U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
[Regeling vervalt per 01-01-2030.]Geraadpleegd op 24-12-2025. Geldend van 23-09-2025 t/m heden.
Regeling van de Minister van Justitie en Veiligheid van 18 september 2025, nr. 6692706, houdende regels met betrekking tot het verstrekken van een specifieke uitkering voor de aanpak Preventie met Gezag 2026–2029
De Minister van Justitie en Veiligheid,
Gelet op artikel 17, tweede lid, van de Financiële-verhoudingswet,
Besluit:
In deze regeling wordt verstaan onder:
Minister: de Minister van Justitie en Veiligheid;
Gemeenten: de gemeenten genoemd in de bijlage behorende bij deze regeling;
Programma: het plan van aanpak over de activiteiten Preventie met Gezag per gemeente.
1 Deze regeling heeft tot doel om gemeenten een specifieke uitkering te verstrekken waarmee zij in staat worden gesteld activiteiten in het kader van de aanpak Preventie met Gezag te ontplooien. Daarnaast worden enkele gemeenten in staat gesteld mee te doen aan de grassroot pilots.
2 Onder de aanpak Preventie met Gezag wordt verstaan de aanpak waarmee een betekenisvolle en merkbare bijdrage aan het voorkomen, terugdringen en aanpakken van diverse vormen van (jeugd)criminaliteit wordt geleverd. De aanpak richt zich op kinderen, jongeren en jongvolwassenen in de leeftijd van 8 tot 27 jaar.
3 De grassroot pilots zijn pilots bij zes gemeenten die gaan werken aan betere ondersteuning aan de geselecteerde informele organisaties in hun gemeenten.
De Minister kan op aanvraag jaarlijks een specifieke uitkering verstrekken aan een gemeente genoemd in de bijlage bij deze regeling, voor het treffen van maatregelen in het kader van de aanpak Preventie met Gezag van 1 juni 2026 tot en met 31 december 2029.
1 De aanvraag bevat:
a. een reflectie op het huidige programma tot en met juni 2025 en een vooruitblik van juli 2025 tot en met mei 2026;
b. een integraal domeinoverstijgend plan van aanpak voor 1 juni 2026 tot en met 31 december 2029.
2 In de reflectie wordt in ieder geval ingegaan op:
a. de inspanningen die de gemeente vanaf de start heeft verricht vanuit het programma, de problematiek, de afgebakende doelgroep, de samenwerking met lokale, regionale en landelijke (justitie)partners en de bereikte (tussen)resultaten;
b. de financiële uitputting van het huidige programma tot 1 juni 2025 en een financiële prognose van 1 juni 2025 tot 1 juni 2026. In de financiële reflectie en prognose worden de oorzaken van een eventuele onderuitputting toegelicht.
3 In het integraal domeinoverstijgend plan van aanpak wordt in ieder geval ingegaan op:
a. de ernst van de problematiek van de georganiseerde en ondermijnende (jeugd)criminaliteit en hieraan rakende thema’s in de gemeente;
b. een analyse van de doelgroep (8 t/m 27 jaar) in het focusgebied, daaronder begrepen een indeling in subdoelgroepen;
c. de visie voor de aanpak en de samenhang van het pakket aan maatregelen en interventies welke de gemeente wenst in te zetten en de beoogde balans tussen preventie en gezag;
d. de inhoudelijke samenhang van de aanpak met andere relevante programma’s en organisaties;
e. de begroting voor de periode vanaf juni 2026 tot en met december 2029, met een uitsplitsing van de inzet van eigen middelen, een uitsplitsing van de BTW en een overzicht van de wijze van borging van de aanpak in de gemeente.
4 De aanvraag wordt uiterlijk op 31 december 2025 ingediend.
5 De aanvraag voor een uitkering als genoemd in tabel 2 van de bijlage, wordt als addendum bij de aanvraag bijgevoegd.
De hoogte van de specifieke uitkering bedraagt per gemeente ten hoogste het in de bijlage bij deze regeling genoemde bedrag. Het compensabele BTW-deel van het in de bijlage genoemde bedrag wordt niet aan de gemeente uitgekeerd. Dat bedrag wordt afgedragen aan het BTW-compensatiefonds.
1 De Minister besluit uiterlijk 13 weken na indiening van aanvraag tot verlening van de specifieke uitkering.
2 Het aan de gemeenten toegekende bedrag wordt in de periode van 2026 tot en met 2029 bij wijze van voorschot in jaarlijkse termijnen uitgekeerd. De eerste betaling vindt plaats binnen zes weken volgend op dagtekening van de beschikking tot verlening van de specifieke uitkering. De volgende betalingen vinden plaats in januari 2027, januari 2028 en januari 2029.
1 De gemeente besteedt de specifieke uitkering binnen de periode die is opgenomen in de beschikking tot verlening daarvan.
2 De gemeente neemt jaarlijks deel aan de monitorings- en evaluatiecyclus met betrekking tot de activiteiten waarvoor de specifieke uitkering is verleend, alsook aan de landelijke evaluatie daarvan.
3 De gemeente doet jaarlijks binnen de periode die is opgenomen in de verlengingsbeschikking aan de Minister verslag van de voortgang van de activiteiten, waarvoor de specifieke uitkering is verleend.
4 De gemeente evalueert en monitort de eigen interventies zo veel mogelijk aan de hand van het Kwaliteitskader Effectieve Jeugdinterventies (KEI), dan wel aan de hand van een te starten traject om de activiteiten wetenschappelijk te onderbouwen met betrekking tot effectiviteit. Interventies die hier niet aan voldoen worden geleidelijk afgebouwd.
5 De gemeente die een specifieke uitkering heeft ontvangen is verplicht om onverwijld een schriftelijke melding te doen zodra aannemelijk is dat de activiteiten waarvoor die uitkering is verleend niet, niet tijdig of niet geheel zullen worden verricht.
1 Nadat de Minister de verantwoordingsinformatie, bedoeld in artikel 17a van de Financiële-verhoudingswet, van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft ontvangen, stelt de Minister de uitkering binnen 22 weken overeenkomstig de verlening vast.
2 De Minister kan de uitkering lager vaststellen, indien:
a. de kosten van de activiteiten lager uitvallen dan in de beschikking is vastgesteld;
b. de gemeente niet heeft voldaan aan de aan de uitkering verbonden verplichtingen;
c. de gemeente onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag zou hebben geleid, of
d. de verlening van de uitkering onjuist was en de gemeente waaraan de uitkering is verleend dit wist of behoorde te weten.
1 De Minister kan onverschuldigd uitgekeerde bedragen naar aanleiding van een lagere vaststelling van de uitkering als bedoeld in artikel 8, tweede lid, terugvorderen.
2 Indien de verantwoordingsinformatie te laat, niet of niet volledig wordt verstrekt, kan de Minister de uitkering op een lager bedrag vaststellen als volledige terugvordering tot een onbillijkheid van overwegende aard zou leiden.
De Minister kan een bepaling van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang van het verstrekken van een uitkering voor de activiteiten, bedoeld in artikel 2, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.
1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
2 Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2030.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling specifieke uitkering Preventie met Gezag 2026–2029.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
’s-Gravenhage, 18 september 2025
F. van Oosten
Gemeente
2026 (jun t/m dec)
2027, 2028 en 2029 per jaar
Totaal 1 jun 2026 – 31 dec 2029
Almere
€ 1.047.083,33
€ 1.795.000,00
€ 6.432.083,33
Amsterdam
€ 5.691.063,26
€ 9.756.108,45
€ 34.959.388,61
Arnhem
€ 1.238.181,96
€ 2.122.597,65
€ 7.605.974,91
Breda
Delft
Den Bosch
Den Haag
€ 2.920.671,96
€ 5.006.866,22
€ 17.941.270,62
Dordrecht
Eindhoven
Enschede
Groningen
Heerlen
€ 1.116.127,93
€ 1.913.362,17
€ 6.856.214,44
Helmond
Leeuwarden
€ 1.067.080,41
€ 1.829.280,70
€ 6.554.922,51
Lelystad
Maastricht
Nieuwegein
Nijmegen
Roosendaal
Rotterdam
€ 5.456.494,76
€ 9.353.991,01
€ 33.518.467,79
Schiedam
Sittard-Geleen
Tilburg
€ 1.496.403,99
€ 2.565.263,99
€ 9.192.195,96
Utrecht
€ 2.776.925,25
€ 4.760.443,28
€ 17.058.255,09
Venlo
Vlaardingen
Zaanstad
2026 t/m 2029 per jaar
Totaal
€ 200.000
€ 800.000
€ 100.000
€ 400.000
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Regeling specifieke uitkering Preventie met Gezag 2026–2029", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.