststelling bevat naast de in artikel 24, derde en vierde lid, van het Kaderbesluit genoemde gegevens in ieder geval:

    • a. een beschrijving van de reeds uitgevoerde activiteiten; en

    • b. de datum van functionele inbedrijfstelling van de installatie.

Artikel 13. Evaluatie

De minister publiceert uiterlijk op 31 december 2030 een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de subsidie in de praktijk.

Artikel 15. Inwerkingtreding en horizonbepaling

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt op 15 oktober 2030, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op subsidies die voor die datum zijn verleend.

Artikel 16. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke subsidieregeling stimulering verwijdering medicijnresten tweede tranche.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

R. Tieman

Bijlage I. bedoeld in artikel 6, tweede lid, onderdeel b, en artikel 7, derde lid, onderdeel d

Voor het berekenen van het aantal m3 vergaand gezuiverd afvalwater in een rioolwaterzuivering, dat gebruikt wordt ter bepaling van het variabele bedrag, bedoeld in artikel 6, tweede lid, onderdeel b, en artikel 7, derde lid, onderdeel d, van deze regeling, is een berekeningswijze uitgewerkt. Deze berekeningswijze maakt gebruikt van een dataset van dagdebieten van de rioolwaterzuivering van de drie voorafgaande kalenderjaren. De bandbreedte hiervan is afhankelijk van de uitvoeringsvorm van de vergaande zuiveringsinstallatie en de grootte (full-scale of een beperkt aantal zuiveringsstraten).

Minimaal dagdebiet full-scale

De vergaande zuiveringstechniek dient minimaal de daggemiddelde DWA te behandelen. Deze daggemiddelde DWA wordt als volgt bepaald, op basis van een dataset van dagdebieten van het influent op de rioolwaterzuivering over de afgelopen drie jaar:

  • bepaal het intreegebied van de rioolwaterzuivering (geografische ligging innamestelsels);

  • bepaal de ledigingstijd van het rioolstelsel;

  • verzamel de influenten dagdebieten van de drie voorgaande jaren;

  • ga voor de drie voorgaande jaren na op welke data er sprake was van neerslag in het intreegebied;

  • elimineer de dagdebieten van de dagen waarop er neerslag is gevallen in intreegebied;

  • elimineer de dagdebieten van de dagen nadat er neerslag is gevallen in intreegebied op basis van de hiervoor bepaalde ledigingstijd van het rioolstelsel;

  • de overgebleven dagen bevatten droogweeraanvoer in m3/d, zonder significante regenweeraanvoer. Bepaal op basis van deze dataset de daggemiddelde DWA.

Toelichting

Indien de daggemiddelde DWA niet conform bovenstaande methode kan worden bepaald, geldt dat de vergaande zuiveringstechniek minimaal de mediaan (of 50-percentielwaarde) van influent dagdebieten van de drie voorgaande jaren moet behandelen.

Maximaal dagdebiet full-scale

Het maximale dagdebiet, waarvoor een bijdrage wordt verstrekt op grond van deze regeling, is vastgesteld op tweemaal daggemiddelde DWA. De achterliggende gedachte hierbij varieert per uitvoeringsvorm van de vergaande zuiveringstechniek:

  • a. geïntegreerd in het zuiveringsproces (zoals bij poederkooldosering in actief-slib PACAS): als maximale debietproportionele dosering van poederkool voor het in actief-slib behandelde afvalwater wordt 2x daggemiddelde DWA, gedeeld door 24 uren, aangehouden;

  • b. nageschakeld in effluent: 2x daggemiddelde DWA komt ongeveer overeen met 80-percentiel waarde van de gemiddelde jaaraanvoer van de drie voorgaande jaren naar de RWZI gedeeld door 365 dagen.

Toelichting

Dit komt voort uit de wijze waarop de hydraulische capaciteit voor installaties voor vergaande verwijdering van organische microverontreinigingen moet worden bepaald (conform STOWA-rapport 2020-061). Dit rapport gaat uit van bepaling van verwijdering op basis van het jaarrendement, oftewel effluent rioolwaterzuivering (inclusief vergaande behandeling van een deelstroom van rioolwaterzuivering-effluent + bypass vergaande behandeling) ten opzichte van influent rioolwaterzuivering. De locatie van het monsterpunt voor het vergaand gezuiverde rioolwaterzuivering-afvalwater is het effluent van de nageschakelde vergaande zuiveringstechniek. De bypass wordt berekend op basis van het aanvoerpatroon naar de rioolwaterzuivering (op basis van uurinfluentdebieten over de afgelopen drie jaren). In het geval van in het zuiveringsproces geïntegreerde vergaande zuiveringstechnieken, wordt het volledige effluent al bemonsterd wat regulier door actief slib is behandeld.

Niet full scale

Bij installaties die een deel van het rioolwaterzuivering-afvalwater vergaand zuiveren, wordt bovenstaande berekeningswijze naar rato toegepast.

Toelichting

Indien een installatie het effluent behandelt van 1 van de 3 gelijke zuiveringsstraten, dan geldt dat de bijdrage wordt toegekend voor 1/3=33% van de full-scale binnen de bandbreedte van de minimale en maximale dagdebieten.

Bijlage II. bedoeld in artikel 7, tweede en derde lid, onderdeel e

Aanvraagformulier Tijdelijke subsidieregeling stimulering verwijdering medicijnresten tweede tranche

Digitaal indienen naar:

Subsidie.medicijnresten2@minienw.nl

Indieningsperiode: 1 december 2025 t/m 30 november 2026

Vermeld bij de mail als onderwerp: Aanvraag subsidie [naam RWZI] – [naam waterschap].

Sla uw aanvraag op als een PDF-bestand met titel <jjjjmmdd – Aanvraag subsidie [naam RWZI] – [naam waterschap]>

* Vergeet niet de bijlagen bij de mail te voegen.

Gegevens aanvrager

Naam waterschap

 

Postadres

 

Postcode en plaats

 

KvK-nummer

 

IBAN rekeningnummer

(voeg bewijs1 dat dit rekeningnummer op naam van de aanvrager staat toe als bijlage)

 

BTW verrekenen

Ja/nee

Naam contactpersoon

 

rechtstreeks telefoonnummer

Emailadres

 

1 Bijvoorbeeld een kopie/screenshot van een bankafschrift.

Gegevens project

Naam rioolwaterzuiveringsinstallatie

 

Straatnaam en nummer

 

Postcode en plaats

 

Voorgenomen verregaande zuiveringsmethode voor de vierde trap

 

Aantal m 3 vergaand behandeld afvalwater (bepaald conform bijlage I bij de Tijdelijke subsidieregeling stimulering verwijdering medicijnresten tweede tranche)

 

Projectplan

In het aan te leveren projectplan staat ten minste vermeld:

De voorgenomen stappen voor de uitvoering van de activiteiten met planning.

Voorgenomen datum van functioneel in bedrijfstellen van de installatie1 met planning en risicoanalyse waaruit blijkt dat deze datum gehaald kan worden.

Overzicht van kosten die in aanmerking komen voor een subsidie2

Een uiteenzetting waaruit blijkt dat de installatie minimaal vijf jaar in gebruik gehouden wordt na het functioneel in bedrijf stellen van de zuiveringstrap.

Een toelichting op welke vergaande zuiveringstechniek in de installatie zal worden toegepast, inclusief technologische uitgangspunten.

Een uiteenzetting waaruit blijkt dat met de gekozen verregaande zuiveringstechniek het, in de Tijdelijke subsidieregeling stimulering verwijdering medicijnresten tweede tranche bepaalde, minimale verwijdering rendement behaald kan worden.

1 vóór 31 december 2028.

2 zie hiervoor artikel 4 van de Tijdelijke subsidieregeling stimulering verwijdering medicijnresten tweede tranche.

Ondertekening

De aanvrager verklaart hierbij:

Alle gegevens in dit aanvraagformulier en alle bijlagen naar waarheid en beste weten te hebben verstrekt.

Bevoegd te zijn om deze aanvraag namens de organisatie in te dienen.

Dat er geen sprake is van ongeoorloofde cumulatie van steun voor deze projecten/activiteiten.

Plaats

 

Datum

 

Naam

 

Functie

 

Handtekening

 

Toe te voegen bijlagen

Bijlage 1

Bewijs dat het vermelde bankrekeningnummer op naam van het aanvragende waterschap staat.

Dit kan een kopie bankafschrift zijn. Financiële gegevens op het bankafschrift mogen worden weggelakt.

Bijlage 2

Projectplan, voor inhoud zie kopje projectplan.

Bijlage 3

Berekening aantal m3 vergaand te behandelen afvalwater conform bijlage I subsidieregeling.

   
   
   
   

Overige bijlagen:

U kunt deze aanvraag ondersteunen met overige bijlagen die relevant zijn voor de aanvraag.

Bijlage III. bedoeld in artikel 10, achtste lid

Inhoudsopgave met duiding voor jaarlijkse voortgangsrapportage voor vergaande zuivering op een rioolwaterzuivering.

De inhoudsopgave van de voortgangsrapportage ziet er als volgt uit. Er wordt hieronder onderscheid gemaakt tussen het verplichte deel voor de minister (cursief aangegeven) en het informatieve deel voor de waterschappen en de rest van de Nederlandse zuiveringspraktijk.

 

Beschrijving van installatie

• Ontwerp van vergaande zuiveringstechniek

Dimensioneringsgrondslagen (DWA profiel incl. DWA piek, RWA max en verdeling influentdebieten over het jaar), installaties en doseringen van PAK (mg PAK/m3 influent) of ozon (g O3/g DOC) – eventueel na eerste rapportage terugverwijzen naar eerdere rapportage,

• Inpasbaarheid in zuiveringsproces van bestaande rioolwaterzuivering

Ontwerp bypass (m3 influent, behandeld en via bypass), kwaliteit influent/effluent bestaande rioolwaterzuivering (BZV, CZV, N, P, SS, gidsstoffen) (DOC effluent) (bromide/bromaat bij O3), – eventueel na eerste rapportage terugverwijzen naar eerdere rapportage.

 

Opzet bedrijfsvoering, monitoring en begeleidend onderzoek

• Bedrijfsvoering

Vastleggen nulsituatie, opstart- en ‘steady state’ periode

• Monitoring

Monstername en analyses (gehanteerde methode – oude of nieuwe bemonsteringsmethode), parameters o.a. gehanteerde gidsstoffen, biologische effectmetingen, meetlocatie, frequentie, rapportagegrenzen), registratie verbruiksgegevens (elektriciteit, O3/PAK, hulpstoffen, geproduceerd slib), registratie specifieke kenmerken bedrijfsvoering.

• Begeleidend onderzoek

• Verdere ontwikkeling/optimalisatie van zuiveringstechniek, reductie kosten/onderhoud, specifiek onderzoek beïnvloeding zuiveringsproces rioolwaterzuivering.

 

Resultaten

• Zuiveringsprestaties gidsstoffen en biologische effectmetingen

Concentraties gidsstoffen in influent/effluent en berekening van verwijderingspercentage per gidsstof en het verwijderingspercentage berekend conform de Richtlijn stedelijk afvalwater (2024/3019), waarbij is aangegeven welke gidsstoffen gebruikt zijn. Indien minder dan zes gidsstoffen in voldoende concentratie kan worden gemeten, kan worden uitgeweken naar de gidsstoffen opgenomen in de Subsidieregeling verwijdering medicijnresten eerste tranche. Indien hiervoor gekozen moet worden, dan dient aangegeven te worden welke gidsstoffen zijn vervangen en door welke alternatieve gidsstof. Overzicht van de bioassay-responsen en berekening van de afname per bioassay en gesommeerd als totaalwaarde voor de situatie voor als na vergaande zuivering.

Concentraties van de andere stoffen uit het ILOW-analysepakket en eventueel overige microverontreinigingen.

Inzicht in vorming van ongewenste bijproducten t.g.v. vergaande zuivering, zoals bromaatvorming door ozon.

De verkregen data van alle (gids)stoffen en andere microverontreinigingen alsmede de bioassay-responsen worden adequaat opgenomen in een toegankelijk databestand, zoals Z-info bij het Informatiehuis Water.

• Zuiveringsprestaties andere stoffen

Inzicht in verwijderingspercentage andere stoffen, zoals macroparameters, stikstof-fosfaat, metalen, andere organische microverontreinigingen, pathogenen en micro-plastics.

• Bedrijfsvoering en beheer

Werken met de vergaande zuiveringstechniek op de rioolwaterzuivering en invloed op zuiveringsproces, zoals nutriëntenverwijdering, slibproductie en -behandeling, gebruik hulpstoffen (actieve kool, methanol, PE) en energieverbruik. Bij opsplitsen in bijvoorbeeld productie ozon, spoelwater en opvoering water.

• Inzicht in de kosten van de vierde zuiveringstrap qua beheer, gebruik en onderhoud

Inzicht in de kosten en de CO2-footprint incl. achterliggende berekening, conform en ter vergelijking met rapportage.1

 

Aanbevelingen

• Lessons learned, tips, aanbevelingen

Voor verdere ontwikkeling/optimalisatie van zuiveringstechniek, reductie kosten/onderhoud, specifiek onderzoek beïnvloeding zuiveringsproces rioolwaterzuivering voor de betreffende rioolwaterzuivering van de demo, maar ook voor de Nederlandse zuiveringspraktijk in het algemeen.

  1. Verwijdering van organische microverontreinigingen: Handvatten voor de keuze van behandelingstechniek in combinatie metde benodigde hydraulische capaciteit (STOWA-rapport 2020-06) ^ [1]