Instellingsbesluit Commissie Beleidskwaliteit

Geraadpleegd op 25-12-2025.
Geldend van 11-10-2025 t/m heden.

Besluit van de Minister van Financiën d.d. 26 september 2025, nr. 450191, houdende instelling van de Commissie Beleidskwaliteit Ministerie van Financiën (Instellingsbesluit Commissie Beleidskwaliteit)

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. minister: Minister van Financiën;

  • b. commissie: Commissie Beleidskwaliteit Ministerie van Financiën, bedoeld in artikel 2;

  • c. secretaris-generaal: secretaris-generaal van het Ministerie van Financiën.

Artikel 2. Instelling en taak

  • 1 Er is een Commissie Beleidskwaliteit Ministerie van Financiën.

  • 2 De commissie heeft tot taak:

    • a. Het adviseren over:

      • het proces van beleidsontwikkeling (zoals bijvoorbeeld overeenkomstig de huidige werkwijze van het Beleidskompas);

      • het plan van aanpak en de uitkomsten van de periodieke rapportages en belangrijke evaluaties;

      • de planning van evaluaties en periodieke rapportages in de komende zeven jaar (Strategische Evaluatie Agenda);

      • de verbinding tussen de uitkomsten van evaluaties en de ontwikkeling van nieuw beleid en;

    • b. Het stimuleren van kennisuitwisseling en kennisopbouw door onder andere:

      • de ervaringen uit de advisering en opgedane expertise te delen en benutten;

      • te stimuleren dat de kennisagenda’s en onderzoeksprogrammering van het Ministerie van Financiën en andere departementen bijdragen aan de beleidskwaliteit.

Artikel 3. Samenstelling, benoeming en ontslag

  • 1 De commissie bestaat uit een voorzitter en ten hoogste twaalf andere leden, waarvan vier externe leden.

  • 2 De minister benoemt de externe leden. De externe leden worden benoemd op persoonlijke titel. De andere leden worden benoemd door de secretaris-generaal, op functionele titel.

  • 3 De leden worden benoemd voor de duur van de commissie.

  • 4 Bij tussentijds vertrek van een extern lid kan de minister een ander extern lid benoemen. De minister kan de externe leden op eigen verzoek, wegens ongeschiktheid of op andere zwaarwegende gronden, schorsen en ontslaan.

  • 5 De secretaris-generaal kan de andere leden op eigen verzoek of andere gronden vervangen.

Artikel 4. Externe leden

Tot externe leden van de Commissie worden benoemd:

  • a. Mevrouw dr. A. (Anne) Roeters van het Sociaal Cultureel Planbureau;

  • b. De heer prof. dr. A.J. (Robert) Dur;

  • c. De heer prof. dr. P.H.A. (Paul) Frissen;

  • d. De heer prof. dr. C. (Carl) Koopmans.

Artikel 5. Ondersteuning, werkwijze en openbaarmaking

  • 1 De commissie stelt haar eigen werkwijze vast en wordt ondersteund door een secretariaat.

  • 2 Het secretariaat is voor de inhoudelijke uitvoering van zijn taak uitsluitend verantwoording schuldig aan de voorzitter van de commissie.

  • 3 De secretaris-generaal draagt, na overleg met de commissie, zorg voor de ten behoeve van haar werkzaamheden benodigde voorzieningen.

  • 4 Rapporten, notities, verslagen, adviezen en andere producten die door of namens de commissie worden vervaardigd of vergaard, worden uitsluitend aan de minister uitgebracht en overgedragen en niet door de commissie openbaar gemaakt.

Artikel 6. Kosten van de commissie

De kosten van de commissie komen voor rekening van de minister. Onder kosten worden in ieder geval verstaan:

  • a. De kosten voor de faciliteiten van vergaderingen en voor secretariële ondersteuning;

  • b. De kosten voor het organiseren van bijeenkomsten en kennisconferenties;

  • c. Het onderzoeksbudget van de commissie dat jaarlijks door de voorzitter wordt toegekend aan directies voor (DG-overstijgend) onderzoek.

Artikel 7. Vergoeding

Aan de externe leden, met uitzondering van leden werkzaam bij een instituut als bedoeld in artikel 2, derde lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies, wordt een vaste vergoeding per maand toegekend, waarbij de salarisschaal wordt vastgesteld op schaal 18 zoals vastgelegd in de CAO Rijk, gebaseerd op een arbeidsduurfactor van 0,10.

Artikel 8. Inlichtingen en medewerking

  • 1 De commissie verstrekt desgevraagd aan de minister de door hem gewenste inlichtingen. De minister kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is.

  • 2 De minister verleent de door de commissie verlangde medewerking aan en toegang tot alle benodigde informatie, voor zover noodzakelijk voor de taak van de commissie.

Artikel 9. Archivering

De commissie draagt doorlopend en zo spoedig mogelijk na beëindiging van haar werkzaamheden of, zo de omstandigheden daartoe aanleiding geven, zoveel eerder, de bescheiden betreffende die werkzaamheden over aan het archief van de Directie Financieel Economische Zaken van het Ministerie van Financiën.

Artikel 10. Intrekking

Het besluit van 7 augustus 2018, (Stcrt. 15 augustus, 45885), houdende instelling van de Commissie Beleidsevaluatie, wordt ingetrokken.

Artikel 11. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant, waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 september 2025.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. De voorzitter en leden ontvangen een afschrift van het gepubliceerde besluit.

De Minister van Financiën,

E. Heinen